Bijna twee jaar na zijn debuut bij de Rode Duivels werd Zakaria Bakkali weer opgeroepen voor de nationale ploeg. Hij is dan ook een blij man. ‘Valencia was een goeie club voor mij, vond Marc Wilmots.’

Met een brede glimlach. Zo zit Zakaria Bakkali (19) in het videozaaltje op het oefencomplex van Valencia op ons te wachten. Blij dat hij weer op het veld staat, na een donker jaar bij PSV. Blij dat hij weer aan voetballen kan denken. Op zijn smartphone regent het felicitaties, hij is op dat moment net ook weer opgevist voor de nationale beloften – zijn selectie voor de grote jongens is dan nog veraf. De zon schijnt opnieuw voor een speler die twee jaar geleden als een komeet door voetballand flitste – hij is nog steeds de jongste maker van een hattrick in de Eredivisie. In augustus 2013 kon België maar niet wachten op zijn debuut met de Rode Duivels, dat door een blessure twee keer uitgesteld werd. Toen hij op 15 oktober tegen Wales na 77′ inviel en zijn debuut maakte, ging er een zucht van opluchting door de tribunes.

Nadien verdween Bakkali pijlsnel weer in de anonimiteit. Eerst door een blessure en een operatie, vervolgens omdat hij zijn contract bij PSV niet wilde verlengen. Om een voorbeeld te stellen zetten de Eindhovenaars hem daarop terug naar het tweede elftal. Een jaar lang bleef hij langs de kant. Maar nu kan hij weer lachen.

Bakkali: ‘Na anderhalf jaar doet dit deugd. Ik had nood aan verandering van lucht. Mentaal waren die maanden bij PSV zeer moeilijk. Vervolgens was het ook zwaar om de goeie keuze te maken. Eerst wilde ik een ploeg dicht bij de familie. Frankrijk, Duitsland. Ook Anderlecht was een optie. Maar uiteindelijk hebben we toch gekozen voor Spanje. Om allerlei redenen: de club, het kampioenschap, ik vind de Spaanse competitie zeer aantrekkelijk. Ook het weer speelde mee, magnifiek. Net te ver van Marokko ook, land waar ik toch zeer vaak naar terugkeer. En uiteraard ook het sportieve, de waarde van de ploeg. Bovendien zijn de verbindingen met België vrij makkelijk. Als mijn vader er niet is, komt mijn broer wel bij me logeren. Of anders mijn zus. Ik ben nooit alleen. Dat wil ik ook zo. Ik woon op vijf minuutjes van het oefencentrum, in een huis met een zwembad. Strand op twintig minuutjes. Ik kom amper in de stad. Huis-training, alles heel rustig.’

Door wie liet je je allemaal adviseren?

ZAKARIA BAKKALI: ‘Dit was mijn keuze. Ik heb indertijd, toen ik moest kiezen tussen België en Marokko advies gevraagd aan mijn vader en die zei: ‘Jongen, jij moet beslissen, doe wat je zelf het beste lijkt.’ Ook nu weer. Hij stond achter mij, maar liet de beslissing aan mij over. Iedereen mag me raad geven, maar uiteindelijk doe ik wel mijn zin. Ik ben ook niet de man om veel naar anderen te luisteren. Als je daarmee begint… De ene zegt dit, de andere dat. Voor je het weet, ben je verloren. Ik luister naar Lucien (Luciano D’Onofrio, nvdr), naar Marc (Wilmots, nvdr),… Als zij vinden dat dit of dat een goed plan is, gaan we ervoor.’

Marc Wilmots raadde je Valencia aan?

BAKKALI: ‘Aanraden is veel gezegd, maar hij vond het wel een goeie club voor mij. Ik vind het Spaanse voetbal zelf ook het beste. Ik zie mezelf op deze leeftijd niet voetballen in Engeland. In Spanje krijg je nog de tijd om een bal te controleren.’

Was het Luciano D’Onofrio die je in contact bracht met je manager Jorge Mendes?

BAKKALI: ‘Die twee werken samen. Lucien praat wel het meest met mij. Ze hebben een zeer goed sportief plan voor me. Nu, dat kan snel veranderen, dat weet ik. Ik wilde tot mijn 21e bij PSV blijven… Nu leef ik eerder van dag tot dag. Vandaag keihard werken, morgen ook. En dan zien we wel.’

KNOCK-OUT NA 30 MINUTEN

Denk je al aan het EK?

BAKKALI: ‘In voetbal weet je nooit. In principe kan je zeggen: het is te vroeg. Maar als ik morgen vier keer scoor, kan het snel gaan. Dat heb je twee jaar geleden gezien.’

Kwam die selectie voor het A-elftal toen niet veel te vroeg?

BAKKALI: ‘Ik vind van niet. Oké, ik had nog niet veel getoond met de A-ploeg van PSV, een Europese goal tegen Zulte Waregem en het weekend erop drie in de competitie. Logisch was het niet, maar ik had toch iets bewezen. Het hadden ook de beloften kunnen zijn, daar was ik ook tevreden mee geweest. Maar het werden de A’s. Ik was een van de jongsten, op mijn zeventiende.’

Jij en Januzaj, twee jonge leeuwen die nu moeten bevestigen.

