‘Ik ben bereid om elke dag nieuwe dingen te leren’

© belgaimage

Met Andreas Beck haalde KAS Eupen een voormalig Duits international, goed voor 290 wedstrijden in de Bundesliga, naar de Oostkantons. ‘Mijn buikgevoel deed me snel voor Eupen kiezen.’

Zijn weg in Eupen kent hij kort voor de competitiestart nog niet, maar het is wel de bedoeling dat hij zich met zijn familie in de regio vestigt. Dat vinden ze bij de Duitstalige eersteklasser wel fijn, zo’n speler die ze jarenlang op de Sportschau op zaterdagavond op de Duitse tv aan het werk zagen, nu live te kunnen bewonderen aan de Kehrweg. Bijna alles heeft Andreas Beck (32) in zijn carrière al meegemaakt: titels in Duitsland, in Turkije, interlands met Die Mannschaft. Zelfs een degradatie is hem niet bespaard gebleven, toen hij vanuit Turkije terugkeerde naar de club waar hij als jonge prof debuteerde. Met Mario Gomez en aanvaller Christian Gentner trof hij er zelfs nog een paar ex-ploegmaats uit zijn beginperiode. Gomez, met wie Beck ook al bij Besiktas samenspeelde, blijft voorlopig in Stuttgart. ‘Ik heb hem gezegd dat hij als hij met mij in België wil voetballen, hij me maar hoeft te bellen.’ ( lacht)

Mijn ouders zijn als jonge twintigers met twee koffers van de ene op de andere dag vanuit Siberië in Duitsland aangekomen.’ – Andreas Beck

Met Beck haalde Eupen een bevlogen man, die niet naar België is gekomen om uit te bollen, en die ook antwoorden geeft op minder evidente vragen, zoals:

Je bent geboren in het Russische Kemerovo, diep in Siberië. Hoe is je familie daar ooit terechtgekomen?

ANDREAS BECK: ‘Dat dateert uit de tijd van Catharina De Grote ( van 1762 tot 1796 tsarina van Rusland, nvdr). Die was van Duitse origine en ze riep Duitse boeren in die tijd op om zich in Rusland te vestigen. Kemerovo was van oorsprong een Duits dorp, waarnaast na Wereldoorlog II een enorm werkkamp werd opgericht, dat uitgegroeid is tot een grote industriestad. Na de val van de Muur in 1989 wilden mijn ouders de kans aangrijpen om terug te keren naar Duitsland. Ze waren nog jong, midden in de twintig, toen ze met twee kleine kinderen – mijn broer was zes, ik drie – en twee koffers in de hand vertrokken. Zo zijn we in Duitsland aangekomen. Het maakt dat ik me heel goed kan inleven in de situatie van nieuwkomers die in een land terechtkomen waar ze amper iets hebben bij aankomst.

‘Aanvankelijk praatten we thuis nog Russisch. Mijn moeder was Russin, geboren in Siberië, en ook mijn vader sprak nog amper Duits. Maar vanaf dag één hebben mijn ouders altijd geprobeerd Duits met ons te praten, hoewel het ook voor hen niet makkelijk was. Maar ze waren zich ervan bewust dat het nodig was om een nieuwe start te nemen. Het maakt dat ik nog altijd goed Russisch versta, maar het niet goed meer spreek. Mijn ouders hadden het moeilijk: overdag hadden ze hun jobs, ’s avonds gingen ze naar de avondschool om Duits te leren, en daarnaast zorgden ze ook nog eens voor onze opvoeding. Het heeft me geleerd om, wanneer ik in het buitenland beland, zo snel mogelijk de taal daar te leren, om me zo goed mogelijk te kunnen integreren. Dat gaf ik ook altijd mee aan jonge ploegmaats die in Duitsland arriveerden: leer zo snel mogelijk Duits, omdat ik zelf heb ervaren hoe belangrijk dat is om je plek te vinden in een nieuw land. En je zal er respect mee winnen. Je hoeft je roots niet te verloochenen, maar je moet je wel aanpassen.’

