De kopstoot die Zinédine Zidane hem in de WK-finale gaf, maakte hem wereldberoemd. Portret van Marco Materazzi : ‘Met mijn geweten heeft niemand zaken.’

Volgens de Fransen moet hij aan de hoogste boom worden opgeknoopt wegens heiligschennis. Want Marco Materazzi beging de vreselijkste van alle misdaden : hij beledigde Frankrijks nationale chouchou Zinédine Zidane net toen het voltallige volk zich klaarmaakte om zijn superster een triomfantelijk afscheid te bezorgen. Niets aan te doen. Er gleed een schaduw over de huizenhoge slogan Zizou on t’aime die de Arc de Triomphe verlichtte op de avond van de WK-finale. Allemaal de schuld van Materazzi.

Het heeft de Italiaanse verdediger een plaats in de geschiedenis van het voetbal opgeleverd. Nooit voordien had de FIFA een onderzoek geopend voor simpelweg scheldwoorden. Uiteindelijk schorste de wereldvoetbalbond de twee protagonisten : de schuldige – die toch fin de carrière was – voor drie speeldagen, de uitlokker van het onheil voor twee wedstrijden wegens “eerroof van een collega”.

Tijdens een interview op Canal+ legde Zidane uit dat sommige woorden meer pijn doen dan slagen. Van zijn kant biechtte Materazzi op dat hij weinig elegante uitspraken had gedaan over de zus van de Franse voetballer. Volgens de Algerijnse media had provocateur Materazzi andermaal de xenofobe volksaard van Italië aangetoond door Zidane racistische beledigingen in het gezicht te slingeren. Nogal overdreven als conclusie, iets wat Zidane ruiterlijk toegaf. Nadien raakten specialisten in het liplezen het eens over wat Materazzi precies had gezegd. De uitspraak werd breed uitgesmeerd in de meeste Italiaanse kranten. Maar omdat dit een fatsoenlijk magazine is, citeren we hier liever niet zwart op wit.

De stilte was al een tijd ingetreden, toen de Milanese krant Il Giornale een interview met Materazzi publiceerde. Al liet die niet bepaald de achterkant van zijn tong zien. “Ik zwijg liever, want ik ben me bewust van de risico’s die ik loop met elk woord dat ik uitspreek. Ik zou misschien wel de Derde Wereldoorlog ontketenen. Er waren dagen waarin ze hebben geprobeerd me te beroven van de voldoening over de wereldtitel. Maar daar zijn ze dan mooi niet in geslaagd. Gelukkig zie ik in mijn omgeving veel mensen die het beste met me voorhebben.”

Het grijze Liverpool

Marco Materazzi werd geboren in Lecce omdat zijn vader Giuseppe daar voetbalde. Vader Materazzi – een bekend voetballer in de jaren zeventig, waarna hij een internationale loopbaan als trainer uitbouwde – peperde het zijn zoon herhaaldelijk in dat hij aan zijn studies en aan een job moest denken. Marco willigde de wens van zijn vader in, maar wou vooral diens ongelijk bewijzen – zijn moeder Anna was overleden toen hij vijftien jaar was. Hij begon, op een veld van aangestampte aarde, bij de amateurs van Tor di Quinto in de regio van Rome, toen zijn vader trainer van Lazio was. In 1993/94 zakte Marco af naar Sicilië, waar hij zich aansloot bij Marsala, nog een amateurclub, alvorens naar Trapani uit te wijken. Daar toonde hij zijn kwaliteiten en sleepte een contract bij tweedeklasser Perugia in de wacht. Omdat hij voor slechts één wedstrijd werd opgeroepen, verkaste Materazzi voor één jaar naar derdeklasser Carpi en keerde vervolgens naar Perugia terug. Daar debuteerde hij op 2 februari 1997 in de eerste klasse, een wedstrijd tegen Inter.

