HOE WIT DONKERGRIJS WERD

© BELGAIMAGE

Met een marginalgains- en een zerotolerancestrategie bestormde Team Sky en Bradley Wiggins in 2012 de wielerhemel. Eén lek met de medische attesten van SirWiggo versplinterde echter diens reputatie, en dat van zijn ex-ploeg. Hoe witte plots donkergrijze ridders werden: een analyse.

Op het meest blinkende schild werd hij gehesen, Sir Bradley Wiggins, nadat hij zich in Rio, met goud in de ploegenachtervolging, tot de succesvolste Britse olympiër ooit had gekroond. Goed anderhalve maand later is zijn clean imago er echter aan de hoogste dopingboom opgeknoopt. Wegens betrapt op epo? Op 0,00000005 picogram clenbuterol? Neen, Wiggins was een van de sporters die ten prooi viel aan de (vermeende Russische) Fancy Bearhackers. Zij gooiden de Therapeutic Use Exemptions van de atleten (attesten die hen toelaten om verboden producten te gebruiken als er een dringende of chronische medische oorzaak is) op straat. Onder de ‘slachtoffers’ grote namen: Serena Williams, Rafael Nadal, Simone Biles, Mo Farah, Fabian Cancellara, Chris Froome… Toch belandden niet zij – wegens een plausibele uitleg over het genomen product en hun (al dan niet bekende) aandoening -, maar Wiggins in het oog van de storm. Hoe komt dat?

De feiten: de hackers gaven zes TUE-voorschriften vrij die aan de Brit zijn toegekend: drie in 2008, voor salbutamol, formoterol en budesonide, snelwerkende middelen om de vernauwde luchtwegen te verwijden, aangezien Wiggo een pollenallergie had. Tot dusver weinig verdachts – de renner volgde perfect de regels.

Enkele dagen voor de Rondes van Frankrijk 2011 en 2012 en de Giro 2013 werden drie nieuwe TUE’s goedgekeurd. Telkens voor een intramusculaire injectie met 40 mg triamcinolone acetonide (beter bekend als Kenacort), een corticosteroïde voor de behandeling van zijn ‘levenslange’ pollenallergie. Opnieuw, ondanks de opvallende timing net voor de Tour en Giro, ogenschijnlijk niks verkeerds – Wiggins kreeg van de UCI de toestemming om dat product te gebruiken.

Máár: wie het UCI-reglement van 2011, artikel 46, met de criteria voor de toekenning van een TUE raadpleegt, en die linkt met Kenacort, de timing waarop de renner de cortisone nam en het effect ervan, stuit wél op enkele verdachte ongerijmdheden.

Zo bepaalt een TUE-regel dat de verboden substantie alleen mag worden toegediend als er ‘geen enkel geschikt alternatief is’. En dat was volgens Wiggins toen het geval. Jarenlang had hij zijn allergie bestreden met dagelijks twee tabletten, vier inhalaties met een verstuiver, neussprays én oogdruppels, maar dat volstond niet langer. ‘Ik zat aan het maximum van de vrij verkrijgbare geneesmiddelen’, vertelde de Brit vorige week in The Guardian. En dus schreef de specialist hem ‘de beste behandeling’ voor: Kenacort. Daar knelt al echter meteen het schoentje, zo blijkt uit de uitleg van Eric Derom, hoofddocent longziekten van het UZ Gent. ‘Dertig jaar geleden werd Kenacort vaak ingespoten bij astmapatiënten, maar de laatste jaren kunnen we 99 procent van de gevallen perfect behandelen met één of meerdere verstuivers, zónder inspuiting – dat is trouwens ook een richtlijn van de GINA (Global Initiative for Asthma). Dergelijke cortisone in pillen inspuitingen wordt enkel voorgeschreven bij heel ernstige aanvallen, of wanneer zo’n patiënt een zware operatie moet ondergaan.

