‘Afrika kan ik niet redden, maar ik kan wel helpen. ‘ Eric Matoukou en Afrikaanse wijsheden. Een boeiende confrontatie.

E ric Matoukou. 23, rots in de branding bij RC Genk én nu ook vaste waarde in de nationale ploeg van Kameroen. Terwijl de Genkse Rode Duivels een pandoering kregen in Lissabon, maakte hij een trip naar Yaoundé, de hoofdstad van zijn land. Met meer succes overigens. Een 3-1-zege tegen Liberia hield Kameroen met het maximum van de punten op koers voor het Afrikaanse landenkampioenschap in Ghana in januari volgend jaar.

Leven in Europa, opgroeien in Afrika. De confrontatie van twee culturen levert boeiende wijsheden op. Wij verzamelden er een paar Afrikaanse en confronteerden er de Genkse verdediger mee.

Hoe hoger de aap in de boom klimt, hoe beter je zijn achterwerk ziet.

Eric Matoukou : “Hoe verder je raakt in het leven, hoe meer dingen opvallen en hoe meer ook jij opvalt. Ik merk dat tegenwoordig heel goed. Neem nu mijn plaats bij de nationale ploeg. Als daar iets fout loopt, leggen ze bij ons in de media de schuld bij de jongeren. (grijns) Het zijn niet de vaste waarden die ze aanvallen hoor, wel de jongeren. Ik heb er met de ouderen al over gesproken. Niks van aantrekken, zeggen ze.

“Vakantie zijn die tripjes heen en weer niet. Daar bestaan misverstanden over. Alleen bij thuismatchen vliegen we naar Yaoundé. Voor een uitwedstrijd verzamelen we in Parijs en vliegen we naar een land in de buurt van onze tegenstrever. Om je een voorbeeld te geven : voor de match in Kigali, tegen Rwanda, hielden we eerst een stage in Kenia. Dan zien we de familie dus niet. Bij thuismatchen kan ik twee keer naar huis : een keer voor de match en een keer, anderhalve dag of zo, na de match.”

Zijn adoptievader in Kameroen is gendarme. Matoukou : “Iets wat ik ook wilde worden, was ik nu geen voetballer geweest. Waarom ? Ik ben ermee opgegroeid en het beroep fascineert me gewoon. Ik hou van suspens. Mijn natuurlijke vader woont in Duitsland. Mijn moeder raakte heel jong zwanger van hem. Hij was voetballer en emigreerde naar Europa. Getrouwd waren ze nooit, ze zijn nadien ook nooit meer samen geweest. Zij dreef wat handel om te overleven en leerde dan een andere man kennen, een commandant bij de politie, in Yaoundé. Daar ben ik opgegroeid. Mijn echte vader zie ik nog geregeld, nu woont hij in Bonn. Hij komt naar al mijn wedstrijden. Gisteren (vorige week woensdag nvdr) ben ik nog bij hem langs geweest, om hem wat Afrikaans voedsel te brengen. Dingen die je hier niet vindt, kruiden, sausjes,…”

Je gooit geen stenen naar een boom, tenzij hij vruchten draagt.

Matoukou : “Dat sluit wat aan bij het voorgaande. Als je belangrijk bent, of bekend, trek je aandacht en wordt je minder en minder vergeven. Al de foutjes die ik nu maak, daarvan wordt niet langer gezegd : ach, Eric, hij is jong, dat gaat er wel uit. Neen, er wordt naar gekeken, er is stress, elke week presteren, kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben. De realiteit van topvoetbal. Bij RWDM of Heusen-Zolder mocht ik er een keer naast zitten, het waren ploegen die zelf ook nog naar hun plaats zochten. Nu is het Genk, nu gaat het om de top. De coach zoekt nu ook veel meer de conversatie, vind ik. Ik heb vorig seizoen veel gesukkeld met de voet en pezen, een lastige blessure die maar niet wegging. Ik raakte nooit in het ritme en dan sta je er ook wel een beetje naast.”

Niet de hoogte waarvan je valt is belangrijk, maar dat je weer recht veert.

