Standard Luik rekent in de

laatste rechte lijn naar een nieuwe landstitel op een doelman van twintig jaar: Sinan Bolat. ‘Op training gaat het

er hier veel harder aan toe dan

bij Genk.’

S inan Bolat (20) was de gedoodverfde opvolger van Logan Bailly bij KRC Genk. Een jongen van de streek, vanaf zijn zevende opgeleid bij de club, groot en sterk, bakken vol talent. Maar kijk, twee weken geleden moest Genk godbetert een jongen van zestien tussen de palen zetten bij gebrek aan doelmannen. ‘Probleemjongens’ Bailly en Bolat werden tijdens de winterstop van de hand gedaan. Logan Bailly poogt ondertussen Borussia Mönchengladbach in de Bundesliga te houden en heeft Duitsland al aan zijn voeten liggen. En Sinan Bolat verdrong bij Standard publiekslieveling Aragón Espinoza uit doel terwijl de Rouches een gooi doen naar een nieuwe landstitel. In principe blijft hij er de rest van het seizoen als titularis tussen de palen staan.

“Het is doodzonde en een van de grootste ontgoochelingen in mijn carrière dat Sinan Bolat nu niet bij Genk onder de lat staat”, erkent Roland Breugelmans, jeugdcoördinator van KRC Genk. Hij zag Sinan Bolat als zevenjarige de overstap maken van Melo Zonhoven naar de Limburgse topclub. “Sinan doorliep bij ons het hele traject van jeugdspeler tot profvoetballer. We hadden een heel goed gevoel over hem. Nooit problemen mee gekend. Dat uiteindelijk een conflict tussen zijn manager en Willy Reynders aan de basis van zijn vertrek ligt, doet pijn. Die hele polemiek hoefde niet. Ik denk niet dat we Sinan iets moeten verwijten.”

Bailly: de beste doelman van België

De polemiek was er één die eind vorig seizoen de kop opstak toen Genk en Bolat over een contractverlenging van vier jaar onderhandelden. Kismet Eris, manager van onder meer Sébastien Pocognoli, Christian Benteke en dus ook Sinan Bolat, wilde het onderste uit de kan halen voor zijn poulain. De relatie met Willy Reynders was op zijn zachtst uitgedrukt niet erg hartig. Waarop de technisch directeur in de kranten liet optekenen dat Bolat weigerde te tekenen omdat hij geen BMW X5 kreeg van de club. Er brak iets bij Bolat. Zeker toen hij tijdens de voorbereiding op dit seizoen gedegradeerd werd tot derde doelman, achter Logan Bailly en Davino Verhulst. “Toen wist ik dat mijn verhaal bij Genk gedaan was”, keert Bolat even terug naar die periode. “Als ik had bijgetekend zou ik als eerste doelman aan het seizoen beginnen, had men mij beloofd. Omdat Logan de eerste vier speeldagen toch nog met de olympische ploeg in China zat. Denk je nu echt dat ik zo’n kans zou laten schieten voor een wagen? Soit, dat ik dan ineens tot derde doelman gedegradeerd werd, zei genoeg. Dan weet je dat het bestuur je laat vallen. Ik besefte dat ik weg moest.

“Nochtans ging ik er steeds van uit dat mijn toekomst bij Genk lag. Dat mijn reputatie op dergelijke manier geschonden werd, was beneden alle peil. Ik ben geen probleemjongen, dat mag je aan iedereen binnen de club vragen. Logan – met wie ik het overigens altijd zeer goed kon vinden, ik vind hem de beste doelman van België – was toen ook zeer ontgoocheld in het clubbestuur. Hij vond het ook niet kunnen dat ze dat verhaal over die BMW in de kranten gooiden.”

Verder wil Sinan Bolat niet meer terugkomen op dat verhaal over de X5. Genk is wat hem betreft een afgesloten hoofdstuk. Bolat: “Jammer voor de vele mensen waar ik heel wat aan te danken heb, ja. Zoals een Guy Martens, die me als doelman vormde. We bellen mekaar nog elke week voor de wedstrijd, ik blijf hem eeuwig dankbaar.” En dan veelbetekenend: “Het is één man die dertien jaar om zeep hielp.”

