Komende zondag ontvangt Brecht Dejaegere met AA Gent Club Brugge, waar de middenvelder tussen 1998 en 2006 vertoefde. De 23-jarige West-Vlaming, in augustus 2013 voor 1,3 miljoen euro overgenomen van KV Kortrijk, roemt volop de collectiviteit bij de Buffalo’s. ‘Wij willen één toffe bende vormen.’

Hoe kan het dat AA Gent meedraait aan de kop van de rangschikking? Wat is het succesrecept van coach Hein Vanhaezebrouck? Op basis van enkele uitspraken uit het verleden van zichzelf en anderen probeert pocketvoetballer Brecht Dejaegere, door Lokerentrainer Peter Maes ooit getypeerd als ‘een boefje’, om een duidelijke verklaring te geven.

‘Dankzij Hein Vanhaezebrouck kreeg ik de kans om te debuteren in eerste klasse. Ik heb veel te danken aan hem. Hoe dan ook blijft hij zweren bij een offensieve benadering.’ (Brecht Dejaegere, Het Nieuwsblad, 07/05/2014)

Brecht Dejaegere: “Als je wilt doorbreken als profvoetballer moet je kunnen terugvallen op drie aspecten: mentaliteit, kwaliteit en wat geluk. Ik zat bij de beloften van Kortrijk en kon als achttienjarige vertrekken naar de eerste ploeg van tweedeklasser KSK Ronse, om wat geld te verdienen. Maar ik besliste nog een jaartje extra bij KVK mee te draaien. Ik werd door Hein gevraagd de voorbereiding mee te maken bij de A-kern en wat oefenduels mee te spelen. Een geplande reis zegde ik af. Het draaide zo goed dat Hein besliste dat ik bij de groep bleef. Vanaf toen kon en mocht ik me prof noemen, een droom kwam uit. Hein zette de deur open, ik moest ervoor zorgen dat ik die kans greep. In meer dan 25 jaar slaagde geen enkel jeugdproduct erin bij Kortrijk door te breken in eerste klasse, ik forceerde dat wel. Een enorme eer. Ik voelde me verplicht om als mens en voetballer iets terug te geven. Weet je, ik stel niet graag mensen teleur die vertrouwen in me hebben, en zeker je baas niet. (lacht) Want dat doet te veel zeer. Zo’n slecht gevoel ontwijk ik liever. De voetbalkennis van Hein is fenomenaal. Geen detail ontgaat hem. Hij werkt veel op automatismen. Vandaag deden we veertig minuten lang dezelfde oefening, om via herhaling het er echt volledig in te krijgen als basis om op terug te vallen. Achter alles zit een goed uitgewerkt idee.”

‘Ik herinner me legendarische droppings in de Ardense bossen onder Hein. Soms gebeurt het weleens dat jongens misselijk en de uitputting nabij van het veld stappen.’ (Brecht Dejaegere, Het Nieuwsblad, 07/05/2014)

Dejaegere: “Ik ben ondertussen vijf jaar prof, waaronder vier jaar met Hein. (grijnst) Daarmee kort ik mijn eigen loopbaan een jaartje in, wat het gaat er vaak keihard aan toe. Maar de voldoening is zo groot achteraf, ondanks de zware fysieke inspanningen. Wie zijn programma in het tussenseizoen – op basis van de hartslagmeter – niet volgt, die gaat eraan. Of als je niet voor de volle honderd procent wilt meestappen in zijn verhaal en filosofie, dan kun je het ook wel schudden.

“Bij zo’n dropping ben je op elkaar aangewezen, maar sta je ook onder een zekere tijdsdruk. Want wie vroeger terugkeert, heeft meer nachtrust en kan beter recupereren van de inspanningen. Je wilt dus vlug in je bed kruipen, met als consequentie dat je sneller moet lopen. Anders ben je de ochtend erna stevig vermoeid, de wekdienst ligt immers altijd vast om halfnegen. Begrijp je de insteek?

“Heel wat jongens bij Gent keken hun ogen uit, ondanks mijn waarschuwingen vooraf. Je moet dus openstaan voor elkaar. We dienden eens met boomstammen te sleuren. Het ging om een competitie onder de kamers op stage. Eerst lopen op een helling, door water, over land en dan telkens stukken afzagen. Beginnen met veertig centimeter, dan dertig, twintig, tien en niks meer. Mentaal zwaar als je de zwaarste moet meenemen. We kregen dan punten, naast een kajaktocht en een quizavond. De eerste van de ranking kreeg drie vrije dagen, de tweede twee en de derde één. Iedereen snakte daarnaar en ging er zwaar voor.

