Vanaf 1 januari rijdt er met Sunweb-Pro Job een nieuwe veldritformatie rond. Ploegleider Hans De Clercq over de turbulente totstandkoming van de ploeg.

Heel wat wenkbrauwen gingen vragend de hoogte in toen Jurgen Mettepenningen begin dit jaar aankondigde dat hij met een nieuwe veldritploeg zou beginnen. Toen de voormalige manager van de tweedeklasser VW Hamme voortijdig een sponsor (Landbouwkrediet) bekendmaakte en die vervolgens afhaakte, deden velen het project af als het zoveelste luchtkasteel. Maar Mettepenningen klaarde de klus en kon half september Sunweb-Pro Job voorstellen. Met een budget van 875.000 euro werden topnamen als Sven Vanthourenhout en Tom Vannoppen aangetrokken, die samen met Jan Verstraeten en elite zonder contract David Willemsens, Nys en de Fidea’s het vuur aan de schenen moeten leggen. De sportieve leiding komt in handen van het duo Hans en Mario De Clercq – géén familie, maar wel dikke maatjes. Ondanks een nieuwe onheilstijding – kopman Tom Vannoppen moest zich laten opnemen om een depressie te laten behandelen – ziet ex-renner en tv-commentator Hans De Clercq de komende maanden met veel enthousiasme tegemoet.

Om te beginnen bij het begin : veel mensen waren ervan overtuigd dat Mettepenningen zijn zaakjes niet rond zou krijgen.

Hans De Clercq : “Ik zal daar eerlijk in zijn : met die hetze heb ik ook meegedaan. Jurgen werkte dat zelf in de hand. Hij komt uit het voetbal, het is geen ex-renner. Bovendien is hij nog maar 31 jaar. Dan moet je je sowieso dubbel bewijzen. Vervolgens komt hij niet met een sponsor naar buiten. Toen ik met hem sprak, had ik er echter snel een goed gevoel bij. Het is een man die op het gebied van de koers nog heel veel moet leren, maar die op zakelijk vlak al heel beslagen is. Dat was voor mij genoeg om erin te geloven. Daarbij : Mario en ik, wij hebben hier niks mee te verliezen, hé. We hebben onze andere jobs nog.”

Waarom dacht Mario De Clercq aan jou als ploegleider ?

“We kennen elkaar al 25 jaar, er is geen naijver tussen ons. We hebben dezelfde achternaam, maar ook hetzelfde karakter. Wij gaan voor weinig of niks aan de kant, we zijn eerlijk en rechtuit. Als het niet klinkt, dan botst het. Ik ben al dikwijls met mijn hoofd tegen de muur gelopen, maar de laatste jaren heb ik al vaak iets teruggekregen van toen. Sommigen hebben me opzij geschoven omdat ik voor bepaalde mensen opkwam. Wel, van de mensen die ik toen verdedigd heb, krijg ik nu dingen terug. Als ik ergens een hekel aan heb, zijn het mensen die geen beslissingen durven nemen. Mario is ook zo.”

Jullie zullen een stel kordate ploegleiders worden.

“Ja, maar ik ben ook wel een mens, hé. Op dat vlak heb ik een heel goede leermeester gehad aan Walter Planckaert. Dat was een vriend van alleman, maar als hij tijdens een vergadering zijn mond opendeed, was iedereen stil, zowel de jonge renners als de anciens.”

De schriftjes van Mario

Mario De Clercq wordt voorlopig ‘sportief adviseur’, want ploegleider kan hij niet worden tot maart 2007 omwille van zijn schorsing in de zaak-Landuyt. Wat vind je van het feit dat hij nog steeds in een dopingzaak betrokken is ?

“(lacht) Spijtige zaak, vind je niet ? De laatste weken komt het weer in het nieuws, maar die mensen zijn nooit positief bevonden. Enkel op geruchten zijn ze jaren geschorst.”

Er waren wel zéér sterke aanwijzingen.

