‘IK BEN KOP VAN JUT MAAR IK STA ER WEL’

De spits van de Rode Duivels opent de deuren van zijn huis en van zijn gedachten, en reageert voor het eerst op het gefluit bij de Rode Duivels, het mislukte EK, zijn carrièreplan en over de sterke band met zijn moeder.

Vrijdag 2 december, drie uur ’s middags Britse tijd. Even aanbellen aan het huis met nummer 19, zoals afgesproken. Niemand antwoordt. Tot er een Range Rover komt aangereden. Neen, Romelu Lukaku woont vier huizen verder. Even later zal de spits van de Toffees zeggen dat we de vrouw van zijn ploegmaat en vriend Yannick Bolasie ontmoet hebben. Deze buurt rond Manchester, de bakermat van het Engelse voetbal, is erg in bij toonaangevende spelers in de Premier League. Lukaku was erbij toen Paul Pogba afgelopen zomer voor Manchester United tekende. ‘Op vakantie hebben we maar één keer over voetbal gepraat, toen hij me aan de rand van een zwembad in Los Angeles zei dat zijn grote droom was om naar United terug te keren. Niet voor het geld. Nooit heb ik hem zo gelukkig gezien als toen hij net getekend had.’

Romelu zwaait met een brede glimlach de deur van zijn imposante huis open. In zijn keuken met XXL-afmetingen hangt een foto waar hij de Amerikaanse doelman Tim Howard omarmt na de historische WK-wedstrijd tegen België in Brazilië. Er ligt een exemplaar van het Britse voetbalmaandblad FourFourTwo en ook de biografie van Sir Alex Ferguson. Een verdieping lager bevindt zich Romelu’s work-outruimte, daarachter een minibioscoop en een homestudio voor muziek, waar de meest recente Amerikaanse rapnummers weerklinken. Uiteindelijk belanden we in de tv-ruimte, waar Sky een montage toont van The Best of Ryan Giggs, toevallig ook onze nummer een in de top 25 van beste Premier Leaguespelers verderop in deze special. Maar eerst gaat het gesprek naar de Rode Duivels, om te beginnen met de meest recente interland.

Vind je je wedstrijd tegen Estland de beste die je ooit met de Rode Duivels gespeeld hebt?

ROMELU LUKAKU: ‘Het was een goeie match, één waar heel de ploeg goed presteerde. Ik heb drie jaar met Roberto Martínez gewerkt, ik weet goed wat hij van me verwacht, waar en hoe ik moet lopen. Vandaag kent iedereen zijn taak bij de Rode Duivels. Een speler in balbezit heeft vijf, zes opties, vooral in deze 3-4-3. Bij Anderlecht speelden we dat al bij de jeugd. Soms is het alsof ik weer bij de jeugd speel, met al die opties, spelen in twee tijden, met een hoge pressing.’

Alles lukte je tegen Estland. Dat was een wedstrijd waarop veel mensen jouw potentieel ontdekten, en niet langer dachten dat je alleen maar een buffel was die de verdedigers omver probeerde te rammen.

LUKAKU: ‘Dat was wel het beeld dat vele media van mij ophingen. Voor de match tegen Bosnië vond een analist uit Vlaanderen dat ik op dat moment niet verdiende met de nationale ploeg te spelen, omdat ik niet in vorm was met mijn club. Maar wat was de balans van mijn voorgaande matchen? Tegen Sunderland scoorde ik drie keer, tegen Middlesbrough scoor ik en geef ik een assist, tegen Bournemouth verliezen we en tegen Crystal Palace scoor ik op een vrije trap. Samengevat: ik maak vijf goals in vier matchen, maar dat zou niet genoeg zijn voor een basisplaats bij de Rode Duivels, na mijn twee goals in de vorige interland tegen Cyprus? Het leek alsof een aantal mensen gewoon niet wilde dat ik speelde, maar ik heb daar geen polemiek over gemaakt. Ik antwoord op het veld. Ik ben niet het type dat blabla vertelt of zichzelf opblaast dan wel zich ergert. Ik probeer een voorbeeld te namen aan James LeBron en Kobe Bryant, grote vedetten die vaak kritiek kregen maar die op het einde door iedereen gerespecteerd werden. Blijkbaar hoor ik in de categorie van sporters die niet zo geliefd zijn, maar die er in de wedstrijd wel staan.’

