‘De beste voetballer ter wereld? Dat is Lionel Messi. En de op één na beste? Dat is een geblesseerde Messi.’ Met deze geniale boutade vatte Jorge Valdano de suprematie van de Argentijn samen. Messi heeft het voetbal veranderd en sinds zijn komst zoekt iedereen naar een antwoord op de vraag: hoe stop je Messi? Ziehier het antwoord.

Onder hun drietjes wonnen ze zeven van de voorbije veertien finales van de Champions League. Een eenvoudige blik op hun prijzenkast volstaat dus om te zien dat Carlo Ancelotti, Pep Guardiola en José Mourinho hun vak beheersen. Nochtans moeten deze drie in hun vak zeer hoog aangeschreven trainers hun onmacht bekennen als de naam van Lionel Messi valt.

‘Als hij fysiek honderd procent is, is het onmogelijk om hem af te stoppen, want zijn ongelooflijke talent verhindert de tegenstander om op iets te anticiperen’, liet Ancelotti zich ooit ontvallen. Guardiola bevestigde dat: ‘Geen enkele verdediging kan die man stoppen. Onmogelijk. Een talent van die omvang valt niet te verdedigen.’ Zelfs de zelfverklaarde Special One moest toegeven dat Messi een speler is die je ‘onmogelijk met mandekking kunt afstoppen. Hij maakt altijd het verschil. Hem stoppen is ondenkbaar.’

Onmogelijk. Dat is het woord dat men over het algemeen in de mond neemt als men zoekt naar een manier om het gevaar van de Vlo te neutraliseren. Iemand die de kunst van het afstoppen nochtans beheerst, Giorgio Chiellini, vatte zijn persoonlijke geschiedenis tegenover de Argentijn ooit zo samen: ‘De beste verdediging tegenover Messi is een kruisteken maken.’

De Argentijn was amper meerderjarig toen Frank Rijkaard, op dat moment trainer van Barça, hem opstelde bij een thuiswedstrijd tegen Juventus in de strijd om de prestigieuze Trofeo Gamper. Juventus werd toen geleid door Fabio Capello en die begreep vrijwel onmiddellijk dat Messi het evenwicht in het Europese voetbal zou verstoren. In die match traumatiseerde hij met zijn snelheid bij elke baltoets de ongelukkige Federico Balzaretti. Capello, toen: ‘Ik heb nog nooit een speler van die leeftijd met die kwaliteiten gezien, met zo’n persoonlijkheid in dat shirt.’

DE WET VAN PLATINI

Het is alsof Lionel Messi de regels van het voetbal veranderde. Of ten minste eentje. Die van Michel Platini die in 1987 werd geïnterviewd door Marguerite Duras (schrijfster en winnares van de Prix Goncourt 1984). Hun gesprek verscheen in de Franse krant Libération: ‘Voetbal is een verhaal van fouten’, zei Platini. ‘Een perfecte wedstrijd, gesteld dat niemand een fout zou maken, eindigt op 0-0.’

Die realiteit lijkt niet meer te kloppen wanneer de Argentijn in 2005 zijn intrede doet op de Europese velden. De nieuwe perfecte wedstrijd eindigt op 1-0. Doelpunt getekend Messi. Dat is wat José Mourinho probeert uit te leggen wanneer hij zegt: ‘Wie wedstrijden analyseert, moet eraan denken dat deze jongen alles anders maakt.’

Een eerste bekend slachtoffer wordt Roberto Carlos, die in de eerste clásico van Messi voor het eigen Madrileense publiek gek wordt gespeeld. Anderhalf jaar later is Rafael Benítez een van de eerste trainers wiens manier van aanpakken nadien veel navolging zal krijgen: hij past als coach van Liverpool zijn basiself op diverse posities aan, in een poging om het gevaar aan de andere kant af te stoppen.