“Die hadden ze in Spanje ook, en daar gaan ze toch allemaal koersen ? Basso heeft toch ook een contract van meer dan twee miljoen euro ? Dat is nog veel erger, want daar lijken effectief bewijzen te zijn. In de zaak- Landuyt hebben ze niks gevonden, er komt in ieder geval toch niets naar buiten.”

Omdat de renners zelf gevraagd hebben om de zaak achter gesloten deuren te behandelen.

“Maar na verloop van tijd lekt alles uit. Dat is hier niet gebeurd.”

Zou het niet kunnen dat het bondsparket gewoon haar werk goed gedaan heeft ?

(zwijgt)

Geloof je in de onschuld van Mario De Clercq ?

“Ik wel, ja.”

Je bent dus bereid te geloven dat De Clercq een schriftje met aantekeningen over het gebruik van epo bijhield om een roman te schrijven ?

“Ja, dat denk ik wel, Mario kennende. Wie had gedacht dat Sven Nys ooit een boek zou schrijven ? Ach, het is nu zo en op 1 maart is het gepasseerd.”

De KBWB vond het niet ethisch dat Mario De Clercq ploegleider werd.

Den bond, daar noem je wat. Moet ik daar echt op antwoorden ? (lacht) Neen, ik ga er niet op antwoorden.”

Zowel Tom Vannoppen als Sven Vanthourenhout hebben nog met Mario De Clercq bij Palmans gereden. Is dat een voor- of een nadeel ?

“Het kan een nadeel zijn. De renners kennen hem als ploegmakker en als kamergenoot, maar nu moet Mario plotseling ploegleider zijn. Dat is allemaal oké als alles goed gaat. Je maakt plezier, je drinkt ’s avonds in de bar nog een pintje. Maar als het niet goed gaat, moet je als ploegleider optreden, terwijl zij je nog altijd bekijken als een soort vriend. Dat bén je ergens ook, maar er moet een grens zijn. Het voordeel is natuurlijk dat Mario perfect weet wie wat kan en hoe Sven en Tom in elkaar zitten.”

Over mijn lijk

Sven Vanthourenhout heeft de neiging iets te maniakaal met zijn vak bezig te zijn. Bij het begin van vorig seizoen was hij angstaanjagend mager.

“Toen ik hem vorig jaar zag vlak voor Ruddervoorde, heb ik hem meteen gezegd : hoe mager ben jij nu, man ? Vel over been was hij. Hoe komt zoiets ? Als je tegen Sven zegt dat hij een week niet mag eten, dan eet hij een week niet. Zó is hij met zijn vak bezig. Hij maakt een leerschool door, hé, hij is nog maar 25 jaar. Pas binnen een paar jaar zal hij op zijn sterkst zijn.”

Waartoe zie je Vanthourenhout in staat ?

“Hij kan net onder Sven Nys staan. In Koksijde had hij bijvoorbeeld meegekund met Nys, maar hij heeft zich laten wegdrummen door Gerben de Knegt, die al een paar keer de rol had moeten lossen. Sven is nog te braaf, veel te braaf. Niet dat hij zich overal laat wegdrummen, maar op de cruciale momenten moet hij nog iets meer die over-mijn-lijkmentaliteit hebben. Hij moet een beetje meer het karakter van Mario krijgen. Sven Vanthourenhout zit in hetzelfde proces als Sven Nys een paar jaar geleden.”

Na Koksijde excuseerde Vanthourenhout zich zelfs in de pers omdat hij de koers te weinig in handen had genomen.

“Nog zoiets. Hij moet zich niet excuseren na de wedstrijd, hé. Waarom ? Omdat hij niet genoeg op kop had gereden. (maakt wegwerpgebaar) Komaan, zeg. Maar dat zal overgaan, hoor.”

Vanthourenhout moet misschien nog wat meer grinta krijgen, maar jullie grote zorgenkind is Tom Vannoppen, die zich zelfs enkele weken liet opnemen met een zware depressie.

“Ik weet ook niet precies wat er gebeurd is. Als ik de verhalen mag geloven, was het al weken aan een stuk aan de gang. De laatste keer dat ik Tom persoonlijk sprak, was in Putte-Kapellen. Toen heb ik hem wel op zijn plaats gezet omdat ik het niet meer vond kunnen.”