Vanwaar komt die moeizame verhouding met het Belgische publiek?

LUKAKU: ‘Omdat ik al erg jong begonnen ben als prof. Veel mensen dragen nog de beelden mee van toen ik in België voetbalde, en hebben niet gezien hoe ik sindsdien geëvolueerd ben. Bij de nationale ploeg had ik minder goeie, maar ook goeie matchen. Martínez heeft me bij wijze van spreken uit de gevangenis gehaald. Sinds zijn komst had ik alleen nog maar goeie matchen. Pas op: dat geldt niet alleen voor mij, maar ook voor Eden (Hazard, nvdr), Kevin (De Bruyne, nvdr), Meunier, Carrasco, Ciman.

Jij kent Martínez al jaren. Wat is zijn sterkte, zijn geheim?

LUKAKU: ‘Alle trainingen worden helemaal opgebouwd in functie van de komende wedstrijd: qua balbezit, passingvormen. Dat viel me meteen op toen ik bij Everton aankwam. Op maandag begonnen we, en elke dag voegde hij een element toe. Met de dag snapte je als speler beter welke zone je moest bestrijken, en wat er van je verwacht werd de komende match. Alles was goed doordacht.’

Toen je bij West Bromwich Albion vertrok, wilde je graag met een trainer à la Martínez werken omdat je al wist dat je zo beter zou worden in balbezit.

LUKAKU: ‘Dat klopt. Ondanks het gebrek aan resultaten was het Wigan van Martínez qua spelbeeld een van de beste ploegen in de Premier League. Ik snapte snel dat ik zo’n trainer nodig had om beter te worden. Hij zei me: Ik weet dat je sterk bent met 70 meter ruimte voor je, dat niemand je dan kan afstoppen omdat je zo snel en zo sterk bent, maar ben je ook in staat om het verschil te maken in de laatste 30 meter tegen een gegroepeerde verdediging? Kan je daar nog ruimte voor jezelf maken? Welnu: ik ga je daarbij helpen.

Zowel je huidige trainer, Ronald Koeman, als Roberto Martínez dwepen met je. Ze vinden dat je het potentieel hebt om een van de beste aanvallers ter wereld te worden.

LUKAKU: ‘Ze zien hoe hard ik werk. Maar ik weet dat ik nog harder moet werken. Ik moet nog aan mijn bewegingen schaven, er zijn nog te veel wedstrijden waarin ik met een ontevreden gevoel van het veld ga. Ik heb matchen gehad waarin ik twee keer scoorde maar toch niet tevreden was omdat ik vond dat ik er vier had kunnen inleggen.’

Ben je zo’n type dat altijd ontevreden is?

LUKAKU: ‘Ik ben nooit helemaal tevreden, omdat ik verslaafd ben aan winnen en doelpunten maken. Mijn trainers weten dat ik een slechte verliezer ben, ook op training. Dan ga ik andere spelers lastigvallen, ze soms blesseren omdat ik wil winnen. Ik zit zo in mekaar. Ook al heeft men in de wedstrijd soms een andere indruk van mij. Bij Everton vinden sommigen dat ik zonder passie speel, omdat ik me nooit opwind, me nooit kwaad maak. Ze interpreteren dat alsof het me niets kan schelen wat er gebeurt. Maar waarom zou ik me op het veld kwaad maken? Om een stomme rode kaart te pakken en daardoor met tienen te vallen? Ik heb maar twee doelen: winnen en zo veel mogelijk goals maken. Om dat te kunnen moet ik mijn focus behouden, en me niet laten afleiden.’

TRUCJE

Had je al je killersinstinct toen je op je zesde begon te voetballen?

