‘Het is nog te vroeg om over de titel te spreken’
Vorige week kreeg Igor De Camargo (25) een telefoontje van René Vandereycken. Goed nieuws voor de Braziliaanse Belg: de bondscoach nam hem op in de voorselectie van de oefenwedstrijd tegen Slovenië. Een half jaar na zijn naturalisatie trekt de spits van Standard misschien voor het eerst het shirt van de Rode Duivels aan.
Hoe verwacht je dat Vandereycken je zal uitspelen?
Igor De Camargo: “Mijn opdracht zal vergelijkbaar zijn met die bij Standard: aanwezig zijn in de zestien, maar ook terugplooien als dat nodig blijkt. Ik ken de meeste jongens bij de nationale ploeg en ik heb het voordeel dat ik iedereen begrijp. Toen ik naar België kwam, vond ik het mijn plicht om de twee talen te leren. Ik ga er alles aan doen om het vertrouwen in mij te bevestigen. Hier in België heb ik alle kansen gekregen, nu wil ik iets terug doen.”
Je kent Vandereycken van zijn periode bij Genk. Toen werd gezegd dat hij niet in jou geloofde …
“Toch wel! Tijdens mijn twee passages bij Genk was er altijd een aanvallende weelde. Het rijtje spitsen waartegen ik moest optornen is niet min: Sonck, Dagano, Ban, Beslija, Origi, Kpaka, Vandenbergh, … Ik moet speeltijd krijgen om beter te worden, dat is de rode draad doorheen mijn carrière. In tegenstelling tot wat de pers toen schreef, had ik geen enkel probleem met Vandereycken bij Genk. Mijn logische overstap naar Brussels had niets met hem te maken: ik wou gewoon op het veld staan.”
Bij Brussels streed je voor het behoud, nu zit je met Standard op koers voor een nieuwe titel.
“Ik wil nog niet te vroeg victorie kraaien. We moeten wachten tot na de wedstrijd tegen Anderlecht. Als we van tegenslag gespaard blijven, dan hebben we een completer elftal. Voor die cruciale wedstrijd spelen we Europees in Braga, terwijl Anderlecht op woensdag de wedstrijd tegen Gent moet inhalen. Ik heb er vertrouwen in, we hebben onder Bölöni nog vooruitgang geboekt.”
Is Bölöni de eerste trainer die je vraagt om geregeld terug te zakken?
“Helemaal niet. Door het vertrek van Fellaini misten we wat lengte op het middenveld en de trainer heeft dat gedeeltelijk op die manier proberen op te lossen. In het moderne voetbal heeft elke speler zijn kwaliteiten, maar iedereen moet in staat zijn om op verschillende posities te spelen. Verdedigers schuiven mee naar voren en aanvallers knappen defensief werk op. Onder Preud’homme hing ik ook af en toe wat terug, maar minder systematisch. De eerste die me dat gevraagd heeft was Emilio Ferrera bij Brussels.”
Je bent niet de eerste Braziliaanse spits die het tot Belgisch international schopt. Hoe goed ken je Luis Oliveira?
“Toen ik hier in België aankwam, had ik nog nooit van hem gehoord. De mensen in Brazilië zijn vooral geïnteresseerd in de grote Europese kampioenschappen. Later heb ik natuurlijk wel gehoord over Oliveira en zijn sterke prestaties bij Anderlecht en de Rode Duivels. Ik ben een ander soort voetballer, maar ik zie hem wel als een mooi voorbeeld.”
PIERRE BILIC
