STVV onderging een facelift. De gevoelens zijn nog gemengd, maar vice-aanvoerder Thomas Caers is ook eerlijk : ‘De blijvers hebben een extra motivatie gevonden om zelf ook weer beter te worden’.

Er is, zacht uitgedrukt, veel veranderd in Sint-Truiden. Om te beginnen de bazen, die succesvolle zakenlui zijn met een politieke carrière en Roland Duchâtelet en Herman Schueremans heten. Onder hun impuls nam STVV een nv-structuur aan, want een voetbalclub is een bedrijf en moet als dusdanig geleid kunnen worden. Delegeren, is het devies. Marc Wilmots werd verantwoordelijk gemaakt voor de aan- en verkooppolitiek, hij leidt de trainingen en vindt tussendoor nog de tijd om een politiek mandaat uit te oefenen. In zijn zog streek een volledig nieuwe technische staf neer met het Frans als voertaal : van Standard komt conditietrainer Mario Innaurato, van de B-kern van La Louvière veldtrainer Zoltan Kovac en van (twee jaar geleden) de nationale ploeg Limburger Vince Briganti. Briganti beschikt als enige op Staaien over een professioneel trainersdiploma en krijgt daarom tijdens de wedstrijden een plaats in de Truiense dug-out.

Behalve het voormalig technisch personeel werd ook zowat een halve spelerskern naar de uitgang van Staaien geleid. “Wat hebben we gelachen met Beveren, maar zie ons nu”, wordt daar in en rond de club voorlopig nog met gemengde gevoelens op gereageerd, want de nieuwe import is in grote mate Afrikaans. “Als een Belg vijftig euro wil verdienen,” weet ook Thomas Caers, “moet de club er honderd voor hem betalen. Voor een Afrikaan maar zestig. Om financieel gezond te blijven, is STVV dus een beetje genoodzaakt om voor die weg te kiezen.”

Caers is een van de blijvers. De oudste veldspeler (31) in de groep, alleen voorafgegaan door doelman Dusan Belic (33) en wegens zijn ervaring nu ook vice-aanvoerder. Want de aanvoerdersband, die gaf Wilmots toch aan een echte Haspengouwer : Peter Delorge (nog maar 24).

Caers : “Toen ik weer op de club kwam, was het van : ha, hier ken ik er nog een. Het was wel héél nieuw. Ook voor ons, de blijvers, is dit een nieuwe club. Het goede dat hier lang is geweest, heeft men weggedaan. Komt er dan iets nieuws, is men altijd kritisch. Het was slikken, ik ben daar eerlijk in. We hadden een enorm hechte groep, kenden elkaar van binnen en van buiten. Dat zal nu wat afbrokkelen. In het begin haalde het negatieve bij mij de bovenhand, maar stilaan komt daar optimisme voor in de plaats. Voor een stuk is dat ook onze verdienste, van de anciens. Als wij de nieuwe jongens meesleuren, komt er iets goed van. Dat hebben we zelf in de hand. Daarom hebben we ons ook direct laten gelden.”

Marc Wilmots moedigt het aan. Caers : “Al op de eerste training riep hij vier spelers bij zich : Nicky Hayen, Claude Kalisa, Delorge en mezelf. Jullie zijn de kern van de groep, zei hij, jullie moeten ervoor zorgen dat de rest mee wordt gezogen. Ik denk dat wij daar de ideale spelers voor zijn. Hij spreekt ons vaak aan, wat ik goed vind. Wat dat betreft, is het een voordeel dat veel spelers jong zijn : ze zijn leergierig en stellen zich open op. Ook voor de raad van de anciens. Wij zullen niet dulden dat alles zomaar uit elkaar valt. Er zal nog hard gewerkt moeten worden en we zullen er nauw op toezien dat het gedisciplineerd gebeurt.”

