Hoe Pep Guardiola het voetbal veranderde

© Belga Image

In Barcelona trainde Pep Guardiola de mooiste ploeg aller tijden en vervolmaakte hij het spel in balbezit. Hij stofte de Bundesliga af en paste haar dogma’s aan. En nadat hij zich de codes van de Premier League had eigen gemaakt, drong hij ook als manager van Manchester City zijn ideeën op.

Aan het eind van afgelopen zomer was het een hit op de socialenetwerksites. Een aanval van veertig seconden, met zestien passes, allemaal in één of twee tijden, die vertrok vanuit een balrecuperatie in de eigen backlijn. Een uitgesponnen combinatie, erg ongewoon voor de derde afdeling in Engeland, die toonde hoe ver de invloed van Pep Guardiola (48) tegenwoordig reikt. Met name dus tot in Rochdale, dat die namiddag zegevierde tegen Southend (3-0). Rochdale is momenteel een middenmoter in de League One, maar zijn statistieken (56 procent balbezit en gemiddeld 400 geslaagde passes per wedstrijd) zijn ongeëvenaard in deze competitie, waarin het spel vaak erg direct verloopt, en schetsen een voetbal dat veel speelser en technischer is dan de doorsnee. De Ierse coach van Rochdale, Brian Barry-Murphy (41), schrijft zich eerder in in de traditie van Mauricio Pochettino, de ex-coach van Tottenham en zelf een geestelijke zoon van Marcelo Bielsa. Nochtans, wanneer men in Europa traint, is de schaduw van Pep Guardiola nooit ver weg. Zijn spelfilosofie heeft, in meerdere of mindere mate, al meer dan één trainer besmet sinds hij zelf ruim tien jaar geleden begon te coachen.

Guardiola doet ons beter begrijpen wat voetbal zou kunnen en moeten zijn.’Jean-Claude Suaudeau

Schatplichtig

Toen Guardiola in juni 2012 Barcelona verliet – uitgeput door vier intensieve jaren van een uitzonderlijk technisch niveau, maar ook gegriefd door het laatste seizoen waarin de rivaliteit met het Real van José Mourinho een hoogtepunt kende – beoordeelde Jean-Claude Suaudeau, oud-trainer van FC Nantes, zijn impact als volgt: ‘Hij doet ons beter begrijpen wat voetbal zou kunnen en moeten zijn.’ En om aan te geven wat voor een spoor Guardiola achter zich nalaat: ‘Hij heeft de pass opnieuw opgewaardeerd. Welnu, het is de kwaliteit van de passing die zorgt voor de kwaliteit van het spel en de efficiëntie van een ploeg.’ Verder hangt alles af van over welke passes we praten.

Bij Barcelona, de club van zijn hart, gaf Guardiola een nieuwe betekenis aan de codes die Johan Cruijff hem had overgeleverd. Bijvoorbeeld door Xavi en Iniesta te laten samenspelen, terwijl het onmogelijk leek om hen samen in het centrum van de ploeg op te stellen. Enkele jaren later herinnert Xavi zich: ‘Men zei ons dat we niet mee verdedigden, dat ons spel en onze gestalte te veel op elkaar geleken, dat we niet genoeg terrein wisten te bestrijken en blablabla. God zeg, als ik dáár aan terugdenk…!’ Of ook bijvoorbeeld door als eerste Lionel Messi in de rol van ‘valse 9’ te gebruiken. Of door in 2011 de wereldbeker voor clubs te winnen tegen het Santos van Neymar door zijn gebruikelijke 4-3-3 op te geven voor een driemansverdediging ( Puyol, Piqué, Abidal), zeven middenvelders (de gebruikelijke driehoek Xavi-Iniesta- Busquets en daarvoor een linie van vier: Messi, Fàbregas, Dani Alves en Thiago Alcántara) en nul aanvallers! Een extreme oplossing die tot nu toe niemand, ook Guardiola zelf niet, heeft durven te herhalen.

