Marcel Javaux laat zijn licht schijnen over de problemen binnen het scheidsrechterskorps. Hij floot zelf bijna 140 wedstrijden in de eerste klasse en trad na zijn carrière in 2001 toe tot de CSC.

Tot 2007 bleef Marcel Javaux (53) als coach bij de Centrale Scheidsrechterscommissie, toen vertrok hij met slaande deuren. “De laatste twee of drie jaar kon ik me niet meer vinden in bepaalde beslissingen”, legt hij uit. “Ik was het bijvoorbeeld kotsbeu om aan bepaalde vergaderingen deel te nemen zonder dat mijn stem gehoord werd. De trainers hadden geen inspraak. Tijdens de vergaderingen over het klassement van de scheidsrechters moesten we de vergaderzaal verlaten, terwijl wij hen gedurende jaren begeleid, gevolgd en gegidst hadden.”

Hoe beoordeel je de huidige generatie scheidsrechters?

Marcel Javaux: “We breken hen te gemakkelijk af, er bestaat constant de neiging om te zeggen dat het vroeger allemaal beter was. Dat verhaal deed al de ronde toen ik mijn debuut maakte op het hoogste niveau. Bekende namen waren net gestopt of waren in de herfst van hun carrière: mannen als Marcel Van Langenhove, Alex Ponnet, Alphonse Constantin of Guy Goethals.”

Het niveau is dus bevredigend?

“( grijnst) Ook ik heb de indruk dat het tien jaar terug beter was. Tijdens de jaren ’90 staken drie of vier scheidrechters er met kop en schouders boven uit. Daarnaast had je nog een tiental heel degelijke scheidrechters. Vandaag zie ik vier of vijf uitblinkers, maar na hen komen er onvoldoende middelmatige scheidrechters die eender welke match in eerste tot een goed einde kunnen brengen.”

Hoe verklaar je deze achteruitgang?

“Aan de basis ligt een gebrek aan kwaliteit. Hierbij komt de toenemende druk. Er is enerzijds de druk van de media, terwijl anderzijds ook de ‘degradatiedruk’ speelt: als je elke week fluit met de vrees dat het mogelijk je laatste match in eerste is, omdat het kleinste foutje je fataal kan zijn, werkt dat contraproductief. Bij dit alles komt nog eens de financiële druk: toen ik op het hoogste niveau debuteerde, kregen we het equivalent van zeventig euro per wedstrijd. Vandaag is dat 1500 euro voor de internationals.

“Bovendien ontvangen de scheidrechters een vast bedrag van de bond: per seizoen steken ze gegarandeerd bijna 9000 euro in hun zak. Minimaal. Indien ze veel wedstrijden fluiten, loopt dit bedrag nog veel hoger op. In de Champions League strijken ze tussen de 3500 en 4000 euro per match op: geen peanuts. Het hoeft dus niet te verwonderen dat men een Europese wedstrijd verkiest boven een duel tussen twee onaantrekkelijke eersteklassers. Dat is overigens een bijkomend probleem: vandaag is het ieder voor zich en voor zijn portefeuille. De sfeer heeft hieronder te leiden, er bestaat geen collegialiteit meer. Als een scheidrechter plots niet meer de wedstrijden krijgt die hij wil, zoekt hij een bekende advocaat van het genre Luc Misson of Daniel Spreutels op. Ongetwijfeld wint hij, waardoor de CSC vervolgens verplicht is om hem opnieuw toppers toe te wijzen.”

Ben je gekant tegen juridische maatregelen?

“Dat spreekt voor zich, het zijn klappen in het gezicht van de CSC. Ik vind het niet meer dan correct dat men gedurende een bepaalde periode geen grote wedstrijden aanbiedt aan een scheidsrechter die flagrant of herhaaldelijk in de fout ging.”

Heb je tijdens je jaren als coach beloftevolle jongeren ontdekt?

