Drie doelpunten met Anderlecht tegen West Ham, wat Mbo Mpenza betreft, mag het seizoen beginnen. De Belgische zomertransfer van het jaar blikt vooruit. ‘De ploeg is nog versterkt, dus…’

Anderlecht heeft er een afwerker bij. Van de omwille van interlandverplichtingen tijdelijke afwezigheid van Aruna Dindane, Nenad Jestrovic en Ki-Hyeon Seol profiteerde nieuwkomer MboMpenza om zich als aanvaller op te werken bij Anderlecht. Begin juli was hij verantwoordelijk voor het eerste doelpunt in de nieuwe campagne van paars-wit, op het veld van Wolvertem. Zaterdag vlamde de oudste van de twee broers er in Londen drie voorbij de keeper van West Ham, wat zijn maandtotaal op zes bracht.

Vrijdag begint voor Anderlecht het serieuze werk, met een bezoek aan Le Canonnier, daarna is er een nieuwe verplaatsing, naar Benfica.

Keek je uit naar de grote wedstrijden van de voorbije week ?

Mbo Mpenza : “Toch wel. Dit zijn goeie maatstaven, vind ik. Je moet wat meer achter een bal lopen dan in de andere matchen, maar liever dat, dan 10-0 tegen de kleintjes.”

Tegen West Ham scoorde je drie keer, maar tegen Lyon was je nog heel discreet in het spel. Mbo keek de kat uit de boom, leek het.

“Dat is zo. Anderlecht heeft zijn team behouden en het is aan ons, de nieuwkomers, om in dat team een plaatsje te zoeken. Dat doe ik liever een beetje discreet, door me aan te passen aan de anderen, door te reageren op wat zij doen. Dat lijkt me de beste manier. Bovendien vind ik ook dat je nu nog niet de spelers individueel mag beoordelen op wat ze laten zien. Het is nog veel te vroeg, niemand zit aan zijn beste conditie.”

Maar je maakt wel opvallend weinig acties.

“Dat heeft ook nog een beetje met de vermoeidheid te maken. In eerste instantie moet ik zoeken naar een verstandhouding op het veld met de ploegmaats, in het samenspel. Die individuele acties komen later wel. Ik zou echter toch de supporters voor één ding willen waarschuwen. Aruna en ik hebben dezelfde huidskleur, maar daar houdt elke vergelijking op ( lacht). Hij heeft een andere stijl. Als de trainer me in de spits zet naast Jestrovic en Aruna laat rusten, moet je niet verwachten dat ik zijn rol overneem. Zo voetbal ik niet. Mijn sterkte ligt eerder bij het collectief, bij het anderen beter te laten spelen ook. Ik weet ook dat ze bij Anderlecht meer goals van mij verwachten, maar in mijn spel zit ook aandacht voor de laatste pas. Ik zou willen dat men me beoordeelt op die twee dingen samen.”

Je cijfers van vorig seizoen waren min of meer in evenwicht : elf goals en acht assists.

“Ik ga proberen hetzelfde evenwicht te halen. Misschien met iets hogere cijfers, want in principe krijg je hier meer kansen. Voor de rest vind ik ook naast het veld steeds beter mijn draai. Ik trek vaak op met Pär ( Zetterberg, nvdr), omdat die het huis kent en een leuk karakter heeft. We praten veel over voetbal, over de manier van spelen, de manier waarop Anderlecht het moet aanpakken.”

En hoe is dat ? Naar Grieks of Porto-model of wat avontuurlijker ?

“Het verleden moeten ze hier vergeten, salon- of champagnevoetbal komt niet meer terug. Met Moeskroen hebben wij vorig seizoen aangetoond dat je met een sterke organisatie en een afwerker ver kan komen. Organisatie is belangrijk, ook voor Anderlecht. Uiteraard moet je ook denken aan die 25.000 mensen op de tribune, maar als je geen goeie organisatie hebt, ga je meer verliezen dan winnen. Zullen de supporters dan niet extra morren ?”

Zie jij Anderlecht evolueren naar drie verdedigers en vijf middenvelders ?

“Organisatie kan in verschillende vormen, 4-4-2 of 4-3-3 of zelfs 3-5-2. Dat maakt mij allemaal niet uit. Op voorwaarde dat er een systeem is, dat iedereen zijn positie houdt en dat de rechtsachter zich geen buitenspeler waant, zodat de aanvaller moet gaan verdedigen. En je moet ook voor ogen houden dat je in voetbal moet scoren, met alleen verdedigen kom je er niet.”

