Donderdag een Europese kwartfinale, zondag het bezoek van Anderlecht. Het zijn hoogdagen op Jan Breydel. Aanvoerder Timmy Simons stroopt alvast de mouwen op. ‘Ik laat niks liggen. Ik haat verliezen.’

Trond Sollied noemt hem ‘depolitieman’ van Brugge, de middenvelder die het verkeer regelt. De bewaker van de organisatie, de eerste speler in de restverdediging van Club, klaar om bij balverlies de gaten te dichten. Af en toe mag hij mee naar voren, maar negentig procent van zijn taak is organisatie. Sollied kent hem goed, met Timmy Simons werd hij in 2005 nog kampioen. De laatste titel die Club vierde. Misschien komt er straks nog eentje bij, als Club deze play-offs tot een goed einde brengt. Daarvoor moet het zondag langs Anderlecht, drie dagen na alweer een nieuwe Europese opdracht, dit keer in de kwartfinales. De bekerweek revisited.

Twee uur voor de afspraak krijgen we de vraag of we wat vroeger kunnen komen. De captain heeft nog elders een afspraak. “Op de koers?”, vragen we lachend. Het is voorjaar, de fietsers zijn in het land, het enige moment waarop wielrennen voetbal van de voorpagina’s in de sportkaternen kan duwen. Hij lacht: “Neen, dat niet. Als ik het haal, laat ik af en toe mijn gezicht zien, maar dat lukt niet al te vaak. Wij hebben met Vastgoedservice ook een wegploeg, procontinentaal. Ik ben niet zo’n kenner, maar wij hebben de juiste mensen op de juiste plaats om ons advies te geven. In de ploeg zitten jongens als Rob Ruig of Sander Cordeel, jongens die toch wat kunnen.”

Fiets jij zelf ook?

Timmy Simons: “Neen, tenzij hier binnen, op de club, in de fitness. Te weinig tijd voor. Als je thuis bent, wil je rust, of met de familie bezig zijn. Om dezelfde redenen golf ik ook niet meer. Nog eens na de training achttien holes aflopen met zo’n karretje, dat zie ik niet zitten.”

Nooit overwogen om in voetbal te investeren?

“We hebben wel een aantal pistes onderzocht, maar daar is uit gebleken dat je in het veldrijden met ons budget heel andere dingen kunt doen dan in het voetbal. Als je ziet welke naamsbekendheid wij kregen op anderhalf jaar… Daar kunnen we in het voetbal alleen maar van dromen, na jarenlang investeren. De cross is de formule 1 van Vlaanderen. Daar zijn statistieken voor, wij vinden niks uit: 1 tot 1,4 miljoen kijkers, dat is zot. Wat doe je ook anders op zondagmiddag, als er geen voetbal is? Lekker gegeten, rustig met de familie in de zetel… En nu de weg. Maar ook daar spreek je over heel andere budgetten.”

Het shirtje van Club is nog vrij.

“Misschien iets voor in de toekomst. Wij proberen te groeien naar onze mogelijkheden, zonder zotte dingen te doen. Eerst nog wat verder de kantoren uitbouwen over Vlaanderen.”

Winnen

We hebben na de bekerfinale je palmares eens bekeken: van 2002 tot 2008 elk jaar prijs, een beker of een titel. Nu weer een beker. Wat houdt dat in: winnen?

“Moeilijke vraag… (denkt na) Mentale sterkte speelt mee, maar dat is slechts een van de aspecten. Zo snel mogelijk uit een mindere periode komen, dat ook. En daar sterker uitkomen. Na het drieluik Kortrijk-Lokeren-Gent, toen we één op negen haalden, zijn er een paar wedstrijden geweest waarin we op achterstand kwamen, maar die we toch omdraaiden. Besiktas twee keer zelfs. Die weerbaarheid. Wat nog? (denkt na). Zelf haat ik verliezen. In alles. Het kleinste partijtje op training. De context is ook belangrijk. Om te winnen moet je in een goeie ploeg zitten, een ploeg met maturiteit, met structuur, discipline. Een goeie mix tussen ervaring en jong talent, wat frivoliteit ook. En lang samen spelen: hoe langer je met elkaar voetbalt, hoe beter je elkaar aanvoelt. Dat merken we nu ook. Er is op een paar posities gewisseld, elke ploeg doet dat, maar geen acht op één seizoen. En dat was voordien wél het geval. De eerdere successen bij Club, de goeie periode bij PSV, toen was dat ook zo. Altijd acht, negen jongens die in de basis bleven en dan kwam er wat bij, uit de jeugd, of een transfer. Ga onze ploeg maar na.”