Helpen in de kebabzaak

Het is geen BMW X5 die voor het ouderlijke huis van Sinan Bolat in Zonhoven staat te blinken, wel een gloednieuwe zwarte Mercedes CLS. Binnen wacht de rijzige Standardgoalie ons in het gezelschap van zijn twee broers, Savas (24) en Baris (22). Alle drie wonen ze nog thuis. Enkel zus Hikkmet is al de deur uit, ze is getrouwd en woont even verderop. Savas en Baris waken over hun jongste broertje Sinan, want zo gaat dat nu eenmaal in de Turkse familietraditie. Baris miste bijvoorbeeld nog geen enkele wedstrijd van Sinan, zelfs niet wanneer die in de heenronde met de reserven van Genk moest meedoen. Savas moest tegen zijn zin wel al enkele keren verstek laten gaan. Hij werkt in de kebabzaak van vader Bolat, een etablissement in Brecht, en daar wordt ook op zaterdagavond gewerkt. “Al probeer ik zo veel mogelijk een vervanger te vinden als Sinan op zaterdagavond speelt”, aldus Savas. “Normaal gezien gaat de zaak open om 16 uur en sluiten we om 23 uur en in de weekends om 4 uur in de ochtend.” Ook Baris weet wat hard werken is, hij stond drie jaar lang in de ochtend-middagploeg bij Ford Genk … tot ook daar twee maanden geleden de crisis toesloeg.

Dus helpt Baris tegenwoordig ook wel eens mee in de zaak van vader Bolat. De enige die er nog nooit een hand heeft uitgestoken is Sinan. Hij is dan ook de profvoetballer van de familie, zijn handen zijn goud waard. Sinan: “In de zeven jaar dat pa die kebabzaak heeft, heb ik er misschien vijf of zes keer een voet binnengezet. Maar mocht pa mij vragen om mee te helpen, doe ik dat zonder protesteren. Ik voel me daar zeker niet te groot voor.”

“Waarom zo veel Turken een pittazaak beginnen?”, herhaalt Baris onze vraag. “Simpel, als je andere Turken in dure wagens ziet rijden, ga je je afvragen waar dat vandaan komt. We zijn met drie zonen in het gezin, dus pa wist dat hij makkelijk hulp kan inroepen indien nodig. Waarom zou je het dan niet proberen?”

“Het is beter dan in de fabriek werken”, vult Savas aan.

Vader Yasak Bolat emigreerde in de jaren zeventig naar België om hier in de mijnen te werken. Sinan: “Samen met onze opa woonde en werkte hij in Heusden. Hij vertelt wel eens over die tijd. Een hard bestaan.”

Baris: “Hij heeft veel mensen met ademhalingsproblemen zien kampen. Gelukkig heeft pa nooit gesukkeld met zijn gezondheid.”

Nadien keerde Yasak terug naar zijn vaderland, naar thuishaven Kayseri, centraal gelegen in Turkije. Een arbeidersregio, een beetje zoals Limburg. De kinderen werden daar geboren. Sinan: “Toen ik vier was, zijn we dan terug naar België verhuisd. Achteraf moet je zeggen dat het de enige juiste beslissing was, hier hadden we een toekomst.

“De aanpassing in Zonhoven verliep zonder noemenswaardige problemen”, gaat Sinan verder. “Akkoord, de taal was in het begin een struikelblok, maar als kleine jongen leer je die snel. Sowieso maakte ik veel vriendjes op school. Hier in de buurt wonen niet veel andere Turkse gezinnen, maar daar is nooit een probleem van gemaakt.”

Baris: “Het enige wat wij deden, was voetballen. In huis tussen de tafelstoelen, in de garage of op het pleintje hier recht tegenover het huis. Wij zijn drie rustige jongens, ik denk niet dat de buren veel last hadden van ons.”

Alle drie begonnen ze te voetballen bij het plaatselijke Melo Zonhoven. Al snel bleek Sinan de meest getalenteerde, hij verhuisde meteen naar Racing Genk. Baris kan ook een aardig stukje voetballen, hij tekende net een contract bij eersteprovincialer Runkst. Savas, de rustigste en meest timide van de drie broers, stopte met voetballen. “Te weinig tijd”, luidt het. Baris en Sinan lachen. Sinan: “Hij was iets minder gedreven. Vroeger al gingen we vaak samen in het bos lopen om aan onze conditie te werken. Baris en ik dan.” ( grinnikt)

Ze zijn onafscheidelijk, de drie broers. Savas: “Als je ons vergelijkt met Belgische gezinnen, merk je toch dat wij meer aan elkaar hangen. Dat zal wel typisch voor onze Turkse cultuur zijn, zeker?” Het lijkt alsof ze niemand anders nodig hebben. Ze kijken samen naar de Champions League, gaan samen op vakantie naar Turkije, gaan elke vrijdag samen naar de moskee in Houthalen om er te bidden. “Niemand van ons heeft slechte vrienden”, zegt Sinan. “We roken niet, we drinken niet, gebruiken geen drugs. Dat heeft met opvoeding te maken. Papa was streng met ons.”