Hugo Broos startte zaterdag met jou naast Dindane. Wordt dat het ideale spitsenduo ?

“Het hele seizoen lang met dat duo spelen is onmogelijk. Ik hoop één ding : dat het seizoen zo lang mogelijk duurt en dat er nog andere duo’s op het veld zullen staan, want dat betekent dat we als ploeg goed bezig zijn. Maar misschien zal de combinatie met Aruna het meest op het veld staan, dat kan gerust, ja.”

Wat is de complementariteit tussen jou en Aruna ?

“Ik denk dat hij met een actie een situatie kan deblokkeren en ik kan die misschien afmaken. Ik denk ook dat dubbelpasses met hem moeten lukken en dat we moeten kunnen profiteren van de ruimte en onze snelheid. Wij zijn geen afwerkers zoals Jestrovic, en dat zullen we ook wel te horen krijgen als we wat kansen missen. Dat stoort me niet, ieder zijn stijl. Voetbal is een collectieve sport en wie dan de goals maakt… Ik speel graag in een ploeg waar het gevaar van overal kan komen. Wat heb je aan één speler die er dertig maakt en de rest niks ? Onvrede, denk ik. Maar dat ik geen typische afwerker ben, daar ben ik al lang achter. De voetbalwereld ook, anders hadden de trainers me overal al wel opgesteld als diepste spits en niet als tweede aanvaller.”

Welk doel stel jij je ?

“Goed spelen, de titel, de beker en de Champions League. Allez, die bereiken. De kwalificatie zal moeilijk zijn, maar het is doenbaar. Als je ambities zijn de tweede ronde halen, mag je van niemand bang zijn. De ploeg nog versterkt ten opzichte van vorig seizoen, dus…”

Heb jij het gevoel dat de ploegen internationaal gezien wat dichter bij elkaar schuiven nu er minder geld in omloop is ?

“Wat ik goed vind, is dat die teams die het willen, langer hun spelers samen lijken te kunnen houden. Je hebt er nog die elk jaar anderen kopen, maar het hoeft niet meer. Op die manier blijven de automatismen bewaard en worden teams op de duur sterker. Club Brugge heeft geen nieuwkomers, wij amper. Op die manier kunnen de Belgische ploegen misschien toch stunten.”

Riskeren jullie geen lichtjaar voorsprong te nemen op de rest ? Standard moet weer bouwen na heel wat inkomende en nog meer uitgaande transfers, terwijl Genk vooral steunpilaren verloor. Om van Moeskroen maar te zwijgen. En dat was vorig seizoen de subtop.

“Anderlecht en Brugge kunnen dat wat vorig seizoen fout liep, verfijnen. Maar misschien klikt het bij de rest snel in elkaar. Ik denk dat er in elk geval meer strijd zal zijn dan vorig seizoen. Met Gent als outsider. Niet voor de titel, maar voor een plaats er net achter.”

Georges Leekens zal het graag lezen. Geloof jij nog in Standard ?

“Ja. Elk jaar ( lacht). Neen, serieus, ze zijn toch terug ? De voorbije twee, drie jaar speelden ze mee aan de top. Het vertrek van Emile zal ze een hoop schelen, maar anderzijds vonden ze bekwame mensen.”

Waar plaats je Moeskroen, de tegenstander van overmorgen ?

“Onduidelijk nog. De ploeg is uit elkaar gevallen. Pieroni, ik, Dugardein, Laybutt, dat is een hele as. De nieuwkomers zijn onbekenden en dat valt af te wachten. Anderzijds vind ik de sterkte van Moeskroen dat ze er de voorbije jaren toch telkens in slaagden om spelers die niet zo bekend zijn of in wie men niet meer geloofde, uit die anonimiteit te halen. Men schampert nu dat ze vooral tweedeklassers kochten. Mag ik je erop wijzen dat Pieroni ook uit tweede kwam ? Marc Schaessens kan de ervaring brengen die met Dugardein verdween. Grégoire bleef, dat is ook niet onbelangrijk. ( Lacht.) Ik denk dat de kalendermaker mij viseert. Toen ik van Moeskroen naar Standard ging, ging de openingswedstrijd van het seizoen ook tussen mijn nieuwe en mijn oude club.”

