Even voor het eerst in 49 jaar alleen aan de leiding en bijna halverwege de eindronde samen met Anderlecht in het spoor van leider Club: managing director Yvan Vandamme over de sportieve piek van Cercle.

Vorig jaar rond deze tijd wijdden we ook een reportage aan de vereniging die aan de rechterkant van het Jan Breydelstadion gevestigd is. Onder leiding van de geestdriftige en scherp gebekte beginnende hoofdtrainer Bob Peeters en met een opvallende inbreng van de jonge ‘Portugezen’ Nuno Reis en Renato Neto klopte een geregeld voor de helft uit beloften samengesteld elftal onder meer Club Brugge; en werd de vraag gesteld wat het kleine Cercle Brugge in de top zes deed. Het zou dat seizoen zelfs twéé keer van zijn grote buur winnen en ook tegen Anderlecht en Standard de punten thuis houden, maar uiteindelijk toch in de tweede kolom van de rangschikking eindigen – en voor deelname aan play-off 1 elf punten tekortschieten.

Toen vervolgens in het tussenseizoen topschutter Reynaldo naar Anderlecht terugkeerde en Kevin Janssens (tweede klasse België), Amido Baldé (tweede klasse Spanje) en Rudy (derde klasse Portugal) zich bij de A-kern voegden, werd links en rechts voorzichtig twijfel geopperd: was Cercle wel voldoende gewapend om met zekerheid buiten de degradatiestrijd te blijven? Intern daarentegen waren ze er relatief gerust in, beweert managing director Yvan Vandamme. “Ik denk dat de buitenwereld de kwaliteit van onze selectie onderschatte”, zegt hij. “Blijkbaar wordt het meer geapprecieerd als je tien nieuwe spelers haalt, dan als je zoals wij de ruggengraat van je team behoudt en hier en daar wat finetunet. Reis, Neto, Baldé, D’Haene, Van Eenoo, Van Roose, Mertens, Coppens: meer dan de helft van de ploeg bestaat uit belofte-internationals! Er was bij sommigen wat paniek op het moment dat Reynaldo wegging, maar we vonden Rudy. Bovendien is dit het tweede jaar van onze trainer: vorig seizoen deed hij er een tijd over vooraleer hij zijn visie, zijn manier van spelen en zijn systeem duidelijk en concreet kon omzetten in de spelersgroep; nu loopt het als een trein. Maar we blijven nuchter: wat ons vooral pleziert, is dat we ver voorstaan op de laatste twee van het klassement.”

Groeipotentieel

Over Reynaldo praat in Brugge en omstreken inmiddels geen mens meer. Rudy is de nieuwe sensatie. Maar ook Janssens was al matchwinnaar, en Baldé maakte indruk, en D’Haene brak door, en Mertens, en Van Roose draait mee. Lef en oog voor talent kan die geestdriftige en scherp gebekte jonge hoofdtrainer alvast nog moeilijk ontzegd worden. Hij was het ook die op basis van een dvd meteen overtuigd raakte van de kwaliteiten van de Angolese Portugees Rudy. “Makelaar en ex-Cerclespeler Franco Iovino ontdekte hem, tipte ons en bezorgde ons een dvd van hem. Die speelde ik door naar Bob, die mij kort daarna wild enthousiast opbelde”, vertelt Vandamme met de glimlach. “Als het op de beoordeling van spelers aankwam, sloeg hij nog nauwelijks de bal mis. Alleen Purovic werd een mislukking. Ook na het bekijken van díé dvd, toen we in december in Lissabon op bezoek waren, was hij wild enthousiast, maar de man die we kregen, bleek niet meer dezelfde te zijn als deze die we op de beelden van enkele jaren daarvoor hadden gezien. Wellicht kwam dat omdat hij mentaal niet was kunnen omgaan met het enorme contract dat Sporting hem destijds gaf. Maar een heel belangrijk punt is zeker dat Bob meedenkt met onze filosofie en met onze middelen én dat werken met jonge spelers zijn dada is. Hij doet het graag en het klikt: door de sympathie die hij voor hen bezit en door de heel naturelle en expressieve manier waarop hij zich naast het veld gedraagt, creëert hij er blijkbaar een soort band mee.”

