‘Iedereen weet dat Tessa Wullaert wereldtop is’

© belgaimage - laurie dieffembacq

Nederland, Denemarken en Noorwegen kijken de komende twee weken maar best uit voor Aline Zeler, Janice Cayman en Tessa Wullaert. De drie sterkhoudsters van de Red Flames kijken met een ontwapenende lichtheid uit naar hun eerste EK.

Onder hun drieën verzamelden Aline Zeler (34), Janice Cayman (28) en Tessa Wullaert (24) al 216 caps bij de Red Flames en straks zal hun palmares opgesmukt worden met een eerste deelname aan een groot voetbaltoernooi. Hun carrières staan deels in het teken van een hoger doel: het vrouwenvoetbal in België vulgariseren en de sport verkopen aan jonge meisjes die nu eerder voor volleybal of gymnastiek opteren. ‘Begin jaren 90, toen ik begon te voetballen, moest je vooral de ouders overtuigen om hun dochters te laten voetballen’, zegt Zeler. ‘Ik ben afkomstig van Luxemburg en soms had ik de indruk dat ik het enige meisje uit mijn provincie was dat voetbalde.’

De drempel om te gaan voetballen is intussen fel verlaagd.

TESSA WULLAERT: ‘Het vrouwenvoetbal heeft aan aantrekkingskracht gewonnen en daardoor is de stap kleiner geworden. Maar er zijn nog tal van knelpunten die omzeild moeten worden. Ouders die hun dochter aan het voetballen willen krijgen, zitten met tal van vragen: kunnen ze haar inschrijven in een specifieke meisjesploeg of moet ze naar een jongensploeg? Zal ze daar alleen zitten? Kan ze opboksen tegen al die ventjes?’

ALINE ZELER: ‘Gelukkig is de mentaliteit bij de mama’s en papa’s veranderd. Mede dankzij de Flames. Elke speelster moet zich realiseren dat we ook naast het veld een belangrijke taak hebben.’

Met de kwalificatie voor het EK hebben jullie al een pioniersrol vervuld. Over twintig jaar spreekt iedereen nog over het eerste kampioenschap van de nationale vrouwenploeg.

ZELER: ‘We zijn een soort ambassadeurs.’

JANICE CAYMAN: ‘Nu we het EK hebben gehaald is de opvolging verzekerd. Maar hoe beter wij straks presteren, hoe meer onze sport zal boomen. Het is leuk om deel uit te maken van een generatie die iets in beweging heeft gezet.’

Mist België nog een echte vrouwenvoetbalcultuur?

ZELER: ‘Ik werk voor de voetbalbond en als wij op buitenlandse missie zijn in de Scandinavische landen dan merken wij dat zij een andere opvatting hebben over voetbal. Dat vertaalt zich ook in de cijfers: Noorwegen heeft 110.000 vrouwelijke leden, wij 30.000. Wij maakten de laatste jaren een sprong van dertig procent, maar het verschil blijft gigantisch.’

WULLAERT: (knikt) ‘Laatst las ik een artikel waarin stond dat meisjes die voetballen met meer zelfvertrouwen door het leven stappen. Het klinkt een beetje cliché, maar het is wel zo. Een meisje dat een sport beoefent, zal meer lef tonen. In het dagelijks leven zal ze ook sneller zeggen: hier ben ik! Misschien is de campagne We play strong, die de UEFA onlangs lanceerde om in de komende vijf jaar meer meisjes aan het voetballen te krijgen, een bijkomende stimulans voor het Belgische voetbal.’

Veel Rode Duivels komen van het straatvoetbal. Is dat de weg die de vrouwen moeten volgen?

ZELER: ‘Ik zie veel meisjes op pleintjes voetballen! Meer dan vroeger alleszins. En vooral in Brussel.’

WULLAERT: ‘Ik deed vroeger niets anders dan op straat sjotten. Daar leer je de basis en je wordt er mondiger van. Ik kan mij niet herinneren dat de jongens ambetant deden tegen mij. Oké, het hangt ervan af of je als meisje mee kunt. Je krijgt pas bijval als ze je niet kunnen passeren of wanneer jij hen dribbelt. Straatvoetbal bij meisjes mag meer gestimuleerd worden, maar de jongens moeten ook voor hen openstaan.’

