Het lot van de nieuwe aanwinst van Manchester United kende een beslissende wending in augustus 2006 tegen Steaua Boekarest.

Ons voetbal gaat een historisch weekend tegemoet. Manchester United – Crystal Palace is niet zomaar een wedstrijd in de Engelse competitie. Het is historisch omdat een Belg zal spelen bij een van de roemrijkste clubs ter wereld: Marouane Fellaini werkt voortaan elke dag samen met Rio Ferdinand, Nemanja Vidic, Ryan Giggs, Nani, Wayne Rooney, Robin van Persie,… De man van 32 miljoen euro maakt zijn ultieme droom waar.

We keren terug naar dé wedstrijd die het grote avontuur heeft gelanceerd van de speler met de gigantische krullenbol, zijn eerste basisplaats en zijn eerste volledige wedstrijd bij de profs: Standard – Steaua Boekarest in augustus 2006. De omstandigheden kort geschetst: de Rouches van Johan Boskamp hebben hun competitiestart volledig gemist met nederlagen tegen Lokeren en thuis tegen Charleroi. Het brandt. Tegen de Zebra’s mocht Fellaini de laatste vijf minuten invallen. Zijn eerste in de hoogste klasse. Niemand kent hem. Vijf dagen staat hij aan de aftrap van een wedstrijd van 10 miljoen, mogelijk meer: het gaat om de laatste kwalificatieronde voor de Champions League. Als Standard de Roemenen afhoudt, zit het in de poules. Het draait anders uit: 2-2 op Sclessin, 2-1 voor de Roemenen in Boekarest, Standard (waar Johan Boskamp ondertussen al het veld moest ruimen voor Michel Preud’homme) wordt naar de UEFA Cup verwezen, waar het meteen wordt uitgeschakeld door Celta Vigo.

“Tegen Lokeren en Charleroi speelde Boskamp op het middenveld met het trio Siramana Dembélé – Steven Defour – Karel Geraerts“, herinnert Michel Renquin zich, die assistent was van de Nederlander. “Het draaide niet. Dembélé raakte niet in zijn spel. Maar Boskamp wilden hem niet te snel opgeven. Het seizoen voordien was hij een vaste waarde in het team geweest. En hij was een persoonlijkheid. De trainer vond dat hij krediet verdiende. Maar op een gegeven moment moest hij wel een beslissing nemen. En terwijl Dembélé krasselde, maakte Fellaini een overweldigende indruk op training. Hij bonkte met twee vuisten op de deur van de eerste elf. Boskamp sprak elke dag over hem met mij. En ook over Axel Witsel die, net als Fellaini, nog maar net aan de A-kern was toegevoegd.”

Een jongen van zeventien jaar in zo’n belangrijke wedstrijd laten debuteren lijkt erg verbazingwekkend. Boskamp geeft vandaag toe dat hij amper een keuze had: “Luciano D’Onofrio gaf me geen nieuwe spelers, dus ik moest het doen met degenen die het goed deden op training. Fellaini was fysiek al heel sterk, hij kon voetballen en had de perfecte ingesteldheid.” Maar hij moest nog belangrijke obstakels overwinnen. “Hij zette zijn voeten verkeerd”, gaat Boskamp verder, “en om dat te verhelpen liet ik hem elke dag een kwartier vroeger komen om touwtje te springen, samen met Witsel die hetzelfde probleem had.”

Impulsiviteit

De legende wil dat Luciano D’Onofrio zijn trainer min of meer verplichtte om Fellaini op te stellen tegen Boekarest. Renquin spreekt dat tegen en herinnert zich dat “Boskamp al heel snel tegen zijn trainersstaf had gezegd om Fellaini en Witsel goed in het oog te houden omdat ze iets extra’s hadden.”