Wat vond je dan precies niet kunnen ?

“Als je conditioneel zo slecht bent als hij, dan loop je niet om elf uur ’s avonds nog rond op Putte-Kapellen. Dan ga je naar huis. Ik heb heel veel verhalen over hem gehoord, maar ik stoor me daar niet aan. Ik constateer alleen maar. In Putte heb ik gezegd : ‘Tom, zo kan het niet verder. Conditioneel sta je nergens.’ De zondag ervoor had hij Ruddervoorde gereden : anderhalve ronde aan zijn broek. Hij stond te zwaar, ja. Daar heb ik allemaal geen problemen mee, het is misschien niet slecht om het seizoen te beginnen met een kilo of vier te veel. Maar je moet wel een bepaalde basis hebben. Ik heb Tom gezegd dat hij moest veranderen.”

Hoe reageerde hij daarop ?

“Dat komt allemaal wel goed, tegen Niel ben ik in orde, zei hij. Tom is een hele toffe, sociale gast, je kan daar moeilijk boos op zijn. Hij heeft een zekere flair over zich.”

Over dit seizoen kan hij wel een kruis maken.

“Als hij de knop nu volledig omdraait, kan hij misschien eens top tien rijden tegen eind januari. Gezien de omstandigheden zou dat een geweldige prestatie zijn. Ik blijf erbij : Tom Vannoppen is na Nys en een super- Wellens de derde man. Vannoppen is een grote klasbak, maar hij moet het zelf doen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat hij het tij kan keren. Hij heeft nog zeven, acht jaar waarin hij goed zijn boterham kan verdienen en een grote vedette kan zijn. Daarna mag hij leven zoals hij wil.”

Vannoppen heeft een driejarig contract getekend bij Sunweb-Pro Job, hij weegt behoorlijk op het budget en hij presteert voorlopig niet. Er zijn leukere situaties voor een nieuwe ploeg.

“Intern zijn we er volop mee bezig. Hij was onze tweede kopman, naast Sven. Ik vrees voor de dag dat Sven uitvalt met een blessure. We werken aan een oplossing, maar ik kan daar niet over uitweiden.”

Handjes op het stuur

Met Jan Verstraeten hebben jullie ook al geen geluk, want hij sukkelt nog steeds met de gevolgen van een barst in de knieschijf.

“Hij is volgens mij te vroeg herbegonnen, maar hij wilde per se in Ruddervoorde starten. Hij heeft een paar goede crossen gereden, maar zit nu terug in een dipje. Hij wou zich bewijzen, dat is menselijk. Ik denk dat hij nog een grote stap vooruit kan zetten mits een goede zomer.”

David Willemsens rijdt bij jullie als elite zonder contract, maar hij zou dolgraag een jaar als prof volmaken.

“Als het aan mij ligt, krijgt hij morgen een profcontract. Die man werkt fulltime in de bouw, hé. Nu doet hij iets lichter werk, wat betekent dat hij niet meer met zware lasten hoeft te sleuren. In Koksijde moest hij helemaal achteraan starten, en hij wordt elfde. Elfde ! Laat hem vooraan starten en die man rijdt top vijf. Van die jongen hebben we het einde nog niet gezien, ook al is hij al 31 jaar. Ik ben ook pas op mijn 31ste bij Lotto gekomen en heb daar mijn beste jaren beleefd.”

Hoe zie je de ploeg praktisch functioneren ? Wil je het model Fidea volgen, met gezamenlijke trainingen, of wordt het losser, zoals bij Rabobank ?

“Rabobank is veeleer een wegploeg waarin de veldrijders ingepast worden. Wij zijn in feite een tweede Fidea, met allemaal veldrijders. Het is de bedoeling om met de jongens meermaals samen te komen. In de tweede helft van april gaan we voor een week op stage, begin mei starten we met het wegprogramma. We willen iedere maand een rittenwedstrijd rijden, in samenspraak met de renners. Ze doen nu al iedere maand een conditietest, zodat we rond mei, juni een beeld hebben van hoe ze conditioneel in elkaar zitten.”