Heeft Rusland nooit geprobeerd om je te overhalen om voor hun nationale ploeg te spelen?

BECK: ‘Toch wel. Er zijn contacten geweest, maar ik zat vanaf de U15 bij de Duitse nationale jeugdselecties en stond vanaf de U18 in de nationale ploeg, waarna ik op mijn 22e mijn debuut bij Die Mannschaft maakte. Dat liep allemaal vanzelf, en ik voelde me goed in die jeugdploegen en in Duitsland.’

Horst Hrubesch

Wat was er van je geworden als je ouders destijds niet waren vertrokken?

BECK: ‘Dat heb ik me weleens afgevraagd. Waarschijnlijk was ik ook beginnen voetballen, ginder, net als in Duitsland. Ik heb me altijd gespiegeld aan mijn drie jaar oudere broer. Wat hij deed, deed ik ook. Hij voetbalde, dus ging ik ook voetballen. Zo maakte ik mijn weg, vanaf de U15, tot we met de U21 Europees kampioen werden met Horst Hrubesch als trainer.’

Die ook ooit in België heeft gevoetbald, bij Standard.

BECK: ( verrast) ‘Dat wist ik niet. Bij de U15 en U16 had ik het moeilijk met zijn aanpak, maar met de U21 liep het goed, omdat we toen al volwassen waren en dus beter tegen zijn aanpak bestand waren. Hrubesch had duidelijke ideeën over wat hij van elke speler verlangde, en bracht dat ook zeer concreet over. Hij slaagde erin om van een verzameling talenten één hecht blok te vormen dat zich gezamenlijk focuste op één doel: de Europese titel. Dat is hem ook gelukt. De les die ik daaruit onthoud, is: je mag zo veel talent hebben als je wil, op het einde van de dag gaat het erom dat je samen succes viert. Na het succes komt het mooie voetbal, en de individuele erkenning. Niet omgekeerd. Als je je eigen talent en het mooie voetbal eerst laat komen, en het succes blijft uit, heb je een probleem. We hadden natuurlijk ook een uitermate getalenteerde generatie, met Sami Khedira, Mesut Özil, Jérôme Boateng, Manuel Neuer, Mats Hummels, Marko Marin,…’

In het shirt van Eupen: 'Nooit ben ik een topspeler tegengekomen die dacht: ik heb alles al meegemaakt. Zo probeer ik ook te zijn.'
In het shirt van Eupen: ‘Nooit ben ik een topspeler tegengekomen die dacht: ik heb alles al meegemaakt. Zo probeer ik ook te zijn.’© belgaimage

Je Bundesligadebuut maakte je bij VfB Stuttgart, waarmee je een jaar later al Duits kampioen werd. In de kern van dat seizoen zat nog veel jong talent dat het later zou maken aan de top.

BECK: ‘Stuttgart was toen een absolute topclub, en dat straalde af op de hele werking, jeugd inbegrepen. Eerst werden we met de beloften Duits vicekampioen, later Duits kampioen. Sami Khedira was daar ook bij, net als Mario Gomez en Christian Gentner.

‘In het tweede seizoen mochten we na verloop van tijd meetrainen met de A-kern. Giovanni Trapattoni was toen nog trainer. Na de trainerswissel kregen een drietal spelers, onder wie Sami en ik, van de nieuwe trainer, Armin Veh, nog wat speelminuten. Ineens stond ik in de Bundesliga. Dan voel je plots hoe groot het verschil tussen jeugdvoetbal en het echte mannenspel wel is. Khedira, die op die leeftijd al groot en sterk was, had weinig moeite met die aanpassing, bij mij heeft dat toch zo’n vier jaar geduurd. Titularis in de Bundesliga werd ik pas na mijn overstap naar Hoffenheim, op mijn 21e. Op dat moment had ik met Stuttgart al alles meegemaakt: een landstitel, de Champions League, de Europa League. Fantastische ervaringen allemaal, maar wel als veertiende man. Achteraf bekeken was dat nuttig om volwassen te worden, al besef je dat als jonge speler die de hele tijd gewisseld wordt natuurlijk niet. Pas bij Hoffenheim kwam ik per jaar aan meer dan dertig Bundesligawedstrijden.’