“Zo leerde ik ontdekken dat Yaya Soumahoro niet altijd een speelvogel is die de kantjes er wil aflopen. Hij wil meegaan in het project, doet zijn uiterste best om zijn vroegere gewoonten af te zweren. Die knop omdraaien lukt almaar beter. HabibHabibou toonde zich een leider in het begin, maar wilde niet volledig mee. Dan is het stop, bonjour en au revoir.”

‘Wat mij vooral is opgevallen, is hoe gretig iedereen bij AA Gent is. Iedereen wil zo graag. Vorig jaar legde ik mezelf misschien wat te veel druk op. De trainer gaf ons mee dat we niet meer moeten achterom kijken.’ (Brecht Dejaegere, Het Laatste Nieuws, 16/07/2014)

Dejaegere: “Er kwam sowieso een nieuwe wind door de coach en heel wat andere spelers. Veel jongens voor dezelfde plaats, we konden bij wijze van spreken twee ploegen samenstellen. De concurrentie was enorm. Veel spelers bleken aan elkaar gewaagd. Door die felle strijd voor een basisplaats tilden we elkaar naar een hoger niveau. Daar plukken we tot op vandaag nog de vruchten van. Wij willen één toffe bende vormen. Anders laten we Francky Vandendriessche ook geen selfie maken na onze competitiezege op de slotspeeldag bij Anderlecht, hé. (lacht) Heb je gezien hoe Uros Vitas, die dit seizoen alleen nog maar eens inviel op Charleroi, meevierde? Dat zegt alles. Die amuseert zich super en wil zijn waarde bewijzen ten overstaan van de technische staf en de rest van de spelersgroep.

“Duidelijkheid en afspraken, in functie van die noodzakelijke groepsdynamiek, dat staat altijd voorop. Ik beleef daardoor het mooiste jaar uit mijn carrière. De groepssfeer zit goed, er worden constant grapjes over elkaar gemaakt zonder dat je boos wordt bekeken. Een voorbeeld: we zitten allemaal samen in een Whatsappgroep. Het weekprogramma werd nog nooit zo snel gecommuniceerd. Vandaag nog werd er een foto genomen en geplaatst van Matz Sels die was toegekomen in een legerbroek. Dat symboliseert onze hechtheid en betrokkenheid. De Balkanjongens hadden onlangs een bootje gehuurd voor een tochtje op de Leie vanuit het stadscentrum en vroegen me spontaan mee. Echt uniek.”

‘Vijf jaar geleden was ik een pannenlatje dat 66 kilogram woog. Ik weeg intussen iets minder dan 71 kilo. Er zijn dus zo’n vijf kilo spieren bijgekomen.’ (Brecht Dejaegere, Het Laatste Nieuws, 20/09/2014)

Dejaegere: “Ik speelde bij de beloften van KV Kortrijk als verdedigende middenvelder. In de eerste ploeg werd ik als invaller vaak gebruikt in een meer aanvallende rol. In een interview met Hein las ik dat hij vond dat ik fysiek sterker moest worden. Voor mij het signaal om vier keer per week met Sven Kums naar de fitness in De Kaai te trekken. Na school of op een vrije dag zat ik daar ook. Dat had ik ervoor over. Ik moest gewoon sterker worden, wilde ik slagen in het profvoetbal. Mijn vader benadrukte wel eens dat voetbal niet voor mietjes is. Ik probeerde ook eventjes creatine en Herbalife, maar daar ben ik definitief mee gestopt sinds ik geen echte vermoeidheid meer voel. Ik stapte over op gezonde voeding, zoals havermout elke ochtend, en ik drink tegenwoordig veel water. Geen cola meer, vroeg in bed kruipen, die focus is broodnodig om te overleven in play-off 1. Qua maximale krachtoefeningen werk ik tot minstens driemaal per week na training op de triceps (met de schouderspieren), biceps (met de rugspieren) en de schouder (met de beenspieren). Ik studeerde regentaat Lichamelijke Opvoeding, waardoor ik goed genoeg weet dat het niet ten koste mag gaan van mijn snelheid en explosiviteit. Vroeger was ik na 55 minuten soms kapot, door het duwen en trekken om overeind te kunnen blijven. Nu kan ik al wat gemakkelijker rondkijken. Dat evenwicht zit perfect.”