‘Aan Wiggins’ verhaal, ‘ zegt Derom, ‘hangt dus een sterk reukje. Als een renner écht Kenacort nodig zou hebben, dan hoort die thuis in het ziekenhuis, níét in de Giro of de Tour. Het is alsof je hoofdpijn met heroïne zou bestrijden.’

PREVENTIEVE MAATREGEL

Bovenstaande uitleg rijmt ook niet met het volgende TUE-criterium: ‘Een renner zou een significante verslechtering van de gezondheid ervaren als de verboden substantie niet zou worden toegediend bij de behandeling van een acute of chronische medische aandoening.’ In Wiggins’ geval dus: astma en een pollenallergie, waar hij naar eigen zeggen al sinds zijn vijftiende, en bij de profs sinds de Giro van 2003 last van had. ‘Extreme aanvallen zelfs, het leek alsof ik door een rietje ademde.’

Alleen zijn er twijfels over hoe ernstig, acuut en/of chronisch die allergie wel was – zeker voor een behandeling met Kenacort. Na zijn Tourwinst en olympisch tijdritgoud in 2012 vertelde hij aan Asthma UK: ‘Astma is alleen een hinder als je er een van maakt. Er zijn betere medicijnen beschikbaar nu. Ik heb bewezen dat je er succesvol mee kan zijn.’ In het interview met The Guardian van vorige week moest Wiggins echter op het voorschrift kijken om te zien aan welke pollen (timoteegras) hij allergisch is – na al die jaren wist hij dat blijkbaar niet.

En vooral opvallend: in de gesprekken voor zijn biografie My Time met journalist William Fotheringham (die ook het interview in The Guardian van vorige week afnam) verwijst de Engelsman er geen énkele keer naar. Net als, volgens Fotheringham, in alle interviews die hij de jaren ervoor aan de journalist gaf. In My Time zegt de renner zelfs dat hij in 2012 alleen last had van twee lichte verkoudheden en dat hij voor de Tour in de vorm van zijn leven was.

Volgens Wiggins, in The Guardian, was hij echter ‘paranoïde om excuses te verzinnen’ en wilde hij zijn aandoening niet van de daken schreeuwen, zeker niet in een jaar waarin hij alles had gewonnen. In datzelfde interview, en ook eerder op BBC, gaf de vijfvoudig olympisch kampioen echter ook toe dat hij Kenacort voor de Tour préventief gebruikte. ‘Ik zei tegen de medische staf van Sky dat ik worstelde met mijn ademhaling en vroeg: ‘Ik weet dat het niet echt zichtbaar was, maar kan je iets doen om er zeker van te zijn dat dit geen probleem wordt (tijdens de Tour)?”

Vreemd: Wiggins had last, alleen zag je het niet echt. Het kon wel een probleem worden, omdat zijn allergieaanvallen zo ‘wisselvallig en onvoorspelbaar’ waren, afhankelijk van plaats, tijd en weer. Nochtans zei Wiggins in The Guardian: ‘In de Dauphiné had ik mijn gebruikelijke symptomen, maar ik had geleerd om er (met de ‘normale’ geneesmiddelen) mee om te gaan. Het hield me niet tegen om te trainen en te presteren, weliswaar inefficiënt.’

Vreemd, dat laatste woord, want deEngelsman had voldoende lucht in de longen om in juni 2011 én 2012 met een minuut voorsprong de Dauphiné te winnen, in volle pollenseizoen. Zoals zijn verstuivers en neussprays ook volstonden om in 2009, in zijn pre-Team Skyperiode, als vierde in de Tour te eindigen.

Een Kenacortinspuiting was toen echter uit den boze, want Wiggins reed dat seizoen voor Garmin-Slipstream. Dat team is al sinds 2007 lid van de MPCC, een beweging van ploegen die veel strengere cortisoneregels hanteert en zelf cortisoltesten laat uitvoeren. Van die beweging weigert Team Sky echter al van bij het begin deel uit te maken. Was het wel lid geweest, dan had Wiggins zelfs niet mogen stárten aan de Tour van 2011 en 2012. Het MPCC-reglement bepaalt immers dat een renner, na cortisonegebruik, een verplichte competitiebreak van acht dagen moet inlassen.