Ryan, Meunier, Duarte, Mechele, De Bock, jij, Vázquez, Refaelov, De Sutter. Ik kom aan negen.

“Voilà. Eigenlijk gold dat ook voor mijn periode bij Nürnberg. We werden er zesde, zevende en tiende. Voor een club als Nürnberg is dat goed. Geen prijs, maar als het doel het behoud is en je doet tot de laatste speeldag mee voor Europees voetbal… Die ploeg is gedurende drie jaar ook redelijk samengebleven. Je verdraagt dan ook meer van elkaar. Je kunt elkaar eens uitschelden op training of er steviger invliegen. Je weet hoe iemand in elkaar zit. Sommige jongens zijn gevoelig voor aanpakken in groep, anderen hebben dat nodig.”

Opvallend: de domme rode kaarten zijn eruit.

(knikt) “Er vallen er nog weinig, ja, omdat je weet dat je het vertrouwen hebt. Van de trainer, de ploegmaats, de club. In jezelf. Ook dat is belangrijk. Spelers voelen dat ze worden gerespecteerd voor wat ze doen, hun kwaliteiten maar ook hun gebreken. Gunnen ze me iets?, vraagt een speler zich soms af. Ik ben even blij als een ander scoort dan wanneer ik zelf scoor. Als je dat gevoel in een ploeg kunt krijgen, dat ze het de ander gunnen dat hij in de picture staat – de ene week die, de andere week een ander, dan een keer het team – dan zit het goed.”

Kwaliteit

Hoe belangrijk is de kwaliteit van het spel nu nog?

“Over een heel seizoen gezien vind ik dat belangrijk, maar op het einde van de rit is dat ondergeschikt aan het resultaat. Met bloemetjes voor je spel koop je niks. Niet als club, noch als speler. Het gaat om prijzen. Hoogtes en laagtes heb je tijdens een seizoen altijd, maar als je redelijk stabiel bent in je prestaties, kun je goed voetbal brengen. Met momenten, nooit altijd. Zelfs nu nog: het aantal doelpunten dat we maakten en de kansen die we creëerden, dat doe je niet als je niet probeert te voetballen of zonder idee op het veld stapt. Het is niet omdat je inzakt of op een andere manier de tegenstand bespeelt dat je geen voetbal wilt spelen. Het gaat om het neutraliseren van de sterktes van de tegenstander en het gebruiken van hun zwakheden. Dat is ons plan. Misschien vullen we het nu anders in, spelen we iets directer, maar dat is ook een plan. Als speler kun je daar moeilijk over oordelen. Soms stap je van het veld met het idee: ik heb hier een draak van een wedstrijd gespeeld. Maar dan zie je beelden en denk je: zo slecht was het niet. Omgekeerd ook, een wereldpartij blijkt soms lang niet zo goed als je zelf dacht.” (lacht)

Zondag komt Anderlecht, op speeldag 3 van de play-offs. Is dat al beslissend?

“Onderlinge duels zijn altijd belangrijk. Maar mijn ervaring met één seizoen play-offs is dat het élke week kan veranderen. Rustig blijven tot speeldag zes, zeven en dan zien.”

Is de bekerzege een mentale opsteker?

“Die zege alleen zeker niet. Wel wat er tijdens die week gebeurde. Wat we daar, in Besiktas én in Brussel, aan intensiteit beleefden, was héél straf. Juichen, joelen, verdriet, druk erop, dat doorstaan… Reizen, weten dat je na Istanbul direct doorgaat naar Brussel, daar op vrijdagavond de familie even zien, een week op hotel. We hadden, toen we op achterstand kwamen tegen Besiktas, zeer goed kunnen zeggen: bekerfinale, straks play-offs… kom, we laten dit schieten. Maar dat gevoel had ik niet. Je kunt niks laten liggen, niet in deze fase. En dan komen we terug bij het willen winnen, het prijzen willen pakken. Wie daarop is gefocust, laat niks lopen.”