‘Er lopen hier geen vedetten rond. Toen ik Habibou vroeg om mee te helpen verdedigen, antwoordde hij soms: “Ik blijf voorin.” Dat is nu niet langer het geval.’ (Brecht Dejaegere, Het Laatste Nieuws, 19/01/2015)

Dejaegere: “Op de stage in Spanje, vlak voor het begin van de play-offs, werden we verdeeld in groepjes en kregen we verschillende wedstrijdfases via videobeelden voorgeschoteld. Bij de tegendoelpunten moesten Laurent Depoitre, Renato Neto en ik als één van de groepjes aangeven waar en wanneer er iets fout liep. De directe confrontatie. Wij konden dat zomaar vertellen, zonder dat daar een negatieve opmerking op volgde. Vroeger werd dat vaak verkeerd opgevat, moest je echt opletten wat je openlijk verklaarde. Nu wordt alles direct in de groep gegooid. De coach had ook vrij snel aangehaald dat de jongens die enkel aan zichzelf dachten, eruit zouden vliegen. Als je hogerop wilt geraken, moet je team hoog in het klassement staan. Pas dan komen geïnteresseerden kijken. Je moet dus leren meehelpen, collectief, en je eigen ego opzijzetten. Het mooiste symbool daarvan is Laurent Depoitre. In het begin waren er veel vraagtekens, maar hij snoerde de criticasters allemaal de mond met zijn goals en zijn vele assists. Die onbaatzuchtigheid, daar moeten we allemaal naar streven. Iedereen wil hem helpen en wij krijgen ook de steun van Lolo. Heb je hem al ooit een penalty zien opeisen? De trainer bepaalt en daarmee uit. Dat is onze kracht: iedereen wil er voluit zijn hoofd voor leggen.”

‘Ik heb weinig vrienden in het voetbal, maar Brecht is mijn broer.’ (Renato Neto, Het Laatste Nieuws, 30/01/2015)

Dejaegere: “Ik kom, echt waar, overeen met iedereen. Gisterenavond nog nodigde Renato zichzelf samen zijn vriendin en kindje uit bij me thuis om te eten. Er waren wat aanpassingswerken in zijn huis, die langer tijd in beslag namen dan voorzien. Het werd plezant, want na een portie vislasagne keken we nog samen naar wat voetbal in de Champions League. Dat is toch super, die kameraadschap. Daardoor voel je je goed in je vel. Wij carpoolen dagelijks. Renato woont in Ruddervoorde, ik amper vijf minuten verder in Zedelgem. Vorig jaar gebeurde het wel eens dat hij te laat kwam op training, nu nog niet. Ik ben een ochtendmens, hij gaat daarin mee. Vroeger durfde ik weinig tot niks, nu haal ik al eens een grapje uit door wat water over de ploegmaats te kieperen. Iets simpels, maar typische kleedkamerhumor. Vandaag kwam ik met de nieuwe wagen van Renato naar training, hij vertrouwt me blindelings. Dat is fantastisch. Volgens mijn vader mag je je beste maten maar op één hand kunnen tellen. Ik heb er twee: Renato en Sander Gardin, tegen wie ik alles kan zeggen.”

‘Psychologe Eva Maenhout hielp me de druk te minimaliseren. Ik zei altijd: ik moet goed spelen. Zij zegt: het moet niet, het mag.’ (Brecht Dejaegere, De Standaard, 04/02/2015)

Dejaegere: “Ik was ooit al weleens naar een psycholoog geweest, maar daar had ik te fel het gevoel dat ik de patiënt was. (lacht) Ik lag net niet op een zetel. Snap je? Maar ik ben niet gestoord, hé. Vanaf het begin fungeerde Eva wat als een moederfiguur, vervulde ze de rol van raadgeefster. Ze luisterde. Alles gebeurde door observatie. Ik ben een heel sociaal iemand en had er geen moeite mee om veel op tafel te gooien. Alles gebeurde bijzonder spontaan. Eva was ook verrast door het feit dat mijn prestaties razendsnel verbeterden. Nu is er minstens eenmaal elke twee weken een stevig gesprek: over voetbal, privézaken, mijn toekomstdoelen… Ik ben iemand die snel twijfelt. Vaak heb ik moeite om keuzes te maken, zelfs tot het avondeten toe. Ik wilde altijd juist handelen, nu laat ik al gemakkelijker iets op me afkomen.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELDEN: BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content