Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Gokmanipulatie van voetbalwedstrijden een Belgisch probleem ? Welkom in de Nieuwe Wereld : de gokmaffia is overal. Aflevering 1 : ‘Bregenz was het La Louvière van Oostenrijk.’

In 2004/05 speelt Gunter Verjans één seizoen voor SW Casino Bregenz. Al vroeg geblesseerd geraakt, ziet hij hoe het van kwaad naar erger gaat met zijn nieuwe ploeg. “Ons doelpuntensaldo zegt genoeg”, zegt hij eind december 2004 in een interview met Sport/Voetbalmagazine. “We moeten vaak twee doelpunten maken om een punt te halen. Dat betekent dat er iets niet klopt.”

En of er iets niet klopt. Bregenz is het kampioenschap begonnen met een 1-5- thuisnederlaag tegen Rapid Wenen, een week later gaat het met 3-0 de boot in tegen Admira Wacker Mödling. Op speeldag zes al volgt de kers op de taart : 0-9 thuis tegen Austria Wenen. We zijn augustus, kort nadat in Finland AC Allianssi met 8-0 uitglijdt tegen Haka (juni) en in België La Louvière zich met 7-0 laat inpakken door Lierse (mei). Allemaal geen toevallige resultaten, zegt de West-Vlaamse gaming expertKarl Dhont, die in die maanden een patroon van verdacht hoge gokinzetten op voetbalwedstrijden overal in Europa begint te ontwaren. Vaak met dezelfde clubs : Bregenz, Allianssi, La Louvière. Bregenz degradeert dat seizoen. Vandaag bestaat het niet meer, evenmin als Allianssi.

“De dag dat dit schandaal ten volle uitbarst in Oostenrijk, dat gaat niet proper zijn”, zegt Dhont. “Volgens mij is het daar nog erger dan bij ons. Het gaat om een lange reeks van wedstrijden waarop bij bookmakers honderdduizenden ponden binnenkomen en die állemaal winnen. Al van in het seizoen 2003/04. Salzburg zat ertussen, Bregenz en Admira Wacker Mödlin. En het is niet gestopt : dit seizoen is Ried erbij gekomen.

“Bregenz was echt niet te doen : dat was hét La Louvière van Oostenrijk. Eén naam heb ik daarbij steeds horen terugkeren : die van hun keeper (de Bosniër Almir Tolja, nvdr). Ik heb zijn naam gehoord in Azië, in Singapore en Maleisië, in Oostenrijk, van spelers en van bookmakers. Hij voetbalt in Iran nu. Toevallig, hé. Zo slecht is de keeper van de Bosnische nationale ploeg normaal niet dat hij niet ergens in de Duitse tweede klasse terecht zou kunnen.”

Tolja ís een goede keeper”, zegt Gunther Schepens, de toenmalige Belgische aanvoerder van Bregenz. “We zaten naast elkaar in de kleedkamer, hij was mijn maat. Een hele stille : als hij tien woorden zei, was het veel. En als hij iets zei, was het vloeken in het Joegoslavisch ( lacht). We gingen vaak samen naar het casino. Dat was onze sponsor en het lag vlak naast ons terrein. Hij zat er bijna dagelijks. We speelden vooral black jack, op voetbalwedstrijden heb ik hem nooit veel zien inzetten. Hij speelde trouwens altijd rustig, voor tien of twintig euro. En nooit tégen Bregenz, toch niet voor zover ik weet. Maar hij had altijd veel geld op zak. Ik heb me wel eens afgevraagd waar hij dat allemaal vandaan haalde. Waarschijnlijk zwart geld van bij de nationale ploeg, dacht ik dan. Verder stond ik er niet bij stil. Tot de zaak- Hoyzer ( zie kaderstuk, nvdr) zich naar onze club uitbreidde. Toen heb ik me afgevraagd : ben ik nu blind geweest ?”

Feit is alleszins dat Tolja ondertussen in het Oostenrijkse luik van de zaak-Hoyzer buiten vervolging is gesteld (zie opnieuw kaderstuk).