Zelfs al fietst er een verplaatsing naar Oekraïne tussen.

So what? We zijn er als ploeg sterker uitgekomen. Ik herinner me nog hoe BrandonMechele tijdens de opwarming in Istanbul rondkeek en zei: ‘Laat ons dat straks tijdens de match eens stil maken.’ Ik dacht: wat zegt die nu? Maar dat was schitterend! Toen we eraan gingen beginnen, heb ik dat even aangehaald. Naar hem verwezen en gezegd: wat die jonge gast hier zegt, moeten we straks doen. Want dat wil zeggen dat je bewust bent van je kwaliteiten. Niet onder de indruk van de omstandigheden. Als je dat kunt op 20, 21, dan is dat top. Ik geniet daarvan, want ik was daar vooraf mee bezig: hoe kan ik die jongens rust geven? Dat was wat ik nodig had. Die jongen werkt er keihard voor. Dag en nacht met zijn lichaam bezig, je moet hem maar één keer iets tonen. Soms afremmen zelfs. Het had mijn zoon kunnen zijn. (lacht) Ik herken redelijk wat dingen in hem, de manier van denken, het karakter.”

Was jij toen ook al zo met je lichaam bezig?

“Toen ik 21 was, werkte ik zelfs nog. In het voetbal gaf men dat toen nog niet zo mee: fitnessen, in het krachthonk zitten, conditietrainers, fysiektrainers… De invulling was totaal anders. Nu moet je mee, het zijn allemaal uitgebouwde, volwaardige atleten. Het is niet alleen lopen en sjotten, je moet ook sterk en stabiel zijn.”

In hoeverre sta jij tussen spelersgroep en staf?

“Tijdens de wedstrijd probeert men mij weleens te wijzen op dingen die ik moet doorgeven. Details. Iedereen weet inmiddels goed genoeg wat van hem wordt verwacht. Het is niet vanzelfsprekend voor een trainer om tegen iedereen individueel wat te zeggen, dus is er wat contact. Tijdens de week trainen we ook tactisch en dan vraagt de trainer weleens onze mening. Niet aan iedereen, want iedereen heeft wel een andere mening, maar aan een paar mensen. Vooral in de as. Zien jullie dat zitten, ja of neen? Je kunt als trainer een gevoel hebben bij een bepaald plan, maar ik vind het logisch dat je dat ook eens aftoetst bij de spelers. Voor een verdediging scheelt het of ze vijf meter hoger moet spelen of iemand wat meer naar binnen moet knijpen.”

Europa League

De Europese kwartfinale is de volgende opdracht. Waarom lukt het dit seizoen daar zo goed?

“Ik denk dat we tegen ploegen speelden die ook vooruit wilden voetballen. Daar hebben we gebruik van gemaakt. Redelijk wat gescoord. En dan komen we terug bij het verhaal over goed voetbal. Je hebt twee ploegen nodig om dat te spelen. Dat is niet elke week zo.”

Herinner je je debuut in de Champions League nog?

“Neen.”

Barcelona uit. Camp Nou. Gescoord zelfs: 1-1.

(lacht) “Penalty? Uiteraard. Hoe anders?”

Veertig wedstrijden in de CL heb je achter de rug. De mooiste momenten daarin?

“Dan denk ik dat iedereen spreekt over AC Milan uit: 0-1. Met PSV ook Arsenal uit. De ronde daarna, de kwartfinales, gingen we eruit tegen Liverpool. Die hadden we in de groepsfase ook al gehad, dat vond ik toch een teleurstelling, vier keer Liverpool in één seizoen.”

Wees eens tevreden, kwartfinale Champions League!

“Daar gaat het niet om. Ik vond dat geen prijs.”

Dan is een Europese kwartfinale tegen Dnjepropetrovsk dat ook niet.

