Zo’n grote mond als hij opzette toen hij Anderlecht bedroog, zo klein is zijn zin nu in een interview. Amsterdam mag Ahmed Hossam wel : “Zoveel bravoure, daar houden wij wel van”.

Amper vier maanden geleden stapte Ahmed Hossam nog bijna onopgemerkt het Gentse café Sunset binnen, de plek waar voetballers en ander schoon volk zich na een thuiswedstrijd van AA Gent wel eens naartoe begeven. Niemand die hem dan lastig viel, als hij van aan de bar, drankje binnen handbereik, de drukte observeerde. Geen opstootjes aan de ingang.

Als hij zich straks op maandagavond, de vaste stapavond voor voetballers, op het Leidse Plein in Amsterdam vertoont, komt hij wis en zeker niet zo gemakkelijk weg. Tot nader order is hij er echter nog niet gesignaleerd. Jan Leerkes volgde hem voor het maandblad Elf een paar weken op de voet. “Ik dacht : wat een fijne job toch. Ik mag een maand lang elke avond naar het Leidse Plein. Want Hossam was ons via berichten uit België gepresenteerd met het imago van een vermeende vedette, een patser. Maar ik ben hem op dat Leidse Plein nog niet tegengekomen. Hij komt in eerste instantie juist heel bescheiden over. Hij zit wel wat met dat beeld dat hem uit België achtervolgt, maar wijt dat aan Anderlecht. Die club is belangrijk in België en dus bij machte het beeld van hem te bepalen.”

Dat beeld is Hossam slecht bevallen, zo blijkt een dag na de voor Ajax dramatisch verlopen heenwedstrijd in de voorronde van de Champions League tegen Celtic Glasgow (1-3). Om kwart voor elf verzamelen de eerste gegadigden in de hal beneden voor één van de vijf dagelijkse rondleidingen in de Amsterdam Arena. Onder het heterogene gezelschap, dat voornamelijk uit Celticfans bestaat, bevindt zich een jongetje met het nummer 11 op zijn truitje. Erboven staat Mido, de roepnaam waaronder Hossam bij Ajax door het leven gaat.

Terwijl de spelers in zaal een partijtje minivoetbal afwisselen met tennisvoetbal, heeft perswoordvoerder Erik van Leeuwen slecht nieuws. Hossam heeft absoluut geen zin om met een journalist van Sport/Voetbal Magazine te praten. Van Leeuwen probeert hem nog op andere gedachten te brengen, maar slaagt daar niet in. Wanneer Hossam ruim een paar uur later naar buiten komt geslenterd, wil hij alleen kwijt dat hij absoluut niet inziet waarom hij zou praten. “Een paar dagen geleden heb ik al een interview gegeven aan een Belgische krant. Daar staat alles in wat ik aan België wil zeggen. Ik zie echt niet in wat ik daar nog moet aan toevoegen. Ik heb er geen zin in. Sorry, dat u daarvoor helemaal naar Amsterdam bent gekomen, maar het is niet anders.”

Hij voegt eraan toe dat hij zich onheus behandeld voelt door dit blad, dat hem ruim twee maanden geleden opzocht in Egypte : “Iedereen had een maand vakantie, ik twee dagen. Op die tijd wilde ik zo veel mogelijk mensen zien. Ik had een uur tijd, maar geen dag om van hier naar daar te trekken en de piramides in te gaan. Is dat niet voldoende ?” En weg is hij, maar niet zonder eerst nog een handtekening te geven aan een jongetje dat bij zijn auto de wacht had opgetrokken.

Als hij uit het zicht verdwijnt, komt de materiaalmeester langs met de korf fruit waar de spelers uit kunnen graaien na de training. “Stukje fruit, misschien ?”

Toen Hossam vrijwel gratis naar Gent kwam, kon hij er nog vrij voetballen. Druk was er niet. Dat is nu bij Ajax wel even anders : de Amsterdamse club verwacht return in de vorm van prestaties voor de 220 miljoen frank (5,4 miljoen euro) die het voor de jonge aanvaller neertelde. Hossam moet er een leemte opvullen op de linkerflank. Hij moet een speler worden die acties maakt en dominant voetbalt in een elftal dat zich na enkele magere jaren weer in de top van het Nederlandse voetbal wil nestelen.

De uitspraak van trainer Co Adriaanse dat Ajax weer wil meestrijden voor de landstitel, is al op sceptische reacties onthaald. Vorig jaar verbaasde Adriaanse al evenzeer met ambities die in het andere uiterste vervielen : een plaats in de topvijf klonk wel zéér on-Amsterdams bescheiden. Achteraf was Ajax zéér blij met een in extremis behaalde derde plaats én het Europese ticket. Iedereen was het erover eens dat er niet meer had ingezeten.

Dit jaar moet het dus beter. Aan Hossam om te bewijzen dat hij het niveau aankan. Net zoals dat geldt voor alle aanwinsten van Ajax, stuk voor stuk nobody’s die niemand kende. De club mag dan beweren dat ze veel talent hebben, dat moet nog blijken, vindt ook Stephan Wageman die namens Voetbal International Ajax volgt : ” Zlatan Ibrahimovic mag dan in de Zweedse tweede klasse Malmö kampioen gemaakt hebben, respectievelijk 220 en 380 miljoen frank maakt 600 miljoen frank : dat is een hoop geld voor twee spelers die nog helemaal niets hebben bewezen. Ik vind dat we ze daar op mogen afrekenen als blijkt dat ze het dit jaar niet waarmaken. Al met al legt Ajax zichzelf een enorme druk op. Door spelers te kopen die nog niets hebben bewezen en meteen te roepen dat ze kampioen willen worden, de beker winnen en deelnemen aan de Champions League.”

