‘IK BEN ANDERLECHT EEUWIG DANKBAAR DAT ZE MIJ UIT DE SHIT HEBBEN GEHOLPEN’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Zeg niet meer Frank The Tank tegen Frank Boeckx. Noem hem voortaan Frank The Man. Of gewoon: de nummer een bij Anderlecht. Niet slecht voor iemand die persona non grata was geworden bij AA Gent, afgeschreven leek voor het profvoetbal en plannen had om met zijn rugzak door Zuid-Amerika te trekken.

Laat die nieuwe doelman maar komen! Met die ingesteldheid begint Frank Boeckx straks aan het tweede deel van de competitie. Boeckx is sinds eind november de nummer een onder de lat bij Anderlecht en hij is niet van plan om zijn stek zomaar af te staan. ‘De komst van een nieuwe doelman? Dat betekent niet dat ik automatisch een stap zal moeten terugzetten. De trainer heeft het laatste woord en daar heeft zelfs het bestuur geen invloed op’, zegt Boeckx met een soort zelfbewustzijn die hij enkele maanden geleden wellicht niet had. ‘Mocht ik het voor het zeggen hebben, dan zou ik mezelf sinds het begin van het seizoen hebben opgesteld. Maar als gewone werknemer van de club heb ik mij niet te moeien met wat zich boven mijn hoofd afspeelt. Het management bepaalt het aan- en verkoopbeleid en de trainer stelt de ploeg op. Over twee zaken heb ik vrij spel: de kleur van mijn schoeisel en het type keepershandschoenen dat ik draag.’

Dat Boeckx onder de lat staat, heeft eigenlijk iets onwezenlijks. Anderhalf jaar geleden zat de dertigjarige doelman sportief helemaal aan de grond. Zijn contract bij Antwerp werd niet verlengd en hij moest tijdens de zomermaanden zijn conditie onderhouden bij vierdeklasser Hamme. ‘De rekeningen stapelden zich op, maar er kwam geen geld binnen. Ik zat thuis tevergeefs te wachten op een aanbieding. Intussen staat de wereld niet stil: clubs begonnen aan de voorbereiding en plots stond de competitie voor de deur. Mentaal begon dat te wegen.’

Tot je dat verlossend telefoontje kreeg van Anderlecht op het einde van de transferperiode.

FRANK BOECKX: ‘Peter Smeets heeft mij een handje geholpen: hij kent het huis en wist dat Anderlecht een ervaren doelman zocht. Hij heeft bij het bestuur, Besnik Hasi en keeperstrainer Max de Jong mijn imago van moeilijke jongen kunnen ontkrachten. Hij heeft hen ook gezegd: Frank is een goede gast, geef hem een kans. Ik moet Peter en Anderlecht eeuwig erkentelijk zijn. Ze hebben mij uit de shit geholpen. Het doet deugd om die mensen iets terug te kunnen geven.’

Heel België was verrast over je transfer. Iedereen vroeg zich af wat jij ging uitrichten bij Anderlecht.

BOECKX: ‘Toen ik in september 2015 aankwam, was ik bijlange niet klaar om een wedstrijd te spelen. De eerste stap was het plezier in het voetbal terugvinden – dat was ik kwijtgeraakt na mijn periode bij Gent. Na een paar dagen ging ik weer met de glimlach trainen en tegen de winterstop was ik eindelijk wedstrijdfit. Al wist ik dat ik geen enkele kans maakte om te spelen.’

Na de match tegen Gent zei je: ‘Ik ben altijd in mezelf blijven geloven. Dat anderen hun vertrouwen in mij verloren, is hun probleem.’ Geef die mensen eens ongelijk: je laatste wedstrijd in eerste klasse dateerde al van 6 oktober 2013 tegen Genk.

BOECKX: ‘Ik ken mijn kwaliteiten en gebreken en ik wist dat ik beter verdiende dan tweede klasse. Sorry, maar dat niveau kon ik aan zonder te trainen. Ik had een groot probleem: ik had de perceptie tegen. Ik heb zogezegd een moeilijk karakter, ik zou niets anders doen dan flauwekul verkopen… In de kleedkamer ben ik inderdaad een lolbroek. Voor mij is humor namelijk de maatstaf van intelligentie. Op het veld ben ik de eerste om erin te vliegen, want dat gaat om de punten, de centen, over het kampioenschap. Wie niet scherp traint of onnozel doet, zal ik uitkafferen.’