Joego’s onder mekaar

Gunther Schepens : “Van het seizoen 2003/04 kan ik me maar twee wedstrijden herinneren waar volgens mij een geurtje aan was : een bekerwedstrijd op Strum Graz en een competitieduel tegen Kärnten. Onze voorstopper, Vladimir Vuk, was een buurman van de trainer van Sturm Graz, Michael Petrovic, ook een Kroaat. Vuk liet zich op een kinderachtige manier uitsluiten en we gingen met 3-0 de boot in. Daar is achteraf over gesproken, maar die kerel heeft aan kickboxen gedaan. Die zette je met één hand zó opzij. Dus je zei beter niet wat je dacht ( lacht).

“Kärnten is een ander verhaal. Als we op verplaatsing speelden, zaten we soms op hotel en vooral als het in Kärnten was, waar het krioelt van de Joegoslaven, kwamen die mannen dan de avond voor de wedstrijd op bezoek bij onze Joego’s. Daar is in principe niks verkeerd aan, maar met wat je achteraf allemaal weet … Wij waren gered en zij hadden de punten broodnodig. Het lag er vingerdik op, vond ik, maar met een gokmaffia houd je op dat moment nog geen rekening. Ik dacht aan oude omkoping : het kopen van punten om erin te blijven.”

Nog twee andere van je ploegmaats bij Bregenz werden met de gokmaffia in verband gebracht : Dejan Grabic en Asmir Ikanovic.

Schepens : “Volgens mij zat Grabic er niet tussen : hij speelde maar weinig. Eerlijk gezegd denk ik dat Vuk er ook tussen zat. ( wat die echter altijd heeft ontkend, zie kaderstuk, nvdr).

Wanneer ben je aan gokfraude beginnen denken ?

Schepens : “Níét ! Nu zou ik zeker rekening houden met die mogelijkheid. Er was altijd wel iets te zien op onze wedstrijden, vooral veel doelpunten : 5-2, 1-5, 0-9. Hoogstwaarschijnlijk gokten ze dáárop. Maar die 0-9, daar heb ik nooit iets abnormaals aan gezien. Eigenlijk was het belachelijk : Austria was helemaal uit vorm en de afspraak was dat we hen van bij het begin direct naar de keel zouden grijpen. Maar na 31 seconden stond het al 0-1 en níét met een abnormale goal. Wel raar vond ik dat die mannen zijn blíjven doorspelen, ook al moesten ze op woensdag Europees spelen. Normaal trek je dan na 0-3 de handrem op. Zij niet : die gingen echt op zoek naar tien goals. Maar negen zal genoeg geweest zijn, zeker ? ( lacht)”

Zijn er je andere zaken opgevallen dat seizoen ?

Schepens : “Bij twee wedstrijden maar. Op de eerste speeldag al, thuis tegen Rapid Wenen. Ik speelde niet wegens een schorsing, maar wat ik toen heb gezien … Onze keeper ging vrij vroeg al in de fout bij het eerste doelpunt, waardoor je direct achter de feiten aanholt. Hij heeft nadien wel nog enkele ballen schitterend gepakt.

“En dan die 5-2 in Mattersburg : dat was het summum ! Toen stonden ze alle drie op het veld en hebben ze zó hard hun best gedaan : op vijf minuten tijd, tussen de 30ste en de 35ste minuut, incasseerden we drie goals. En dat terwijl we Mattersburg eigenlijk wegspeelden. Eerst wordt er een vrijschop vanop de zestienmeterlijn op doel gekopt. Tolja kruipt naar die bal, hij kruipt ! De tweede goal was een penalty na een fout van Ikanovic. Hij trapte zijn tegenstander bijna in twee om hem toch maar zeker te hebben. En bij de derde heft hij de buitenspelval gewoon op : hij stond méters achter de verdediging. Regi Van Acker ( toen de Belgische trainer van Bregenz, nvdr) heeft er hem in de rust afgepakt, maar het kwaad was geschied natuurlijk. En dan die scheidsrechter, het was alsof hij er ook alles aan deed om die mannen te laten scoren. Toen we terugkwamen tot 3-1, floot hij direct een ingebeelde strafschop in hun voordeel.