Baris: “Echt straffen deed hij niet, maar als we bijvoorbeeld met een buis thuiskwamen van school kon hij toch serieus roepen.”

Sinan: “Papa zat ook altijd achter mij en mijn voetbalcarrière.”

Baris: “Ik herinner me dat toen hij nog bij Melo speelde, Sinan moeite had met het uittrappen. Dus wat deden wij? Een hele namiddag hier op het pleintje oefenen. Sinan trapte de bal uit en wij gingen hem halen. Alles stond in feite in het teken van Sinan, dat vonden we absoluut niet erg, iedereen zag meteen dat hij het meeste talent had.”

Savas: “En in onze cultuur geldt: iedereen waakt over de jongste van het gezin.”

Sinan: “Maar omgekeerd ook. Als ik iets kan doen voor mijn broers of ouders, doe ik het blindelings.”

Tirade van Bölöni

Tijdens de winterstop vertrok Sinan Bolat samen met Christian Benteke van Genk naar Standard. Hij moest er de strijd aangaan met Espinoza. Geen uitzichtloze situatie, want de onorthodoxe stijl van de Ecuadoraan lag al langer onder vuur binnen de technische staf van de Rouches en bovendien loopt diens contract er na dit seizoen af. Benfica Lissabon toont belangstelling.

Bolat kreeg een eerste kans in de belangrijke UEFA Cupwedstrijd tegen Sporting Braga, maar moest toen al snel geblesseerd het veld verlaten. Niet lang daarna kreeg Bolat opnieuw een kans. Op 5 april verscheen hij verrassend aan de aftrap tegen Germinal Beerschot, sindsdien bleef hij in doel staan en de verwachting is dat dat ook zo blijft. “Dat je in volle titelstrijd een jonge doelman in doel zet ten nadele van een ervaren doelman die het tot nog toe goed deed, is een serieuze blijk van vertrouwen”, weet ook Bolat.

Nochtans verliep de eerste week van de Turkse doelman bij Standard eerder stroef. Samen met die andere nieuwkomer Benteke kreeg hij van trainer Laszlo Bölöni een tirade naar het hoofd geslingerd. Sinan lacht: “Hij zei dat we nog veel moesten bijleren. Hij heeft gelijk. Je merkt aan alles dat de kwaliteit bij Standard veel hoger ligt. Bölöni eist op training en in de wedstrijd discipline en tweehonderd procent concentratie, daarbuiten is hij wel wat losser. Op training gaat het er hier veel harder aan toe dan bij Genk. Iedereen knokt hier voor zijn plaats en er lopen echte leiders rond. Zoals Steven Defour, die ik nog ken van bij Genk. Hij is van hetzelfde jaar als ik – 1988 – maar wát een persoonlijkheid! Hij zet echt de lijnen uit. Het is bij Standard anders spelen voor een doelman. Je krijgt minder werk, maar op die twee of drie gevaarlijke ballen moet je er wel staan. Nu ja, ik heb hier wel de beste verdediging van het land voor mijn neus staan, dat helpt.”

Van Standard kreeg hij een appartement in Luik, dat hij deelt met zijn landgenoot Mehmet Sarper Kiskaç (18), een jong Turks talent dat van Ankara overkwam. “Ik probeer hem wat op te vangen want hij kent de taal nog niet”, aldus Sinan. “Maar eigenlijk zit ik niet zo vaak in Luik, ik keer liever terug naar mijn familie in Zonhoven. Hier maakt mama het eten klaar, hé. In Luik blijf ik enkel slapen als we ’s ochtends training hebben of laat thuiskomen van een wedstrijd.”

De druk om de titel te behalen vindt Bolat serieus meevallen: “Dat ze vorig jaar de titel pakten, heeft voor rust in de club gezorgd. Natuurlijk voel je wel druk om weer een prijs te pakken, maar eens de wedstrijd bezig is, vergeet je dat. Sowieso wordt daar binnen de ploeg amper over gesproken. Anderlecht heeft misschien op papier een makkelijker programma, maar wat leerde de competitie ons al? Dat de toppers de meeste punten laten liggen tegen de kleintjes. Zodus …” S

door matthias stockmans – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content