Maar niet iedereen verwerkt zijn dominante en directe stijl even goed. Vorig seizoen was er na de eerste competitiewedstrijd al een frontale confrontatie met Dejan Kelhar en ondertussen vertrokken met Frederik Boi en Dennis Viane ook al twee ‘bewakers van de Cerclecultuur’ uit de kleedkamer. “Hun persoonlijke relatie met de trainer was misschien iets minder, maar wat zeker meespeelde, is dat ze niet meer incontournable waren en het voor hen de laatste kans was om nog eens van lucht te veranderen”, verklaart Vandamme. “Bob kan heel impulsief en emotioneel reageren; en waar dat toe leidt, hangt natuurlijk ook af van de reactie van de speler daarop. Elke stijl heeft pro’s en contra’s. Bob voelt zelf ook wel aan dat de extreme kanten soms storend kunnen zijn en zal die wel wat afronden. Dat is een stuk van het proces van volwassenwording waar hij als beginnende hoofdtrainer door moet. Hij gaf al aan dat hij zelf ook leert van de voorvallen met Boi en Viane en ik ervaar dat het extreem impulsieve na de wedstrijd al wat meer onder controle is.

“In elk geval is hij verbaal heel sterk. Hij communiceert over alles vlot, open en duidelijk en voor een coach is dat een enorm pluspunt. Bovendien is hij tweehonderd procent met zijn vak bezig en ook qua loyaliteit heel rechtlijnig en standvastig. Bij De Boeck ervaarden we enkele keren wat geflirt met andere clubs, van Bob Peeters verwachten we dat niet onmiddellijk.”

Geld

De keuze voor jongere en goedkopere spelers met groeipotentieel is ingegeven door economische motieven: na de passage van Glen De Boeck moest de loonmassa dringend naar beneden. “We maakten een aantal fouten en dat kunnen we ons niet permitteren, want elke fout wordt financieel afgestraft”, bekent Vandamme. “Een fout die we niet meer zullen maken, is oudere spelers te langdurige contracten laten tekenen. Wat dat betreft, zijn we iets te veel meegegaan in het verhaal van onze toenmalige trainer. Daar kregen we de weerslag van. Op financieel vlak waren de twee voorbije jaren heel moeilijk.”

“Bovendien, zoals zowat iedere eersteklasser zijn ook wij verplicht om minstens om de twee jaar een lucratieve uitgaande transfer te doen, want puur op exploitatiebasis is het bijna onmogelijk om rond te komen”, vervolgt Vandamme. “Voor ons is dat echt een must en de laatste twee seizoenen deden we er geen meer – gelukkig geeft het tv-contract ons wat extra zuurstof. Jonge spelers zijn niet alleen vaak contractueel minder duur, ze vertegenwoordigen een kapitaal en dat is net wat er nodig is om die winstgevende transfers te kunnen realiseren. Maar we geven ook kansen en verantwoordelijkheden aan jonge trainers en jonge medewerkers. Zoals aan Harm van Veldhoven, Glen De Boeck en Bob Peeters, van wie de laatste twee hier begonnen zonder ervaring als hoofdtrainer; aan Sven Jaecques, die verantwoordelijk is voor de hele jeugdcoördinatie; en aan Dries Slootmans, onze commercieel manager van 28 jaar. Ook dat is een deel van de identiteit waarmee we ons onderscheiden.

“Grote ploegen zoals onze buren vergelijk ik met hotelketens zoals Holiday Inn en Sheraton”, gaat Vandamme verder. “Daartegenover zijn wij een hotel de charme, een chambre d’hôte de charme, een familiepensionnetje dat focust op zijn kernactiviteit, zo creatief mogelijk is en op zijn eigen manier karakter en klasse brengt. Dat wij niet over de grote middelen en de grote structuren beschikken, betekent niet dat wij niet een betere kok in huis kunnen halen, niet een ster kunnen krijgen in de Michelingids en geen prijzen kunnen winnen.

“In hotels de charme is de ontvangst, de sfeer en de keuken prima. Bij ons zit de charme ook in kleine vernieuwingen en nieuwe trends, in de moderne lijn van het nieuwe secretariaat, in de nieuwe spelersbus en in de nieuwe jonge mensen in de omkadering die ons karakterhotel een frisse tint geven. Traditie hoeft niet oubollig te zijn. Want traditie is zeker nog altijd een deel van onze eigenheid. Paul Ducheyne zorgde voor een jarenlange continuïteit; Frans Schotte kwam weliswaar van buiten de vereniging, maar vertegenwoordigt dezelfde waarden en cultuur; en straks wordt hij vervangen door Paul Vanhaecke, iemand die met Cercle is geboren. Daarentegen zie je dat bij bijvoorbeeld Club en Standard zoals in grote bedrijven de organisatie wordt veranderd en er totaal andere mensen worden geplaatst.”

Onlangs maakte Club bekend dat het zijn budget optrekt van 25 naar 28,5 miljoen euro. Een stijging van 3,5 miljoen euro, dat is met liefst meer dan de helft van het totaalbudget van Cercle. “In vergelijking met ons beschikken zij dus over bijna vijf keer meer middelen”, stelt Vandamme vast. “Enkele jaren geleden maakten wij een grote sprong vooruit, vooral in toeschouwersaantallen, maar nu stagneert ons budget op ongeveer zes miljoen euro – transferactiviteiten niet meegerekend.”