Philipp Lahm

Toch lijkt het raar, een ploeg waar je kampioen mee werd en Europees speelde, ruilen voor een onbekende nieuwkomer waar amper volk kwam naar kijken toen je tekende.

BECK: ‘Voor mij was het een stap vooruit omdat ik er basisspeler kon worden. Wat me ook interesseerde, was het sportief plan dat men me voorstelde, een gans andere manier van voetballen. Ralf Rangnick bracht ons een manier van spelen bij die pas later onder Jürgen Klopp in een iets meer uitgewerkte vorm Duitsland en Europa zou veroveren: hoog druk zetten, volop gaan voor de tweede bal, snel omschakelen, verticaal voetballen.

‘De eerste weken werd ik op training voorbijgelopen. Het ging razendsnel, de spelersgroep was al een paar jaar samen en had dat nieuwe systeem onder de knie. Ik kwam van een ploeg die kampioen was geworden, die rustig de bal rond tikte, wachtend op een fout van de tegenstander. Thuis klopten we met Hoffenheim het Dortmund van Klopp met 4-1. Hij heeft dat systeem overgenomen en er variaties in aangebracht. Wij speelden elke week met hetzelfde systeem, dezelfde drive, of het tegen een derdeklasser in de beker was dan wel tegen Bayern München. Altijd de tegenstander opjagen en in de fout dwingen. We werden dat eerste seizoen onverwacht herfstkampioen, en het bracht me in de nationale ploeg.’

Je speelde negen keer in de nationale ploeg. Wat heb je er geleerd? En had er meer in gezeten?

BECK: ‘Ik belandde in een team waarin Michael Ballack, Bastian Schweinsteiger en Thorsten Fink nog speelden. Mijn concurrent op rechts was toen Philipp Lahm. Wie weet hoe anders mijn en zijn carrière er had uitgezien had ik hem toen uit de ploeg gespeeld? ( lacht) Grapje!

‘Ik was de allerlaatste die afviel voor de WK-selectie voor Zuid-Afrika in 2010. Als typische rechtsback was ik niet zo polyvalent als andere jongens. Misschien had ik een nieuwe kans gekregen als Duitsland niet zo succesvol was geweest toen. Maar plots kende het team succes, dus bleven die jongens doorgaan, en er kwamen er elk jaar jongeren bij met waanzinnig veel talent.

‘Een jaar na dat WK ben ik nog één keer opgeroepen, maar ik heb toen moeten afzeggen. We moesten een dubbele degradatiewedstrijd tegen Kaiserslautern afwerken. Redden we ons nog via de reguliere competitie, dan had ik op zijn minst één of meer selecties meer kunnen hebben. Maar meteen na het WK werd ik de nieuwe kapitein van Hoffenheim. Dat was niet evident op mijn 23e. Met die verantwoordelijkheid omgaan, vond ik een nieuwe uitdaging.’

Turks praten

Wat lokte je in 2015 naar Besiktas?

BECK: ‘Ze probeerden al een paar jaar opnieuw kampioen te worden en speelden Europees. Ik heb er twee ongelofelijke jaren beleefd, met twee titels, een jaar Europa League, een jaar Champions League en de Duitse bondscoach die plots weer op de tribune zat voor wedstrijden waarin ik meespeelde. Maar ook als mens was het een onvergetelijke ervaring. Ik heb er twee jaar Turkse les gevolgd, om respect af te dwingen. Als je in een land leeft waarvan je de taal niet begrijpt of spreekt, ben je toch voor een deel sociaal gehandicapt. Binnen de spelersgroep van zo’n topclub kom je met Engels weg, maar de clubmedewerkers met wie je dagelijks contact hebt, de fans en de mensen die je op straat ontmoet, zijn van eenvoudige komaf. Hun respect win je als je hen in hun taal aanspreekt. In mijn tweede seizoen gaf ik al interviews in het Turks, doorspekt met wat Engels. Voetbal is maar een deel van je leven, ook als prof. Als je na de training thuiskomt, heb je nog twee derde van je dag voor je. Op die momenten kom je in contact met mensen die geen Engels kennen.’