Ben je zelf verbaasd over het niveau dat je haalt?

BOECKX: ‘Als je gedurende anderhalf jaar elke dag met spelers traint die ooit bij een grote club zullen spelen en je valt niet door de mand, dan kun je het niveau toch aan? Maar ik besef dat alles wordt uitvergroot bij Anderlecht: vandaag is alles glitter en glamour, morgen kan alles gitzwart kleuren. Ik ben oud en wijs genoeg om te weten dat de waarheid ergens in het midden ligt. Nu worden mijn prestaties uitgelicht omdat de mensen het niet verwachtten, maar dat zal snel overwaaien. Weet je: ik laat voorlopig alles op mij afkomen. Wordt het mij op een dag te veel? Dan zal ik wel uit eigen beweging naar een sportpsycholoog stappen. In het verleden heb ik al goed samengewerkt met Jef Brouwers.’

Je hield vier keer de nul in zes wedstrijden, maar je werd amper aan het werk gezet. Hoe beoordeel je je eigen prestaties?

BOECKX: ‘In sommige wedstrijden zat het mee en daar ben ik niet rouwig om. Maar geluk dwing je ook af, wordt vaak gezegd. Mijn vorige en huidige keeperstrainer hebben mij één ding goed ingeprent: een doelman die je niet ziet, heeft een goede match gespeeld. Altijd. Als er geen werk is, moet je het niet gaan opzoeken. Anders maak je fouten. Ik ben van mening dat een doelman niet moet opvallen.’

FRANSE KEUKEN

Je ziet er ongemeen scherp uit. Klopt het dat je dagelijks het gevecht moet aangaan tegen overtollige kilo’s?

BOECKX: ‘Ik kom heel makkelijk aan en ik moet extra trainen om gewicht te verliezen. Soms sta ik met bewondering te kijken hoe mijn ploegmaats grote hoeveelheden voedsel naar binnen spelen en geen gram bijkomen. Ik verdik al wanneer ik hen zie eten. (lacht) Ik heb er mij bij neergelegd dat ik tot het einde van mijn carrière mijn gewicht in het oog zal moeten houden.’

Wat raden specialisten aan om je gewicht onder controle te houden?

BOECKX: ‘Toen ik twaalf was, heeft Lierse mij naar een diëtiste doorverwezen. Het verdict was duidelijk: ik moest mijn eetpatroon aanpassen. Sindsdien probeer ik zoveel mogelijk van brood en pasta af te blijven. Voor mij zijn dat echte dikmakers. Dankzij mijn vriendin, die bezeten is van voeding en zelfs een foodblog bijhoudt, krijg ik elke dag een gezonde maaltijd op tafel. Koken is ook een passie voor mij – ik heb zelfs een diploma souschef – maar ik ben meer een aanhanger van de klassieke Franse keuken met haar overvloedig gebruik van boter en room.’

De vakanties moeten voor jou een ware beproeving zijn.

BOECKX: ‘Ik ben verplicht om tijdens mijn vakanties elke dag mijn loopschoenen aan te trekken en op een nuchtere maag te gaan joggen. Bij mij gaat het niet om de snelheid, maar om de duur. Mensen die mij langs de Watersportbaan in Gent tegenkomen, moeten denken: is dat nu een profvoetballer? Maar ik trek wel minstens anderhalf uur uit voor een loopsessie.’

Zegt de naam Jeroen Verhoeven jou iets? Hij keepte onder andere bij Ajax en Utrecht en kreeg de bijnaam ‘pizzakeeper’ wegens zijn ronde figuur.

BOECKX: ‘Zo zie ik er toch niet uit!? En wat dan nog? Een keeper moet beoordeeld worden op het aantal ballen dat hij pakt. Punt aan de lijn. Een keeper met slechts één arm die niets binnenlaat, stel je toch elke week op? Groot, klein, dik, mager, dat maakt niet uit. Het totaalplaatje moet kloppen. Het gaat om ballen tegenhouden, fases lezen, mee kunnen voetballen… Een doelman is een allrounder geworden die alles moet kunnen. Wie compleet is, haalt de wereldtop.’

