Valencia neemt het zondagavond op tegen Sevilla, een directe tegenstander voor de vierde plaats in de Primera División, die recht geeft op Champions Leaguevoetbal. Dat de club het zo goed doet, is eigenlijk een mirakel. Nadat ze tussen 2000 en 2005 verschillende successen boekte (twee titels, winst UEFA Cup, twee finales Champions League) leefde ze zodanig boven haar stand (te hoge spelerssalarissen, megalomaan nieuw stadionproject) dat de schuldenberg niet meer te overzien was. Ondanks de verkoop van haar beste spelers – David Villa (voor 40 miljoen euro naar Barcelona), David Silva (voor 33 miljoen naar Manchester City), Roberto Soldado (voor 30 miljoen naar Tottenham) en Juan Mata (voor 27 miljoen naar Chelsea) – bleef de club op de rand van de afgrond balanceren.
Tot Peter Lim kwam. De 61-jarige Singaporese zakenman nam de club eind oktober vorig jaar definitief over, na onderhandelingen die bijna een jaar aansleepten. Voor 94 miljoen euro kocht hij – via zijn holding Meriton – een goeie zeventig procent van de aandelen van Valencia. Bovendien nam hij de openstaande schuld van 230 miljoen euro van de club bij de Spaanse bank Bankia op zich. Hij engageerde zich om die de komende vijftien jaar af te betalen. Daarnaast leende hij zelf 100 miljoen euro aan de club. Bedoeling is ook om 150 miljoen euro te investeren in het nieuwe stadion (Nuevo Mestalla), waarvan de bouw in 2009 wegens geldgebrek werd stilgelegd. De nieuwe clubdirecteur Chan Lay Hoon zei daarover: “Het doel is om onze nieuwe thuisbasis klaar te krijgen voor ons honderdjarig bestaan in 2019.” Ondertussen kreeg het oude Mestalla (geopend in 1919, 55.000 toeschouwers) een indrukwekkende opknapbeurt.
Het hernieuwde enthousiasme is overal te voelen, ook op het veld. Met Lim landden namelijk ook enkele spelers in Valencia. De zakenman is – samen met supermakelaar Jorge Mendes – immers eigenaar van een investeringsfonds. Zo kwamen afgelopen zomer verdediger João Cancelo (20), middenvelder André Gomes (21) en spits Rodrigo Moreno (23) over van het financieel noodlijdende Benfica. Onlangs plukten Mendes en Lim ook nog de 28-jarige Argentijnse international Enzo Pérez voor 25 miljoen euro weg bij dezelfde Portugese club. Onder druk van Lim en Mendes zag voorzitter Amadeo Salvo zich afgelopen zomer ook genoodzaakt om trainer Miroslav Djukic te ontslaan en te vervangen door Nuno (41). De charismatische Portugese coach, wiens contract vorige week verlengd werd tot juni 2018, was zelfs de eerste cliënt ooit van de topmakelaar.
Met voorin het Spaanse toptalent Paco Alcácer (21) en de uit blessure teruggekeerde Alvaro Negredo (29) is Valencia dit seizoen een te duchten tegenstander. De ploeg ontwikkelt een hoog tempo en speelt aanvallend voetbal. Niet toevallig was het Valencia dat begin deze maand de winning streak van Real Madrid (22 overwinningen) ten einde bracht – het werd 2-1 in Mestalla. Vorig seizoen greep Valencia met een achtste plaats nipt naast een Europees ticket, maar dit seizoen mag het duidelijk hoger mikken.
DOOR STEVE VAN HERPE
Coach Nuno was de eerste cliënt ooit van topmakelaar Jorge Mendes.