Matoukou : “Dat je reageert op problemen, ja. We hebben dit jaar al een paar keer klappen gekregen, maar zijn er telkens bovenop geraakt. (lacht) Persoonlijk denk ik dat het wilde uit mijn leven weg is. Als ik nu terugblik op mijn beginperiode… In Afrika zijn we gewend er af en toe een stevige tackle uit te gooien. Dat zat in mijn spel, maar hier kreeg ik daar tijdens één wedstrijd op twee een kaart voor (lacht). Inzet heette hier plots overdreven fysiek spel. Cash betaalde ik dat, niet alleen ik, ook de club. Daarom probeer ik nu voorzichtiger te zijn, probeer ik het spel meer te lezen. Ook privé ben ik rustiger. In Afrika was ik een kind van de straat. ’s Morgens stonden we op en trokken de straat op. Eten had je niet altijd, maar spelend vergat je dat. Misschien dat je ’s avonds nog wat restte, voor je ging slapen. Hier is mijn leven veel meer geregeld. Als ik nu problemen heb of een keer down ben, denk ik terug aan vroeger, hoe het toen was. Daar put ik mijn kracht uit. (aarzelt) Als ik zie wat jullie allemaal hebben en toch niet tevreden zijn, terwijl ik zie hoe gelukkig wij Afrikanen thuis zijn… (wijst op een glaasje water op tafel) Veel Afrikanen hebben zelfs dat niet eens, en toch staan ze ’s ochtends vrolijk lachend op, amuseren ze zich een hele dag en vergeten ze die ellende. Pas op, er is ook geweld hoor. Maar ander geweld. Hier vooral verbaal, heb ik de indruk, bij ons wordt er eerst geslagen en dan gepraat (lacht). Toen ik hier aankwam, was het op veel vlakken wennen aan de Europese manier van doen. Maar dat lukt, ik ben gelukkig. Elke dag bedank ik voor het slapen gaan de Heer, dat ik zo goed terecht ben gekomen. Ik heb een vriendin, een kind, dat motiveert een mens.”

Elk drupje water volgt zijn weg.

Matoukou : “Ik ben hier gelukkig en tegelijk ambitieus. Of ik later naar Afrika terug keer… Af en toe praat ik daar met mijn vriendin over. Ik ben verliefd op Afrika, dat is zeker. Maar ik heb nu al een zoon, misschien komen er nog kinderen en misschien hebben die de Europese mentaliteit. Mijn vrouw komt uit een gemengd huwelijk, haar vader is Kameroener, haar moeder Vlaamse. Het ligt niet zo eenvoudig. In Europa is meer zekerheid, stabiliteit, meer structuur. Bij ons wordt alles gekocht. Met mijn geld zal ik in Kameroen zeker als patron terugkeren, maar zal ik mezelf ook een structuur moeten kopen (lacht). Ook dat is Afrika. Zij die rijk zijn, moeten zich beschermen.”

Een oude man die sterft, is een bibliotheek die verloren gaat.

Matoukou : “Dat vind ik een hele mooie. Zo is het toch ? Al die sterke mensen, mannen én vrouwen, die hun ervaring niet langer kunnen delen. Ook hier in België hebben jullie al wat ervaring verloren. Die oude trainer daar, die nog Marseille trainde. Raymond Goethals, ja.

De spelersgroep van Genk is jong, missen ze een bibliotheek ? Matoukou : “Ik denk dat we het tot dusver nog goed hebben gered. Mijn indruk is wel dat de communicatie met de ervaring op de bank – de trainersgroep – dit jaar vlotter verloopt dan vorig seizoen. Toen hadden we een periode met mensen die van zichzelf dachten dat ze beter waren dan ze waren. Ik vond ook dat het discours van de trainer ook niet altijd even duidelijk was. Soms had je wel goed gespeeld, maar voelde je dat het als slecht werd omschreven. Ik vergelijk het graag met een vrouw : ook haar moet je elke dag zeggen dat ze mooi is, om haar zelfvertrouwen te geven. Dat maakt haar sterk. Een trainer moet er ook voor zorgen dat zijn spelers zelfvertrouwen hebben. Zeggen dat ze de sterkste zijn, dat hij vertrouwen in hen heeft. Dat gebeurt nu.

“De trainer heeft altijd op mijn positie gevoetbald, het valt me op dat hij op training heel goed weet hoe ik me moet bewegen en wat ik moet doen. (lacht) Ik heb eens een cassette van hem gezien, als speler, waarbij hij er ook twee tackles uitgooide. Man, man, de verfijndste voetballer was hij ook niet. (lacht hartelijk) De foutjes waren nogal eh, gevaarlijk. Maar het tekent zijn inzet.”

Hij die nergens bang voor is, heeft ook geen moed.

Matoukou : “Met de angst komt de moed, denk ik. Maar angst… Ik weet het niet, ik ben niet zo snel bang. Ik heb wel veel respect voor belangrijke mensen. In onze religie zeggen ze : wie bang is van God, is ook bang van zijn moeder. Bang moet je niet zijn, wel respect opbrengen. Voor God, je moeder en de mensen rond je.”

Toen Mbark Boussoufa in de bekermatch op Anderlecht bovenop de bal ging staan, toonde hij dan een gebrek aan respect ? Matoukou : “Maar neen ! Ik begrijp hem, een Afrikaan hé. Die jongen is misschien wel hier opgegroeid, maar al die bewegingen, die horen er voor hem bij. Hij zou zoiets ook nooit doen als Anderlecht niet in veiligheid was. Provoceren vond ik het niet, wel amusement, plezier, tonen dat je de sterkste bent. Wouter(Vrancken, nvdr) zei nadien in de krant dat hij er anders op zou reageren. Ik stond er het dichtste bij, heb ook getwijfeld : hem laten doen of hem een ongelooflijke tackle rond zijn oren lappen. Maar wat zou daar tegenover gestaan hebben ? Ongetwijfeld een kaart, een sanctie. Was Genk daar dan beter van geworden ?”