“Tussen die twee wedstrijden, tegen Rapid en Mattersburg, zaten vier maanden. Mij viel dus niet echt iets op. En we moeten eerlijk zijn ook : wij waren gewoon een slechte ploeg, het was een cadeau om tegen Bregenz te spelen. Na die 5-2 tegen Mattersburg is er volgens mij niks meer gebeurd. De laatste tien wedstrijden hebben onze drie Joego’s ook niet meer gespeeld.”

Omdat ze door de Hoyzerzaak in opspraak waren gebracht.

Schepens : “Die Sapina ( zie kaderstuk, nvdr) blijkt verscheidene keren in Bregenz te zijn geweest. Daar bestaan foto’s van, van hem met Tolja. Dan denk ik : die Sapina komt niet zomaar efkes vanuit Berlijn gereden om naar een matchke van Bregenz te kijken. Naar het schijnt, moet ik hem ook gezien hebben, zonder te weten wie hij was. Ik heb alleszins nooit met hem gepraat.

“Tolja is toen de toegang tot het casino ontzegd, maar hoe moeilijk het ook was : wij moesten die gasten het voordeel van de twijfel geven. Ik zweer je : dat was héél moeilijk. Als aanvoerder besprak ik dit in de spelersraad of met de trainer : moesten we hem nog opstellen ? Je veroordeelt immers iemand zonder dat het echt bewezen is, ook al ben je ervan overtuigd. Die mannen zijn ook slim : hun vrouw reist wel eens naar Bosnië en dan zit het geld ginder, hé. Dat gaat niet zoals hier in België, waar de onderzoekers de rekeningen van de spelers uitpluizen en daar al dat geld op terugvinden ( lachje). Dan ben je ook maar een idioot.”

Iraniërs aan de macht

Gunther Schepens : “Onze keepertrainer was ook de keepertrainer van de Bosnische nationale ploeg. Na het vertrek van Van Acker is hij hulptrainer geworden, en de hulptrainer hoofdtrainer. Dat heeft nog tot discussies geleid omdat wij, de spelers, en de nieuwe hoofdtrainer Tolja eruit wilden. Die keepertrainer heeft dat zolang mogelijk tegengehouden, maar uiteindelijk hebben wij het wel doorgedrukt.”

Heeft Tolja je ooit iets gezegd ?

Schepens : “Neen. Pas op, dat zijn geen gewone gasten, hoor. Je moet daar niet te veel tegen zeggen, die burgeroorlog is daar niet voor niks uitgebroken. Met Ikanovic had ik geen enkel contact. Die gast kon niet eens tegen een ei stampen : voor hem vond ik het dus niet erg dat hij genoemd werd in de zaak. Voor Tolja wel, het verwondert mij nog altijd dat zijn naam gevallen is in die zaak. Trouwens, ik heb gehoord dat hij onlangs vrijgesproken zou zijn.

“Ik heb het er moeilijk mee gehad : uiteindelijk ging het om ons geld. Dat heb ik hem ook gezegd : ‘Als ik weet dat het waar is, klaag ik u aan’. Niet vergeten dat we niet alleen wedstrijden verloren, maar er ook door degradeerden. Voor mij maakte het niet veel uit, ik stopte toch, maar voor al die jonge gasten lag dat anders. Hoewel, het zegt ook veel over de kwaliteit van onze ploeg dat maar twee van hen momenteel een contract hebben in de eerste klasse.”

Bregenz was als vijfde geëindigd in 2004, het beste resultaat ooit, maar na dat successeizoen wijzigde de kern grondig. Plots zaten jullie met drie Bosniërs, twee Slovenen en twee Kroaten. Hoe kwam dat ?

Schepens : “Paniektransfers. Van Acker begon aan het seizoen met maar een stuk of twaalf spelers. Zeven titularissen waren vertrokken en ze deden maar één goede transfer : Verjans. Bij ons hebben ze niemand moeten bedreigen om mee te doen, hoor : we waren gewoon te slecht ( lacht).”

Wat weet je van de andere genoemde ploegen : Salzburg en Mödling ?

