Dat ze blij zijn elkaar ontmoet te hebben, benadrukken ze na het gesprek. Verloren jaren binden hen, maar ook een verkorte carrière aan de top kan veel goedmaken, legde Danny Veyt uit. Salou Ibrahim knikte. In de bekerfinale met Zulte Waregem tegen Moeskroen begint hij eraan.

Eigenlijk kennen ze elkaar nauwelijks. Ja, Danny Veyt heeft Salou Ibrahim al wel eens zien spelen en Ibrahim weet van SV Waregem, maar of hij ook weet wie hij voor zich heeft ?

Danny Veyt : “Ik denk het niet ( grijnst). Mijn foto hangt wel nog op het stadion, hé. Een foto uit 1986.”

Salou Ibrahim : “Ah, ik zal eens kijken.”

Veyt : “Die karikaturen boven in de receptie. Nooit gezien ? Daar sta ik bij. Lang geleden.”

Ibrahim : “Ik heb daar veel over gehoord. Europees de finale gespeeld.”

Veyt : “Halve finale. Uitgeschakeld tegen Keulen. De finale was Keulen-Real Madrid.”

Veyt voetbalde na de Waregemjaren voor Club Luik, AA Gent en Lokeren. Nu is hij naast zijn werk bij DPB Plastics ook nog trainer.

Veyt : “Ik heb op GBA zes jaar met de jeugd gewerkt, met De Mul en Vermaelen onder andere, en de kans gekregen een paar stages bij Ajax te doen, maar nu voel ik me enorm goed bij de min-17-jarigen van Anderlecht. Als de trainers weg zijn met de invallers komen de spelers die overschieten op vrijdag bij mij en daar krijg ik veel appreciatie voor van hen. Ze voelen dat je zelf ook gevoetbald hebt. Als ze iets zeggen moeten ze goed nadenken, want ik kan antwoorden ( grijnst). Elke gelegenheid die ik krijg om zelf te spelen, grijp ik nog. Nu zaterdag ( vorig weekend, nvdr) spelen we bijvoorbeeld nog eens met de oud-spelers van Waregem en krijgen we een ontvangst op het stadhuis. Ik amuseer mij daar enorm mee. Dus als je eens wil zien hoe je echt een doelpunt moet maken … ( grijnst)”

Ibrahim : “( lacht) Ik kom zeker kijken, Paschal Onya doet ook mee en die ken ik.”

Veyt : “Híj ( Ibrahim, nvdr) is een beetje een type Niederbacher van destijds, hé. Mij zou je met Sergeant kunnen vergelijken : hij is meer targetman, ik was meer de speler die van achter de spitsen kwam. Dan was ik gevaarlijker. Hoewel ik een tijdje met Filip Desmet in de spits gespeeld heb ook, hoor. Maar ik was meer een werker, ik moest het hebben van mijn conditionele kracht.”

In welk opzicht is Zulte Waregem te vergelijken met SV Waregem ?

Veyt : “Wat ik terugzie in deze groep, kan je vergelijken met vroeger : spelers die niet altijd de kans hebben gekregen om te spelen in een andere club, zoals Sergeant, De Brul …, en die nu één geheel vormen en voor mekaar vechten en niet alleen vechten, maar ook goed voetbal brengen. Op hun manier. Wij moesten het vroeger van de counter en voetbal over de flanken hebben. Als we als individu zelf een rol wilden opeisen dan wisten we dat er niks van terecht zou komen.”

Ibrahim : “Wij vormen ook echt een blok. Als je ziet hoe Tony Sergeant en NathanD’Haemers of Stijn Meert lopen op het middenveld, dat is schitterend. Als Frédéric Dupré komt aanvallen en hij verliest de bal, dan moet ik zijn plaats innemen als rechtsachter. Dat bewijst dat iedereen voor iedereen moet vechten.”

Veyt : “Geen vedetten, maar goeie spelers. Híj moet ook de jongens rond zich hebben om goed te presteren.”

Ibrahim : “Zeker weten.”

Veyt : “Als hij het alleen moet doen, zetten ze twee man bij hem en … Maar het grote gevaar is : hij als bliksemafleider en de anderen, zoals Sergeant, die ervan profiteren. Bij Zulte Waregem vullen ze elkaar heel goed aan, dat is het.”

Hoezeer leeft de bekerfinale ?

Ibrahim : “Die bekerfinale heeft de laatste weken veel veroorzaakt. We verloren veel punten door op die beker te focussen. Die bekerfinale ligt aan de basis van onze mindere resultaten. Ik voel in de groep dat iedereen er klaar voor is.”

Jij hebt er met Essevee een gespeeld, Danny …

Veyt : “… en verloren van Waterschei, hoewel we ze nooit hadden mogen verliezen. Het was nog onder Popovics, ik zal het nooit vergeten. Hadden we daar een degelijke trainer gehad … Ik herinner mij nog dat ik op een gegeven moment op de paal schoot en Waterschei bij de volgende tegenaanval scoorde. Wij hadden de kracht niet meer om terug te vechten. Voor Zulte Waregem zal de bekerfinale na één jaar in de eerste klasse een hoogtepunt worden. Een schitterende prestatie. De kansen tegen Moeskroen zullen vijftig/vijftig liggen, schat ik. Ik heb toen we destijds Europees speelden wel eens gezegd dat Waregem dat nooit meer zou meemaken en kijk, zij krijgen weer de kans. Het blijft iets speciaals.”