LUKAKU: ‘Ja. Dat heb je, of je hebt het niet, je kan er moeilijk aan schaven. Op school voetbalde ik in het eerste leerjaar altijd tegen de grotere jongens en ook toen scoorde ik altijd.’

Vertel eens je geheim om makkelijk doelpunten te maken?

LUKAKU: ‘Ik kijk naar de keeper, dan gebruik ik een trucje. Ik weet dat, wanneer ik voor doel kom, de keeper altijd iets zal proberen. Ik ga niet verklappen wat ik precies doe, maar ik ben erg koelbloedig als ik voor doel kom, en ik heb met de jaren hard aan mijn traptechniek gewerkt. Nooit trap ik op kracht, ik duw de bal gewoon binnen (grijnst). Soms zacht, maar ik weet dat hij erin gaat. Ik heb al tegen Thierry Henry gezegd dat ik zijn techniek ken, dat ik daarnaartoe werk, al was die bij hem perfect en moet ik dat punt nog bereiken. We zitten vaak samen om het erover te hebben wat ik nog beter kan doen. Ik heb het met hem ook al eens gehad over een wedstrijd die hij met Arsenal afwerkte in 2005/06. Ik kan daar alles over vertellen, en hij haalt dan details naar boven uit een van mijn wedstrijden, en samen zoeken we dan naar manieren waarop ik nog beter kan doen.’

Wat wil hij bijvoorbeeld dat je anders aanpakt?

LUKAKU: ‘Er is iets waar hij wil dat ik aan werk, maar ik ga dat hier niet zeggen, behalve dat hij me ermee gaat helpen. Hij wil wel dat ik meer acties ga maken, zelf. Tevoren scoorde ik niet wanneer ik geen voorzet kreeg of geen pass in de diepte. Henry vindt dat ik ook moet scoren door zelf een actie te maken en die af te werken, in de zestien meter. Een beetje zoals tegen Bosnië. Dat moet ik vaker doen. Ik moet meer een speler worden die in staat is een wedstrijd te doen kantelen.’

GEFLUIT

Tegen Bosnië was er die mooie goal, maar ook het gefluit van een deel van het publiek aan jouw adres. Hoe heb je dat ervaren?

LUKAKU: ‘Tijdens de match bleef ik gefocust, omdat ik wist dat ik zou scoren, ook na het missen van die grote kans. Het was pas toen ik thuis kwam en ik mijn moeder en mijn beste vriend aan de telefoon had, dat ik hoorde dat er gefloten was. Dat stoorde me. Tegen Estland heb ik dat gefluit zelf gehoord. Het komt van de rechterkant achter de goal, daar waar de ultra’s zitten. Ik weet dat zij het zijn die fluiten.’

Heeft dat gefluit te maken met je manier van spelen, of met wie je bent?

LUKAKU: ‘Wat voor iemand vind jij dat ik ben?’

Iemand die, zoals de Amerikaanse topsporters, een zekere cool en zelfverzekerdheid uitstraalt.

LUKAKU: ‘Waarom zou ik niet proberen om het maximum uit mijn mogelijkheden te halen? Toen ik bij de U16 werd geselecteerd, vroeg men me om mijn persoonlijke ambities neer te schrijven. Ik schreef dat ik op het WK 2010 wilde spelen. Dat leek utopisch, maar wat gebeurde er in 2010? Ik werd kampioen met Anderlecht, topschutter van de competitie en drie maanden eerder werd ik voor het eerst opgeroepen voor de Rode Duivels.’

Toen je op je zestiende het stadion van Chelsea bezocht, zou je al gezegd hebben: hier voetbal ik op een dag.

