Hoe de Jupiler Pro League de favoriete shopping mall werd van de Premier League

© belgaimage
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De Premier League werd deze zomerneen grote sponsor van de topclubs in de Jupiler Pro League. Waarom kwam men hier shoppen, voor een indrukwekkende 100 miljoen euro?

Kent u Jonathan Coe? Voor u begint te struinen door de voetbaldatabases: neen, Coe is niet de nieuwste verdediger van Walsall of Shrewsbury, laat staat Aston Villa of Birmingham City. Coe is een Brits schrijver, met als voorlopig recentste in het Nederlands vertaalde werk: Klein Engeland. Een met veel humor begiftigde schets van het moderne Engeland in de 21te eeuw en zijn clash tussen culturen, maar ook vol nostalgisch verlangen, vooral van de ouderen, naar het Britain van vroeger. De tijd dat pubs nog het dorpsleven kleurden, net als de tuinen, toen de rust van het platteland nog niet werd ‘verstoord’ door andere accenten, tinten of flitscamera’sndie er alleen maar hangen ‘om te pesten.’

Belg zijn is vandaag geen handicap meer, maar een troef.

Kristof Terreur

In één van de beginhoofdstukken van het boek laat Coe twee personages filosoferen over Birmingham en de Midlands.

‘Ik dacht dat ze daar allemaal kleiner waren, de mensen.’

‘Kleiner, hoe kom je daarbij?’

‘Ik dacht dat Tolkien daarom de hobbits had bedacht. (…) Nee, serieus, de meeste mensen denken toch dat in de ban van de ring eigenlijk over Birmingham gaat.’

Coe mág lachen met Birmingham, hij komt er zelf vandaan. Net als Tolkien. Voor de fans: elk jaar is er in het dorp waar de schrijver woonde en zijn werken bedacht, vlakbij Sarehore Mill, een Middle Earth-weekend, straks op 1 en 2 september. De kans lijkt klein dat Wesley Moraes, MarvelousNakamba of Björn Engels daar nieuwsgierig zullen rondkuieren, maar sinds kort wonen en werken ze wel in de buurt. Bij Aston Villa. In hobbitland. Klein Engeland.

Met alle respect voor Claesen, Albert, Degryse, Vaesen, De Vieger en Nilis (ook ex-Villa by the way), de eerste echte Belgian Wave in de Premier League dateert van het einde van de noughties, toen de generatie van Peking 2008 uitwaaierde over Engeland en daar uitgroeide tot steunpilaren van hun ploeg. Een paar jaar later, in 2014, was bij afreizen naar het WK in Brazilië het lijstje topclubs achter de namen van de Rode Duivels al indrukwekkend: drie keer Tottenham, een keer Arsenal, twee keer Manchester United, een keer City. En dan waren Alderweireld, De Bruyne en Courtois nog op weg naar die top…

Vijf jaar later is die eerste wave uitgerold over de Britse stranden en trekt ze zich langzaam terug. Fellaini is naar China, net als Dembélé. Vermaelen zit in Japan. Hazard en Courtois zijn sterren bij Madrid, Lukaku zet zijn carrière verder in Italië. Benteke zoekt in Frankrijk, waar Chadli al zit. En Kompany is back home. De Bruyne, Mignolet, Origi, Batshuayi en de Tottenham-boys blijven wat geïsoleerd achter aan de top, al kan het dus best dat één van hen over tien maanden weer de titelschaal mag tillen. City, Liverpool én Tottenham zijn de drie kandidaten voor de titel.

Jan Vertonghen en Kevin De Bruyne van respectievelijk Tottenham Hotspur en Manchester City spelen nog bij een topclub.
Jan Vertonghen en Kevin De Bruyne van respectievelijk Tottenham Hotspur en Manchester City spelen nog bij een topclub.© belgaimage

Andere Belgen kunnen daar alleen maar van dromen, want Villa (Engels), Brighton & Hove Albion ( Trossard), Burnley ( Defour), Wolves ( Dendoncker), Watford ( Kabasele) of Leicester ( Tielemans) zijn deel van het Klein Engeland van Coe. De hobbits van Preamier Leagueland. Ploegen onder de top, die niet rijk genoeg zijn om bij Ajax of PSV of de groten in Europa te shoppen, en dus elders speuren.nIn de Jupiler Pro League vooral. Brighton droomde van Bergwijn (PSV) maar kwam uit bij Trossard. Villa van Kalvin Phillips (Leeds) maar viel uiteindelijk voor Nakamba. Telkens iets goedkopere alternatieven dan op de A-list. RC Genk en Club Brugge varen er wel bij.

