Jonge voetballers hebben alles over voor hun droom om de top te halen. Ouders volgen en passen hun schema aan. Eentje naar de top brengen is al hectisch, maar wat als je een drieling hebt met die droom? Het verhaal van Denis Janssens en Marylène Godry.

Het is vrijdagavond en de hel breekt los boven Maisières, een dorp aan de rand van Bergen. Hier baat Marylène Godry een restaurant uit, dat op het uur van afspraak wordt gegeseld door een hevig onweer. Windstoten, verlichting aan de hemel, donkere wolken en liters water van het ene moment op het andere. Even verderop huist Shape,de Supreme Headquarters Allied Powers Europe. Hier waakt men over onze veiligheid. Vroeger vooral Amerikanen, nu een heterogeen gezelschap. Het restaurant is alleen open van donderdag tot zondag. Tijdens de andere dagen van de week is Marylène halftijds onderwijzeres. Haar taak: kinderen van acht levens- en andere wijsheden bijbrengen.

Vader Denis is er ook. Ze leven gescheiden, maar schieten goed op. Denis werkt voor de Waals-Brusselse federatie voor onderwijs, en hij heeft een verleden als voetballer. De beloften van Anderlecht, het eerste van Union en La Louvière, waar een van zijn ploegmaats Thierry Hazard was. Vader van. Marylène: “Ik heb nog met Eden op mijn schoot gezeten.”

Denis en Marylène zijn ouders van drie voetballende zoons. Dat komt wel vaker voor, maar hun geval is uniek, omdat hun zoons een drieling zijn. Marylène: “Al hebben wij ze nooit zo gezien. Voor ons zijn het drie individuen, met een eigen karakter, eigen wensen, eigen plannen. Ik heb ze nooit hetzelfde gekleed toen ze baby waren. Het waren altijd anderen die het over ‘de drieling’ hadden. Wij nooit.”

Dat ze zouden gaan voetballen, was snel duidelijk. Marylène: “Ze hadden altijd een bal bij zich. Er is ooit een foto van hen verschenen, van de drie in de tribune, toen ze nog piepklein waren, maar al in de handen klapten.”

Organisatie

Mathias maakte deze zomer de overstap van AA Gent naar Waasland-Beveren, onder meer op aanraden van Filip De Wilde. Hij is doelman, de reputatie van de club als opleidingsclub voor topkeepers gaf de doorslag. Christophe, met de U17 onlangs nog op het EK in Bulgarije, verhuisde net van Club Brugge naar RC Genk, en liet aanbiedingen van Standard en het buitenland naast zich liggen. Luca, een 7 of 8, maar vorig seizoen bij AA Gent uitgespeeld als 9, is nog zoekende. Marylène: “Luca lijkt nu wat achter te blijven, maar wie weet hoe de situatie binnen twee jaar is. Niet elke jongere evolueert met dezelfde snelheid. Alex Teklak zegt ons: ‘Als ik zie hoe sterk Luca technisch is, zou ik me geen zorgen maken.’ Wie zijn wij om dat dan te doen?”

Over zes maanden kunnen ze alle drie hun rijbewijs halen. Dat zal schelen, want drie jongeren naar de top begeleiden en hobby met school verzoenen is veel werk. Hun verhaal is er dan ook een van veel organiseren en opofferen.

Marylène: “Toen ze klein waren, was papa ook nog trainer.” Denis: “Bij Tubeke, niet van hun ploeg, helaas, ik had dus andere trainingsuren. Ze opvangen ter plaatse lukte nog wel, maar het voeren gebeurde door de mama.” Marylène: “Dat was puzzelen. Matthias trainde als doelman vaak apart. Christophe werd geregeld een leeftijdsklasse hoger gezet. Het gebeurde zelden dat de drie op hetzelfde moment in dezelfde ploeg stonden. Ik was na de school taxi, kok en wasvrouw, om de boel tijdig proper te krijgen voor ’s anderendaags..”

Allebei hadden ze een auto, jaarlijks waren ze beiden goed voor een kleine 30.000 kilometer. Marylène: “Schoolwerk voorbereiden of corrigeren in de kantine heb ik ook vaak gedaan, maar nog vaker keerde ik tussenin snel terug naar huis, om het eten klaar te maken. Gezonde voeding vond ik zeer belangrijk.”

Denis: “We aten haast nooit samen. Het was altijd wel iets, de ene was om zeven uur thuis, de andere pas om acht uur, nog een ander ergens tussenin. In het weekend hun matchen. Hectisch.”