Benítez staat op dat moment bekend voor zijn uiterst nauwkeurige tactische analyses, die hem in staat hadden gesteld om met Valencia de Spaanse titel te winnen en bij Liverpool de Champions League. Hij begrijpt dat je heel nederig moet zijn als trainer tegenover Messi en dat aanpassen van de ploeg de enige remedie is om het te halen. Benítez plaatst daarom Alvaro Arbeloa, in normale tijden rechtsachter, aan de linkerkant van zijn defensie. Zo kan de Spanjaard met zijn goeie voet verdedigen als Messi naar binnen zwenkt. Omdat individuele mandekking op Messi onmogelijk is, zoals Massimiliano Allegri jaren later ook zal constateren, omringt Benítez Arbeloa met een dubbele back-up. John Arne Riise, de vaste linksachter van de Reds in die dagen, moet de flank afdekken, terwijl Mohamed Sissoko de plaats inneemt van de vaste verdedigende middenvelder Xabi Alonso.

Het plan van de Reds werkt. Ze elimineren Barcelona en stoten door naar de laatste vier in de Champions League. Messi heeft dan evenwel Pep Guardiola nog niet ontmoet en staat eigenlijk slechts aan het begin van zijn voetbalgeschiedenis.

GUARDIOLA EN DE RUIMTE

‘We staan tegenover de beste. Zo eenvoudig is het. Hij is tot alles in staat, en in staat om het om de drie dagen te doen.’

De Catalaanse coach van Barcelona onderkent de kwaliteiten van zijn voornaamste troef en beslist om ze zo optimaal mogelijk uit te spelen. Daarom schuift hij zeer geleidelijk Zlatan Ibrahimovic aan de kant om ruimte te maken voor Messi in de punt. Om zijn Argentijn ter wille te zijn, haalt Pep de valse 9 uit de geschiedenisboeken vanonder het stof. Hij veroorlooft zich zijn buitenspeler in die zone van het veld op te stellen waar de ruimte zeer schaars is. Waarom? De handelingssnelheid van Messi is zo groot dat hij nooit last zal hebben van claustrofobie in de spits.

‘Messi heeft een lichamelijk voordeel op de anderen. Hij is kleiner en vermijdt op die manier dat de verdedigers hem kunnen raken’, gidst ook Johan Cruijff. Het is haast een wetenschappelijke vaststelling. Het was trouwens de fysical coach van de Argentijnse nationale ploeg, toen geleid door Diego Maradona, die ze in 2010 maakte: ‘De bal aan de voet laten kleven tegen dat ritme eist een zeer hoge pasfrequentie.’

De Argentijn raakt inderdaad de bal veel vaker dan ieder ander wanneer hij met de bal aan de voet oprukt. Daarbij houdt elk balcontact een mogelijke beslissing in. Een dribbel, een pass, een schot? De verdediger die tegenover Messi staat, moet die drie mogelijkheden meerdere keren per seconde in overweging nemen. Mikel Arteta, die diverse keren tijdens wedstrijden tussen Barcelona en Arsenal tegenover Messi stond, probeerde ooit op deze manier onder woorden te brengen hoe hij zich op het veld voelde: ‘Ik heb nooit iemand zo snel met een bal over een veld weten lopen. Het was alsof iemand hem leidde vanuit de tribunes, zoals in een videospelletje.’

In de loop van 2011 strijkt José Mourinho in Madrid neer. Zijn doel: Messi afstoppen en de titel naar de hoofdstad halen. Een eerste keer plaatst hij Pepe in de zone van Messi, een tweede keer zet hij zijn Portugese landgenoot in de zone van Xavi, in een poging om de bevoorrading van Messi af te snijden. Bijna altijd heeft Messi evenwel het laatste woord. ‘Het is de meest gevaarlijke tegenstander die ik al ontmoette. Elke keer moet ik uren besteden om mijn ploeg voor te bereiden op het afstoppen van hem. En daarbij dacht ik nooit dat de beste manier om tegen hem te voetballen was om hem af te stoppen, neen. Ik beperkte me tot de gedachte dat we het hem hoogstens zo moeilijk mogelijk konden maken. Ik denk dat dit de beste samenvatting is: dat is het hoogst bereikbare tegenover Messi.’