Goeie keuzes

Als volgende zomer de Duivels naar het EK gaan, zitten die Belgen (als Defour ooit weer fit raakt en Engels zich doorzet) misschien in de selectie van RobertoMartínez. Maar de namen klinken toch anders dan in Brazilië. Trossard is de duurste aankoop van Brighton & Hove, Tielemans die van Leicester, en Dendoncker zit bij de topaankopen van Wolves. Maar de echte Engelse top liet vooral zijn Duivels gaan.

Toch vindt zaakwaarnemer Patrick De Koster het ‘verstandige keuzes.’ De Koster: ‘Niet direct de sprong maken naar de enorm grote kernen van de topclubs, maar langzaam je weg banen. Het is ook anders dan vroeger, toen De Bruyne, Lukaku of Courtois jong naar Chelsea trokken, maar dan werden uitgeleend. Ook zij zijn niet rechtstreeks van België naar de top gegaan. Kevin is zelfs nooit geslaagd bij Chelsea.’

Die topclubs zijn ook voorzichtiger geworden, hoor je. Ze hebben hun politiek van schouder veranderd. De tijd dat Chelsea of Manchester City tientallen teenagers onder contract namen, om ze vervolgens uit te lenen, is voorbij. Nog andere makelaars die we contacteerden, signaleren dat. Ook omdat de voetbaloverheden de regels aan het herschrijven zijn, weet De Koster. Een beperking op het aantal contractspelers en het aantal uitgeleende spelers legt een rem op dat verdienmodel. Gunter Thiebaut: ‘Engelse toppers met wie je praat, zeggen nu: liever een zekerheidje, waarvoor je meer betaalt, dan iemand die misschien maar de helft kost, maar wiens doorbraak niet gegarandeerd is.’ Al dat uitlenen kost ook geld, een ploeg zoeken, iemand aanstellen om de jongens op te volgen, lonen (mee) betalen… De Koster: ‘Bovendien is dat ook niet altijd goed voor de carrière van een jonge speler. Als zijn eigenaar een oogje op een talent heeft, en dan in ruil drie, vier contractspelers leent, past dat niet altijdnin iemands planning.’

Verwachtingen

Werd andere jaren bij de start van de Premier League veel verwacht van de Belgen, dan zijn die nu getemperd, hoort Kristof Terreur, die al een paar jaar als Belgisch journalist over het Kanaal de esbattementen volgt en inmiddels goed is ingewerkt. Terreur: ‘Van De Bruyne, die een zeer goeie voorbereiding achter de rug heeft, verwacht men dat hij straks City bij de hand neemt en weer zorgt voor continuïteit, maar over de anderen wordt niet zoveel gesproken. Een beetje over Tielemans, omdat hij het vorig jaar goed deed, maar ook niet echt. Eerlijk, over de Belgen hoor je nog amper praten. De echte sterren, Kompany, Lukaku, Hazard, zijn weg. En degenen die hen opvolgen, zijn qua absoluut talent toch wat minder. Het viel bij de BBC wél op dat er veel geld richting Jupiler Pro League vloeide, daar maken ze binnenkort wél een item over.’

Als een speler beantwoordt aan een Engels profiel durft een Belgische club de portemonnee wat wijder open trekken om hem binnen te halen.

Opvallend zijn inderdaad de absolute cijfers qua geldstromen. Het is moeilijk om exacte transferbedragen te achterhalen, maar toch dit overzicht (niet absolute, want bij het afsluiten van dit stuk liep de transferperiode nog): na de 232 miljoen euro richting Ligue 1, traditioneel wingewest van de Engelse clubs, en 168 miljoen richting La Liga (voor spelers van Barcelona, Real, Atlético en Villarreal) komt er ongeveer 100 miljoen aan transfergeld richting de Jupiler Pro League. Meer dan naar de Bundesliga. Om even Faithless te quoten: Anderlecht, Standard, Genk en vooral Club Brugge kenden een Crazy English Summer. Ter vergelijking: rechtstreeks naar Argentinië ging deze zomer niet één pond, naar Brazilië geen 10 miljoen, en de Eredivisie bleef steken op 14 miljoen inkomsten (voor PSV en PEC).