Ibrahim : “Dat wordt zeker een hoogtepunt, want vorig seizoen zat ik nog in de tweede klasse en moest Zulte Waregem mij bij Kortrijk halen.”

Veyt : “Als je de beker wint, kom ik zeker naar Waregem. Ik ken daar nog goeie adressen ( grijnst).”

Ibrahim : “( lacht) Het zal zeker een groot feest zijn.”

En feesten is altijd Waregems sterkte geweest, niet ?

Veyt : “Wij waren een groep vrienden. Met een man of zeven waren wij prof en trainden we twee keer per dag. De rest, de gebroeders Millecamps bijvoorbeeld, ging werken. Na elke training gingen we iets drinken. Altijd feest. Maar op zondag speelden we voor mekaar. Wij wonnen toen Europees in Osasuna of Milaan en hadden een hele nacht gefuifd als we op donderdag terugkwamen, maar op zaterdag gingen we met 0-4 winnen op Lokeren. In die periode waren we zo sterk omdat het klikte. Op een gegeven moment was ik zelfs Europees topschutter. Maar door van Keulen in de halve finale te verliezen, is Klaus Allofs over mij gesprongen. Maar ik scoorde wel uit en thuis tegen Milaan. Alles lukte.”

Ibrahim : “Na elke training blijven we nu ook in het spelershome wat kaarten, iets drinken. We zijn niet alleen een voetbalploeg, maar ook een vriendengroep.”

Veyt : ” Haesaert en Dury zijn ook twee trainers, denk ik, die gewoon gebleven zijn en zich graag onder de mensen mengen, maar wel weten waar ze mee bezig zijn. Conditioneel waren wij een van de betere ploegen in België. We zeiden dikwijls : ‘Weer lopen ?’ Maar we deden het. Haesaert kon ook meelopers motiveren. Tegen Milaan heeft hij zo Bart Mauroo, die toen 17 was, zomaar in de ploeg gezet. En die draaide mee.”

Ibrahim : “Als we op Anderlecht spelen kan Dury je zeggen : Wilhelmson speelt zo en zo, als je dit en dat doet, kan je hem pakken. Hij leest het spel als geen ander. Soms zegt hij tegen mij dat ik de bal moet houden en de middenvelders laten opkomen, soms moet ik in één tijd voetballen omdat de tegenstander te veel op mij gaat spelen. Hij komt het ook direct zeggen als spelers beginnen te zweven.”

Veyt : “Blijkbaar is er wederzijdse appreciatie en vertrouwen. Zelfs na zeven jaar hoor je niet zeggen dat er eens een andere trainer moet komen. Volgend seizoen zal het moeilijker worden, maar wat ze nu doen, pakken ze hen niet meer af.”

Ibrahim : “Maar de ploeg zal er ook dan wel weer staan.”

Hoelang is het vol te houden met semiprofs ?

Ibrahim : “Sommigen gaan ’s morgens van zes of zeven uur werken, maar op training merk je geen verschil.”

Veyt : “Het gaat erom de ploeg gezond te houden. Je kan zeggen : we gaan er wat geld tegenaan gooien, maar dat zullen ze in Waregem nooit doen. Je kan je de vraag stellen of dat inderdaad niet beter is jongens binnen te halen die in dienst van de ploeg spelen, in plaats van te investeren in vedetten die op termijn een club naar beneden kunnen halen. Zo zijn er veel clubs die nu op het randje leven omdat ze zich te ver hebben gewaagd. Een Beneluxcompetitie voor de grote clubs, is mijn mening, zal er zo op termijn wel komen. Kleinere ploegen kunnen dat niet blijven volhouden. Nu heeft Zulte Waregem een slimme vent als voorzitter, maar destijds bij SV zijn er een paar binnen gekomen die veel beloofden en betaalden, maar geen rendement haalden en uiteindelijk een slecht beleid voerden.”

* * *

Waarom Club Brugge en niet Ander-lecht, Salou ?

Ibrahim : “Ik heb met Brugge voor zekerheid gekozen. Ik heb de manager van Anderlecht gesproken en ik wist niet goed hoe Anderlecht me wou uitspelen, terwijl ze mij bij Brugge duidelijk konden zeggen hoe ze gingen voetballen. Ze zien mij als leider van de aanvallende linie. Dat gaf mij een beetje zekerheid dat ik meer speelkansen zou krijgen. Ik ben nu 26, ik moet echt niet naar het financiële kijken, maar naar het sportieve, want ik ben ambitieus, ik wil nog hoger.”

Veyt : “Altijd hoger mikken …, goed, goed, goed ( grijnst). Zijn keuze zal ook wel wat te maken hebben met de Vlaanders. In Kortrijk gespeeld, Waregem …, dat is gemoedelijker. De Brusselse kant is anders. Hij gaat zich, denk ik persoonlijk, thuis voelen bij Club. Hoe oud ben je nu, zeg je ? 26 ? Goh, je hebt nog tijd, hé.”