Gezien de goedgekeurde TUE-attesten belette niets echter de Brit toen om preventief het krachtige Kenacort te laten inspuiten. Iets wat hij in zijn biografie My Time óók had tegengesproken: ‘Naast gewone vaccinaties, of bij zware diarree en ernstige uitdrogingsverschijnselen, heb ik nog nooit een injectie gekregen.’ Een passage die Wiggins nuanceerde door te verklaren dat hij in dat boek specifiek doelde op inspuitingen met dópingproducten.

GELIJKE WAPENS

Dat de Engelsman de cortisone in 2011, 2012 en 2013, toevallig telkens nét voor de start van de Tour/Giro, nodig had, was volgens hem ‘om weer op een level playing field, met gelijke wapens, te strijden’. Blijkbaar niet ‘level’ genoeg, al was Wiggo ‘niet op zoek naar een oneerlijk voordeel’. Geen lukraak zinnetje, want, bepaalt een ander TUE-criterium: ‘Het therapeutische gebruik van de verboden substantie mag geen bijkomend prestatiebevorderend effect veroorzaken, behalve dan de verwachte genezing tot een normale gezondheid.’

Ook dat geldt echter niet voor Kenacort, aldus dokter Derom: ‘Het sorteert een ontstekingsremmend en euforisch effect, je voelt je fitter, je bent minder vlug vermoeid, je vermagert er sterk door… Bijkomend groot voordeel: het komt geleidelijk in het bloed, waardoor het twee tot drie weken kan doorwerken.’ Ideaal dus voor een renner die aan de Tour begint… Al heeft het volgens Derom, op langere termijn, wel negatieve bijwerkingen, zeker bij veelvuldig gebruik: ‘Verlies van spiermassa, maagzweren, te hoge bloeddruk, vochtopstapeling, botontkalking…’ Niet toevallig raadt de Engelse National Health Service Kenacort al jaren af. ‘Too toxic.’

Toch is het geen toeval dat Wiggins het product liet inspuiten, het was in een ver en nabij verleden immers zeer populair in het peloton. Ex-dopeurs als Bjarne Riis, David Millar, Jörg Jacksche en Michael Rasmussen beschreven in hun biografieën, en in interviews als reactie op de zaak-Wiggins, uitgebreid de krachtige werking van Kenacort. Volgens Millar zelfs de ‘most powerful drug‘, met name om vlug vet te verbranden.

In die optiek dus mogelijk een reden waarom Wiggo de corticosteroïde gebruikte, aangezien hij fel moest afvallen om zich om te turnen van gespierde tijdrijder tot magere spriet, om over de Tourcols te raken. In 2011 had het volgens de renner echter een négatief effect omdat hij onder zijn limiet van 70 kilo raakte. ‘Ik werd al in de eerste Tourweek zwakker en zwakker. Totaal geen power.’ Het belette de Brit echter niet om, op ‘aanraden van de specialist’, ook in 2012 en 2013 (voor de Giro) zijn toevlucht tot Kenacort te zoeken.

Dat Wiggins zich ‘volledig bewust’ was van de aangebrande reputatie van het middel, leidde echter niet tot een ethisch dilemma. Ook niet bij Skymanager David Brailsford. Die beweerdevorige week dat hij niet eens op de hoogte was van het sterk prestatiebevorderend effect. ‘Het deed geen alarmbellen rinkelen. Voor mij ging dopinggebruik om epo, bloedtransfusies…’ Vreemd, die onwetendheid, voor een manager die het voorwoord schreef van David Millars biografie (waarin die het wondereffect van Kenacort besprak).

WELK COMITÉ?