Iedereen lijkt beter te worden van de facelift. In de eerste oefenpartij tijdens de stage in Bordeaux stond het in de rust 3-0 voor de Franse derdeklasser Libourne. Caers : “Toen kwamen Dries Jacquemyn, Kris Buvens en Tom Van Imschoot in de ploeg en maakten we direct een tegendoelpunt. Op dat moment hadden we iets van : dat hebben we toch maar mooi gedaan ! Ik zág het aan enkele gezichten. Verdorie, ze gaan hier niet met mijn voeten spelen ! Dat is ook wat ons heel sterk kan maken : dat de blijvers een extra motivatie hebben gevonden om zelf ook weer beter te worden. Ik denk dat we ook daar eerlijk in moeten zijn, dat het vorig jaar echt wel doodgebloed was. Ook voor mezelf geeft dit een nieuw elan, om er echt nog eens goed voor te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat wij dit nodig hadden om onszelf weer scherp te krijgen. Als je te lang bij een club zit, wordt alles normaal. Nu zie je andere spelers binnenkomen en dan ga je vanzelf de mouwen opstropen. Ik beschouw dat niet als een vijandige reactie, maar als een heel positieve reflex.”

Afrikanen hebben een andere achtergrond, andere interesses ook, ervaart Caers, “maar we gaan elkaar zeker niet uit de weg. Er wordt gelachen. Ik heb de indruk dat de nieuwelingen al doorhebben wat voor een club Sint-Truiden is. De sfeer in de kleedkamer, de plagerijen zijn zeker nog niet weg. Op dat vlak denk ik dat het oude STVV zal blijven. Er wordt al eens met een zwarte gelachen en een zwarte lacht al eens met een blanke : dat moet kunnen, maar met respect voor iedereen.”

De contacten met de spelers verlopen voortaan via een perschef, zijnde Wilmots’ secretaris in de senaat. Ook over het telefoonverkeer met journalisten zal controle worden uitgeoefend. Althans, zo wordt verteld, maar de interne en externe communicatie hierover loopt merkwaardig mank voor een voetbalclub die de bedrijfsmatige toer op wil. Bij het verlaten van het trainingsveld wordt spelers alvast verboden afspraken te maken. Het zal zijn tijd wel duren, klinkt het hier en daar, want “STVV is tenslotte Arsenal niet”.

Is Marc Wilmots een man van de ijzeren hand ? “Nee, vind ik niet”, zegt Thomas Caers. “Hij kan slaan en zalven, maar ik denk dat iedereen liever heeft dat hij zalft dan slaat. Met hem staat er iemand met uitstraling voor je en ik denk dat je hem liever aan jouw kant hebt. Maar hij is heel open, het contact is goed en menselijk.”

Met de nieuwe trainer/technisch directeur zal er tijdens het seizoen alleen op dinsdag twee keer worden getraind. Op de andere dagen één keer, maar dan wel in lange sessies. Een voorproefje daarvan krijgen de spelers nu al. ’s Ochtends begint de dag met een uur krachttraining, waarop aansluitend een veldtraining van anderhalf à twee uur volgt. De namiddagsessie begint pas om vier uur. Wilmots, zegt Caers, houdt ook rekening met signalen uit de spelersgroep. “Hij luistert. De opbouw gebeurt heel progressief en gedetailleerd. Ik voel me daar erg goed bij, want het sluit aan bij mijn opleiding als licentiaat LO. Iedereen heeft nu een hartslagmeter, kent zijn aërobe en anaërobe grens en daar wordt naar gewerkt. Ik voel me conditioneel al heel sterk, maar ook nog heel fris. Iedereen die een beetje met conditieopbouw bezig is, weet dat polars essentieel zijn. In de voetballerij is dat blijkbaar nog niet overal doorgedrongen. Als we nu lopen, loopt niemand nog dezelfde afstand of tegen hetzelfde tempo. Alles is op het individu afgestemd. Daardoor voelt iedereen zich goed, sterker ook, frisser en kan hij meer aan en verzorgder spelen.”

In welke formatie Marc Wilmots STVV aan de start van het kampioenschap wil brengen, is nog een open vraag. “Ik héb geen systeem”, zegt hij daar zelf over. “Het zal afhangen van wie er fit is op vrijdag. Al mijn spelers moeten ook op diverse posities kunnen spelen.”