Voor de linkerflank was Ahmed Hossam pas tweede keus. Ajax wilde de amper zestienjarige Arjan Robben van Groningen, maar die bleek niet zo gecharmeerd van een overstap naar de hoofdstedelijke club. Ook toen Ajax de centrale verdediger van Sparta, Mendez da Silva benaderde, liep het mis. Sparta vroeg 200 miljoen frank (5 miljoen euro), wat aan technisch directeur Leo Beenhakker het ironisch commentaar ontlokte : “Het lijkt wel of we het over Diego Mendez da Silva hebben”. Waarop Da Silva beledigd afhaakte. Ajax straalt nog steeds de arrogantie uit van toen het midden jaren negentig de Champions League won, weten clubwatchers, maar heeft niets om die houding nog te staven.

Bulkte Ajax vroeger van het eigen jeugdtalent, dan staan net als elders vandaag vooral buitenlandse namen op het scheidsrechtersblad. Zestien verschillende nationaliteiten zijn er in de kern terug te vinden. In de verdediging staan een Ghanees, een Fin, een Roemeen en een Tunesiër, op het middenveld een Colombiaan, een Egyptenaar en een Nigeriaan, en voorin een Georgiër en een Griek. De geblesseerde aanvoerder Galasék is een Tsjech. De eigen jeugd haalt niet meer het beste niveau en de betere Nederlande talenten kiezen steeds vaker voor die andere roodwitten uit Eindhoven. Aan het geld alleen kan het niet liggen : met een budget van 2 miljard frank zit PSV nog een eind onder de 2,3 miljard, het geschatte budget van Ajax.

Amper twee basisspelers zijn van Nederlandse afkomst : doelman Fred Grim en middenvelder Rafael Van der Vaart, één van de grootste jonge talenten in Europa. De jeugdinternational verdreef Richard Witschge uit de ploeg, nog een overgebleven idool uit vroeger tijden. Aron Winter, die net als Witschge in onmin raakte met Adriaanse, verhuisde naar het bescheiden Sparta van ex-Ajacied en voormalig bondscoach Frank Rijkaard. Tijdelijk, want : “Tot Adriaanse weg is.”

Adriaanse passeerde Winter en Witschge terecht, oordelen de Ajaxscribenten, maar naast het veld is het verlies zwaarder dan erop. Te veel spelers uit het vreemdelingenlegioen lossen de verwachtingen immers niet in en dan gaat een Amsterdams publiek morren. Voorlopig zit de Arena nog lekker vol, maar hoelang nog ?

Tegen Celtic startte Ibrahimovic, door Adriaanse nog omschreven als een speler die het boek Alleen op de Wereld verschillende keren gelezen heeft, op de bank. Hossam kwam als één van de eersten uit de catacomben tevoorschijn. In zijn eerste twee wedstrijden, op het Amsterdamtoernooi tegen AC Milan en Liverpool, kon hij nog niet echt bekoren, maar durf had hij wel, dat zag iedereen. Aanvankelijk wilde Adriaanse het ouderwetse 3-4-3 ombuigen in een 4-2-4, maar de uitvoering tijdens de voorbereiding kon hem niet bekoren. Toen technisch directeur Leo Beenhakker na de wedstrijd tegen Milan voor de camera verklaarde dat een aanpak met twee centrale spitsen en twee hangende buitenspelers op internationaal niveau zelfmoord betekende, vond iedereen dat niet erg netjes, maar gaf men hem wel mooi gelijk.

Dus neigt het nieuwe Ajax meer naar een 4-4-2, met Hossam een beetje hangend aan de buitenkant. Tegen Milan bleek al wat de tekortkomingen van de nieuwe spelers in dit systeem zijn. Als Ajax dominant voetbalt, valt het allemaal goed mee; maar speelt de tegenstander – zoals Celtic – vooruit, dan valt op hoe makkelijk hij over het Ajaxmiddenveld heen gaat en hoe moeilijk de buitenspelers, Hossam links en rechts Pius Ikedia (en later Ibrahimovic), het verdedigende deel van hun taak invullen. Wanneer dan nog een paar verdedigers in de fout gaan, loopt het helemaal mis. Daarom stond een goed ingespeeld en ervaren Celtic tot zijn eigen verbazing na twintig minuten met 0-2 voor. Vijf minuten later verhinderde keeper Robert Douglas de aansluitingstreffer van Hossam.

Na afloop kreeg Hossam, net als Van der Vaart, een compliment van de trainer. Die vond dat alleen van Hossam dreiging was uitgegaan. De Egyptenaar geeft zijn concurrenten dus voorlopig het nakijken. Dat zijn de nieuwe Braziliaanse linksback Maxwell, die naar voor geschoven zou kunnen worden, en Wamberto. Die laatste (ex-Seraing en ex-Standard) heeft het vertrouwen van Adriaanse, maar kon de kenners nooit echt overtuigen omdat zijn acties onvoldoende rendement dragen en hij fantastische wedstrijden afwisselt met waardeloze partijen.

Op de vraag of de pandoering tegen Celtic aanleiding is om de titelambities in de Nederlandse competitie bij te sturen, keek Adriaanse verbaasd op : “Ik zou niet weten waarom”.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content