Ondanks alle tegenstrijdigheden verklaarde Wiggins in zijn interviews de TUE-regels 100 procent te hebben gevolgd. Al sprak hij zichzelf ook daarin tegen. In The Guardian: ‘Ik weet niet wie het toen goedkeurde.’ Daarvoor op de BBC: ‘Ze werden goedgekeurd door een driekoppig panel.’ Dat bepaalde inderdaad ook het UCI-reglement van toen, maar dat was in die jaren allerminst het geval: UCI-dokter Mario Zorzoli besliste daar alléén over – wat Skymanager Brailsford ook toegaf – en volgens vele getuigenissen ging die daar toen ‘heel makkelijk’ over.

Geen onbesproken figuur, Zorzoli. Hij kwam, na getuigenissen van Michael Rasmussen, in opspraak toen de Deen hem beschuldigde van medeplichtigheid in de dopingpraktijken bij de Rabobankploeg midden jaren 2000. De Italiaan werd daarom in januari 2015 tijdelijk geschorst door de UCI, werd later wegens gebrek aan bewijzen vrijgesproken en stapte in juli (al dan niet zelf) op.

Het was ook alleen de UCI-dokter die in 2014 de TUE-procedure van ene Chris Froome, Wiggins’ Skyploegmaat die toen sukkelde met een luchtwegeninfectie, versnelde net voor de Ronde van Romandië. Dat attest moest volgens de regels 21 dagen voordien worden aangevraagd, tenzij bij acute gevallen én met goedkeuring van een panel. Maar dat driekoppig comité werd, na de (toen al grote) controverse rond Froomes TUE, pas geïnstalleerd in 2015… En dus niet in 2011, 2012 en 2013, bij Wiggins’ aanvragen.

Nog opvallend: wie werkte in 2011 en 2012 voor Team Sky? Dokter Geert Leinders, later levenslang geschorst voor zijn rol in de dopingpraktijken bij… Rabobank. Hij stond bekend om er fictieve attesten voor te schrijven voor… Kenacort. Niettemin prees Wiggins de Belg in zijn biografie My Time: ‘We hebben kerels als hem nodig. Een goeie dokter die jonge renners, die clean willen koersen, kan vertellen hoe het vroeger was. Hij ging nooit akkoord met wat er toen gebeurde en was in die tijd een van de verstandige mensen.’

Volgens de ex-Tourwinnaar heeft hij met Leinders echter nooit gesproken over zijn TUE-aanvragen, alleen met die andere ploegdokter, Richard Freeman. Die was volgens de Brit vreemd genoeg zelfs de énige binnen (het zogenaamde supergeorganiseerde) Team Sky met wie hij daarover heeft gepraat. Hij ‘veronderstélt’ dat ook zijn persoonlijke coaches Tim Kerrison en Shane Sutton ervan wisten.

Die therapeutische uitzonderingen gingen bovendien ook in tegen het nultolerantiebeleid zoals teampsycholoog Steve Peters dat omschreef in Inside Team Sky, het boek van journalist David Walsh dat verscheen in december 2013 (dus ná Wiggins TUE’s): ‘Als een renner problemen met pollen ondervindt, halen we hem uit de race, in plaats van een attest aan te vragen.’ Een nultolerantiebeleid dat Skymanager David Brailsford eind 2012 ook als argument gebruikte om ploegleiders Steven de Jongh en Bobby Julich te ontslaan, na hun bekentenissen over dopinggebruik tijdens hun rennerscarrières. Met Wiggins’ Kenacortinspuitingen had hij echter minder moeite…

Een schimmig verhaal dat, ondanks de ‘open’ interviews van renner en manager, meer vragen dan antwoorden opleverde en het hypocriete, witte ridderimago van Sir Brailsford en Sir Wiggins weliswaar niet zwart, maar op zijn minst donkergrijs heeft gekleurd.

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Als een renner, zoals Wiggins, echt Kenacort nodig zou hebben, dan hoort die thuis in het ziekenhuis, níét in de Tour.’ – ERIC DEROM, HOOFDDOCENT LONGZIEKTEN UZ GENT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content