ZELER: ‘In mijn functie als development manager bij de bond wil ik alle meisjes de kans geven om te voetballen – ook die met minder potentieel.’

Brutale Hollanders

Hoe groot is de kans dat jullie de tweede ronde halen in een poule met Nederland, Noorwegen en Denemarken?

CAYMAN: ‘Op papier zijn wij de minste van de vier. Maar de voorbije jaren hebben we wel van al die ploegen gewonnen. Wij kunnen hen dus aan. Hadden we telkens een pak slaag gekregen dan zouden we wellicht denken: waarom zou het op een EK wel lukken?’

WULLAERT: ‘Wanneer we vroeger tegen Noorwegen moesten spelen, was het van: fuck… Nu beginnen we met een andere ingesteldheid aan de match. Voor mij is Noorwegen trouwens niet de topfavoriet. Ik schat Duitsland, Frankrijk en Spanje hoger in.’

Hadden jullie niet liever tegen een van die toplanden gespeeld?

ZELER: ‘Neen! Ik druk het algemene gevoel uit bij de speelsters als ik zeg dat we geen betere poule hadden kunnen loten.’

CAYMAN: ‘Je wilt als topsporter tegen de beste uitkomen, maar niet in een vroeg stadium van de competitie.’ (lacht)

WULLAERT: ‘In een oefenmatch is ook goed voor mij! We hebben in de voorbereiding tegen Spanje en Frankrijk gespeeld en dat waren twee goede testen om ons niveau te meten.’

Hoe hard leeft de derde groepsmatch tegen Nederland?

CAYMAN: ‘Ik kan nu al voorspellen dat het hard tegen hard zal zijn. Met Anouk Dekker, mijn ploegmaat bij Montpellier, heb ik afgesproken om onze vriendschap negentig minuten lang on hold te zetten. De Nederlanders willen er ons wel graag bij in de tweede ronde.’

WULLAERT: ‘Echt? Ik denk niet dat ze ons een cadeau zullen geven mochten wij nog een punt nodig hebben. Het is wel een voordeel dat we hen allemaal kennen van de BeNe League. Een paar jaar geleden keken wij nog op naar die meisjes – de kloof was toen ook veel groter – maar nu voelen we in ons evenwaardig.’

CAYMAN: ‘Op een veld zijn die toch wel grofgebekt. Vrij bitchy zelfs. Het blijven Hollanders, hé.’

ZELER: ‘Vuile woorden, natrappen… Tijdens onze oefenmatch in november hebben we flarden gezien van wat ons te wachten staat.’

Wereldtop

Aline, jij hebt bijna honderd interlands moeten wachten op je eerste grote toernooi. Hoe belangrijk is het EK voor jou?

ZELER: ‘Net dat tikkeltje belangrijker dan voor de jongere garde, zeker? In het verleden hebben we er een paar keer nipt naast gegrepen. Het potentieel was er, met Femke Maes, maar we trainden slechts twee keer in de week. Onze tactiek tegen de toppers was simpel: in de zestien blijven, trachten te overleven en hopen op een tegenaanval. Nu amuseer ik mij meer op het veld. Janice en ik hebben veel zien veranderen.’

Je hebt van binnenuit alles zien evolueren?

ZELER: ‘Vroeger was er één persoon verantwoordelijk om de reizen te boeken, de communicatie te verzorgen, enzovoort. We vertrokken de dag voor een interland en daardoor stonden we met slappe benen aan de aftrap. Na de match moesten we snel douchen om de terugreis richting België in te zetten. En de dag erna werden we op ons werk verwacht. Echt gekkenwerk.’

CAYMAN: ‘In ben heel vroeg naar de VS getrokken om mijn studies te combineren met voetbal. Ik heb toen een hele poos moeten afzeggen voor de nationale ploeg omdat er geen geld was om mijn vliegtuigtickets te betalen. Intussen zijn wij mee geëvolueerd met de andere landen. We moesten wel volgen, anders hadden we ons nooit kunnen kwalificeren voor een EK. Alleen al qua stafleden kijk ik nu mijn ogen uit…’

WULLAERT: ‘De omkadering zal in Nederland perfect zijn. Ik heb gehoord dat er ook een pedicure is voorzien.’