Qua publieke belangstelling bereikte Cercle blijkbaar zijn plafond in de sportieve piekperiode onder De Boeck. Sindsdien is er een terugloop, ontkent Vandamme niet. “Een lichte terugloop. We tellen ongeveer tien procent minder abonnees, maar de verkoop van losse tickets is toegenomen – en de prijzen zijn sindsdien ook wat gestegen”, nuanceert hij. “Ik denk dat het te wijten is aan de competitieformule met play-offs en met wedstrijden die ter wille van de tv in de loop van het seizoen nog verplaatst worden.

“Op commercieel vlak stagneerden we de laatste jaren en nu gaan we weer iets vooruit, maar dat zijn kleine sprongen allemaal. We kunnen niet ontkennen dat het een financieel moeilijke oefening blijft. Tot nu toe overleven we, maar we moeten wakker blijven voor de risico’s die we lopen en anticiperen op wat er de volgende jaren kan komen en zal gebeuren. Want op lange termijn is er een correlatie tussen financiële middelen en sportieve prestaties.”

Cercle onderzoekt hoe het zijn financiële positie structureel kan verbeteren. Onlangs zei ondervoorzitter Paul Vanhaecke daarover in Sport/Voetbalmagazine dat er in de financiële wereld mogelijkheden zijn om geld aan te trekken die tot nu toe nog niet werden aangewend en dat die in de komende maanden uitgediept zullen worden. Wordt het ‘hotel de charme’ in de toekomst onderdeel van een ‘grote hotelketen’? Vandamme sluit niets uit. “Misschien,” antwoordt hij, “op voorwaarde dat we onze eigenheid kunnen behouden. Maar het is te voorbarig om daar uitspraken over te doen. Concrete pistes zijn er niet. Voorlopig gaat het alleen om denkoefeningen en om alert zijn en openstaan voor wat er rond ons gebeurt.”

“Maar”, benadrukt hij, “de determinerende factor blijft natuurlijk het financiële; en de evolutie van het voetbal in het buitenland en nu ook in België is dat kapitaalkrachtige groepen steeds meer hun stempel drukken. Daar moeten we ons van bewust zijn en daar moeten we over nadenken om te bepalen hoe we daar zelf op inspelen.”

Globalisering

Een nieuwe pijler in het beleid is wat de managing director ‘ act local, think global‘ noemt. “We zijn wel op Brugge geënt maar we kijken ook veel breder”, zegt hij. “Er is de samenwerking met Sporting Lissabon, we werkten ook al samen met de Amerikaanse Academy van Brad Friedel – ondertussen weliswaar opgedoekt – en we haalden bijvoorbeeld ook al een speler in China. Cercle reflecteert de waarden gezelligheid en gemoedelijkheid, het familiale, het lokale, maar toch ook met een internationale reflex.”

Sinds de voorzittersverkiezing is bij Sporting Lissabon de bezetting op veel posities veranderd, maar de samenwerking staat niet op de helling, verzekert Vandamme. “De gesprekken liggen wel al stil sinds juni. We zijn blij dat we tijdig Reis en Neto voor nog een seizoen konden vastleggen en een vervanger voor Owusu konden kiezen, maar we moeten elkaar opnieuw beter leren kennen. Vroeger was er wekelijks contact, nu staat het weer op een waakvlam. Het hervatten van de gesprekken is een agendapunt.”

Want het is ontzettend belangrijk. Reis (centrale verdediger), Neto (centrale middenvelder) en Baldé (centrale spits) zijn heel getalenteerde voetballers uit de lengteas die het elftal mee ruggengraat geven. “De samenwerking met Sporting Lissabon is een groot succes en een volwaardige pijler van ons beleid geworden”, concludeert de managing director van Cercle. “Onze filosofie blijft: een derde van de kern eigen jeugd; een derde andere Belgen, het liefst ook jongeren aangevuld met een aantal ouderen; en een derde niet-Belgen, van wie de helft bestaat uit jongens van onze Portugese connectie. Van die laatsten zijn we geen eigenaar, maar ondertussen bieden ze ons wel een toegevoegde waarde. Het zijn spelers van een niveau die we voor dat salaris anders nooit kunnen krijgen en die ons bij doorverkoop door Sporting Lissabon toch ook nog een kleine commissie opbrengen.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“De samenwerking met Sporting Lissabon is een groot succes en een volwaardige pijler van ons beleid geworden.” Yvan Vandamme

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content