MESSI TEGENOVER DE MEESTERS

The Special One is koppig. Hij bleef onverdroten op zoek gaan naar zwakheden bij de Vlo. Tijdens de fameuze halve finale tussen Barcelona en Inter slaagde hij erin om Javier Zanetti en Esteban Cambiasso zo samen te doen werken dat ze het leven van Messi zeer zuur maakten. Maar: Leo speelde dan nog niet als valse 9.

Mourinho beslist daarop met Madrid het spel zelf uit handen te geven. Zoals in die periode bij Inter. Een anti-Messirecept dat zijn opvolger op de bank van Real, Carlo Ancelotti, als volgt uitlegt: ‘De beste manier om de invloed van Messi te verminderen, is een inspanning te vragen van de hele ploeg, door de ruimte tussen de linies zeer klein te maken en hem op die manier te verhinderen om de bal te raken.’

Het achterliggende idee is: terugplooien om beter te verdedigen. Zo veel mogelijk mensen tussen Messi en de doelman plaatsen om de impact van elke dribbel zo klein mogelijk te houden. Want de Argentijn blijft de beste dribbelaar ter wereld.

Sinds 2009, het jaar waarin zijn individuele statistieken de buitenwereld beginnen te verbazen, haalt Messi een gemiddelde van ongeveer vijf dribbels per wedstrijd. Een ritme dat de meeste voetballers over een heel seizoen niet halen. Om die dribbels te counteren, plaatsen de meeste trainers hun verdedigers in een soort van trapvorm. De eerste die Messi aanpakt en in duel gaat, wordt gedekt door de volgende. Die dekking moet ervoor zorgen dat de Argentijn geen pass naar binnen kan geven. Als Messi dan verplicht wordt om naar de flank terug te keren, moet die dekkende verdediger daar tussenbeide proberen te komen.

Pep Guardiola kiest voor een andere oplossing wanneer hij, door zijn verhuizing van Barcelona naar Bayern München, wordt gedwongen om een tegenzet tegen Messi te bedenken. Als zijn Bayern Barça ontmoet in de halve finale van de Champions League, verdraait hij een theorie van de grote meester Johan Cruijff in zijn voordeel: ‘Wie de bal niet heeft, kan niet scoren.’

Guardiola gaat op bezoek in Camp Nou resoluut voor balbezit met zijn eigen ploeg en neemt zelfs het risico door wat meer vrijheid te geven aan Luis Suárez en Neymar om beter te kunnen verdedigen tegenover Messi. Een uur lang, tussen de 16e en de 76e minuut, kan de Argentijn maar twee keer op doel schieten, ongevaarlijk voor Manuel Neuer. Maar dan, in drie minuten, valt het plan van Pep aan diggelen. De stand evolueert naar 2-0 en de val van Jérôme Boateng, die nochtans intelligent de linker van Messi probeert af te dekken, wordt een hit op het internet. Les: zelfs het meest nauwkeurige draaiboek om op Messi te verdedigen werkt niet. Ook Pep Guardiola, die Messi vanbinnen en vanbuiten kent, vindt uiteindelijk geen oplossing om de weg naar doel voor Leo af te snijden.

NIEUWE HOOP

Heeft de voetbalwereld zich er dan bij neergelegd? Neen. Aan de einder gloort nieuwe hoop. De eerste zonnestraal komt van de jonge Spaanse trainer op de bank van Málaga. Javi Gracia wist in de eerste twee ontmoetingen met Barcelona evenveel keren de nul te houden. Hij slaagde er wel in om de beste speler van de wereld te neutraliseren.

