Acht uur per dag snooker op school? In China kan het.
Er staan geen banken, er liggen geen boeken op de studenten te wachten en er staan geen examens op het programma. Op het World Snooker College in Peking, dat in 2013 zijn deuren opende, staan alleen lange rijen snookertafels en een trofeekast die steeds groter wordt. De slungelige tieners lopen er rond in T-shirt en slobberige trainingsbroek, zitten op internaat en trainen acht uur per dag om minstens zo goed te worden als Ding Junhui (32), hun grote idool die in 2014 even nummer één op de wereldranglijst stond.
Ding draait mee op het hoogste niveau sinds 2005, toen hij op zijn 18e als eerste niet-Brit of niet-Ier de China Open op zijn naam schreef en ook de beste was op het UK Championship, wat hij in 2009 nog eens overdeed. ‘Dat heeft de snookersport in mijn land op de kaart gezet’, vertelde Ding enkele weken geleden, toen hij voor de derde keer de sterkste was op het UK Championship. ‘Chinese kinderen volgden andere sporten, maar werden door hun ouders naar het snooker geduwd.’
Het bewijs: volgens de wereldsnookerbond telde China in 2015 al meer dan 60 miljoen spelers, een jaar erna zaten 210 miljoenen Chinezen voor hun televisietoestel gekluisterd toen Ding de finale van het WK nipt verloor (18-14) van Mark Selby. ‘Op het vlak van schoolsysteem, actieve participatie en kijkcijfers heeft China alles om te wedijveren met de grote snookerlanden’, klonk het bij World Snooker.
In de top 100 van de wereldranglijst staan momenteel 22 Chinese spelers, met Ding op nummer 9 als hoogste. De amper 19-jarige Yan Bingtao staat op plaats 19 en verbaasde de snookerwereld twee jaar geleden al, toen hij op de Northern Ireland Open Ronnie O’Sullivan bijna in het verlies duwde. ‘Binnen dit en tien jaar zullen de Chinezen de sport domineren’, besefte ook de nukkige Engelsman toen al. De nieuwe lichting staat klaar, opgeleid aan het World Snooker College, waar jonge spelertjes al welkom zijn vanaf hun twaalfde.
