Wat rest er een 34-jarige triatleet nog nadat zijn levensdoel bereikt is? De mindset en het gevoel van Frederik Van Lierde, vóór, tijdens en ná zijn overwinning in het Iron Man World Championship 2013 in Hawaï.

Frederik Van Lierde: “Ik zal meer neen moeten leren zeggen. Dat is wat ik de voorbije maanden leerde. Iedereen vraagt mij, voor eender wat, en daar geniet ik telkens wel van, maar op den duur raak je overspoeld. Iedere proficiat doet mij deugd, maar zodra je rust in het gedrang komt, wordt het allemaal een beetje te veel. Pas sinds mijn stage in Benidorm (half december, nvdr) voel ik mij weer in mijn element, want trainen is het liefste wat ik doe. Sindsdien is het 2014 dat telt. De mensen zullen dat wel begrijpen.

“Het besef van wat er mij op 12 oktober is overkomen, is al wat dieper doorgedrongen. Maar wellicht zal het duren tot in maart in Abu Dhabi, mijn eerstvolgende wedstrijd, alvorens ik het echt volledig vat. Als wereldkampioen aan de start komen zal toch een iets ander gevoel geven dan de voorbije jaren. Misschien zal ik mij de grootte van wat ik presteerde zelfs pas helemaal realiseren wanneer ik er na mijn carrière op terugblik. Luc (Van Lierde, zijn coach, nvdr) zei mij ook al: ‘De Iron Man in Hawaï winnen, dat is iets voor de rest van je dagen.’

“Veel mensen vertellen mij dat ik zot ben. Maar ik vind wat ik doe normaal. Redelijk. Menselijk. Het resultaat van training, stapsgewijs opgebouwd. Die wedstrijd winnen was eigenlijk niet zo moeilijk. De weg ernaartoe wel. De emoties van mijn ouders aan de aankomst na het bereiken van het ultieme doel, dat is de beleving van bijna een heel leven.”

Blijven focussen

“Het gevoel van gelukzaligheid dat door je heen gaat wanneer je over de finishlijn loopt is heel moeilijk te beschrijven. Zo veel emoties ineens! Je voelt blijdschap en trots om wat je bereikte, maar ook een hele grote verbondenheid met iedereen die jou hielp. Al in de twee laatste kilometers was het genieten. Ik was zo blij, ik genoot van de mensen langs de weg, maar in mijn hoofd was ik ook al bezig met mijn vrouw, mijn jongens, mijn familie, mijn sponsors… Net alsof alles in een versneld tempo door je heen raast.

“Het is raar als je weet dat je gaat winnen. Al toen ik aan de marathon begon, had ik vertrouwen dat het goed zou aflopen. Toen ik op kop kwam, kreeg ik kippenvel. Ik dacht: miljáár, ik zal hier winnen! Dan besef je het echt, hé, en voel je het geluk. Ik was toen ook al aan de finish aan het denken, aan hoe het zou zijn om daar de mensen te zien die het dichtst bij mij staan. Hoe ze zouden reageren, wat ze ervan zouden vinden. Maar dat is gevaarlijk. Dan moet je tegen jezelf zeggen: ‘Opgepast Fré, je moet denken aan wat je nu mee bezig moet zijn!’ Dan moet je weer focussen op afkoelen, op water drinken en suikers en mineralen innemen. Want in twaalf kilometer kan er nog veel misgaan. Iedereen kent wel de beelden van atleten die aan de leiding lopen, maar in de laatste honderden meters helemaal ineenstuiken. Twee jaar geleden moest ik in Hawaï zelfs stoppen op tien kilometer van het einde. Ik wou nog wel, maar was helemaal op. Ik had niet genoeg gedronken, had mijn lichaam niet voldoende afgekoeld en te veel zouten ingenomen. Die balans is nu beter. Mijn voedingsschema is geperfectioneerd. En afkoelen werkt het best door ijsblokken in mijn pet te steken. Dat houdt mijn hoofd koel, het smelt langzaamaan en loopt dan langs mijn nek naar beneden.”

