‘Geef me opnieuw een goede ploeg’, zuchtte Francky Dury eind februari, nadat Zulte Waregem tegen KV Mechelen zijn dertiende competitienederlaag had geleden. De voorbije twee jaar streed Essevee op dit moment volop mee voor de titel. Waarom had het dit seizoen geen goede ploeg?

Zijn ogen fonkelden toen Francky Dury in april 2013 in dit magazine vertelde over zijn terugkeer naar Zulte Waregem het jaar ervoor. Over hoe hij in de frigo van het trainerskabinet de zure karnemelk – achtergelaten door de ontslagen Darije Kalezic -vervangen had door champagne. En over hoe hij de maanden ervoor met zijn assistenten op telkens weer een nieuwe zege had geklonken. Toen wist de coach zelfs nog niet dat zijn ploeg enkele weken later nipt naast de titel zou grijpen, dat Essevee het seizoen erop de bekerfinale zou spelen en in POI opnieuw tot net voor het einde zou meestrijden voor de hoofdprijs.

Een fel contrast met het tafereel dat zich op 4 oktober 2014 in datzelfde trainerslokaal afspeelde, na de 3-1 op Lierse waardoor Zulte Waregem met een 6 op 30 rode lantaarn werd. Geen champagne deze keer voor Dury en zijn staf, maar bier. Met een hoog Heinekengehalte. “We zaten ongelooflijk diep”, vertelde de coach later. ‘Operatie Redding’ werd die avond in gang gezet. Met succes: na een 19 op 30 had Essevee net voor de winterstop zelfs uitzicht op POI, maar na een nieuwe 6 op 30 begon na Nieuwjaar zelfs het fletse bier naar zure karnemelk te smaken. Tot Dury’s frustratie – vandaar ook zijn “Geef me opnieuw een goede ploeg”-verzuchting.

De vinger op de wonde. Al is hij daar ook zélf voor verantwoordelijk, want sinds de tweevoudig Trainer van het Jaar in oktober 2013 een tienjarig contract als sportief manager tekende, bepaalt hij welke spelers komen en gaan. Alleen heeft Dury dat door allerhande factoren minder in de hand dan hij zou willen. Met lede ogen moest hij toezien hoe tal van sterkhouders vertrokken: in januari 2014 Malanda (Wolfsburg, 2 miljoen) en Habibou (AA Gent, 2 miljoen), de voorbije zomer Hazard (via Chelsea naar Mönchengladbach, 0,5 miljoen), Leye (Lokeren, gratis), De fauw (Club Brugge, 0,2 miljoen), Kums (AA Gent, 1,5 miljoen), Naessens (KV Mechelen, 0,15 miljoen) en Conte (Anderlecht, 1,75 miljoen) en dit jaar in januari nog Sylla (Anderlecht, 2,3 miljoen)en Bongonda (Celta de Vigo, 1,4 miljoen).

Dury sprak van een roof, maar de dieven lieten wel 11,8 miljoen euro achter in de kluis. Slechts een deel daarvan kon de sportief manager echter gebruiken voor de aankoop van nieuwe spelers, want na de Patrick Decuyper-periode moest een put van zo’n 2,5 miljoen euro gedempt worden en had de fusieclub enkele miljoenen nodig als buffer voor de stadionrenovatie en voor de bouw van het nieuwe oefencomplex. Zo moest Dury, op aandringen van CEO Willy Naessens en algemeen manager Eddy Cordier, onder meer Kums, Conte en Sylla laten gaan voor minder dan waarop hij gerekend had. “Je voelt heel snel wanneer een club wil verkopen”, sprak Herman Van Holsbeeck veelbetekenend na de transfer van Sylla.