Karel Geraerts herinnert zich het moment waarop Dembélé vernam dat hij niet zou starten in de eerste wedstrijd tegen de Roemenen: “Boskamp riep hem bij zich en legde hem kalm uit dat hij geen titularis zou zijn. Dembélé was verrast, maar de andere spelers ook, want voor ons was hij erg belangrijk, zowel op als naast het veld. We hadden de indruk dat hij moest opdraaien voor de rest, dat hij werd geslachtofferd naar aanleiding van de slechte resultaten van het team.” Maar dat het Fellaini was die hem centraal op het middenveld zou vervangen, verraste dan weer niemand op Sclessin. “We wisten dat we twee keer tot het uiterste zouden moeten gaan tegen Steaua”, vertelt Eric Deflandre, de toenmalige aanvoerder. “We speelden niet tegen de minsten. We waren gewaarschuwd dat het een fysieke veldslag zou worden en we verwachtten ons aan spijkerharde duels. Boskamp heeft daarom voor Fellaini gekozen. Op training ging hij er altijd voor. En zijn lengte was een serieuze troef. We waren zeker dat hij zijn mannetje zou staan in de luchtduels, gezien zijn beter dan gemiddeld kopspel. Vanaf de eerste minuut liet hij zich gelden. Hij wilde alles en iedereen kapot spelen. Hij kreeg trouwens zowel in de heen- als in de terugwedstrijd een gele kaart. Sowieso was hij iemand die ook op training niet aarzelde om zijn voet te zetten. Persoonlijk verkies ik zulke spelers boven anderen die de hele tijd dribbelen en nooit een bal afgeven.”

De vader van Marouane Fellaini waardeert het vurige temperament van zijn zoon veel minder. Destijds liet hij optekenen: “Hij moet zijn impulsiviteit nog leren kanaliseren. Hij wil zo graag goed doen dat hij soms te ver gaat. Twee gele kaarten in evenveel wedstrijden, dat mag niet. Ik heb hem daarvoor de les gelezen, ik heb hem gezegd dat ik dat voor de rest van mijn leven niet meer wil zien!”

“Boskamp heeft toch een risico genomen”, vindt Geraerts. “Er stond een historische kwalificatie voor de Champions League op het spel. Weinig trainers zouden het hebben gedurfd om een jongen van zeventien in de strijd te gooien. Het geluk van Fellaini is ook wel geweest dat hij bij zijn profdebuut een trainer had die graag met jongeren werkt. Een bepaald beeld van die wedstrijd tegen Boekarest blijft me bij: Fellaini recupereerde een bal in het hart van onze verdediging, stak het hele veld over en creëerde helemaal alleen een doelkans aan de overkant.”

En Boskamp komt terug op zijn keuze: “Drie dagen voordien wist ik al dat Fellaini zou spelen. Ik had Steaua zien spelen tegen Craiova in de Roemeense competitie en ze hadden een paar grote jongens op het middenveld rondlopen. Mijn ploeg moest daar iets tegenover kunnen stellen. Uiteindelijk hebben die grote mannen niet gespeeld tegen ons, maar dat verhinderde Fellaini niet om een superwedstrijd te spelen. Ik heb een risico genomen, maar het is goed uitgedraaid. Voor hetzelfde geld liep het slecht af en was ik de kop van Jut. Nu levert het me veel complimenten op. Ook dat is het leven van een trainer.” Een fysiek detail: Fellaini is in die periode de grootste speler van Standard: 1m94. Dembélé is de kleinste in de kern: 1m70! Bossie gaat verder: “Zelfs voor ik op Sclessin aankwam, had ik Fellaini al ontdekt en wist ik wat hij kon. Ik had hem zien spelen in een beloftewedstrijd tegen Ierland en ik was toen al erg onder indruk.”