Is er wat blijven hangen van de verklaringen die voorzitter Jean-Pierre Detrem-merie vorige winter aan je adres deed toen je niet naar Standard wilde. Over zijn hekel aan huurlingen en dat hij je niet meer kon zien ?

“Neen. Ik heb een vrij gezonde levenshouding. Als iemand iets tegen me heeft en hij komt het niet in mijn gezicht zeggen, maar het gebeurt via derden – in dit geval de kranten – dan geloof ik het niet. Ik geloof alleen een directe aanpak.”

Je was twee keer in Moeskroen. Wat was het verschil tussen de eerste en de tweede keer ?

“Toen ik er de eerste keer aankwam, was het nog een amateurclub met ambities. De tweede keer kwam ik er terug in een profclub, met mooie installaties en een goede structuur. Gelukkig veranderde de sfeer bij de supporters niet, zelfs in dat catastrofale seizoen van twee jaar geleden.”

Hugo Broos haalde je naar Moeskroen én naar Anderlecht. Leekens was in Moeskroen twee keer belangrijk voor je. Vergelijk eens.

“De ene is veel expressiever dan de andere, daarmee verras ik niemand. Qua spelstijl benaderen ze elkaar. Ik heb in beiden veel vertrouwen. Hugo Broos heeft me na dat compleet mislukte avontuur bij Galatasaray opgevist en het klikte onmiddellijk in die zes maanden waarin we samenwerkten. Ik hoop dat hij me ziet als een goeie voetballer, die vecht voor de groep, niet alleen voor zijn eigen plaats, zijn eigen doelpunt, zichzelf. Egoïsme vind ik niet kunnen.”

Opvallend was dat jij noch over Standard, dat je vorige winter voor het blok zette door je snel-snel te willen doen tekenen op de dag van de transferdeadline, noch over Moeskroen een onvertogen woord zei. Waarom niet ?

“Je moet niet reageren op dingen die misschien niet juist zijn, of op toestanden. Ik hou het liever rustig. Mijn vader heeft me altijd voorgehouden dat je res-pect moet hebben tegenover de anderen. Dat probeer ik.”

Respect, maar ook koppigheid. Ze zullen je niet snel onder druk zetten.

“Haha, neen. Omdat gevoel voor mij belangrijk is. Ik zou nooit kunnen functioneren in een omgeving waarin ik me niet goed voel.”

Is dat de les van het avontuur in Portugal en Turkije ?

“Neen, want ik zou hetzelfde opnieuw doen. In mijn geluk bij de transfer naar Sporting Lissabon had ik er ook ongeluk. In die zin dat Sporting onverwacht kampioen werd en dat er een WK aankwam, zodat Portugese voetballers die naar dat WK wilden vrijwel gratis voor Sporting wilden voetballen om hun kansen te vrijwaren. Dat is de reden waarom ik opzij werd gezet. Galatasaray was dan weer wel een verkeerde keuze, te veel geldproblemen.”

Je komt nu in je zesde profploeg. Wat leert je bijna tien jaar voetballen aan de top ?

“Dat je op je hoede moet zijn en een stevig karakter moet hebben. Ook dat je de horizon niet mag verengen tot alleen voetbal. Je moet er nog een andere hobby op nahouden, om je te kunnen ontspannen. En dat rust heel belangrijk is.”

Over ontspannen gesproken : wanneer word je papa ?

“Eind augustus. Van augustus tot december spelen we, hopelijk, om de drie dagen een wedstrijd, het zal druk worden. Daarom ben ik zo’n voorstander van het roteren. Als je al die wedstrijden moet spelen, mag je een kruis maken over je terugronde. Wie niet gelooft in rotatie, gelooft niet in presteren na nieuwjaar. Het lichaam kan die belasting niet aan.”

Zie daar de uitleg voor de terugval van Aruna ?

“Ik denk het wel. Anderzijds heb ik ook wel iets van : ik wil zoveel mogelijk spelen. Dat geldt voor ons allemaal. Iedereen wil de topmatchen spelen. Maar fysiek kan het niet, toch niet als je altijd wil schitteren.”