BAKKALI: ‘Dat weet ik maar al te goed. Talent alleen is niet voldoende. Ik had het talent, heb er een tijdje onvoldoende mee gewerkt en het is verminderd. Je moet echt de hele tijd keihard blijven werken. Logisch.’

Wat mis je nog om er weer helemaal te staan?

BAKKALI: ‘Fysiek. Je kan lopen en trainen zoveel je wilt, maar er is nog een groot verschil met een wedstrijd. Dat ritme, spurtjes, weer recupereren,… Wanneer ik eind augustus dertig minuten speelde, was ik ’s anderendaags knock-out. Dat is normaal. In het begin was ik dat al de dag na de training, maar na een maand verteerde ik die al zo goed, dat ik zelfs nog wat extra werk kon doen.’

Kreeg je in die moeilijke maanden veel steun van mensen uit het voetbal?

BAKKALI: ‘Mijn vrienden hebben me hard gesteund, de jongens uit Bressoux. En mijn familie, uiteraard. Ik werd door mensen uit het voetbal eerder voortdurend lastiggevallen. Elke spelersmakelaar heeft wel gebeld, in die mate zelfs dat ik voortdurend van nummer moest veranderen. De druk werd te groot. Maar nu ik weer voetballers zie, krijg ik andere reacties. Hoe ik het allemaal heb gekund, overleven, in zulke omstandigheden, mentaal sterk blijven… En dan naar Valencia komen. Wat ik meemaakte, daar gaan spelers aan kapot. Ik had ook fiesta kunnen houden en me alle dagen laten gaan. Maar ik heb keihard gewerkt, individueel, met Dimitri Lowette, de kinesist van de nationale ploeg, in Sint-Truiden. Gewerkt als een krijger, een militair. Ik zei ook tegen journalisten dat ik ging terugkeren in een kampioenschap dat hoger stond aangeschreven dan het Nederlandse. Ik ben zeer tevreden over mezelf. Tevreden en tegelijk ongelukkig ook, dat ik twee jaar verloor in mijn ‘voetballeven’. Maar die win ik wel terug. Mentaal heeft deze situatie me meer volwassen gemaakt. Ik ben nu veel rustiger als mens, in mijn hoofd zit het goed. Ik heb dat hier in Valencia gemerkt.’

BOOS GEZICHT

Als je terugkijkt op alles wat er in Eindhoven misging, vind je dan dat de schuld bij hen ligt of bij jou?

BAKKALI: ‘Beide. Ik heb fouten gemaakt, ik was nog jong. Als PSV daar beter mee om was gegaan, dan was het zeker zo niet gelopen. Maar zij hebben gekozen voor de harde aanpak, om een voorbeeld te stellen. Dat hebben ze ook letterlijk zo gezegd. Ik weet niet wat hen bezielde, ik denk dat het een zaak van omkadering is. Ze hebben geen al te sterk kader. In het begin ging het nog goed, van mijn twaalfde tot mijn achttiende. Eigenlijk tot een nieuw contract op tafel kwam. Ik speelde op dat moment niet en vroeg wat te wachten. Ik had geen zin om me als bankzitter nog langer aan de club te binden. Wacht, zei ik, het WK komt eraan, we zien wel. Maar daardoor mocht ik niet meer meespelen en uiteindelijk miste ik ook het WK. Ik had het misschien sowieso gemist, dat weet je niet. Maar als je van januari tot juni géén wedstrijden speelt…’

De club zei op een gegeven moment: we hebben hem dezelfde begeleiding willen geven als Memphis Depay, maar hij wilde dat niet.

BAKKALI: ‘Klopt niet. Daar is nooit van gesproken. Als zij zich goed hadden gedragen tegenover mij, zat ik er misschien nu nog.’

Welke fouten heb jij gemaakt?

BAKKALI: ‘Dat ik na de wedstrijden boos was, en dat je dat ook zag aan mijn gezicht. Zij vonden dat ik niet professioneel genoeg was, maar wat wil je? Ik was jong, ik wilde spelen. Op de rest hebben ze me nooit kunnen pakken. Ik was altijd op training. Niet om te lachen, ik wilde dat op het einde zelfs niet meer, lachen.

‘De media hebben ook hun rol gespeeld, zij hebben hard hun best gedaan om me vuil te maken. Misschien op basis van informatie die ze van de club kregen, dat weet ik niet. Maar ik daag je uit: praat met om het even wie van mijn ploegmaats. Iedereen zal zeggen dat ik rustig ben, geen enfant terrible. PSV heeft geprobeerd mij een imago aan te meten dat niet strookte met de realiteit. En dat ga ik hier bewijzen.’

Van FC Lidl in Bressoux naar Valencia… Je hebt een hele weg afgelegd.

BAKKALI: ‘Voor FC Lidl heb ik maar een match of drie, vier gespeeld. (lacht) Mijn ploegje was dat van de Cour Jacquet. FC Lidl, waar Carcela en co voetbalden, had een andere ondergrond, een veel zachtere. Wij speelden op beton. Wie viel, had schaafwonden. Veel gevaarlijker.’ (grijns)

DOOR PETER T’KINT IN VALENCIA – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Wat ik meemaakte, daar gaan spelers aan kapot.’

ZAKARIA BAKKALI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content