Durven beslissen

“Ervaren dat je controle hebt over alles is een machtig gevoel. Het blijft afzien, maar afzien in eerste positie is een heel ander gevoel dan in twaalfde. Na zestig kilometer fietsen brak de wedstrijd open toen SebastianKienle aanzette. Dan heb je een uur gezwommen en anderhalf uur gefietst en dan komt de beste fietser naar voren. Je hebt dan twee mogelijkheden: of je zegt ‘doe maar’ of je kunt anticiperen en proberen mee te gaan. Ik heb als enige gereageerd, twee zijn gevolgd en al de rest is er afgevlogen. Daarna heb ik dat geanalyseerd, ook met mijn wattagemeters, en dat was in het rood gaan, hé. Vroeger zou ik onder de indruk geweest zijn van Kienle want hij is de beste fietser. Nu heb ik gezegd: ‘Kom, meegaan!’

“Beslissingen durven te nemen is een heel belangrijk aandachtspunt voor mij. In het begin dat ik met Els (Snauwaert, sportpsychologe, nvdr) werkte, is naar voren gekomen dat ik mijn beste prestaties leverde wanneer ik mijn eigen wedstrijd durfde op te leggen of zelf initiatief nam. De races waarin ik twijfelde en te veel afwachtte waren meestal niet goed. Het gevoel dat ik moest opzoeken was: een beslissing durven te nemen en op die manier de controle behouden over wat er allemaal gebeurt. Dat is aanvoelen wat je moet doen, overeenkomstig handelen en daarna door waarneming dat gevoel in de realiteit bevestigd krijgen. Dat moment kwam er toen Kienle na een minuut of zeven achterom keek en zijn benen stilhield. Dan weet je: ik deed de juiste zet, hij zal er mij niet af krijgen. En dan gaat je vertrouwen de hoogte in. Vanaf toen voelde ik dat ík de wedstrijd aan het controleren was.

“Hoe dan ook maak je nog momenten mee waarin je denkt: het gaat niet meer. Dan moet je meteen weer focussen op: waar ben ik nú mee bezig, wat moet ik nu doen? Drinken? Mijn stap vergroten of verkleinen omdat het bergaf of bergop gaat? Waar je dan zeker niet aan moet denken, is aan wat je al allemaal gedaan hebt en wat je nog allemaal moet doen. Je moet in het moment zelf blijven. Moeilijk, want zo’n Iron Man duurt acht uur. Iets anders dan 100 meter crawl, hé. Maar ook dat is training. Daarom werk ik met iemand die mij mentaal begeleidt en mij onder meer structuur leert aan te brengen in mijn wedstrijd.”

Competitief zijn

“Van jongs af aan was ik competitief ingesteld. Ik begon met zwemmen toen ik zeven jaar was en van mijn negende tot mijn zestiende deed ik aan competitie. Het is zeker niet zo dat ik de zwemgave van mijn ouders meekreeg. Mijn moeder kan niet zwemmen en mijn vader leerde het nooit. Hij liep wel ooit de marathon in Menen in 2 uur en 40 minuten, dat competitie-element zit er bij hem dus wel in. Hij doet in natuursteen en dat is een heel zware job – wat hij heeft, zou ik niet kunnen. Maar nu nog voelt hij zich het best wanneer hij kan sporten. Ik zwom graag, maar ik ging ook graag met hem mee naar loopwedstrijden en in schoolcrossen eindigde ik altijd vooraan. De meeste zwemmers zijn nochtans geen goede lopers, maar voor mij is die combinatie wél vanzelfsprekend.

“Mijn moeder rookt al vanaf haar veertiende en deed nooit aan sport. Maar misschien is dat wel de reden waarom ik zelf nooit het verlangen kreeg om te roken. Als je als kind van negen met je mama wil gaan lopen en je ziet dat die absoluut niet meekan, dat haar fysiek nul is, dan besef je wel: dat moet toch niet goed zijn.

“Vanaf mijn veertiende trainde ik twee keer per dag, ’s ochtends van zes uur tot halfacht en na school nog eens. Toen al was ik geïnteresseerd in triatlon, onder meer door Didier Volckaert (Menenaar en een van de pioniers in triatlon in België, nvdr), maar in het begin stonden mijn ouders daar weigerachtig tegenover. Ik begon ook te voelen dat ik in het zwemmen nooit de absolute top zou bereiken. Bij de eendjes (9 tot 10 jaar, nvdr) was ik wel eens Vlaams kampioen, maar ik werd uitgesloten omdat ik te veel roteerde en mijn rugcrawl naar borstcrawl neigde. Meer dan een zesde plaats op het BK zat er daarna niet meer in, ook omdat ik een laatbloeier ben en later zou blijken dat ik beter presteer op langere afstanden.