Luigi Pieroni, Emile Mpenza, Andrés Mendoza, Cédric Roussel : vier van de eerste zeven uit de topschutterstand van vorig seizoen vertrokken. Wordt het spektakel weer wat minder ?

“Ik bekijk het liever positief, wellicht komen er nieuwe namen. Op het EK zag je het al en hier merk ik het ook : veel ploegen kiezen voor jonge spelers. Ik ben ook vroeg begonnen, maar toch op een ander niveau. Wat me verbaast, is dat mensen het stilaan normaal vinden dat jongens van zestien of achttien op dit niveau al meedraaien. ( Denkt na.) Maar naast hun talent is er wellicht ook een economische reden. Er is minder geld en jongeren tekenen allicht sneller een contract dat wat lager ligt.”

Je kostte Anderlecht 1,25 miljoen euro. Dat is peanuts vergeleken met vier, vijf jaar geleden.

“Sporting Lissabon betaalde in 2000 ongeveer 3 miljoen euro. In principe maakt me dat niks uit, omdat het bedrag een afspraak is tussen clubs. Het bepaalt mijn zelfbeeld niet, maar is een weerspiegeling van de tijdsgeest.”

Je bent 28. Is Mbo nu waar hij wil zijn of denkt hij al aan een volgende stap ?

“Je wil altijd meer. Ik denk dat ze voor dit seizoen de lat al heel hoog hebben gelegd, maar waarom niet ? De druk zal hier veel groter zijn dan elders, maar ik wilde absoluut naar een ploeg die ambitieus was en dit is er eentje.”

Je bent gehaald voor een plaats in de spits, op Anderlecht zullen we dus geen Mbo Mpenza als middenvelder zien.

“In principe niet tenzij we, wat ik hoop, een heel druk en lang seizoen meemaken. Dan weet je nooit met blessures of vormverlies.”

Jij bent de oudste van de Belgische Kongolezen hier in de club. Speel jij al de mentor of ken je ze nog onvoldoende ?

“Mijn ouders wonen in een appartement in Molenbeek, een verdieping boven Besnik Hasi. Ik ken Brussel al langer en als er wat jongens van je geboorteland doorbreken op topniveau, volg je die wel. Hun vader zou ik me niet noemen – daarvoor ben ik zelf niet oud genoeg – maar wel hun gids, ja.”

Wat zeg je tegen Vincent Kompany ?

“Hem wacht een jaar om te bevestigen, een jaar vol kritiek. Dat is al langzaam bezig : alles wat hij doet, wordt uitvergroot, de eerste verwondering is voorbij. Mocht hij straks vertrekken, dan zullen sommigen dat zeker te vroeg vinden. Anderzijds weet hij nu al als achttienjarige wat druk is.”

Wat heb je hem aangeraden ?

“Op te letten met wat hij zegt. Ook in de kleedkamer. Als jongere flap je er dingen uit die je beter wat voor jezelf houdt.”

Hoe dramatisch is het om zoals Fabrice Ehret in een nieuwe club terecht te komen en je al direct te blesseren ?

“Dat is heel erg. Je mist niet alleen fysiek een belangrijke periode, maar ook qua integratie. Je gaat niet mee naar de wedstrijden, je deelt de sfeer van de stage niet echt. Hij heeft wel het voordeel dat hij de taal spreekt, zodat hij zich op dat vlak alvast niet uitgesloten hoeft te voelen. Maar het is erg voor hem.”

Een vraagje buiten de sport : de federale regering telt sinds half juli een staatssecretaris van Kongolese afkomst. Gisèle Mandaila is bevoegd voor het gezin en personen met een handicap.

“De tijden veranderen. Je wordt niet zomaar staatssecretaris. Zij heeft zich weten te integreren, net zoals mijn ouders daar indertijd ook in slaagden.”

Je was zelf nog niet in je land van oorsprong. Kriebelt het, zoals bij Vincent ?

“Ik ben bezig met een project, al een paar maanden. Veel kan ik er nog niet over kwijt, omdat we nog met een boel praktische problemen worstelen. En je moet ook de tijd vinden. Ik wil me best voor iets inzetten, maar mijn eerste rol is die van voetballer.”

door Peter T’Kint

‘Aruna en ik hebben dezelfde huidskleur, maar daar houdt elke vergelijking op.’

‘Ik speel graag in een ploeg waar het gevaar van overal kan komen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content