Schepens : “Salzburg heeft met ons gestreden voor het behoud. Volgens mij hebben die punten gekocht om erin te blijven. Weet je, Bregenz was het lelijke eendje. Het ligt in een uithoek van Oostenrijk : het is voor iedereen de verste verplaatsing, dus niemand kwam graag bij ons. Red Bull is de grote eigenaar in Salzburg, maar die overname zou niet doorgegaan zijn als de ploeg was gezakt. Dus… Kurt Jara is er nu trainer, ze haalden spelers als Thomas Linke en anderen van Bayern München, en Beckenbauer is er raadgever. En Mödling, dat werd geleid door Iraniërs.”

Dan is het misschien nog zo vreemd niet dat Tolja nu in Iran voetbalt ?

Schepens : “Misschien niet, neen.”

Samen crashen

Op het moment dat de Hoyzerzaak losbarstte, in januari 2005, waarde door Europa al het hardnekkige gerucht dat het UEFA-cupduel Panionios-Tbilisi, gespeeld begin december 2004, gemanipuleerd was. Wereldwijd was zwaar gegokt op een voorspong voor Tbilisi aan de rust en een zege na negentig minuten voor de Grieken. Het werd 5-2, na 0-1 halfweg. Bingo !

Schepens : “Dat wist ik. Van een Pool in onze ploeg, Tomasz Pekala. Hoe hij dat wist ? Tja, dat heb ik me achteraf ook afgevraagd. Pekki was een jonge gast van negentien jaar. Hij heeft van de winter nog getest bij Antwerp. Ik schrok ervan, moet ik zeggen : we zijn dan over Europese wedstrijden bezig, hé ! Ik zag ook het verband niet : Griekenland, Tbilisi, een Pool. Maar mijn frank is toen wel beginnen vallen omdat in diezelfde periode ook Graz AK-Mödling en Mattersburg-Bregenz op 5-2 eindigden : 5-2 was blijkbaar een populaire uitslag. Griekenland is daar natuurlijk wel een mooi land voor. Cyprus ook, maar dat wist ik al lang. Henk Houwaart is er om die reden vertrokken en ik wist het van Anders Nielsen dat het er erg is. Maar Europese matchen ? !”

Hoe wíst die Pool dat ?

Schepens : “Dat weet ik niet ( lacht). Ik heb zelf trouwens niet op die match gespeeld : ik vond het geen zekerheid. Stom, hé ? ( lachje) Want je kunt dat spelen : dat een ploeg aan de rust voor staat, maar toch nog verliest. Daar staat vaak een mooie quotering tegenover, van 5 of 6 misschien.”

Karl Dhont : “Iederéén wist het : heel de bookmakerswereld en de halve voetbalwereld. Normaal gezien krijg je als bookmaker geen geld op zo’n match. Nu wel : dan weet je ’t. Zelfs op de bettingforums stond het, open en bloot. Het is ook niet zo evident om dat stil te houden. Ze zijn niet allemaal zo professioneel als die Sapinabroers : er zitten ook veel halve idioten tussen die zich topcrimineel wanen en dat ook uitbazuinen. Vooral in Cyprus en Albanië kom je veel te weten. Op het einde van een seizoen is er heel veel sportieve fraude in Europa, dan zit ik dikwijls op de forums waar ook de Albanezen en de Cyprioten op zitten : die praten altijd hun bek voorbij. Meestal blijkt het ook heel goede informatie te zijn.”

Wie zaten er behalve de Sapina’s nog achter in Oostenrijk ?

Dhont : “Te meten aan het geld dat er op Aziatische sites is gespeeld, zal er wel een link met Azië zijn. Of met Joego- slaven die de weg naar die Aziatische goksites kennen. Het zou me dus niet verbazen als er een link is tussen Chinese kartels en de Sapinakliek. Omdat in dit geval – en dat is in België nooit aan de orde geweest – zowel in Azië als in Europa de koersen in elkaar zakten. De internetfirma’s in Europa en de grote Aziatische websites crashten allemaal tegelijk. In België ging altijd eerst de Aziatische markt naar beneden en dan volgden de Europese bookmakers, zoals Betfair.”

