Vorige week verlengde Quick-Step zijn contract met de ploeg van Patrick Lefevere tot 2027. Het vervolg van een wielerverhaal dat al in 1999 begon. Maar in het voetbal al vier jaar ervoor, aan de Gaverbeek.
In 1995 lanceerde het Wielsbeekse bedrijf Unilin zijn laminaatmerk Quick-Step in de sportwereld. Het logo verscheen op de shirts van de toenmalige en dichtbijgelegen eersteklasser SV Waregem. Toen Essevee dat seizoen echter degradeerde, stopte die deal en kwam concurrent Berry Floor in de plaats, in het seizoen 1996/97. Quick-Step verscheen daarna wel nog op reclameborden tijdens binnen- en buitenlandse voetbalmatchen. En ook voor wedstrijden van de Rode Duivels werden acties gelanceerd.
Eind 1998 schakelde Unilin een versnelling hoger als sportsponsor. In het najaar haakte de GIB Group immers af als geldschieter van de wielerploeg Mapei. Na een engagement in het wielrennen van zeven jaar, eerst via de merknaam van supermarktketen GB (1991-1996), daarna met Bricobi (het huismerk van doe-het-zelfzaak Brico). Het management was niet bereid om het sponsorbedrag van veertig miljoen Belgische frank (één miljoen euro) met tien miljoen te verhogen. Afgeschrikt door de negatieve publiciteit rond een dopingzaak bij concurrent Lotto en door de fameuze doping-Tour in 1998. Volgens Jean-Marie Christiaens, manager bij Brico, speelden echter alleen economische redenen een rol.
Het verhaal zal tot 2027 worden voortgezet, met Remco Evenepoel als nieuw boegbeeld.
Teammanager van Mapei, Patrick Lefevere, moest op zoek naar een nieuwe sponsor voor de Belgische tak binnen zijn team, en vond die al vlug bij Unilin. Afgevaardigde bestuurder Frans De Cock had op een beurs in Bologna gezien hoe de naburige stand van Mapei overspoeld werd door bezoekers, mede door de vele publiciteit die de wielerploeg genereerde. Daar zag hij ook brood in, ook na gesprekken met het management van Brico over de potentiële return. De Cock praatte ook met verschillende teams maar koos uiteindelijk voor Mapei, wegens de uitstraling van ’s werelds beste team en de populariteit van het West-Vlaamse boegbeeld Johan Museeuw, volop werkend aan een comeback. De Cock kwam vlug tot een deal met Giorgio Squinzi, de grote baas van het Italiaanse bedrijf, voor ‘ongeveer hetzelfde bedrag als de GIB Group had betaald’.
Quick-Step zou vier jaar lang, tot 2002, cosponsor blijven, al haakte Patrick Lefevere na 2000 wel af als teammanager. Lefevere wilde een sabbatjaar inlassen, tot renner Nico Mattan hem in contact bracht met Dennis De Jonckere, marketingdirecteur bij textielbedrijf Domo. Dat wilde in 2001 in de wielersport stappen. Lefevere twijfelde, maar liet zich toch overtuigen.
Na twee jaar liep het contract van cosponsor Farm Frites echter af, en ook dat van de cosponsors van de Lottoploeg, Adecco en ABX. Lefevere stelde Jan De Clerck, eigenaar van Domo, voor om samen met Lotto een groot Belgisch team te maken. Maar dat was niet naar de meug van Rik Daems, toenmalige minister van Overheidsbedrijven.
Net voor de start van de Tour kreeg Lefevere een telefoon van een oude bekende: Frans De Cock. Of hij naar zijn appartement in Knokke wou komen? Daar vertelde de CEO van Quick-Step dat zijn buurman Marc Coucke interesse had om met Omega Pharma in het wielrennen te stappen, en dat Quick-Step na het afhaken van Mapei in 2002 hoofdsponsor wilde worden. Nog tijdens de Tour gaf Coucke zijn fiat. Tot onvrede van Domo, dat dreigde met een miljoenclaim, maar Lefevere kon alles correct afhandelen.
Zo werd 2003 het eerste jaar van de wielerploeg Quick-Step – Davitamon. Een verhaal dat tot vandaag bleef duren, weliswaar met jaren als cosponsor van Omega Pharma (2012-2016) en Deceuninck (2019-2021). En dat tot 2027 zal worden voortgezet, met Remco Evenepoel als nieuw boegbeeld. Voor meer nieuws zie www.sportmagazine.be
