‘HIJ WILDE EEN FERRARI, MAAR LIET HEM OP STAL’

© BELGAIMAGE

Dat je geen succes hebt gehad als clubcoach, staat een job als Spaans bondscoach niet in de weg. Maak kennis met Julen Lopetegui, de opvolger van Vicente del Bosque, vorig seizoen nog weggehoond bij FC Porto.

In de dug-out van Spanje, donderdag de eerste tegenstander van Roberto Martínez als bondscoach van de Rode Duivels, zit Julen Lopetegui (50). Bask van origine, uit de cantera van Real Sociedad. Gewezen doelman als profvoetballer, maar als zijn naam u niet zo veel zegt, hoeft u het schaamrood niet op de wangen te krijgen. Bij Sociedad werd zijn opgang geblokkeerd door onder meer Luis Arconada. Lopetegui begon dan maar aan een zwerftocht door Spanje, op zoek naar speelminuten. Hij werd zowel doelman van Real Madrid als van FC Barcelona, maar telkens vooral als doublure, of zelfs derde doelman.

Een rugprobleem speelde hem naar eigen zeggen parten. Lopetegui, in een interview met Panenka: ‘De ellende begon op het einde bij Logroñes en in Barcelona werd ze alleen maar erger. Ik had nooit het gevoel dat ik mijn kansen er echt voluit kon verdedigen. De club hielp wel en ik volgde alle behandelingen die men me voorschreef, maar gaandeweg word je echt wanhopig als er geen beterschap komt.’

Toen Barcelona hem aantrok, in de zomer van 1994, stond hij op de rand van de absolute doorbraak. Een paar maanden voor die transfer had Javier Clemente hem laten debuteren voor de Spaanse nationale ploeg. Al in de eerste helft kwam hij Andoni Zubizarreta vervangen. Kroatië was de tegenstander. Spanje verloor met 0-2, maar Clemente nam Lopetegui als derde doelman toch mee naar het WK in de VS later die zomer. En toen kwam Barcelona, waar hij in duel moest met Carles Busquets, vader van Sergio.

Bij Barça werd hij na de komst van Vítor Baía derde doelman en dus week hij weer uit. Naar Rayo Vallecano ging het, na drie jaar pijn verbijten. Vallecano speelde toen in tweede klasse, een serieuze stap achteruit. Lopetegui hielp de club mee aan de promotie, maar in eerste klasse moest hij toch weer vrede nemen met een rol in de schaduw, dit keer in die van Kasey Keller.

Waarom, vroeg de verslaggever van Panenka, was hij nooit aan meer matchen in de Primera División geraakt? Alleen door die rugproblemen? Neen, erkende Lopetegui eerlijk: ‘We hadden in die dagen een fantastische generatie Spaanse doelmannen. Buyo, Abel Resino, Molina, Ablanedo, Arconada, Zubizarreta…’

Vandaag zou je dan uitwijken naar het buitenland, maar in de jaren negentig was dat nog geen optie. Lopetegui: ‘Ik had wat aanbiedingen, onder meer van Sampdoria, maar in die dagen was dat nog iets raars, het buitenland. Spanjaarden vertrokken niet, zeker de doelmannen niet. Vandaag kennen alle kinderen alle voetballers uit Duitsland, Italië of Engeland, maar in die tijd nog niet. Als je dan wat twijfelde, bleef je thuis.’

COACH

Bij Vallecano ontdekte hij, nog als speler, een nieuwe roeping: die van het bord en de tactische voorbereiding van een wedstrijd. Nog terwijl hij speler was – hij stopte officieel uiteindelijk pas in 2002, net voor zijn 36e – ging hij al trainerscursussen volgen. Lopetegui: ‘Ik hield van plannen, trainingen opbouwen, het oefenveld.’

Rayo, inmiddels opnieuw in tweede klasse, gaf hem in de zomer van 2003 een kans als trainer. Maar succesvol was dat niet: Lopetegui werd in november al ontslagen, waarna de ploeg opnieuw zakte, naar de Segunda B, derde klasse. Werkloos heroriënteerde Lopetegui zijn carrière naar televisie. Hij analyseerde het WK in Duitsland en ging aan de slag als presentator bij La Sexta, een betaalzender. Daar werd hij wereldberoemd door live, tijdens een presentatie, flauw te vallen. Het fragment ging viraal op YouTube, einde tv-carrière.