Zijn belang valt moeilijk te onderschatten. Vicente del Bosque en Joachim Löw zijn niet getrouwd met de ideeën van Pep, maar elk van beiden weet heel goed in welke mate hij schatplichtig is. In de Spaanse nationale ploeg die in 2012 wereldkampioen werd, stonden er zes spelers van ‘zijn’ Barça: Piqué, Puyol, Busquets, Iniesta, Xavi en Pedro. Ook in de ploeg die in 2012 Europees kampioen werd stonden er zes: geen Puyol maar wel Fàbregas. In de Duitse wereldkampioenenploeg van 2014 stonden zeven spelers van ‘zijn’ Bayern: Neuer, Boateng, Lahm, Kroos, Schweinsteiger, Müller en Götze. Omgekeerd, sinds er maar drie sleutelspelers van de ploeg van 2012 overgebleven zijn (Piqué, Busquets en Messi), heeft Barcelona nooit meer even goed collectief gevoetbald. Daarmee wordt de profetie van Suaudeau bewaarheid: ‘Ik zie geen opvolger voor Guardiola.’ Een ander gevolg van zijn vertrek: ook al blijft de Catalaanse club wel winnen (veertien trofeeën in vier jaar onder Guardiola, vijftien in de zeven jaar nadien), ze behaalde op het internationale toneel maar drie prijzen meer, tegenover zes met Pep.

Nieuwe oplossingen

In de Bundeliga, die hij voordien bestempelde als een ‘competitie van de counter’, vond Guardiola zichzelf opnieuw uit. Hij werd er geconfronteerd met concepten die vreemd waren voor hem (agressiviteit, intensiteit, tegenaanval, voorzetten, verticaal spel), maar hij verloochende zichzelf nooit. Hij behield zijn richtlijn – met een hoog blok spelen, snelle balrecuperatie, voortdurend het numerieke overwicht zoeken, ruimte creëren, de match controleren, het middenveld domineren – en introduceerde ideeën die tot dan onbekend waren in Duitsland: positiespel, een flexibele ploegstructuur. Hij bood nieuwe oplossingen voor de problemen die zich stelden. Een voorbeeld? Hij liet de flankverdedigers ( Lahm en Alaba) in balbezit als verdedigende middenvelders spelen om beter te kunnen verdedigen tegen een counter, de afstanden klein te houden en het centrum zeer snel te consolideren met vijf spelers (de twee backs en drie middenvelders). Ottmar Hitzfeld, de oud-trainer van Bayern, zei daar destijds over: ‘Guardiola is niet altijd op zijn juiste waarde geschat. Niet alleen heeft hij een ploeg die net de treble competitie-beker-Champions League had gewonnen, weer goesting gegeven, maar hij heeft Bayern ook ambitieuzer laten voetballen door een passingkwaliteit te injecteren die de ploeg voordien nooit had gehad.’

Hoe Pep Guardiola het voetbal veranderde
© foto’s getty

In Engeland lag een nog grotere uitdaging op hem te wachten. In 2010 had Ian Halloway, coach van het net naar de Premier League gepromoveerde Blackpool, nochtans aangekondigd: ‘Ik wil dat het spel van mijn team vooral lijkt op dat van Spanje of Barça. Je moet de bal beminnen, liefkozen, hem niet zomaar wegkeilen maar hem proberen bij te houden door de passing.’ Na zes beloftevolle maanden en een zevende plaats bij het begin van 2011 degradeerde Blackpool uiteindelijk toch naar tweede klasse. Kort voor de komst van Guardiola naar Engeland in de zomer van 2016 sprak Arsène Wenger trouwens deze woorden: ‘Balbezit levert niet meer zoveel op als vroeger.’ Dat is een understatement: dezer dagen brengt vooral de omschakeling op, een realiteit die weerspiegeld wordt in de stunt van Leicester City onder Claudio Ranieri in 2016 of de triomf van Chelsea onder Antonio Conte in 2017.