In een carrière gaat het er niet om om altijd maar hoger, sneller en beter te mikken, maar om het andere te leren kennen.’ – Andreas Beck

Kon je een beetje overleven in zo’n heksenketel?

BECK: ‘Achttien miljoen mensen, dat is één kwart van Duitsland in één stad. Voetbal leeft er veel meer dan in Duitsland, het is er haast religie. Van vader op zoon wordt de liefde voor ofwel Galatasaray, Fenerbahçe of Besiktas overgedragen. Het is een nieuwe manier van leven die je je daar aanmeet. Elke dag sta je daar onder hoogspanning, maar je krijgt er ook heel veel energie, in zo’n beladen derby, of bij uitwedstrijden waar je telkens weer verbaasd bent meer aanhangers van je eigen club te zien dan thuisfans. Als je er twee jaar op rij kampioen wordt, zoals in mijn geval, zal het ook wel een stuk aangenamer leven zijn dan wanneer de resultaten tegenvallen.’

Andreas Beck: 'In mijn tweede seizoen bij Besiktas gaf ik interviews in het Turks.'
Andreas Beck: ‘In mijn tweede seizoen bij Besiktas gaf ik interviews in het Turks.’© belgaimage

En toch ruilde je zo’n topclub voor een terugkeer naar je oude club, Stuttgart. Die keerde net terug uit tweede klasse. Waarom?

BECK: ‘Als 30-jarige terugkeren naar je oude club die net gepromoveerd was, leek me wel wat. Ook al wist ik dat ik er meer zou verliezen dan winnen, en vaker achter de bal aanlopen dan hem zelf te hebben. Het aanbod kwam op de laatste dag van de transfermarkt, ik had net alle voorbereidingsmatchen met Besiktas afgewerkt. Maar ik heb in het leven geleerd: als er zich kansen voordien, moet je ze grijpen, ook al weet je op dat moment niet of dat goed dan wel slecht zal uitvallen. Op zo’n moment denk ik: doen! Kom uit je comfortzone, probeer iets nieuws. Zoals wat Vincent Kompany nu bij Anderlecht doet. Mooi, toch?’

Degradatievoetbal

Het werd niet bepaald een sportief succes. In je tweede jaar degradeerden jullie zelfs.

BECK: ‘Het was niet meer hetzelfde VfB Stuttgart als in mijn jeugd. Er zat geen constante in het beleid, en ook niet in de prestaties. Toch viel het aanvankelijk mee, met een zevende plaats. Wint Frankfurt niet de beker tegen Bayern, spelen wij zelfs nog Europees voetbal. Niemand verwachtte vorig seizoen een slecht jaar, iedereen tipte op Europees voetbal. Dat is de Bundesliga. Iedereen kan van iedereen winnen. Toen wij zevende eindigden, werd Schalke tweede. En toch speelden we allebei een jaar later tegen de degradatie.

‘Het punt is: als een traditieclub als Stuttgart zevende wordt, moet je het jaar nadien gewoon hoger mikken. Er werd veel geld in de ploeg geïnvesteerd, wat zich in grote ambities vertaalde, maar dat woog door op de spelers. Toen de eerste resultaten tegenvielen, gooide men de trainer buiten, omdat men dacht: het zal aan hem liggen. Als je in de eerste vijf matchen amper twee punten haalt, besef je dat het kampen tegen degradatie wordt, maar dat wil niemand gezegd hebben, omdat iedereen nog met Europees voetbal in het hoofd zit. Degradatievoetbal in Duitsland is heel zwaar, wist ik ook al van bij Hoffenheim. Aan goeie prestaties houd je blijvende herinneringen over, maar de seizoenen die je het meest tekenen, zijn degene die je tegen degradatie hebt gestreden. Omdat je dan voortdurend jezelf in vraag stelt, als club, als team en ook als speler. We hadden veel spelers jonger dan 23, die niet gewend waren om wekelijks diezelfde vraag te krijgen: waarom spelen jullie onderin, en niet voor Europees voetbal? Drie trainers en twee sportdirecteurs in één seizoen zegt genoeg, zeker? Het resultaat was een dubbel degradatieduel tegen tweedeklasser Union Berlin dat we niet konden winnen.’