“Op mijn zeventiende, in het jaar dat Luc Van Lierde zijn eerste Iron Man in Hawaï won (1996, nvdr), kon ik toch mijn ouders overtuigen. Mijn vader zorgde voor een fiets en wat sponsoring, en mijn resultaten waren meteen goed. In het begin combineerde ik dat met regentaatstudie lichamelijke opvoeding, daarna gaf ik anderhalf jaar les en in 2002 kreeg ik voor twee jaar een profcontract bij Bloso. Nu sta ik al sinds 2005 op de loonlijst van het ministerie van Defensie. Voor een gezin met twee kinderen was de zekerheid van een maandwedde van 1500 euro wel belangrijk, zeker in de moeilijke momenten. Om het materiaal en de stages te betalen, zochten we privésponsors. Nu is het gemakkelijk, nu krijg ik alles. Maar toen moest ik alles zelf kopen. Sinds ik in 2011 in Abu Dhabi en in Nice won, zijn mijn startgelden veel gestegen en nu zijn die als wereldkampioen natuurlijk heel goed.”

Onderbewustzijn

“Ik denk dat ik nu verstandig moet zijn en niet te veel moet willen veranderen. Vorig jaar werd ik derde en veranderden we ook bijna niets. We zetten alleen de hoogtestage wat dichter bij Hawaï en dat was perfect. Ik zit nu in mijn routine en wat goed werkt probeer ik te behouden. Een ander team deed mij een aanbieding, maar ik ben nu al elf jaar aangesloten bij Leie Triatlon Team Latem en als je vertrouwen opbouwt met bepaalde mensen geef je dat niet snel op. Het was ook geen voorstel dat mij financieel omverblies. Zeker niet.

“Altijd al heb ik willen bijleren. Van iedereen met wie ik werkte, pikte ik nuttige dingen op. Het vaste team dat zich drie jaar geleden rond mij vormde, zijn mensen met wie ik wellicht voor de rest van mijn carrière zal samenwerken. Naar Michiel (Delva, osteopaat, nvdr) ga ik intussen al zeventien jaar en mijn masseur is ook al een jaar of tien dezelfde. Sinds 2011 helpt Luc mij fantastisch bij het opbouwen van mijn trainings- en wedstrijdprogramma. Mijn voedingsconsulente, Marina Velle, werkt met toegepaste kinesiologie en met irisologie. Niet iedereen gelooft daarin, maar voor mij werkt het en dat geeft vertrouwen. Ik probeer de wetenschap, de theorie, te combineren met wat ik voel dat voor mij goed is, ook al werkt dat voor iemand anders misschien niet.

“De laatste twee jaar logeer ik de laatste drie weken van mijn voorbereiding op Hawaï bij een Amerikaanse die ik leerde kennen naar aanleiding van een triatlon in Phoenix. Zij is ervan overtuigd dat als je in iets gelooft, je jouw onderbewustzijn moet leren geloven dat het effectief kan. Zodat het jou niet tegenwerkt. Stel dat er op het moment dat ik op kop kwam iets in mij had gezegd ‘dat kan niet waar zijn’, dan had mij dat kunnen blokkeren. Daarom hing zij in al haar enthousiasme heel haar huis vol met berichten dat ik de wereldkampioen ben. En ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds zei ik telkens tien keer tegen mezelf: ‘I am the Iron Man Word Champion‘. Ik ben ervan overtuigd dat je jezelf daarmee toch een bepaald signaal geeft, én het voelt goed, dus waarom zou ik dat niet doen? Een mens is zo veel meer dan alleen maar het fysieke.”

Efficiënt zijn

“Ik ben geen uitzonderlijk mens en zeker geen superman. Het gaat erom je aanleg te gebruiken, te trainen en het maximum eruit te halen. Ik weet zeker dat het in veel mensen zit. Maar je moet het kunnen. (lacht) Iedereen wordt geboren met een aantal kwaliteiten. Als je daarmee werkt, daarin voortdoet, lang genoeg in jezelf blijft geloven en het karakter kunt opbrengen om nooit op te geven, dan komt het eruit. Vooral in deze sport, omdat alles trainbaar is.