Divock Origi blijft na zijn glansrol in de Champions League vooralsnog spits bij Liverpool.
Divock Origi blijft na zijn glansrol in de Champions League vooralsnog spits bij Liverpool.© belgaimage

Hoe komt dat? Door goeie werking in België, stipt De Koster aan. Bij de jeugd (Anderlecht, Genk), maar ook in de scouting (Genk, Brugge). Planning op lange termijn, weet ook Thiebaut. ‘Als je praat met de grote Belgische clubs en je reikt ze een speler aan, dan moet hij aan een profiel beantwoorden dat op één, twee jaar in aanmerking komt voor doorverkoop. En dan kijken clubs toch vooral richting Engeland, waar nog altijd meer geld zit dan elders. Een speler van 1m60 die goed kan shotten komt later hooguit in aanmerking voor doorverkoopnaan Nederland en daar betalen ze niet. Schrappen dus uit je aanbod.’ Wat makelaars moeten brengen van onze toppers, is: jong, snel én atletisch. Moet met andere woorden beantwoorden aan een Engels profiel.

De Jupiler Pro League als Klein Engeland, als transitzone, geholpen door onze geografische nabijheid. Elke Britse club heeft hier zijn contacten en scouts, een troef zijn ook onze reglementaire vrijheden. Geen beperkingen op het aantal buitenlanders (tenzij de verplichting om zes Belgen op het wedstrijdblad te hebben), en een vrij laag verplicht minimumloon voor niet-EU’ers (80.000 euro, veel minder dan in Nederland).

Bovendien helpt ook de vorige generatie Duivels, weet Terreur. ‘Zelfs aan een goeie Belg werd vroeger nog getwijfeld, omdat hij maar uit België kwam. Van Belgen, nog steeds nummer 1 op de wereldranking, weten de Engelse voetballeiders nu: ze spreken (snel) de taal, passen zich makkelijk aan, zijn tactisch goed geschoold en doen nooit druk of moeilijk. Belg zijn is vandaag geen handicap maar een troef, ook bij de kleine clubs, die veel geld hebben en dat direct spenderen. Aston Villa kreeg 100 miljoen bij promotie en gaf het direct uit.’ Onze makelaars kennen inmiddels ook de huizen, want de Premier League wordt nog grotendeels gerund zoals de Jupiler Pro League. Ons kent ons, en ons plaatst zijn spelers. Zij die door scouting worden opgeduikeld, zijn witte raven.

Ook de goeie resultaten in Europa van de voorbije jaren helpen. Wesley zou nooit aan werkvergunning in Engeland zijn geraakt, zonder zijn extra punten in de Champions League. Zijn drie goals in Europa hielpen Djenepo, net als Europa ook Nakamba over het Kanaal hielp hoppen.

Dat we straks, bij het sluiten van de markt, misschien rond de 100 miljoen aan transfersommen eindigen, heeft ten slotte ook te maken met meer durf bij de Belgische bedrijfsleiders. Luciano D’Onofrio was destijds de eerste die Everton hoog dreef tijdens de contractbesprekingen van Fellaini. Een decennium later wordt zijn voorbeeld door iedereen gevolgd. Geen solden in juli voor het voetbal. KRC Genk legde de lat voor Leandro Trossard rond de 20 miljoen. Club Brugge stuurde schoon volk wandelen, omdat het Wesley onder geen beding goedkoper wilde laten vertrekken dan voor 25 miljoen. Dan haken velen af. Niet de Engelsen. Een makelaar: ‘Niet iedereen wil en kan die kleinere clubs 40 tot 50 miljoen euro geven voor één speler, maar 20 tot 25 miljoen is voor de meesten haalbaar. Daarmee kan je al naar België komen. Niet in de Bundesliga, Italië of bij de Spaanse toppers. En ook niet bij Ajax.’

Keerzijde

Omgekeerd heeft dat ook gevolgen voor de Belgische markt, waar eveneens verschuivingen zijn. Als een speler beantwoordt aan wat we net een Engels profiel noemden durft een Belgische club de portemonnee wat wijder open trekken om hem binnen te halen. Dus stijgen ook hier de prijzen. Soms tot wanhoop van zij die minder kapitaalkrachtig zijn en niet meekunnen in die race. Of, zoals een clubleider het onlangs stelde: ‘Het wordt gek. Ons businessmodel staat onder druk.’

Omgekeerd komen ook spelers uit Engeland naar hier. Oulare is terug, vorig seizoen leende AA Gent Sorloth, en Anderlecht Bolasie. Club huurt nu Percy Tau, terwijl Kompany hier zijn carrière verder zette en Nasri verleidde tot een Brussels avontuur. De Koster: ‘Dat heeft ook met de goeie werking van de Belgische clubs te maken. Goeie werkomstandigheden, makkelijk om aan te passen, en je loon altijd op tijd betaald. Als je dan, zoals Nasri, moet kiezen tussen België, Turkije en een of andere Arabische staat, waar een sjeik die slecht heeft geslapen je van de ene dag op de andere aan de deur kan zetten, weet je het wel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content