Tegen de Engelse orthodoxie

De sterkte van Pep Guardiola? Primo: hij neemt aanvankelijk een afwachtende houding aan. ‘Ik ben niet naar hier gekomen om de Engelse voetbalcultuur te veranderen, of de mentaliteit van een club die al meer dan 120 jaar bestaat. Ik wil gewoon dat mijn ploeg speelt zoals ik het uitdenk en dat mijn spelers mijn ideeën aanhangen en bewijzen dat ik ook met die filosofie kan winnen.’ Secundo: hij heeft vervolgens het tijdsverschil kunnen overwinnen. ‘Met dat directe spel, die lange ballen, de afvellende ballen, de verre inworpen en de stilstaande fases zit niemand hier ooit safe. Het gaat er soms vreemd aan toe…’ Tertio: hij heeft tenslotte alle voorbehoud kunnen wegvegen en de grootste sceptici kunnen overtuigen. Dat deed hij door titels te winnen en records te breken, door de blik van de Engelsen op het spel te veranderen, en vooral door in te gaan tegen de Engelse orthodoxie. Bijvoorbeeld: winnen met twee centrale middenvelders als Kevin De Bruyne en David Silva, terwijl men voordien in de Premier League zwoer bij profielen met kracht, energie en agressiviteit, zoals Patrick Vieira, Roy Keane en later Frank Lampard of Steven Gerrard. Over de Belg zegt Guardiola: ‘Hij ziet alles, hij weet alles, hij neemt telkens de juiste beslissingen en wanneer de ploeg de bal niet heeft, is hij ook de eerste om er alles aan te doen om die te heroveren.’ En over de Spanjaard, die in 2010 van Valencia naar City ging, zei Pep toen hij nog bij Barça zat: ‘Ik dacht in het begin dat hij het moeilijk zou krijgen, want het is geen box-to-boxspeler. Gelukkig heb ik me vergist. Technisch is hij een van de begaafdste spelers met wie ik al gewerkt heb. Hij is ook een van de slimste wanneer het erop aankomt om te bewegen in een kleine ruimte.’

In de jaren 70 woedde er in Argentinië een ideologische oorlog tussen César Luis Menotti en Carlos Bilardo. In de jaren 80 vlogen de aanhangers van Arrigo Sacchi en die van Fabio Capello elkaar in de haren. En daarna? Helemaal niets meer, tot Pep Guardiola naar voren trad om de oude discussies weer te doen oplaaien en een duidelijke tegenstelling te creëren. Eerst in Spanje met José Mourinho en Diego Simeone, twee coaches die helemaal anders denken dan hij. Nadien, op dit moment, in Engeland met Jürgen Klopp. Op een detail na: waar de Gegenpressing van de coach van Liverpool verschillende kwaliteiten van zijn manschappen vergt (pressing van de hele ploeg bij balverlies, intensiteit, veel loopvermogen, snelle omschakeling), hebben de beiden veel respect voor elkaar. Ze ontfutselen elkaar zelfs af en toe enkele vondsten, met name de Duitser in het begin van zijn periode bij Mainz. Guradiola zelf citeert wat dat betreft Capello: ‘De trainer is in de eerste plaats een dief.’

Michel Niemeyer, de baas van het analysedepartement bij Bayern, die met hem heeft samengewerkt in talloze videosessies, bevestigt in verband met de Bundesliga en het voetbal in het algemeen: ‘Pep heeft het spel tactischer gemaakt.’ Dat deed hij door van de beste Duitse club een permanent laboratorium te maken. In het boek Pep Guardiola, La Metamorfosis van Marti Perarnau vertelt de Catalaanse coach dat hij in drie jaar tijd 23 verschillende spelschema’s gebruikt heeft! Dat deed hij ook door aan te tonen dat een beweeglijke ploegstructuur superieur is aan een strakke organisatie. Daarnaast verbreedde hij het debat, deed hij mensen nadenken, wierp hij dogma’s omver en kreeg hij navolging ( Thomas Tuchel van PSG, Julian Nagelsmann, nu bij RB Leipzig, of Florian Kohlfeldt in Bremen).

De waarde van een trainer zou men niet mogen afmeten aan het aantal titels dat hij wint. Dat is een zware vergissing.’ Pep Guardiola

Twee voorbeelden om te illustreren hoe zijn brein werkt en hoeveel aandacht hij heeft voor details. In een wedstrijd in de Champions League tegen Manchester City (1-0) in 2014 gebruikte Guardiola drie systemen na elkaar (3-4-1-2, 4-3-3 en 4-2-4), waarbij hij twee keer de rol van David Alaba veranderde: eerst als linkse centrale verdediger, dan linkse verdedigende middenvelder en ten slotte centrale middenvelder naast Xabi Alonso. In de laatste minuut werd de match gewonnen. En dan was er ook die competitiewedstrijd in december 2015 tegen Ingolstadt. Die ging de geschiedenis in omdat Guardiola, bij een 0-0-stand in de 57e minuut, van een inworp gebruikmaakte om Philipp Lahm een papiertje aan te reiken waarmee hij de positie van acht spelers wijzigde (Lahm, Coman, Rafinha, Badstuber, Javi Martínez, Thiago Alcántara, Lewandowski en Thomas Müller). De 4-3-3 van in het begin werd omgegooid naar een 4-2-4 om de verhoopte controle en efficiëntie terug te krijgen en om de pressing en vervolgens het lage blok te ontmantelen waar Ingolstadt in de tweede helft mee uitpakte. Terwijl Klopp veel lof krijgt en veel adepten vindt in zijn land – zijn stijl weerspiegelt ook meer de Duitse waarden dan die van Guardiola – heeft de Bundesliga uiteindelijk ook de ogen geopend voor zijn ideeën en is men hem er gaan waarderen.