“Ik hoop dat er dringend enkele jongeren doorstromen, want voor enkele internationals komt de leeftijdsgrens angstvallig dichtbij: Frank De Bleeckere is 42, Paul Allaerts 44, Johan Verbist 42 en Peter Vervecken 41. Op internationaal niveau is het afgelopen op je 45ste. Er is werk aan de winkel, maar omdat alsmaar minder jongeren zich geroepen voelen om scheidsrechter te worden, is het steeds moeilijker. De situatie is verontrustender dan ooit. In mijn provincie, Luxemburg, resten er nog amper 250 en in derde provinciale moeten enkele wedstrijden zonder scheidrechter gespeeld worden. Men heeft de beslissing genomen om de clubs te straffen: ze worden ervan beschuldigd onvoldoende scheidrechters te rekruteren.

“Tja, je moet natuurlijk gedreven zijn om eraan te beginnen: als je je anderhalf uur moet laten uitschelden voor 10 of 20 euro per wedstrijd, dan zou ik ook liever glazen gaan wassen in een discotheek.”

De beste scheidrechters van onze hoogste afdeling kunnen beoordeeld worden door mensen die nooit een wedstrijd geleid hebben. Vind je dat een normale situatie?

“Het is schrikwekkend. Om een gevestigde waarde in de eerste klasse te beoordelen, sturen ze soms iemand die het als scheidsrechter niet eens tot in de tweede klasse wist te schoppen.”

Door onderbezetting?

“Neen, het is een kwestie van vriendjespolitiek. Ik geef een voorbeeld: stel, ik ben kandidaat voor het voorzitterschap van de CSC en ik zoek een lid uit een bepaalde provincie op om zijn steun te vragen tijdens de stemming. Hij antwoordt: ‘Akkoord, maar als jij tot voorzitter verkozen wordt, neem je mijnheer Hup-peldepup bij de commissie.’ Het resultaat is dat je opgezadeld wordt met onverschillige commissieleden. Twee of drie grote mannen laten zich omringen door jaknikkers. Het resultaat is dat veel beslissingen door één man worden genomen.”

De scheidrechters klagen over de veranderde sfeer sinds Jean-Claude Jourquin vervangen werd door Robert Jeurissen aan het hoofd van de CSC.

“Jeurissen was een erg goede scheidsrechter, zelfs al is hij – net als ik – nooit international geweest. Het is duidelijk dat hij minder buigzaam is dan Jourquin: met Jeurissen kun je niet discussiëren, hij is overtuigd van zijn eigen grote gelijk. Indien hij bereid was tot compromissen, was het goed mogelijk dat ik ook vandaag nog bij de CSC zat. Vandaag heb ik geen enkel contact meer met de top; het functioneert net als het Vaticaan: eens je stopt, wordt je geëxcommuniceerd.”

Bepaalde scheidrechters zouden bevoordeeld worden. Vooral die uit de provincies Limburg en Antwerpen.

“Dat staat vast. Jeurissen komt zelf uit Limburg en Marcel Van Elshocht, een van de twee ondervoorzitters, is van Antwerpen. Het volstaat om de rekensom te maken: de scheidrechters uit die twee provincies die het afgelopen jaar gepromoveerd werden, zijn talrijk. Bovendien zijn er erg weinig scheidrechters uit deze twee provincies gedegradeerd naar een lager niveau. Je moet hier geen tekening bij maken.”

Zie je een oplossing om de werking van de CSC te optimaliseren?

“Een professionele voorzitter. Een man als Guy Goethals zou geïnteresseerd zijn en heeft het juiste profiel: Brusselaar, perfect drietalig, gesmaakt door iedereen, goedgekeurd door de UEFA en de FIFA. Met Goethals bij de CSC, Michel Preud’homme als baas van de technische commissie en Roger Vanden Stock als voorzitter van de voetbalbond, krijgen we een ander verhaal. Dat trio zou ook meer uitstraling geven naar het buitenland. Maar Goethals gaat zijn werk niet opzeggen om op vrijwillige basis en gratis mee te draaien in de poppenkast van de CSC. Jean-Claude Jourquin werkte als vrijwilliger en ook Jeurissen doet dat nu. Als je voorzitter bent, wordt je telefoon betaald, als je geluk hebt, krijg je een fax bij je thuis, maar daar blijft het bij. Je ontvangt geen cent. Officieel is er althans geen geld, want voor We Believe en voor Renévindt men blijkbaar wel voldoende middelen.” S

door pierre danvoye

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content