De verdediger draaide bij Perugia een sterk seizoen. Het leverde hem belangstelling uit Engeland op. Materazzi wou liever in Umbrië blijven, maar het bestuur van Perugia weigerde zijn contract van 75.000 euro per jaar op te waarderen. En dus ging hij in op het aanbod van Walter Smith van Everton. “Ik heb geweend toen ik zag wat voor een grijze stad Liverpool was. Als je daar Rome tegenover zet : dat is één grote ode aan het leven. Nu goed, ik had Italië ook niet verlaten om elders de toerist uit te hangen. Ik tekende bij Everton een contract voor vijf jaar en dat garandeerde me 650.000 euro per seizoen : op dat ogenblik was ik een echte profvoetballer geworden.”

Op het sportieve vlak presteerde Materazzi bij Everton naar behoren (ondanks drie rode en twaalf gele kaarten), maar hij aardde niet in Engeland. Beu om voortdurend voor Italiaanse bastaard te worden uitgescholden vroeg hij Perugia na amper één jaar om hem terug naar Italië te halen. Hij kreeg er de band van aanvoerder maar verloor geregeld het hoofd. Niet iedereen houdt van Marco Materazzi, maar de supporters van de ploegen waarvoor hij speelt, dragen hem op handen. In 2001 klopte Inter aan zijn deur.

Bondscoach Marcello Lippi pakte hem mee naar het WK 2006 omdat hij de houding van Materazzi wel kon waarderen. Die houding bestond eruit dat hij begreep en aanvaardde dat Fabio Cannavaro en Alessandro Nesta altijd speelden en hem bijgevolg de weg versperden. “Dat zijn twee kampioenen, nogal logisch dat ze worden opgesteld.”

Brave jongen

Op 17 augustus, ter gelegenheid van de officiële fotosessie van Inter, presenteerde Marco Materazzi zich met een hoed met daarop groene, witte en rode pluimen – de kleuren van Italië. Goedlachs verklaart hij: “Wie me kent, weet dat ik een brave jongen ben. Het zijn de mensen die me niet kennen, die het tegendeel beweren.”

Toch zitten er veel vlekken op zijn carrière.

Mei 2002. Na de wedstrijd tegen Lazio, op de laatste speeldag waarop Inter de landstitel verliest, gaat Materazzi van Inter onderweg naar de kleedkamer en in het oog van de camera’s aan het schelden tegen Nesta, de kapitein van Lazio. Hij verwijt Nesta dat Lazio gewonnen heeft. En verwijst naar Perugia-Juventus, een match uit 2000 die op 1-0 was geëindigd en Lazio de titel had geschonken. Nadien beledigt hij Karel Poborsky, Cesar en Nesta. De scène duurt zo’n tien minuten, de tijd voor de agenten van de ordediensten om in te grijpen.

Februari 2004. Na een match tegen Sienna slaat Materazzi in de spelerstunnel van het stadion van San Siro in het gezicht van verdediger Bruno Cirillo. De geste komt hem op een schorsing van twee maanden te staan. Een paar dagen voor zijn comeback vraagt de Corriere dello Sport hem of hij zijn gebaar betreurt. Materazzi antwoordt : “Ik zou het absoluut niet meer doen, maar me alleen maar verontschuldigen omdat dat zo hoort, zou ik niet loyaal tegenover mezelf vinden. Deze geschiedenis heeft me veel doen nadenken. Ik zag mezelf staan op de eerste pagina van een krant, met ontbloot bovenlichaam zodat je mijn tatoeages kon zien. Maar het is niet omdat je tatoeages draagt, dat je een delinquent bent. Er zijn veel kerels die er afgelikt uitzien, maar echte bandieten zijn. Die twee maanden hebben me doen begrijpen dat men van Materazzi houdt of dat men hem haat. Binnen de club heb ik meer vrienden gevonden dan ik had verwacht. Ik ben een echte man. Een man die een instinctieve reactie heeft gehad, maar ook een man die niet achteruit krabbelt. Kalmer worden ? Als dat betekent dat ik mijn tegenstanders voortaan bloemen moet geven : nee, bedankt. Ik moet dezelfde speler blijven als die van Marsala, Perugia en Everton. Ik stap niet op een voetbalveld om slagen uit te delen, maar toch om bepaalde doelen te bereiken. Als mens heb ik iets belangrijks verloren. Als voetballer beschouw ik mezelf als een geluksvogel. Ik heb meer bereikt dan ik zelf voor mogelijk had gehouden. Toen ik 21 jaar was, voetbalde ik nog bij de amateurs. Ik ontken niet dat ik veel temperament heb. Maar goed, ik voetbal wel bij Inter en dat heb ik van niemand cadeau gekregen.”