Collateral damage

Dat geldt ook voor Engeland, waar Brendan Rodgers (ex-trainer van Liverpool, nu bij Leicester) en André Villas-Boas (in zijn periode bij Chelsea) al snel verleid werden door sommige van zijn principes. Anderen, zoals Chris Wilder (Sheffield Wednesday), ontdekten in zichzelf de ziel van een strateeg, ongetwijfeld omdat ze overstelpt werden met de beelden en de ideeën van de meester. Is de 3-5-2 die Wilder bedacht om een verrassingseffect te creëren, met name tegen een laag blok, origineel? Het zijn de twee flankverdedigers, vaak technisch betere spelers, die er met de bal aan de voet op hun vleugel uitkomen en de twee flankspelers trekken naar binnen om defensieve zekerheid te bieden. Vindingrijkheid die enkele jaren geleden nog ondenkbaar was aan de overkant van het Kanaal.

Pep Guardiola heeft de perceptie van het voetbal van heel wat spelers voorgoed veranderd.
Pep Guardiola heeft de perceptie van het voetbal van heel wat spelers voorgoed veranderd.© foto’s getty

De onstuimige verbeelding en de filosofie van Guardiola kregen nochtans het verwijt dat ze nogal wat collateral damage veroorzaakten. Na de uitschakeling van Italië door Zweden in de barragewedstrijden voor het WK 2018 sprak Giorgio Chiellini, verdediger van Juventus, enigszins beteuterd: ‘Het Guardiolisme heeft de Italiaanse verdedigers geen goed gedaan. Ze willen nu het ritme van een wedstrijd bepalen met een tegenaanval, maar ze vergeten wat dekking betekent. We zijn een beetje ons DNA verloren en de defensieve kwaliteiten die altijd onze sterkte zijn geweest.’

Op de vraag wat een grote trainer juist is, antwoordde Gérard Houllier (ex-coach van PSG, Liverpool, Lyon en de Franse nationale ploeg) nochtans: ‘Dat is iemand die een palmares heeft, die anderen inspireert, die een identiteit geeft aan zijn team en die een spoor nalaat in de vorm van een spelstijl, een idee of een manier om een ploeg te managen. Voor Guardiola geldt dat allemaal. Hij wint overal, en overal waar hij passeert brengt hij zijn spelkwaliteit mee, die hij aanpast en verbetert – want hij is ook een onderzoeker.’ Guardiola zelf bevestigt: ‘Ik geloof in positiespel en ik kan alleen maar datgene onderrichten waarin ik geloof. Ik weet best dat iedereen degene die wint wil kopiëren. Alleen is het zo dat in het voetbal, net als in alle sporten, niemand altijd wint.’

De invloed die telt

Toen in de herfst van 2016 de biografie van Johan Cruijff uitkwam, zes maanden na zijn dood, had Guardiola de regels van het spel als volgt geherdefinieerd: ‘De waarde van een trainer zou men niet mogen afmeten aan het aantal titels dat hij wint. Dat is een zware vergissing. De beste trainers pakken veel trofeeën omdat ze in topclubs werken met de beste spelers. Maar wat telt is vooral de invloed die een trainer heeft op zijn spelers en op de nieuwe generatie.’ Verwijzend naar de erfenis van Cruijff voegde hij daar nog aan toe: ‘Kijk maar eens hoeveel van zijn voormalige spelers bij Ajax en Barcelona vandaag zelf trainer zijn geworden…’