Straks voetbal je thuis niet meer voor minstens 50.000 man, zoals bij Stuttgart, maar voor KAS Eupen waar je het met 3000 man zal moeten doen. Hoe ben je op dat idee gekomen?

BECK: ‘Mijn broer, die mijn makelaar is, weet dat hij me maar mag contacteren als de aanbiedingen echt concreet worden. Die waren: een nieuw avontuur in de Turkse eerste klasse, bij een Duitse traditieclub. Of een avontuur in België. Mijn buikgevoel deed me snel voor Eupen kiezen: weer een ander land, een nieuwe voetbalcultuur, een competitie en een benadering die ik nog niet kende. Nog eens in een club te belanden waar ik niet alleen als speler gehaald werd, maar ook als begeleider van jong talent, wat ik ook bij Hoffenheim en de voorbije jaren bij Stuttgart meemaakte, trok me wel. Wie me koopt, haalt niet alleen de voetballer maar ook de mens Andreas Beck. Je integreert als speler veel makkelijker als je sportief presteert. Dus dat is mijn eerste uitdaging. Eerst moet ik mijn beste niveau terugvinden – dat kan alleen maar door veel te spelen – en vervolgens kan ik mijn ervaring op die jonge spelers overzetten.’

Een oude quote van een voormalig Duits international: ‘Een stadion is voor een speler als een spiegel: een vol stadion begeestert, geeft je vleugels. In een leeg stadion komt snel de twijfel: zijn we wel goed genoeg?’

BECK: ‘Die quote is van mij, zeker? ( lacht) Ik heb in mijn carrière geleerd dat het er niet om gaat om altijd maar hoger, sneller en beter te mikken, maar om het andere te leren kennen. Ik hoef niet elk jaar te hebben wat ik bij Besiktas meemaakte, waar je op de luchthaven minstens door een paar duizend fans met Bengaals vuur opgewacht werd, waar je nooit rustig over straat kon lopen, of zoals bij Stuttgart altijd voor 50.000 fans te spelen. Ik heb ook zeven jaar lang een idyllische tijd beleefd bij Hoffenheim. We hebben daar samen iets opgebouwd op sportief vlak, met jonge, onbekende spelers, rustig levend in Heidelberg. Na alleen maar Stuttgart en Besiktas had ik me Eupen niet kunnen voorstellen. Door die ervaring in Hoffenheim wel.’

Jullie hebben een nieuwe trainer, een jonge Spanjaard die heel enthousiast zijn voetbalfilosofie op jullie probeert over te brengen. Kan je daar nog iets van leren?

BECK: ‘Onze trainer is een zeer dynamische, enthousiaste man, met duidelijke spelprincipes. Weer een nieuw verhaal voor mij. Zo lang ik voetbal, ben ik bereid om elke dag nieuwe dingen te leren, op en naast het veld. Dat houdt je alert. Dat was mijn ervaring met alle topspelers die ik meemaakte in mijn carrière. Ongeacht hun leeftijd stonden ze open voor ervaringen om beter te worden. Nooit ben ik een topper tegengekomen die dacht: ik heb alles al meegemaakt. Zo probeer ik ook te zijn. Elke dag nieuwe dingen leren.’

Fiche Andreas Beck

Geboortedatum en -plaats

13 maart 1987, Kemerovo (Rus)

Carrière

1993-1995 Wasseralfingen (Ger)

1995-2000 Königsbronn (Ger)

2000-2008 VfB Stuttgart (Ger)

2008-2015 TSG Hoffenheim (Ger)

2015-2017 Besiktas (Tur)

2017-2019 VfB Stuttgart (Ger)

2019-… KAS Eupen

290 Bundesligawedstrijden

Nationale ploeg

9 selecties

Palmares

1 titel met VfB Stuttgart

2 titels met Besiktas

Europees kampioen U21 Duitsland

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content