Had je geen andere carrière kunnen maken mocht je vijf centimeter groter zijn?

BOECKX: ‘Met mijn 1,82 meter heb ik het nog goed getroffen: mijn vader kwam niet verder dan 1,69 meter. Toen ik jonger was, heeft mijn ‘lengte’ mij wel parten gespeeld. Ik weet dat er ploegen hebben afgehaakt puur omdat ik volgens hen enkele centimeters te kort kwam. Wat doe je daaraan? En toch heb ik nooit getwijfeld: sinds mijn vier jaar wilde ik niets anders dan in de goal staan. Ik ben er niet per toeval in gesukkeld, ik ben zelfs de vierde generatie in de familie die het tot doelman schopt. Mijn vader heeft mij weinig keuze gelaten. Hij zei tegen mijn oudere broer: doe jij je ding op het veld, maar die kleine zet ik tussen de palen.’

STERFBED

Je keerde vorige maand door de grote poort terug bij Gent, waar je vijfenhalf jaar hebt gespeeld. Heb je na de match felicitaties gekregen vanuit het Gentse kamp?

BOECKX: ‘Ivan De Witte heeft mij de hand geschud en proficiat gewenst. Klasse van hem. Meteen na de match was hij in alle staten door het optreden van de scheidsrechter, maar hij weet dat de gazet van vandaag morgen gebruikt zal worden om de patatten op te schillen. De Witte beseft dat er belangrijker zaken zijn dan voetbal. Het welzijn van je familie bijvoorbeeld. Vier jaar geleden heb ik aan het sterfbed gestaan van zijn zoon Pieter. Dan is voetbal maar bijkomstig.’

Heb je iedereen vergeven op Gent?

BOECKX: ‘Er valt niets te vergeven… Ik was einde contract en Gent wilde niet meer met mij verder. Dat gebeurt jaarlijks bij elke club. Ik ben dus niet rancuneus. Ik was blij toen Gent twee seizoenen geleden de titel pakte.’

De manier waarop je in het najaar van 2013 opzij werd gezet, getuigt wel van weinig klasse.

BOECKX: ‘Je mag gerust over een liquidatie spreken. Mircea Rednic degradeerde mij in een week van titularis tot vierde doelman. Tot daaraan toe. Maar in januari mocht ik niet mee op stage en ik werd naar de B-kern verwezen, waar geen keeperstrainer voorhanden was. Ik moest maar mijn plan trekken. Ze zetten mij voor het blok: de club onmiddellijk verlaten en drie maanden uitbetaald krijgen, of tot het einde meetrainen met gastjes van zestien. Hun voorstel ging in tegen alle logica en ik heb dus gewoon mijn contract uitgedaan. Maar is dat de manier waarop je een speler behandelt die meer dan vijf jaar alles voor de club heeft gedaan? Dat komt ervan als je één persoon te veel macht geeft. Ik stel me echt vragen over het fatsoen van bepaalde beleidsbepalers bij Gent.’

Je hebt het over Michel Louwagie?

BOECKX: (stilte) Zijn naam is niet belangrijk… Ik weet alleen dat het goed voorbereid was. Ik moest negatief in de pers komen en de publieke opinie moest zich ook tegen mij keren. Waarom moest Gunther Schepens, die voor dezelfde club werkt als ik, mij zo nodig publiekelijk afkraken in een talkshow (Extra Time, nvdr)? De verklaring is simpel: Pelé Mboyo en Sergio Padt moesten de club geld opleveren. Twee keer was ik daar de dupe van.’

Jij kwam in december 2012 niet ongeschonden uit een incident met Pelé Mboyo op training. Hij gaf jou een lichte kopstoot maar jullie werden beide gestraft.

BOECKX: ‘Nochtans had Mboyo toegegeven dat mij niets te verwijten viel. Maar de club wilde hem voor vier miljoen euro verkopen aan Genk en het kon slechte reclame rond zijn persoon missen. Ze hebben mij dus zwart gemaakt en een verkeerde perceptie gecreëerd om het kapitaal dat Mboyo vertegenwoordigde te beschermen. Alle begrip daarvoor. Maar dan had iemand van de club mij apart moeten nemen om de situatie uit te leggen. Gewoon zeggen: ‘We weten dat je niets verkeerds hebt gedaan, maar je beseft toch waarom we dit zo aanpakken.’ Van de technische staf kreeg ik ook geen steun: Bob Peeters en de hulptrainer keken gewoon de andere kant op.’