CAYMAN: ‘Bij deze zijn al onze excuses opgebruikt. We missen nu enkel nog een kapper.’ (knipoogt)

Jullie hebben ook Tessa in de ploeg. Is zij een wereldtopper in wording?

ZELER: ‘Ha ja! Voor mij wel. En ik ben niet de enige die er zo over denkt. Ik schat dat ze tot de beste tien van de wereld hoort.’

WULLAERT: (schudt neen met het hoofd) ‘Ben ik beter dan Ada Hegerberg?’

CAYMAN: ‘Die krijgt bij Noorwegen alles op een schoteltje gepresenteerd. Haar seizoen bij Lyon was niet top.’

ZELER: ‘Je bent completer dan sommige meisjes die afgelopen seizoen genomineerd werden voor beste speelster in Europa.

WULLAERT: ‘Ik onderschat mezelf niet, maar ik vind dat er veel betere speelsters zijn dan ik. Eugénie Le Sommer is nog van een andere categorie.’

Bij de Red Flames ben je wel veruit de populairste.

WULLAERT: ‘Is daar een studie over gedaan? (grijnst) Ach, ik weet niet eens hoeveel mensen mij op Twitter volgen.’

CAYMAN: ‘Femke Maes was in haar tijd ook een beetje een mediafiguur. Ze had pech dat de ploeg niet goed was.’

ZELER: ‘Figuren als Tessa, die tonnen publiciteit opleveren, kunnen we altijd gebruiken. Het fijne is dat haar populariteit geen wrevel opwekt in de groep. Je hebt het wellicht al gemerkt: we maken altijd reclame voor heel de ploeg. Normaal toch? Bij ons is dat een natuurlijke reflex. Wij zijn niet individualistisch ingesteld.’

Wat wordt jouw rol als aanvoerster op het EK?

ZELER: ‘De nieuwelingen integreren, de meisjes op tijd in bed krijgen, de druk weghouden, bijsturen en de ambiance op peil houden. Samen met Janice, die viceaanvoerster is, zal ik ook de jongeren in het oog houden. Het wordt zaak om in te grijpen nog voor de coach het doorheeft.’

CAYMAN: ‘Ze is onze mama…’

WULLAERT: ‘Ik heb nooit anders geweten bij de nationale ploeg. Vanaf de eerste dag heeft ze zich over mij ontfermd. En ze heeft mij getemd. Ik kon nogal zagen tegen mijn ploegmaats. Met de leeftijd is dat geminderd.’

ZELER: ‘We hebben drie seizoenen samen bij Standard gespeeld en toen had ze nog een fors temperament! Tijdens de opwarming moest ik al met haar marchanderen. Ik zei dan: als je slechts drie keer zeurt, krijg je een frisdrank of chips. Dat was onze deal. In vergelijking met vroeger is ze nu veel rustiger. Misschien heeft haar transfer naar Wolfsburg daar iets mee te maken.’

Heb je geen spijt dat je nooit naar het buitenland bent kunnen gaan?

ZELER: ‘Het was er bijna van gekomen. In 2011 heb ik een test afgelegd bij Hamburg en ik mocht blijven. Maar het profcontract dat ze mij aanboden was niet genoeg om van te leven. Ik was toen nog niet vastbenoemd als leerkracht en het was het risico gewoon niet waard. Stel dat mijn knie het na twee weken had begeven… Het is een weerkerend fenomeen voor vouwen die op een hoog niveau willen voetballen: we moeten altijd een afweging maken. Maar spijt heb ik niet. Ik onthou bovenal dat ik de kwaliteiten had om bij een Duitse club te spelen.’

WULLAERT: ‘Aan meisjes die naar het buitenland willen, geef ik maar een raad: vertrek niet voor je een diploma op zak hebt. In het vrouwenvoetbal is talent en wilskracht niet genoeg.’

door Alain Eliasy – foto’s Belgaimage – Laurie Dieffembacq

”Mijn’ meisjes hebben voetbaltalent, maar inhoudelijk hebben ze ook wat te vertellen.’ Ives Serneels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content