“Het is een prachtige sport – niet voor niets de snelst groeiende ter wereld -, maar het vergt veel doorzettingsvermogen. Ik had toch ook al wat tegenslagen. Onder meer die valpartij in Nice, waarna ik even in coma belandde en waardoor ik sindsdien mijn reuk kwijt ben. Maar achteraf bekeken ben ik daardoor wel geraakt waar ik nu ben. Dat ik in die moeilijke periodes in mezelf bleef geloven is zeker ook te danken aan mijn gezin en mijn familie. Ook de overschakeling in 2007 naar de volledige triatlon was belangrijk. Daar mag je tijdens het fietsen niet meer in het wiel zitten zoals op de kwartafstand. Iederéén moet duwen en daardoor wordt er minder snel gelopen. Vrijwel meteen geloofde ik dat ik ooit Hawaï kon winnen, maar ik wist ook dat ik nog enkele jaren nodig zou hebben.

“Waarschijnlijk is mijn grootste talent dat ik over een sterk gestel beschik en dat ik veel training aankan. In Hawaï zette ik in de drie disciplines de op drie na beste tijd neer. In geen van de drie ben ik de beste, maar in alle drie ga ik wel met de besten mee. Het komt aan op extreme uithouding, op efficiënt en mentaal sterk zijn. Ik ben ervan overtuigd dat ik qua trainingsvolume nog meer aankan. In de zwaarste fases train ik 35 uur per week en dat verteer ik vlot. Ik voel dat er nog rek op zit. Luc is dat aan het uitdokteren voor volgend jaar. Daarnaast wil ik deze winter nog wat kleine dingetjes aan mijn zwemtechniek corrigeren.”

Vertrouwen winnen

“Ook als mens ben ik al die jaren erg geevolueerd. Ik deed enorm veel mensenkennis op en weet intussen een beetje wat er in de wereld omgaat. Op je twintigste denk je ook dat je het allemaal weet, maar eigenlijk weet je dan nog niets. Triatlon maakte mijn leven veel rijker. Ik ben overal geweest, ik beheers mijn talen beter, ik leerde omgaan met allerlei situaties, met druk en stress. De laatste jaren heb ik veel meer vertrouwen in mezelf. Vooral door succesbeleving. Stap voor stap bouw je dat op. In 2002 Belgisch kampioen, in 2007 Europees kampioen en in 2013 wereldkampioen. Telkens dacht ik: wauw, dat ik dat kan!

“Op de een of andere manier straal ik dat zelfvertrouwen waarschijnlijk ook uit. Ik probeer mezelf te blijven, maar de wereld kijkt nu anders naar mij. Mocht ik op veel jongere leeftijd in Hawaï gewonnen hebben, dan was ik misschien meer beginnen zweven. Want ik krijg veel uitnodigingen om naar allerlei feestjes te gaan. En als je wil, kan je dan eens zot doen, hé (lacht). Maar zodra je getrouwd bent en kinderen hebt, sta je heel anders in het leven. Het is belangrijk dat ik nu focus op volgend seizoen. Mocht ik een heel jaar in de belangstelling staan, dan zou het mij niet lukken om zo te presteren. Ik moet mij kunnen afzonderen.

“Innerlijk ben ik momenteel enorm gelukkig. Ik beleef een zalige periode, die zal ik dus zo lang mogelijk proberen aan te houden. De grootste wedstrijd ter wereld winnen, meer is er voor een triatleet niet. Even vreesde ik voor decompressie, maar na een dag of tien ben ik opnieuw beginnen trainen en was de ambitie er weer. Als je dat meemaakt, is je volgende levensdoel onvermijdelijk nog eens datzelfde onbeschrijflijke gevoel beleven.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: IMAGEGLOBE / CHRISTOPHE KETELS

“Mocht ik op veel jongere leeftijd in Hawaï gewonnen hebben, dan was ik misschien meer beginnen zweven.”

“Ervaren dat je controle hebt over alles is een machtig gevoel.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content