Marylène: “Het is plannen en altijd weer organiseren. Nu nog. Zelden kenden ze hun programma ver op voorhand. Trainingen kunnen in laatste instantie wegvallen of veranderen van uur. In Brugge kenden we soms pas de dag voordien het juiste trainingsuur. De ene keer heb je dan de tijd om ze weg te voeren, een andere keer lukt dat niet en is het snel, snel op de trein zetten. Ook door vakanties hebben we vaak een kruis gehaald. Of het moest zeer kort zijn, ergens begin juli.”

Wedstrijden

Denis: “Hun wedstrijden volgen, dat was ook plannen. Toen ze op hun veertiende van Tubeke naar Bergen verhuisden, ging de mama meestal naar de thuiswedstrijden. Ik volgde hen op verplaatsing. Ik mag zeggen dat ik België ken.”

Marylène: “Veel mensen beseffen dat niet zo goed. Er gaan heel veel opofferingen vooraf aan een carrière. Zij geven een groot stuk van hun jeugd op. Een streng schema, gezond eten, om halftien naar bed… Hun keuze, uiteraard. En ouders ‘volgen’ vooral die keuze.”

Ze verhuisden alle drie samen naar Bergen, maar dat was toeval. Marylène: “Het was de club die dat wilde. Later drong Gent daar ook op aan. Luca en Mathias zijn gegaan, Christophe niet. Hij was Brugge gaan bekijken en het beviel hem daar.”

Denis: “Wij hebben hen altijd gezien als individuen. Wilden ze samenblijven, oké. Wilden ze elk apart hun eigen weg gaan, ook oké.” Marylène: “Mijn jongens zijn snel zelfstandig geworden. Misschien moeten worden. Wat doe je met een baby of een kind dat zich pijn doet of weent? Hem bij je nemen. Maar zij waren met zijn drieën en ik had slechts twee handen. Dus hebben ze snel geleerd alleen te eten. Wilden ze leren stappen? Om de beurt… In huis hadden we drie speelzones, en ze wisselden af. Zet ze in om het even welke situatie en mijn jongens passen zich aan.”

School

Beide ouders hebben een functie in het onderwijs en kunnen, omdat hun zoons nu in Vlaanderen voetballen, structuren vergelijken. En dan moet hen toch wat van het hart. Marylène: “We hebben het altijd maar over de nood aan grote sporters, maar wat zetten we vandaag in België aan structuur op om die jongens te helpen? De kritiek op voetballers is dat ze niet kunnen praten, dom zijn, hun school niet afmaken, hun geld over de balk gooien,… Maar wat doet de maatschappij voor hen? Er zijn weinig scholen die écht meewerken. Er zijn veel ‘projecten’, tot puntje bij paaltje komt. Met het statuut van topsporter alleen kom je er niet. Hoe vaak heb ik geen privéleraars moeten inschakelen om hen bij te scholen, zodat ze konden slagen voor de examens? Scholen zouden soepeler moeten zijn, en echt meewerken, niet cosmetisch. Ik vind dit jammer. Intellectueel moeten ze zich leren ontwikkelen, een visie leren hebben, leren denken over de dingen… Leren praten, zich gedragen binnen de contouren van een maatschappij. Ze moeten niet alleen goed kunnen voetballen. Mijn kinderen hebben vaak hun huiswerk in de auto gemaakt. Ik heb hen overhoord terwijl ik achter het stuur zat. We hadden geen andere keuze, de dagen waren te kort om het anders te doen.”

Denis: “We hebben in België nog steeds niet de juiste formule gevonden om jonge sporters, of ze nu voetballen, tennissen, basketten of wat anders doen, te begeleiden in combinatie met school. Het lijkt mij niet erg logisch om tests te moeten afleggen op uren dat er normaal wordt gegeten.”

Marylène: “Twee van de jongens gaan hun diploma nu halen via de centrale jury. Dat examen kan je in Wallonië twee keer per jaar afleggen. In september of maart. In maart was Christophe weg voor het EK U17 in Bulgarije. Toen ik de schooldirecteur daarover belde, zei hij doodleuk: ‘Ah ja, mevrouw, u moet een keuze maken.’ Ik: ‘Volgens u moet ik dus kiezen tussen een EK en de examens. Moet ik mijn zoon opzetten tegen zijn school of tegen zijn sport? Is dát de bedoeling? Moeten we niet proberen de twee te verzoenen?'” Denis: “De Vlaamse middenjury is het hele jaar beschikbaar. Je legt examen af wanneer je er klaar voor bent. Waarom kan dat in Vlaanderen wél en in Wallonië niet?”

Côte d’Azur

Wanneer zijn ze beginnen na te denken over een echte voetbalcarrière?