‘Messi met één speler uit de wedstrijd houden is inderdaad niet mogelijk. Je hebt een hele ploeg nodig’, legt hij uit in de kolommen van The Guardian, wie het ook was opgevallen. Toen Luis Enrique in Camp Nou Messi als 9 gebruikte, schikte Gracia zijn troepen in een 4-3-3 om ‘zo veel mogelijk spelers in het midden te hebben’. Op die manier probeerde hij Messi zo weinig mogelijk ballen te laten raken. ‘Met het grootste respect voor de andere spelers, maar Messi aan de bal of een ander op die plaats aan de bal, dat is niet hetzelfde.’ In die wedstrijd verlengde Juanmi een van de bezoekende counters in doel en Málaga won met 0-1.

Bij de ’terugwedstrijd’ greep Enrique terug naar zijn MSN, en werd Messi opnieuw rechtsbuiten. Málaga paste zich aan en speelde in een 4-4-2. Gracia greep terug naar het oude recept van Benítez en plaatste zijn rechtsachter Miguel Torres als linksachter. Heel de ploeg verdedigde in functie van Messi. Zelfs de rechtsachter, die telkens als de Argentijn in balbezit kwam, direct zijn ogen op Messi richtte en zijn lichaam al zo opende dat hij voorbereid was op de diagonaal die Messi dan richting Neymar of Jordi Alba pleegde te geven. De ploeg uit Zuid-Spanje speelde heel compact en gaf de flank vrij voor Messi. Op die manier bleef de ruimte voor de eigen rechthoek dicht. Een tactiek die ook het Atlético van Diego Simeone hanteert. De raad van Gracia: ‘Als je tegen Barcelona moet spelen, geef dan de flanken vrij en wees zeer sterk voor de eigen rechthoek. Zo ontstaat er geen ruimte.’ Eindstand: 0-0.

Vorig seizoen had Barça het opnieuw lastig in Málaga. Het stond 1-1 toen een voorzet van Neymar aan de tweede paal bij Messi belandde. De Argentijn nam die op een acrobatische manier op de slof en schonk zijn ploeg alsnog de overwinning.

Wie zei alweer dat Messi niet af te stoppen was…?

LAATSTE VESTING

De laatste vesting heet Petr Cech. In 475 minuten tegen Messi niet één doelpunt binnen. Hij zag zelfs een strafschop op de paal belanden, zodat Chelsea in 2012 naar de finale van de Champions League kon.

Zo’n statistiek komt er niet zomaar. Elk duel tegen Messi bereidde Cech in samenspraak met zijn trainer bij Chelsea, Christoph Lollichon, nauwgezet voor. De Fransman liet daarbij niks aan het toeval over: ‘Toen we in 2012 tegen Barcelona moesten voetballen, analyseerde ik alle 63 goals die Messi tot dan had gemaakt.’

Voldoende om conclusies te trekken: ‘Wanneer Messi dicht bij de doelman komt, schiet hij gewoonlijk tussen de benen. Om die reden heeft Petr voor die match zijn houding veranderd en nam hij de positie aan van een doelman in het ijshockey.’ Dat lukte, verscheidene keren stopte Cech pogingen van Messi door in laatste instantie de benen dicht te doen.

De obsessie van de Tsjech voor de Argentijn stopte daar niet. In elk van de duels tegen Barcelona leek Cech als een ballerina op zijn lijn te dansen. Telkens als Messi de bal raakte op een positie waarin hij naar doel kon schieten, deed Cech een stap vooruit, om zo goed mogelijk gebruik te maken van zijn lengte en reikwijdte. Alsof hij de Argentijn duidelijk wilde maken dat scoren onbegonnen werk was. Als Messi dan de bal afgaf, haastte Cech zich snel achteruit, om niet te worden gelobd.

Het werkte. Tenminste: in dienst van Chelsea. Het werkte tot Messi langs ging in het Emirates, in de achtste finales van de Champions League. Analisten verheugden zich op een nieuw duel tussen de boeman van de Barcelonese superman en de Argentijn. Eindstand: 0-2. Moet u echt de naam van de doelpuntenmaker weten?

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content