Loopwonder

Een andere herinnering van Geraerts: “Hij had ons respect al afgedwongen tijdens enkele trainingen in het voorgaande seizoen. De anciens stelden hem meteen op de proef, zoals dat bij de meeste voetbalploegen wel gebeurt. Mannen als Milan Rapaic en Sergio Conçeição pakten hem hard aan, alsof ze hem wilden tonen dat er in een team bepaalde leiders waren die zich onderscheidden van de rest. Ze stonden wel even te kijken toen Fellaini gewoon op zijn benen bleef om hen vervolgens net zo hard aan te pakken. Hij bewees dat hij ook stevig kon tackelen. De oudjes wilden de jongeren in toom houden, maar bij hem werkte dat niet.”

Daags na de 2-2, die nochtans weinig hoop liet op kwalificatie, was het al Fellaini dat de klok sloeg in de pers. Een bloemlezing: “Marouane Fellaini vervulde zijn rol als schokbreker voor de verdediging met verve. Zijn maturiteit en uitstraling zijn uitzonderlijk voor een jongen van 17 jaar.” (…) “Een geniaal loopwonder zorgde ervoor dat Standard geen enkel luchtduel verloor op het middenveld.”

De man van de avond, bejubeld door de media, reageert koeltjes. “Zenuwachtig voor de wedstrijd? Een beetje, ja, maar Ricardo Sá Pinto zei me dat er geen reden was om me op te jagen. Hij zwoer dat ik een sterke match zou spelen. Dat gaf me enorm veel vertrouwen en na tien minuten voelde ik helemaal geen stress meer.” Hij legt ook uit dat hij bij het seizoensbegin gewoon hoopte af en toe op de bank te mogen zitten en hier en daar wat speelminuten te krijgen. “Maar nu ik van het eerste elftal heb geproefd, wil ik meer!” Hij sluit zijn minipersconferentie als volgt af: “Als ik luidop mag dromen, dan zou ik graag op een dag in de Engelse competitie spelen.” Na Boekarest blijft hij gewoon in de ploeg van de Rouches staan. En zes maanden later viert hij zijn eerste cap bij de Rode Duivels.

Techniek

Een portret van Marouane Fellaini dat verscheen de dag na zijn transfer naar Man Utd heeft het over “een grote bonenstaak die op zijn 16e een beetje traag was, onhandig met de bal aan de voet en niet in staat om een pass over twee meter te geven”. Dat is natuurlijk overdreven, hoewel… Christophe Dessy, directeur van de Académie, ontdekte hem bij Charleroi en liet hem tekenen voor Standard. Uittreksel van een interview met Dessy toen Fellaini doorbrak: “Toen we hem in het begin op de training zagen, moesten we toch soms lachen. Op technisch vlak waren er een heleboel spelers in de kern die meer talent hadden dan hij.” Dezelfde Dessy vertelde ons ook: “Toen hij naar Standard kwam en de fysieke testen aflegde, konden we onze ogen niet geloven. Hij kon minstens vijf minuten aan een stuk twintig kilometer per uur lopen.”

So, where is the truth? Here is the truth! “Als hij een technische beweging inzet, zie je dat het niet zo natuurlijk gaat als bij Axel Witsel”, zegt Karel Geraerts. “Het is een beetje geforceerd. Maar Manchester United gaat nooit een speler halen die niet kan voetballen. Zelfs ingewikkelde bewegingen heeft hij ondertussen perfect onder de knie. Bijvoorbeeld de gerichte borstcontrole. Hij draait altijd in de goeie richting, dat is buitengewoon.” Michel Renquin: “Er zijn genoeg voorbeelden van harde werkers met minder talent die het uiteindelijk verder schoppen dan supertalenten die er niet voor willen werken. Fellaini heeft het gemaakt zonder over het natuurtalent van Witsel te beschikken.”

DOOR PIERRE DANVOYE

“Toen hij naar Standard kwam, kon hij minstens vijf minuten aan een stuk twintig km per uur lopen!” Christophe Dessy

“Rapaic en Conceição stonden wel even te kijken toen Fellaini hen hard aanpakte op training.” Karel Geraerts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content