Wil dat zeggen dat beide kartels mekaar kennen ?

Dhont : “Of dat de spelers die omgekocht zijn, voor beide partijen werken. Ik denk dat het eerder dat is dan dat ze met mekaar in de slag gaan.”

Berokkenen ze mekaar dan schade ?

Dhont : “Absoluut, honderd procent zeker.”

Waarom hebben we in België nog van geen Kroaten gehoord ?

Dhont : “Omdat ik denk dat hun werkterrein zo al groot genoeg was : zij zaten in Griekenland, in Oostenrijk en in al die illustere voetballanden van de UEFA-beker : Georgië, Wit-Rusland, Bulgarije, Servië, Slovenië. Het was meer om praktische dan andere redenen niet meer te doen. Dat ze ook in Duitsland zitten, is omdat ze daar wonen. En in Oostenrijk voetballen zóveel ex-Joego’s. In de Duitse tweede klasse trouwens ook : Cottbus heeft eens elf Balkanspelers opgesteld.”

Blij én dom

Gunther Schepens : “’t Schijnt dat het nu opníeuw begonnen is. Het Oostenrijkse kampioenschap zit zo in mekaar dat alle ploegen na negen wedstrijden opnieuw tegen mekaar spelen, maar dan in omgekeerde volgorde : je negende tegenstander is dus ook je tiende. Ried tegen Sturm was 3-0 en drie dagen later won Sturm met 4-0. Tja. Spijtig dat wij ook niet eens zo’n match gekócht hebben : wij verlóren altijd ( lacht). Na de wedstrijden waar ik zeker van was, heb ik telkens tegen mijn vriendin gezegd : ‘Hier klopt iets niet’. Ik heb het ook dikwijls, al lachend, in de groep gezegd. Zelfs tegen Vuk ( lachje).”

Waarom ben je, ondanks alles, gebleven ?

Schepens : “Omdat het mijn laatste maanden waren als voetballer. Ik heb er alles aan gedaan, elke dag Voltaren geslikt om nog te kunnen spelen en in schoonheid te eindigen. Op anderhalf been en op mijn ervaring ben ik dat laatste seizoen nog verkozen in het elftal van het jaar, ondanks het feit dat Bregenz zakte. Ik had negen goals en acht of negen assists, en we hadden alles samen maar een stuk of dertig doelpunten gemaakt. Het was frustrerend, maar tot de wedstrijd tegen Mödling, eind april, heb ik gedacht : we gaan ons redden. Omdat de mannen die het konden fixen, uit de ploeg waren gezet.”

Zou je dan gebleven zijn ?

Schepens : “Ik heb lang gehoopt dat Bregenz alleen sportief zou degraderen, maar toch zijn licentie zou krijgen om in de tweede klasse te spelen. De kans was heel reëel dat ik dan gebleven was als hulptrainer. Nu zijn we na het faillissement direct vertrokken. We werden al twee of drie maanden niet meer betaald. Het goede nieuws is dat ik eind vorig jaar alles wat ik nog te goed had, toch nog heb gekregen uit een fonds voor faillissementen. Daar kunnen ze in België een voorbeeld aan nemen.”

Wat dacht je toen het schandaal ook hier losbarstte ?

Schepens : “Wat ben ik blij dat ik gestopt ben ! En stom dat ik nog op voetbal wil gokken. Ik speel, nog altijd. Ik heb daar nooit hypocriet over gedaan. Voor Unibet ben ik een zogezegde expert. Elke week kies ik vier van de negen Belgische wedstrijden en geef mijn pronostiek, met commentaar. Ik heb nog geen enkele keer gewonnen. Niet moeilijk natuurlijk, met alles wat er nu gebeurt ( lacht). En wat helemáál raar is : die bookmakers zeggen dat hun omzet door die affaire nog is toegenomen. Mensen zijn écht dom, hé ? Maar pas op, daar hoor ík dus ook bij.”

Volgende week : hoe AC Milan door te verliezen Berlusconi de verkiezingen hielp winnen.

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content