Wanneer het gaat om een speler te doen groeien, zijn kwaliteiten te optimaliseren, zijn beste positie te vinden of hem waar nodig weer op het juiste pad te zetten, kent Guardiola tegenwoordig nauwelijks zijn gelijke. Robert Lewandowski, de spits van Bayern, die nochtans ook met Klopp gewerkt heeft bij Dortmund (2010-2014), beweert: ‘Pep is de trainer die mijn perceptie van het voetbal veranderd heeft.’ Wie is het die Toni Kroos een rij naar achteren schoof zodat die het spel vóór zich heeft, de wedstrijd kan controleren en de anderen kan laten profiteren van de kwaliteit van zijn passes? Wie is het die middenvelders omgevormd heeft tot centrale verdedigers, zoals Javier Mascherano in Barcelona, Javi Martínez bij Bayern en soms ook Fernandinho bij City, zodat zijn ploeg kwaliteit krijgt bij het uitvoetballen, een noodzakelijke stap in de opbouw van het spel? Wie had de idee om Philipp Lahm, rechtsback en aanvoerder van het Duitsland dat in 2014 wereldkampioen werd, als nummer 6 of nummer 8 te gebruiken in het centrum om te profiteren van diens intelligentie? Wie heeft een speler als Bernardo Silva naar de top gebracht en veelzijdiger gemaakt, zodat die de leider van City werd en hij over hem zei: ‘Het is zo’n slimme speler, hij traint zo goed en ik werk zo graag het hem’? Wie moedigde ook Kingsley Coman aan om te dribbelen, om zijn sterke punten te benutten en risico’s te nemen? Guardiola. Altijd weer Guardiola. De vader van de Franse spits bevestigde in So Foot: ‘King had Italiaanse gewoontes ( Coman speelde in 2014/15 een seizoen bij Juventus, nvdr), hij zocht altijd een oplossing naar achteren. Guardiola wees hem terecht: ‘Neen, Kingsley! Ik wil dat je je naar voren richt. Lukt dat niet de eerste keer, of de tweede, of de derde, dat maakt me niet uit, blijf het proberen.’ Zo heeft hij King compleet bevrijd.’

En daar houdt de lijst nog niet op.

Busquets, Kimmich, Sterling en anderen

Drie namen nog, één voor elk land waar hij getraind heeft, om zijn flair en zijn kunde in de verf te zetten.

Sergio Busquets, die hij kende bij de reserven van FC Barcelona in zijn eerste jaar als trainer. Busquets werd in september 2008, toen hij net twintig was, in de Spaanse competitie gelanceerd en Guardiola maakte van hem – zo zei hij voor hij Barcelona verliet – ‘de beste middenvelder ter wereld’. En ook nog: ‘Als ik vandaag opnieuw speler zou kunnen worden, dan zou ik willen spelen zoals hij.’

Joshua Kimmich, die hij toen die twintig was is gaan halen in Leipzig en die hij ‘bijna als een zoon’ zag. Hij maakte van hem een van de sleutelspelers van Bayern en de Duitse nationale ploeg door hem in zijn laatste seizoen bij Bayern op acht verschillende posities uit te spelen: de vier verdedigende posities, de drie middenveldposities in zijn favoriete 4-3-3 en de rechtsbuiten.

Raheem Sterling ten slotte, de beste Engelse aanvaller van het moment maar vier jaar geleden wegdeemsterend bij Liverpool. Jamie Carragher, oud-verdediger van de Reds, schreef onlangs in een column voor de Daily Telegraph: ‘Raheem is niet meer dezelfde speler die ik leerde kennen bij Liverpool in mijn laatste seizoen. Dat was een flankspeler die zelfs geen corners trapte, die niet in staat was om een vrije trap vanop 25 meter in de winkelhaak te schieten en die helemaal geen bijzondere traptechniek had. Tegenwoordig zijn zijn spel zonder bal en zijn beweeglijkheid ongelooflijk, hij loopt negentig minuten aan een stuk en zijn intelligentie in de zone van de waarheid kan van hem een formidabele goalgetter maken, misschien zelfs een toekomstige Ballon d’Or.’

Soms gebeurt het ook dat de mayonaise niet pakt, zoals met Thomas Müller of Mario Götze, en dat een zeker onbegrip de relaties snel verzuurt. Soms zijn er ook grote onverenigbaarheden met de visie die Guardiola heeft op het spel. Zo ontdeed de Catalaanse coach zich van zodra hij bij City kwam van Joe Hart, de keeper van de Engelse nationale ploeg, en vervolgens, tegen het eind van zijn eerste seizoen daar, van zijn vier flankverdedigers: Bacary Sagna, Pablo Zabaleta, Gaël Clichy en Aleksandr Kolarov. Moraal van het verhaal? De eisen die hij stelt, zijn kritische ingesteldheid en zijn permanente ontevredenheid zijn van dien aard dat er vaak een prijs voor moet worden betaald.

Door Patrick Urbini

Hoe Pep Guardiola het voetbal veranderde
© France Football

Lees over de wekelijkse verrichtingen van Man. City-ster Kevin De Bruyne in The life of Kevin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content