Waar stond jij op je 26ste, Danny ?

Veyt : “Ik zat toen drie jaar bij Waregem. Ik ben daar pas op mijn 24ste naartoe gegaan. Van 1980 tot 1987. Het seizoen 1985/86 zal ik nooit vergeten : halve finale van de UEFA-beker met Waregem, hálve finale, en het jaar nadien werd ik geselecteerd voor de wereldbeker in Mexico, als 22ste, maar ik heb vijf van de zeven wedstrijden gespeeld en gescoord. Dat pakketje van die paar jaar heeft mijn carrière goedgemaakt. Daar moet je als voetballer naar leven. Als je dat niet hebt meegemaakt, heb je geen voetbalcarrière gekend. Dat zal hij bij Brugge ook ervaren. Daarna ben ik op mijn 30ste naar Club Luik getrokken, dat toen een te duchten ploeg was en voor dertigduizend man tegen Standard speelde. Ik heb vóór Waregem zeven jaar in tweede nationale gespeeld. Ik had op mijn 17de nochtans de kans gekregen om naar Brugge te gaan. Ze zijn bij mij thuis geweest. Maar ja, klein gemeentje, moeder en vader denken dan : oei, naar Brugge gaan wonen, pleegouders … Dus ik ben niet gegaan en dat is achteraf bekeken een slechte keuze geweest. Want ik had het karakter om mijn kans te wagen. Ik ben dus een beetje te laat in de eerste klasse terechtgekomen. Ceulemans en zo, die gasten waren 16 of 17 jaar toen ze daar in de eerste ploeg kwamen. Zij hebben een grotere carrière kunnen maken, terwijl ik er pas aan ben begonnen toen ik 24 was. Maar uiteindelijk heb ik alles nog meegemaakt. Ik beklaag mij niks, alleen die zeven jaar in tweede waren er te veel aan.”

Ibrahim : “In Wandsbek en Turnhout heb ik ook mijn tijd verloren, denk ik. Maar in voetbal moet je ook wat geluk kennen om op het juiste moment ontdekt te worden. Al 26 en pas één jaar in de eerste klasse is te laat. Jammer, maar je kan daar niks aan doen. Ik heb geluk gehad dat Manu Ferrera mij na drie jaar bij Turnhout opmerkte. Anders blijf je daar gewoon. Ik speelde tegen Kortrijk in derde en Ferrera had mij de eindronde zien spelen.”

Veyt : “Hij is er klaar voor. Ik zie hem nu voor de eerste keer en hij is een rustig type en iemand die het onder de mensen goed doet. Dat is heel belangrijk. Hij zal hard moeten werken, maar hij mag er met vertrouwen naartoe gaan. Hij scoort, is groot, sterk. Ik zag die andere die daar in de spits speelt, hoe heet hij, Ishiaku, ja, maar híj ( Ibrahim, nvdr) is beter, hé. Van welke nationaliteit ben je ? Ghana ? De meeste goede voetballers komen uit Ghana, hé ( lacht).”

Je komt in Brugge terecht bij de broer van Manu Ferrera, die je naar Kortrijk haalde, Salou.

Ibrahim : “Ja, toen ik bij Turnhout speelde heeft Manu Ferrera nog tegen Emilio gezegd dat hij mij naar Brussels moest halen. Hij wou mij daar wel, maar de voorzitter zag het niet zitten. Daarop heeft Manu Ferrera mij dan maar gevraagd om naar Kortrijk te komen. Op de laatste dag van de transferperiode zelfs. Ik kende Emilio al van voor ik bij Brugge tekende. Een maand of zo geleden was het Real Madrid-Arsenal in de Champions League en ik zat samen met hem bij RTBf-TVi voor de wedstrijdanalyse. Toen – er was nog geen sprake van hem bij Club Brugge – heeft hij mij nog eens verteld dat hij me wilde hebben bij Brussels.”

* * *

Danny, je zei in het begin dat de kansen vijftig/vijftig waren voor de bekerfinale, maar laat ons rechtuit zijn : Zulte Waregem zal die toch gewoon winnen ?

Veyt : “Mwa, Moeskroen heeft daar toch een paar Fransen lopen, Zewlakow die de laatste weken wat naar boven komt.”

Ibrahim : “Het blijft fiftyfifty. Tailson is ook gevaarlijk bij hen.”

Veyt : “Híj ( Ibrahim, nvdr) erbij of er niet bij, een speler als Sergeant zal daar ook van profiteren. Zonder hem gaat die ook weinig of niks doen. Het zal voor de spelers van Waregem en de tegenstander psychologisch ook een verschil maken.”

Is dat zo, Salou ?

Ibrahim : “Ja, ik denk het wel. Vandaag heb ik voor de eerste keer na mijn kaakbeenbreuk meegelopen op training en iedereen was blij. Sergeant is zelfs persoonlijk tegen mij komen zeggen dat hij mij gemist heeft. Dat doet deugd, zoiets. Ik ga alles geven. Zeker weten.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content