Hoe ben je erin geslaagd om kalm te blijven?

BOECKX: ‘Dat was niet altijd makkelijk. Ik heb mijn voet zelfs lelijk verwond toen ik uit frustratie een vuilnisbak omver heb gestampt. De dag na het incident was de storm gaan liggen. Mboyo en ik hebben alles uitgepraat in het bijzijn van aanvoerder Bernd Thijs. Het gesprek met het bestuur moest een formaliteit worden. Tot ik begon te voelen dat ze de rollen probeerden om te draaien. Puur om Mboyo te beschermen. Ik was geen slachtoffer meer, maar wel een racist en een agressieveling. Na tien minuten had ik door waar het gesprek naartoe ging en ik heb mijn bandopnemer laten draaien. Ik heb die opname thuis bewaard. Je weet maar nooit… Maar ik ben niet op revanche belust en ik zie dus geen reden om dat gesprek te publiceren.’

ZUID-AMERIKAANSE TOUR

Heeft het laatste halfjaar bij Gent jou een burn-out bezorgd?

BOECKX: ‘Dat niet. Maar ik had een afschuw gekregen van het wereldje. Ik dacht: als de voetbalwereld zo in elkaar zit, dan hoeft het voor mij niet meer. Ik heb een stel hersenen gekregen waar ik iets mee wil gaan doen. De maatschappij heeft zo haar excessen – zeker als er geld mee gemoeid is. En in het voetbal draait het vaak om geld. De avonturier in mij zei: ik hou het voor bekeken.’

Je stond op het punt om een sabbatjaar in te lassen en op wereldreis te vertrekken. Hoe concreet waren je plannen?

BOECKX: ‘Mijn vliegtuigtickets waren nog niet geboekt, maar ik had mijn huis al te koop aangeboden. Ik heb altijd al de wereld willen verkennen, maar het is er nooit van gekomen omdat ik sinds mijn zestiende profvoetballer ben. Nu was de timing perfect: op professioneel en privévlak had ik niets omhanden.

‘Het plan was om naar Costa Rica te vliegen en van daaruit met de rugzak door Zuid- Amerika te trekken. In eerste instantie met de trein, te voet of door te liften. Of ik zou ter plaatse een auto of busje kopen. Kwestie van een permanente slaapplaats te hebben. Voor mij was het ook een soort test: ik wilde weten of ik het zo ver van huis alleen kon redden of na twee weken uit heimwee terug in België zou staan.’

Heb je getwijfeld om je wereldreis toch aan te vatten toen Anderlecht belde?

BOECKX: ‘Neen! Ik kon deze kans niet laten liggen. Alleen al voor mijn ouders, die mij een paar keer per week van Aarschot naar Lier voerden om te gaan trainen. Ze hebben zich zoveel opofferingen voor mij getroost dat ik hen dat niet kon aandoen. Ze zouden mij dat wellicht ook niet in dank hebben afgenomen. Oké, ik heb mijn droom moeten opbergen, maar ik heb mij de keuze voor Anderlecht nog geen seconde beklaagd. Misschien loop ik nu al vooruit op de zaken, maar het zou leuk zijn mocht ik hier mijn carrière kunnen afsluiten.’

De drang om te voetballen bleek uiteindelijk groter dan de rest?

BOECKX: ‘Op een voetbalveld staan, de bal strelen, een paar keepershandschoenen aantrekken, mijn veters strikken, de sfeer in de kleedkamer… Daar doe je het voor. De liefde voor het voetbal is groot, ik erger mij alleen aan alles wat in de coulissen gebeurt. De supporters zien alleen de mooie aspecten van de sport, wij zitten er middenin en zien de minder fraaie dingen. Je moet het echt zien om het te geloven.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘In de kleedkamer ben ik een lolbroek. Voor mij is humor de maatstaf van intelligentie.’ – FRANK BOECKX

‘Ivan De Witte heeft mij de hand geschud en proficiat gewenst. Klasse van hem.’ – FRANK BOECKX

‘Mocht ik het voor het zeggen hebben, dan zou ik mezelf sinds het begin van het seizoen hebben opgesteld.’ – FRANK BOECKX

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content