Nochtans leek de coach zich midden juni 2014 weinig zorgen te maken. Een vertrek van Hazard had hij ingecalculeerd, maar (nog) niet dat van De fauw, Kums en Conte. Want, zei hij later: “Ik heb lang gedacht dat we die interesse konden afblokken omdat we over een goede ploeg beschikten en het stadion aan het verbouwen waren.” Een naïeve gedachte, en dus trok Dury aanvankelijk jongeren aan: Bostyn, (Kylian) Hazard, (Jonathan) Benteke, Isçi, Aneke, Ekangamene, Cissako en Ferreira. Toekomstgericht, in lijn van de visie als opleidingsclub. “Nooit heb ik zo veel talent samen gezien als nu”, zei hij. Vooral Tiago Ferreira, de “Portugese David Luiz” van Porto B, leek de koop van het jaar. ‘Amper’ 300.000 euro, maar wel tíén keer minder dan wat hij het jaar ervoor waard was. Een belletje deed dat echter niet rinkelen…

Te lang wachten

Paniek was er ook (nog) niet toen eind juni/begin juli De fauw en Kums vertrokken, al liet de geforceerde transfer van Kums naar AA Gent, via makelaar Mogi Bayat, wel een zure karnemelksmaak na. Dury had echter nog twee maanden tijd en vier, vijf spelers in zijn mouw. “Kunnen we hen aantrekken, dan strijden we weer mee voor play-off 1”, sprak hij op 9 juli in dit magazine. Diezelfde dag werd de komst van Glynor Plet aangekondigd. En van AS Monaco zou “de vervanger van Hazard” gehuurd worden. Alleen moest die nog tekenen in het prinsendom en zag de speler zelf een transfer naar Zulte Waregem niet zitten.

Na te lang wachten moest Dury eind augustus de markt op, zeker toen ook Conte een vertrek forceerde. Met Messoudi, Overtoom, Rosenthal, Troisi, Labor en Jørgensen stond de teller op 1 september uiteindelijk op zéstien inkomende transfers. Vooral voor Jesper Jørgensen bewoog Dury hemel en aarde, maar noch van hem, noch van veel andere nieuwkomers was niet iedereen binnen de scoutingscel – opgewaardeerd met Eddy Mestdagh, Rik Vande Velde en André Van Maldeghem – overtuigd. Zelfs in de raad van bestuur steeg er gemor op toen bleek dat Jørgensen, weggehaald bij Club Brugge, en Plet met voorsprong de bestbetaalde Esseveespelers ooit werden. En rezen de twijfels of het wel een goed idee was, om Dury tegelijk trainer én sportief manager te laten zijn, omdat hij zich zo minder op het coachen kon concentreren.

Met de inderhaast samengestelde ploeg ging het na een 6 op 18 in september van kwaad naar erger: vier nederlagen op rij, met het dieptepunt op Lierse. “Geen kwaliteit, karakter, voetbal-IQ…”, oordeelden Sammy Bossut en kapitein Karel D’Haene. “Te veel jongens kennen de Belgische competitie niet”, bekende ook Dury, die later aangaf dat zijn kern na het vertrek van De fauw en Leye te weinig leiders had. Een sneer naar Bossut, D’Haene, Colpaert en Skúlason, maar evenzeer een vingerwijzing naar zijn transferbeleid. De jongeren bleken immers geen nieuwe Hazards, de door hem zo gewilde Plet en Jørgensen waren grote tegenvallers. Van de zestien nieuwkomers gaven alleen huurlingen Cissako en Troisi een meerwaarde.

In januari werden Plet, Overtoom, Paye, Labor en de mentaal broze Ferreira (toch geen David Luiz) afgeserveerd en werden nog vier ‘direct inzetbare’ spelers aangetrokken: Cordaro, Kaya, Gimbert en Rossi. Maar door het wegvallen van Troisi, N’Diaye en Sylla (Asian en Africa Cup/transfer), voortdurend tactisch geschuif, blunders van refs, blessures, schorsingen en (vooral nog altijd) een gebrek aan kwaliteit draaide de terugronde en PO II toch uit op een martelgang.

Met het oog op “opnieuw een goede ploeg” kregen Colpaert, Messoudi, Skúlason en Trajkovski intussen te horen dat ze mogen vertrekken. En speurt Dury – weliswaar weer met een beperkte portefeuille – koortsachtig naar “ervaren leiders” die nu wel al half juni aan de Gaverbeek moeten staan. De slechte prestaties van dit seizoen hebben één voordeel, haalde hij al aan: “Na zo’n seizoen zal de interesse voor onze spelers beperkt zijn.” Veel topkwaliteit rest er niet meer om weggeplukt te worden…

DOOR JONAS CRETEUR

Van de zestien nieuwkomers gaven alleen Cissako en Troisi een meerwaarde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content