Denis: “Rond hun vijftiende. Toen kwamen de eerste nationale selecties en voelde je: nu komen ze toch ergens in het ‘voorgeborchte’ van het voetbal. Luca, Mathias, Christophe, ze zaten alle drie bij de beste 45 van het land. Dan denk je: misschien is er wat potentieel. Maar ook: we blijven heel voorzichtig. Velen voelen zich geroepen, weinigen zijn uitverkoren.”

Met selecties volgen ook makelaars, scouts,… Marylène: “Wij hebben altijd naar iedereen geluisterd, naar hun voorstellen. Een Fransman kwam aanzetten met Marseille, Monaco, Nice,… Onze zoon ging er mooi zitten, in het zuiderse zonnetje. Het is in zo’n geval zeer goed om de voeten stevig op de grond te houden. En die van je kind ook.”

Wisten ze van alles?

Denis: “We hebben nooit iets verborgen gehouden.” Marylène: “Open discussiëren vonden wij heel belangrijk. Luisteren naar wat zij belangrijk achtten. Ze moeten aangeven wat ze willen doen. Als ze zelf voor iets hebben gekozen, zijn ze veel meer gemotiveerd. Christophe is nu van Club naar Genk gegaan. Standard had ook interesse en hij kon ook naar het buitenland. Maar hij is ter plaatse geweest, heeft wat gepraat en heeft zelf gekozen.”

Denis: “Nu hebben ze er de leeftijd voor, maar dat was ook al zo toen ze in Tubeke waren. We zijn ook nooit ergens buitengegooid, overal vertrokken we in de beste verstandhouding.”

Marylène: “Ook voor hen is het belangrijk dat we nooit met slaande deuren weggingen. Respect tonen is ook van belang.”

Denis: “Ook dat maakt deel uit van hun opvoeding.”

Marylène: “Zelfs al lukt iets niet, of klikt het niet met de trainer, je kan uit elke situatie iets leren. Anders is het te makkelijk. ‘De coach heeft me niet graag’, en hop, weg. Want zo is het altijd: het is nooit hun schuld.”

Denis: “Nog een makkelijk excuus: ‘Ik ben Franstalig, ze hebben me in Vlaanderen niet graag.’ Onze jongens zitten in Vlaanderen, het eerste wat ze moesten doen, was de taal leren.”

Marylène: “Ik heb een vrouw uit Gent naar hier laten komen. Op eigen initiatief. Onze kinderen kenden wel wat woordenschat, maar ik wilde dat ze durfden praten. Toen ik met de mensen van Genk overlegde, heb ik hen ook gezegd dat ik wilde dat Christophe drietalig was.”

Identificatie

Is Vlaanderen beter qua jeugdopleiding? Marylène: “Wat hebben we nog in Wallonië? Standard, Charleroi en Mouscron-Péruwelz. Triest.”

Denis: “Aan talent geen gebrek, maar ik snap niet waarom het in Vlaanderen wél lukt, op het vlak van organisatie, en in Wallonië niet.”

Marylène: “Mijn gevoel is dat in Wallonië de mensen zich niet meer kunnen identificeren met de spelers. Bergen was populair in derde klasse, toen ze nog zelf spelers opleidden. Later verdween die band.”

Denis: “Welke Franstalige club laat nu spelers doorstromen? Standard? Weinig. Charleroi? Amper. Er zijn er nog wel die de jeugd een kans geven, maar in Vlaanderen zijn het er meer.”

Marylène: “Jongeren stellen zich geen vragen over premies en geld, die vechten voor hun club. Tijdens Club-Gent speelde Christophe tegen zijn twee broers. Mathias in doel, Luca op het veld. Brugge kwam op een gegeven moment op achterstand en Sven Vermant zei: allee Christophe, in de spits. Hij heeft er toen twee gemaakt, tegen zijn broer, en riep: Brugge! Voor jongeren telt de club. Voor volwassenen niet. En dan vind ik het jammer dat ze in Wallonië zo weinig met hun jongeren inzitten.”

Ten slotte: hoe reageert een mens op de aankondiging dat er een drieling komt?

Marylène lacht: “We gingen er de hele tijd van uit dat het een tweeling was, niet ongewoon in de familie. Tot ze na vier maanden zagen dat er nog eentje extra zou komen…”

Denis: “Toen ben ik toch twee minuten buiten geweest, om te bekomen.” ?

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: BELGAIMAGE/DAVID STOCKMAN

“Met het statuut van topsporter alleen kom je er niet. Hoe vaak heb ik geen privéleraars moeten inschakelen?” Marylène

“Welke Franstalige club laat nu spelers doorstromen? Standard? Weinig. Charleroi? Amper.” Denis

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content