Op de boerderij brandt het haardvuur. Net als de vorige keer dat we in Passendale op reportage waren. Leander was toen net doorgebroken bij Anderlecht, met onder meer een glansprestatie in de Champions Leaguewedstrijd in Dortmund. ‘Momenteel ziet het er goed uit,’ zei vader Dendoncker bij het afscheid, ‘maar het belangrijkste is dat er binnen vijf jaar nog over hem gesproken wordt.’ Twee seizoenen later wordt er meer dan ooit over zijn middelste zoon gesproken.

Het is acht uur ’s avonds en Dirk Dendoncker is net klaar met het werk op zijn varkenskwekerij. Net als twee jaar geleden nodigt hij zijn echtgenote uit om er in de zithoek van de woonkamer bij te komen zitten en aan het gesprek deel te nemen. ‘Katrien‘, lacht hij, ‘kan het veel beter zeggen dan ik.’

Katrien: ‘Ik denk dat Leander intussen vooral mentaal nog gegroeid is.’

Dirk: ‘Hij wist altijd al waar hij naartoe wou en verloor zijn doel nooit uit het oog. Dat is zeer belangrijk geweest voor zijn ontwikkeling.’

Katrien: ‘Het belangrijkste is uiteindelijk toch geweest dat hij zo vroeg zelfstandig is moeten zijn.’

Dirk: ‘Daar zag hij enorm van af.’

Katrien: ‘Maar hij vertelde ons dat nooit omdat hij ons niet wou kwetsen. We wisten niet dat hij in die tijd zo vaak weende. Van zijn veertiende tot zijn achttiende à negentiende waren zijn zwaarste jaren. Wanneer we hem de zondagavond bij zijn gastgezin in Jette afzetten, zei hij in het begin altijd: ‘Ik wil weer mee naar Passendale.’ Als we dan wegreden, op die lange rechte weg, zagen we hem zolang we keken staan zwaaien.’

Dirk: ‘Hij wou absoluut naar Anderlecht en wist dat hij moest doorzetten om er te geraken. Maar de eerste weken lagen we ervan wakker en vroegen we ons af: waar zijn we eigenlijk aan begonnen?’

Katrien: ‘Lars zit op internaat in Brugge en dat is veel beter. Op vrijdagnamiddag komt hij al thuis. Leander was pas zaterdagavond hier en zondag moest hij alweer weg.’

Dirk: ‘En elke woensdag rijden we naar Brugge om samen met Lars te gaan eten. Dat komt door Leander. Hij zei: ‘Je kunt zien dat je elke week eens naar Lars gaat…”

Katrien: ”… zodat hij niet moet meemaken wat ik meemaakte…’ Ja, maar je bent van hieruit natuurlijk ook veel sneller in Brugge dan in Brussel.’

Leander is intussen 22 en woont in de Brusselse rand. In Passendale zien ze hem niet vaak meer.

Katrien: ‘Sinds Nieuwjaar is hij nog maar twee keer hier geweest. Maar wij gaan geregeld naar ginder.’

Dirk: ‘Het is zeker in een drukke periode beter voor zijn spieren dat hij die verplaatsing van heen en terug toch 260 kilometer in de wagen niet méér maakt dan echt nodig is.’

Vader en moeder Dendoncker gaan zo vaak mogelijk naar zijn wedstrijden kijken. Ze waren er ook bij toen hij tegen Manchester United zowel uit als thuis uitblonk.

Katrien: ‘Dan komt hij in de hoek waar wij zitten een kushandje gooien.’

Dirk: ‘Fenomenaal! Dat zijn momenten om te koesteren.’

Vanzelfsprekend is het allemaal niet, ondanks alle aanleg, opofferingen en inspanningen; zeker ook omdat de discrete West-Vlaming lang onderschat is geweest.

Dirk: ‘Naar aanleiding van de laatste contractbespreking vertelde Herman Van Holsbeeck ons dat het Roger Vanden Stock was die tijdens een wedstrijd in de Youth League tegen Barcelona zei: ‘Dendoncker is iets speciaals, die moet hier blijven.’ Hoofd opleidingen Jean Kindermans was fan van het eerste uur, maar mijn indruk is dat Leander nu nog altijd wat onderschat wordt. Hij is geen showman, hé, hij speelt voetbal met zijn hoofd. Hij doorziet snel het spel van de tegenstander, hij weet waar hij moet zijn, waar de vrije man zich bevindt en hij geeft geen tik te veel. Zijn scorend vermogen moet er wel nog meer uitkomen. Daar ligt zijn grootste groeimarge.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content