Proficiat met uw stommiteit

Elke week is hij het favoriete mikpunt van de supporters van de tegenstander. Niet dat dit Marco Materazzi deert. “Geen probleem voor mij. In ieder stadion, zelfs in dat van Lissabon, hebben ze het op mij gemunt. Ze roepen lelijke dingen over mijn moeder. Dat trek ik me allemaal niet aan. Toch heb ik iets begrepen. Op een zondag woonde ik tijdens mijn schorsing een wedstrijd bij. Er kwam iemand op me af en die zei : ‘Proficiat met uw stommiteit !’ Ik keek hem aan, ik heb vijf seconden gezwegen. Dan heb ik hem geantwoord : ‘Dank u wel. Als ik met Cirillo vijf seconden had gezwegen zoals ik met u heb gedaan, dan zou er niets gebeurd zijn.'”

In tien jaar tijd werd Marco Materazzi vijf keer uitgesloten – als balans valt dat nog tamelijk mee. “Ik word doorgaans weinig objectief beoordeeld”, verdedigt hij zich. “Men heeft het altijd over racisme in het voetbal, maar geen enkele zwarte speler wordt zo vaak beledigd als ik. Terwijl ik altijd de camera’s op me gericht krijg.”

Dat remt hem hoe dan ook niet af. In de achtste finale van de Champions League van vorig seizoen verkocht hij Klas-Jan Huntelaar van Ajax een elleboogstoot in de slotfase van de wedstrijd. Dat beviel Materazzi blijkbaar zodanig dat hij het nog eens overdeed in de kwartfinale tegen Villarreal, en deze keer mocht Juan Pablo Sorín in de kleedkamer de schade opmeten. In het Italiaanse kampioenschap pleegde hij met een messcherpe tackle een aanslag op de ledematen van Zlatan Ibrahimovic : de Zweed – tegenwoordig zijn ploegmaat – mocht meteen worden afgevoerd. De ingreep deed behoorlijk wat inkt vloeien in de Italiaanse kranten.

Een recidivist, dat is duidelijk. Tijdens de Milanese derby boorde Materazzi zijn studs in de flanken van Andriy Shevchenko. Een maand later, in dezelfde confrontatie maar deze keer in het kader van de halve finale van de Champions League, plantte hij zijn schoenen op het borstbeen van Rui Costa terwijl de Portugees op de grond lag. En in de tweede helft van dezelfde partij bracht hij de noppen van zijn schoenen onzacht in aanraking met de testikels van Shevchenko. De zomer daarop, tijdens een toernooi waarin Inter opnieuw met AC werd geconfronteerd, schopte hij Pippo Inzaghi bijna doormidden. Op de site van AC Milan eisten de supporters dat Materazzi openlijk zijn verontschuldigingen aanbood. Zijn reactie : ‘Ze zouden beter zwijgen.’ In die periode bedenkt men de bijnaam Matrix – naar de film – voor hem.

Het is moeilijk om Marco Materazzi en zijn filosofie te doorgronden. Hij zelf beweert bij hoog en laag : “Ik ben geen schopper. Ik kan beenhard zijn op een voetbalveld maar ik ben nooit gemeen. Helaas sleep ik nu eenmaal altijd en overal mijn reputatie met me mee. Soms ben ik wel eens over de grens van het toelaatbare gegaan, dat is waar. Moet men daar nu echt een antieke tragedie van maken ?”

Op 22 augustus, tijdens een galamatch tegen Sporting Lissabon, kreeg hij twee keer geel. Zijn vijfde uitsluiting, de vierde dateerde van de achtste finale van het WK tegen Australië. Telkens verliet hij het veld zonder een zweem van protest. “Met mijn geweten heeft niemand zaken. Veel waarnemers vonden dat ik te vlug werd uitgesloten. Ik loop in het vizier van de scheidsrechters. Dat weet ik, dus moet ik nog meer opletten.”

NICOLAS RIBAUDO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content