In januari 2004 kwam je in Italië aan. Voel je je ondertussen Italiaan?

Gaby Mudingayi: “Ja, helemaal.”

Was het niet lastig voor jou, in een land waar nog veel racisme heerst?

“Dat is overal zo. Een land dat niet gewend is aan grote migratiegolven zoals die er in Frankrijk of België geweest zijn, heeft het moeilijk met buitenlanders. Als je altijd groene mannetjes rondom je hebt gezien en opeens staat er een rood mannetje voor je neus, dan vind je dat vreemd en ben je wantrouwig. Het feit dat ik voetballer ben, heeft me geholpen. Ik ben hier niet als asielzoeker beland.”

In die tien jaar Italië moet je nochtans heel wat oerwoudgeluiden in de tribunes gehoord hebben?

“Dat zijn onnozelheden. Toen Zlatan Ibrahimovic in Italië speelde, was hij de beste en beledigden de supporters hem door zingaro ( zigeuner, nvdr) te roepen. Als een zwarte de beste is van een ploeg, zoals Samuel Eto’o dat was, dan proberen ze die met apengeluiden uit evenwicht te brengen. Als die van het noorden op de Napolitanen schelden, is dat ook een vorm van racisme. Maar ik denk dat het eerder om provocatie gaat dan om diepgeworteld racisme.”

Mario Balotelli zegt dat hij er nog altijd onder lijdt.

“Ja, maar Mario Balotelli is een geval apart. Hij zoekt het ook wat. In Italië is een zwarte in de Squadra ook iets totaal nieuws. Het versterkt elkaar: hij provoceert en de mensen roepen op hem. Uiteindelijk smult iedereen daarvan, elke frats van Balotelli is wereldnieuws. Hij is een product geworden.”

Wie was je moeilijkste tegenstander?

“Ibrahimovic. Hij is erg arrogant en fysiek heel sterk. Ik moest al mijn kracht aanwenden om daar tegenop te kunnen. Bovendien is hij nogal gemeen op het veld, hij is tot alles bereid, een winnaar, en hij wil altijd in de spotlights staan.”

En wie is je beste vriend?

“Ik ben met heel wat spelers bevriend gebleven, maar ik denk niet dat er nog iemand is als Javier Zanetti. Dat ik nu in Spanje speel, heb ik aan zijn contacten te danken. Hij belt me nog vaak. Zanetti is een legende van het wereldvoetbal, maar in de omgang heel gewoon. Als we verloren hadden, was hij in de kleedkamer de eerste om de boel weer op te krikken. Iedereen respecteert hem. Als hij een galawedstrijd organiseert, komt iedereen: van Ibra tot Cristiano Ronaldo, Ryan Giggs, David Beckham… Hij babbelt met iedereen, van de president tot de gewone man in de straat.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content