Mensen houden niet van mensen, maar van het geld van mensen.

Matoukou : “Die ken ik, dat komt uit een song van Douk Saga (een Ivoriaanse zanger die in oktober 2006 overleed, nvdr). Toevallig ligt er een cd van hem in mijn wagen. Het is een waarheid, ja. Er zijn genoeg mensen die niks van je moeten hebben, maar die alleen op je geld uit zijn. Als ik naar Yaoundé terugkeer, zijn er veel mensen die geven om de persoon Eric Matoukou, omdat ze hem van vroeger kennen, maar ook genoeg die me op straat staande houden omdat ze weten dat ik in Europa voetbal en dus geld heb. Dat ik ze ook geld geef, is iets wat mensen hier moeilijk vatten. ‘Het is jouw geld, waarom zou je het uitdelen ?’ Dat is onze cultuur, sorry, je kán niet anders, je kan niet niks geven. Samuel Eto’o kan de straat niet meer op zonder bewaking, zonder escorte. Onlangs kocht hij vijfduizend bedden voor de gevangenissen in Yaoundé en Douala. Hier zouden ze zeggen : dat is toch de taak van een voetballer niet ? Ik speel maar bij Genk, ik kan geen vijfduizend bedden kopen. Afrika redden kan ik ook niet, maar ik kan wel helpen. Jonge voetballers bijvoorbeeld door ze ballen te schenken, ik hoop dat ik er op het einde van het seizoen wat mee krijg op de club.”

Wie de krokodil flatteert, kan gerust baden.

Matoukou : “Dat sluit wat bij het vorige aan. Als ik weet dat iemand slecht is, een bandiet, dan moet je proberen vrienden te zijn. Ik weet dat er in Yaoundé mensen zijn die me alles kunnen afpakken. Ik hoef die niet graag te zien, maar als ik ze wat geef, kan ik ervoor zorgen dat ik in mijn gebied veilig ben.”

Het achterwerk van een vrouw is zachter dan haar hoofd.

Matoukou : ” (lacht luidop) Wat wil je dat ik daarover vertel ? Logisch, neen ? Vrouwen zijn heel belangrijk in het leven van een man. Hard, soms zelfs koppig, maar tegelijk zacht en teder, zorgen ze voor stabiliteit en rust. Rita heet mijn vriendin. Zij en de kleine, Marcel, nu vier maanden oud, het maakt me allemaal rustiger. Ik slaap meer, ben geconcentreerder met de sport bezig. Polygamie ? In ons land is dat toegelaten. Mijn grootvader had drie vrouwen en 22 kinderen. Eentje daarvan was mijn moeder. In Europa wordt dat niet aanvaard, bij ons wel.”

Zou hij verliefd kunnen worden op verscheidene vrouwen ? Matoukou : “Verliefd neen. Er zijn veel verleidingen, vrouwen doen er ook alles aan om er heel mooi uit te zien. Maar polygamie heeft niet altijd met liefde te maken. Het is, of was, vaak toch een zaak van het recht van de sterkste. In Afrika doodt de rijke de arme. Wie rijk is, kan zich alles permitteren, ook meer dan één vrouw. In mijn ogen is het afbreuk doen aan de kwaliteiten, de eigenheid van de mens. De vrouw staat voor mij op dezelfde hoogte als de man, maar traditioneel is het bij ons vaak de man die het hoge woord voert. En dus meerdere vrouwen kan hebben.”

Je moet ervoor zorgen dat je de rivier helemaal hebt overgestoken voor je met de krokodil lacht.

Matoukou : “Ja. Eerst zeker zijn, op alle vlakken, voor je wat doet. Ook in het voetbal is dat zo. Zie naar onze match in Roeselare. Denken dat de buit binnen is bij 1-3 en dan nog de anderen laten terugkeren tot 3-3. Moraal van het verhaal : nooit denken dat het voorbij is, tot het echt voorbij is.”

Falen wist de verdienste van de geleverde inspanning niet uit.

Matoukou : “Stel, ik zeg ‘stel’, stel dat we geen kampioen worden, dan zal dat jammer zijn, maar ik vind nog steeds dat we dan een heel mooi seizoen hebben afgewerkt. Dat we daarmee gelukkig mogen zijn. Het mag niet dat zoals vorig jaar in Luik ontgoocheling en woede domineert bij de supporters, eerder dan blijdschap over wat ze te zien hebben gekregen.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content