Real Madrid ving hem op. Voor de Spaanse topclub ging hij werken in de internationale scouting. In de zomer van 2008 belastte Real hem met het trainen van hun filiaal Real Madrid Castilla, maar dat werd opnieuw geen succes. Het was de bedoeling om hem twee seizoenen aan boord te houden, maar na een jaar werd hij bedankt. Opnieuw bood de televisie een uitweg: Víctor Fernández (ex-AA Gent) ging bij Real Betis aan de slag en TVE, de nationale omroep, zat verlegen om een analist. Lopetegui sprong in.

Clubcoach zou hij nog een derde keer worden, in mei 2014. Veel Spaanse monden vielen open toen FC Porto hem aanstelde als nieuwe coach. Zijn eerste ervaring als trainer in eerste klasse. En dan nog daar! De verrassing was compleet. Vanaf dag één werd zijn werk er onder de loep gelegd en was de scepsis groot. En die werd nog groter toen de resultaten opnieuw uitbleven. Enkele voetballers ontwikkelden zich tot betere spelers onder zijn hoede (Casemiro, Danilo, Rúben Neves, Oliver Torres) en in de Champions League waren de resultaten nog behoorlijk in zijn eerste jaar (elf zeges, slechts drie nederlagen), maar uiteindelijk greep hij weer naast de titel. Toen dat het seizoen erna opnieuw dreigde te gebeuren, was het voor grote baas Pinto da Costa over en out. Da Costa, na het ontslag in de Portugese kranten: ‘Ik hield nooit van zijn voetbal, maar ik laat een trainer zijn gang gaan. Hij slaagde er nooit in zich het Portugese voetbal eigen te maken. Hij wilde het veranderen. Ik dacht vooraf: dat wordt een winnende combinatie, maar uiteindelijk won de man niks. Imbula moesten we kopen, zei hij, dat is een Ferrari. We betaalden 20 miljoen euro voor hem, maar uiteindelijk moest ik aan Lopetegui vragen: zeg, die Ferrari, waarom laat je die in de garage?’

BELOFTEN

Waarom, vraagt u zich af, wordt zo’n man na het voorbije EK dan aangesteld als bondscoach van Spanje? Wel, het antwoord is eenvoudig: werd het op clubniveau niks, Lopetegui was wél succesvol als Spaans Beloftecoach.

Lopetegui, in Panenka: ‘Het was Fernando Hierro (ex-Real Madrid, nvdr) die me belde en vroeg of ik bij de technische staf van de voetbalbond wilde komen.’ Dat gebeurde in 2010 en de Bask accepteerde. ‘Ik had heel veel illusies toen ik eraan begon. Drie opeenvolgende seizoenen werkte ik er, in diverse functies. En de laatste dag was nog even mooi als de eerste.’

Mensen, zegt Lopetegui, kennen het werk van een bondscoach niet zo goed: ‘Je moet heel dicht bij de spelers staan en je hebt het gevoel dat je geen tweede kans meer krijgt. Je moet alles heel goed bestuderen, alle informatie filteren. Je hebt maar een paar wedstrijden, waarin je alles kunt verliezen. Dat vraagt veel van een mens. Ook het werk in de kleedkamer is heel anders. Je hebt niet de dagelijkse realiteit om banden te smeden. Je moet op momenten van samenzijn veel intenser met een speler werken om succes met hem te halen.’

Lopetegui, op het EK analist voor enkele kranten en bijwijlen lovend voor de individuele klasse van de Belgen, coachte bij Spanje achtereenvolgens de U19 en U21, telkens in combinatie met de U20. In 2012 werd hij in Estland met de U19 Europees kampioen en het jaar erop won hij met de Beloften het EK in Israël. Werken met die leeftijdscategorie noemt hij zeer moeilijk: ‘Vanwege het gebrek aan regelmaat. Het zijn grote talenten in hun club, maar vaak op de rand van de doorbraak. Sommige jongens hebben weinig speelgelegenheid, wat het voor hen niet makkelijk maakt. Wij proberen hen rust te geven en vertrouwen op moeilijke momenten.’ Met voetballers die hij al onder zijn hoede had in de jeugd, Thiago, De Gea, Javi Martínez, Koke, Morata, Isco of Carvajal, kan hij zijn werk van toen nu bij de A-ploeg voortzetten.

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content