In de voorbereiding werd al zowel in 4-3-3, 4-4-2 als 3-5-2 gespeeld. “In ieder geval zal het met vier verdedigers zijn”, weet Caers, de linksachter van de ploeg. “Wilmots heeft me zelfs al gezegd : in de toekomst met drie. Maar ik denk niet dat we daar klaar voor zijn. Ik denk dat we naar 4-3-3 zullen evolueren, vooral omdat we over al dat aanvallend geweld beschikken. Maar dan zie je : is Mamoun er niet bij, hebben we al geen buitenspeler meer op links en moeten we noodgedwongen overschakelen op 4-4-2. Zoals tegen Bordeaux, toen hij niet speelde nadat hij het een paar keer had laten hangen – in zulke gevallen grijpt Wilmots snel in.”

Het centrum van de verdediging is het sterkst bezet met Mathieu Beda, de uit blessures terugkerende Kalisa en Hayen, en twee jonge Belgen die pas komen kijken : ChristoferBaratto en in mindere mate Egon Wisniowski. Daarvóór vormen Abdoulaye Diawara en Delorge een complementair duo, met in 4-3-3 Tamas Hajnal voor hen achter de diepe spits.

Caers : “Met vier man achterin en daarvoor Diawara en Delorge heb je een goede buffer als basis. Als je dan voorin met het zwarte geweld chaos kan creëren, kan dat heel verrassend zijn. Speel je in een vast stramien, is de verrassing er na een kwart seizoen van af. Vorig seizoen was het tactisch veel eenduidiger : de bal moest naar díe speler, dan naar díe en díe en díe. Nu ligt de klemtoon op de passing en als er veel beweging is, zullen de oplossingen zich vervolgens wel aandienen. Het stramien is veel minder vast. Dat we veel nieuwe spelers hebben, zal ook niet leuk zijn voor de tegenstanders. Mocht ik als rechtsback tegen Mamoun komen te staan en hij vertrekt als een pijl uit een boog, ik zou me toch niet op mijn gemak voelen. Dat is een pluspunt. Als je tegen Anderlecht tegenover Wilmhelmsson of Lovre staat, weet je waar je aan toe bent.”

In de aanval zocht STVV nog een echte targetspits. De Kameroense tester Samuel Ipoua (31 al, slechts vijftien wedstrijden de laatste vier jaar en nog veel te zwaar) maakte een goede indruk vorige week op staf en spelers. “Qua gestalte en kracht komen we nog tekort”, zegt Thomas Caers. “Dat bleek ook uit de testen : conditioneel zitten we heel goed, maar qua explosiviteit, kracht en snelheid halen we maar een gemiddeld niveau. We kunnen een spits gebruiken die iets kan verzetten, zodat je een bal naar voor kan trappen wanneer je bezig bent te verzuipen of even het overzicht kwijt bent. Dat heb je als jonge ploeg wel nodig.”

Het nieuwe STVV zal het van zijn balcirculatie moeten hebben. Caers : “Bal in de ploeg houden, balsnelheid, precies inspelen : dat moeten onze troeven worden, waarmee we het gemis aan power en gestalte compenseren. Daarom willen we zeker ook hoog spelen. Met de verdediging ver opgeschoven, tot tien meter achter de middellijn en voorin pressen. We hebben daar de kwaliteiten voor. Achterin ook : ik kan een man terughalen, Kalisa ook, Hayen, Beda. En Belic is een doelman die ver uit zijn doel durft te spelen.”

Vorig jaar was het anders. Caers : “We zakten gemakkelijker terug en speculeerden op de ruimte die dan achter de verdediging van de tegenstander viel. Daar waren we dan erg sterk met Boffin en Mbonabucya. We waren geen ploeg die zelf het spel maakte, wat we nu iets meer gaan proberen, met verzorgder spel, met ballen over de grond. Daar werken we op training tot in de kleinste details aan, tot het ons zelfs de oren uitkomt. Zodra we de bal veroverd hebben, willen we tik-tik door het elftal van de tegenstander snijden. De individuele kwaliteiten zijn er zeker, zuiver voetballistiek zie ik het dus wel zitten, maar tactisch inzicht, werkkracht en discipline zijn ook nodig. Ik denk dat we soms serieus op onze donder gaan krijgen ook. Daar moeten we rekening mee houden.”

door Jan Hauspie

‘Ook voor de blijvers is STVV een nieuwe club.’

‘We werken aan een verzorgde balcirculatie, tot in de details, tot het ons zelfs de oren uitkomt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content