Hoe belangrijk is een goede zomer voor een veldrijder ?

“Enorm. Je moet hen rittenwedstrijden laten rijden tegen betere renners, waar ze een keertje afzien. Als die jongens van Rabobank ergens starten, is het niet om met de handjes op het stuur mee te rijden, maar om te winnen. Heb je gezien hoe Nys in de Ronde van België al reed, in die laatste etappe in Wallonië ? Toen waren we eind mei, hé. Ook Mario was daar een perfect voorbeeld van : op 1 mei, in de Grote Prijs Hoboken, reed hij altijd goed.”

Veel veldrijders lijken wel bang om diep te gaan in de zomer.

“Dat is ongelooflijk. Ze denken : we mogen maar tien, vijftien koersen rijden. Neen, verdorie, ze moeten veertig, vijftig koersen rijden. We spreken over een periode van vijf maanden, en we spreken niet over superzware rondes zoals de Tour, hé. Het gaat over etappewedstrijden van vier, vijf dagen. Ik weet niet waar die angst vandaan komt.”

Zwitsers parcours

Wat is volgens jou het grote geheim van Sven Nys ? Professionele begeleiding ?

“Daar ben ik honderd procent van overtuigd. Natuurlijk is het geen garantie, je moet het doen met wat je meekregen hebt van moeder natuur. Er rijdt hier momenteel een tweede Liboton rond, hé. Ieder jaar zeggen de concurrenten : we gaan hem daar of daar pakken, en elk jaar wordt Nys sterker. Toen ik de cross in Koksijde zag (waar Nys slecht startte, nvdr), wist ik in de tweede ronde al genoeg. Wellens was volop aan het koersen, en achter hem reed Nys fluitend van groepje naar groepje, en hij knabbelt er nog twee, drie seconden af. Terwijl Wellens volle bak rijdt ! Dan weet je : als Sven erbij komt, rijdt hij ze eraf wanneer hij wil.”

Wat betekent de suprematie van Nys op lange termijn voor de veldritsport ?

“Een goede zaak is het zeker niet. Het veldrijden is zeer populair, maar ik hoop dat we niet dezelfde weg opgaan als Zwitserland. Nu is daar niets meer, maar tien, twaalf jaar terug gingen Belgen in Zwitserland crossen om beter te worden en bouwden ze hier in België Zwitserse parcours na. Ik hoop echt dat de populariteit in België niet implodeert.”

Op dit ogenblik bieden de organisatoren tegen elkaar op met startgelden.

“Je zou denken dat het ergens ophoudt, maar dat hebben ze van de rennerslonen ook gezegd en die blijven ook verder stijgen. Eigenlijk moeten de Superprestige en de GvA-Trofee naar het buitenland, want dat zijn twee klassementen die de renners hier vasthouden. Daarnaast moet je meer buitenlanders naar hier halen. Steve Chainel, vorig jaar vierde op het WK, kan hier in België komen crossen voor 250 euro, is dat niet schandalig ? Zo kan je toch geen buitenlanders aan de start krijgen ? Zou je eens niet beter aan zo’n gast geld geven dan 500, 600 euro te spenderen aan een Belg die 25ste rijdt ? Misschien kunnen ze er een verplichting van maken om minstens een bepaald percentage van elke nationaliteit aan de start te hebben.”

Slotvraag : waarmee is Hans De Clercq tevreden na dit veldritseizoen ?

“Met een wereldkampioen (lacht). Pas op, zo onrealistisch is dat niet met Sven Vanthourenhout. Er zijn weinig wedstrijden in West-Vlaanderen die hij verliest, hé. Maar ik zal tevreden zijn als de jongens goed presteren. Ik hoop dat onze jeugd hier en daar een prijs kan pakken en dat David weer nationaal kampioen wordt bij de elite zonder contract en vervolgens een profcontract krijgt. Maar het grootste geluk van allemaal zou zijn als Tom Vannoppen al eens ergens top vijftien rijdt.”

LOES GEUENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content