“Supporters zullen daar later wel over spreken, maar je moet zoiets koppelen aan iets wat je hebt verwezenlijkt: een beker of een titel. Later zullen ze hopelijk zeggen: weet je nog, 2015, het jaar dat we kampioen werden? Die ploeg speelde toen ook nog kwartfinale EL en won de beker. Ik wil tastbare dingen.”

Ben jij een man van sportieve herinneringen?

“Ik wist nog iets van Barcelona, maar ik dacht dat het Europa League of UEFA Cup was. Hebben we daar ook Barcelona gehad? Ik vergeet dat snel, ja. Sommigen kunnen acties terughalen of naspelen, ik weet soms zelfs niet meer hoe de kansen van de week voordien waren. Tenzij men me op weg helpt. Ik focus op wat komt. Met wat was, kun je niks meer.”

Tenzij eruit leren. Bekijk je deze week nog een van de duels tegen Anderlecht van dit seizoen?

“Neen. Ik heb dat altijd weinig gedaan. Tijdens de briefing geven de trainers wel wat dingen aan uit die duels. Maar zelf? Daar kun je me geen plezier mee doen.”

Wil je daarom geen hoofdtrainer worden, omdat je er niet de hele tijd mee bezig wilt zijn?

“Wedstrijden bekijken als ik zelf niet moet sjotten, dat in… (houdt zich in) Ik zal, als ik thuis niks te doen heb, wel kijken.”

Wilde je nu net zeggen: ‘Dat interesseert me niet’?

“De interesse om elke wedstrijd te zien is er niet, neen. Ik juich dezer dagen niet omdat het Champions League is. Nooit gedaan. Als mijn vrouw op dat moment een ander programma volgt, zeg ik: schatje, doe maar! Ik zie het allemaal graag, maar ben er ook al lang genoeg mee bezig.”

Is de Europa League het kneusje van het Europese voetbal?

“Niet meer in deze fase. Tot de winterstop is de beleving en de aandacht veel minder. Als er Champions League is, staan er twintig camera’s, in de Europa League hooguit drie of vier. Dat is ook normaal, je kunt niet alles blijven uitmelken.”

Maar dat houdt jullie niet tegen om er vol voor te gaan. Ook al is er Europees minder volk op Jan Breydel.

“Dat is weer wat anders. Zij die komen kijken, verdienen het om ons te zien presteren. Altijd. Altijd het uiterste geven. In mijn geval ook op training, elke dag. In het andere geval, en dat ga ik niet proberen, gaat het misschien snel bergaf. Ik voel dat als we eens een vrije dag hebben. De opstart is altijd wat moeilijker, ik blijf liever in het ritme. De dagen na de wedstrijd kom ik even tot rust met lopen of fietsen, maar met een volledig vrije dag doe je mij geen plezier. Ik moet in beweging blijven.”

Twee keer 2-2 tegen Anderlecht in de competitie. De eerste keer wel zonder Izquierdo, Gedoz en Vormer. Mogen we daar nog wat van meenemen, of zijn het toch andere matchen?

“Je kunt niet zeggen hoe het gaat uitdraaien. Hier thuis hebben ze ons voor de rust direct onder druk gezet en was de tweede helft voor ons. In de bekerfinale waren de eerste twintig minuten voor ons, terwijl wij juist het omgekeerde verwachtten.”

Vrije trappen zullen hen wel nerveus maken, gezien wat dit jaar al gebeurde.

(fijntjes) “Het is een wapen.”

Van je zeventien duels tegen Anderlecht won je er maar vijf.

“Dat zijn statistieken. Zij winnen ook al die andere duels niet. Acht? Aan ons om dat bij te sturen. Hoe dat moet, hangt van zo veel factoren af: hoe sterk zijn onze flanken, kunnen ze over hun backs, waar ligt de ruimte? Maar dat geldt ook voor hen.” ?

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE / CHRISTOPHE KETELS

“Ik juich niet omdat het Champions League op tv is. Als mijn vrouw op dat moment een ander programma volgt, zeg ik: schatje, doe maar!”

“Qua eenheid van team en teamspirit zijn er gelijkenissen met de kampioensploeg van 2005.”

“Om te winnen moet je in een goeie ploeg zitten, een ploeg met maturiteit, met structuur, discipline.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content