Tekende jij als kind thuis op de muren?

“Nee. Ik spoot wel een keer een hele bus Dreft leeg op de vloer. En mijn broer Bastiaan zat dan weer in de bloempotten; hij haalde de aarde daaruit en strooide die rond in de living. Zelf was ik ook niet vies van wat aarde. Als ik buiten gespeeld had, kwam ik pikzwart terug. Ik was nogal een vuilaard. Soms nog, zegt mijn vriendin.

Bas en ik zaten vaak buiten. We woonden in een rustige wijk in Veldegem, een plaats met weinig verkeer en veel kleine straatjes en kasseiwegjes; dat was ideaal om verstoppertje te spelen, of oorlogje met waterpistolen. Ik ben nog altijd een buitenmens, maar met mijn vriendin kruip ik nu ook graag eens voor tv, om naar een serie te kijken. Zo was ik grote fan van Prison Break. Intussen kreeg Ulrike me zelfs zo ver dat ik meekijk naar Pretty Little Liars, wat wel een beetje een vrouwenserie is.” (lacht)

Graaf jij op je bord in je puree een putje om de saus in te kappen?

“Ik ben een grote fan van sauzen, dus zo’n putje zou bij mij snel overlopen. Ik lust het allemaal: saus die gemaakt is met het vocht van het vlees, champignonsaus, ketchup, cocktailsaus, mayonaise.

“Meestal is het bij ons Ulrike die kookt. Maar puree maakte ik ook zelf al klaar; met een eitje erbij. En van een vriend leerde ik een truc om puree nog lekkerder te maken: er kippenkruiden bij kieperen.”

Als jij tijdens een examen godsdienst je Bijbel mocht gebruiken, zette jij daar dan vooraf notities in om te kunnen spieken?

“Spieken zei me weinig. Had ik een buis, dan was dat zo, dan moest ik de volgende keer maar harder studeren. Wat ik soms wel deed, is: anderen bij mij laten spieken. Omdat ik zo slim was (lacht). Nee, maar als iemand me toonde welk antwoorden hij nog miste, schoof ik mijn papieren wel wat in zijn zicht. Ik volgde economie-moderne talen. Vooral Nederlands en Frans lagen me. Ik ben redelijk taalvaardig. Na het secundair onderwijs volgde ik nog avondles Spaans.”

Als tijdens een trouwfeest ‘De Marie-Louise’ uit de boxen knalt, zit jij dan op de grond te doen alsof je aan het roeien bent?

(lacht) “Dat niet, maar als er tijdens een feestje gedanst wordt, doe ik wel mee. Ik ben niet het type dat op café de hele avond aan de toog pinten zit te drinken. Ik ga trouwens niet zo graag op café. Als ik dat doe, is het om met Stijn De Smet of Bjorn Engels te biljarten. En dan zeggen zij meestal dat ik er niks van bak, maar dat is jaloezie, denk ik. Bij KV Kortrijk biljarten we ook regelmatig. Daar is Thomas Matton de beste. Anthony Van Loo is dan weer zeer matig. Maar hij denkt wel dat hij de beste is. Meestal spelen we per twee: Gertjan De Mets en ik; Thomas Matton en Brecht Capon; en Stijn De Smet en Anthony Van Loo. Als die laatsten winnen, denkt Van Loo dat het dankzij hem is, maar eigenlijk is het dan ondanks hem. (lacht)

“Wie op de club verliest bij het biljarten, begint meestal te zagen over de biljarttafel. Die is oubollig en het tapijt is kapot. Dat komt door de frustraties die er af en toe zijn. Bijvoorbeeld bij Capon kunnen de stoppen weleens doorslaan; dan zie je zijn keu in het rond vliegen. (lacht) We moeten vaak nieuwe keus kopen. En nu we play-off 1 gehaald hebben, zou het eigenlijk mooi zijn mocht de club ook eens een nieuwe biljarttafel kopen. Dat zal iedereen in de ploeg beamen.”

Maakte jij in het heetst van de strijd ooit al eens een bh kapot?

“Meestal moet ik die zelf niet opendoen (lacht). Ik ben wel jaloers op wat je soms in films ziet: mannen die een bh in één knip loskrijgen. Bij mij duurt dat een uurtje. Ik ben niet de handigste. Als er een Ikea-kast in elkaar gestoken moet worden, laat ik dat aan mijn vriendin over en sta ik te kijken.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content