LUKAKU: ‘Het is toch geen probleem om ambitie te tonen? Elke dag werk ik keihard om te verkrijgen wat ik nastreef. De loopbaan van een profvoetballer duurt 15, maximaal 20 jaar. In die tijdsspanne moet ik zorgen dat mijn familie het goed heeft, dat mijn verwanten in Afrika het goed hebben, dat mijn kinderen en kleinkinderen alles voor mekaar hebben. Daar denk ik aan, ik wil geen tijd verliezen met me te ergeren aan wat kritiek van mensen die vol zitten met negatieve gevoelens. Ik moet vooruit. Je moet jonge mensen durven zeggen dat, wanneer ze tennisser, zanger, zakenman of wat dan ook willen worden, ze in die droom moeten geloven en er vol voor moeten gaan. Maar vaak hoor je in België dat dat niet mogelijk is. Toen ik op mijn achttiende mijn middelbaar diploma had, zei ik tegen mijn moeder: ik ben weg, ik ga naar Chelsea, ik heb het wel gezien in België.’

Waarom had je het op dat moment wel gezien in België?

LUKAKU: ‘Omdat ik vaststelde dat ik op een aantal punten niet meer beter werd en dat ik door langer te blijven mijn ontwikkeling zou stoppen. Daarom wilde ik weg, ook al zat ik daardoor eerst een jaar op de bank. Want ik wist dat ik, door elke dag met de besten mee te trainen, beter zou worden. Toen ik van Chelsea naar West Bromwich ging, liep ik bij Michael Emenalo (sportief directeur van Chelsea, ex-speler van RWDM, nvdr) langs. ‘Ik ga meer dan vijftien goals maken’, zei ik. ‘Ik was amper negentien, maar ik had veel geleerd door elke dag met Anelka, Drogba en Torres te werken. Uiteindelijk maakte ik in competitie zeventien goals, dat jaar, alleen al om mijn criticasters die me in mijn eerste jaar bij Chelsea onder de grond gestopt hadden de mond te snoeren. Ik heb zo veel onzin over mij gelezen dat ik hen nooit meer te woord sta, het hen nooit vergeef. Hetzelfde over mijn broer Jordan.

Hoe bedoel je?

LUKAKU: ‘Men schildert mijn broer af als een misdadiger terwijl het enkel om een ingetrokken rijbewijs gaat. Je zou haast denken dat men iets tegen de naam Lukaku heeft. Toch hebben we nooit een probleem met iemand gehad, en heb ik nooit een grote mond opgezet. Ik denk dat ik respectvol met iedereen omga, maar mijn privéleven, dat is privé. Ik wil dat mensen me beoordelen op het veld.’

Vind je dat je broer in de pers afgeschilderd wordt als een bad boy?

LUKAKU: ‘Ja. Ik heb Jordan altijd al gezegd dat hij zonder blessures al een tijdje in de Premier League had gespeeld. Dat hij nu in Italië zit, is goed voor zijn ontwikkeling, hij zal er veel leren. Ik zie al dat hij de kleine foutjes die hij nog maakte in de Belgische eerste klasse niet meer begaat in Italië. Ik bekijk al zijn matchen tot in detail op wyscout, al zijn duels, zijn verdedigende en aanvallende acties. Niet één keer meer heb ik hem moeten wijzen op een of andere fout. Hij begint echt te denken als een verdediger, al zal hij altijd een aanvallende ingesteldheid hebben door zijn vorming als buitenspeler.’

Hou jij je ook bezig met zijn entourage?

LUKAKU: ‘Ik omring me graag met mensen die me inspireren of die me in mijn gezicht zeggen wat ze denken. Mijn vader was profvoetballer, en toen hij stopte met spelen, vielen we in een zwart gat. Iedereen liet ons vallen. Ik heb dat altijd onthouden. Voor mij is mijn familie het allerbelangrijkste. Als het niet goed met me gaat, contacteer ik mijn mama, zij is mijn inspiratiebron. Ik ben vaak bij haar, ik heb het niet nodig om veel volk om me heen te hebben. Mijn mama, mijn broer en een paar jeugdvrienden. Meer heb ik niet nodig.’

Je hebt het bijna nooit meer over je vader.

LUKAKU: ‘Ik denk niet dat hij graag heeft dat ik veel over hem praat. Hij geeft nog amper interviews, probeert overal buiten te blijven, op zijn 50e. Hij maakt zich niet druk meer, na de gezondheidsproblemen die hij een paar jaar geleden had.’

Je moeder is bij jullie thuis de baas?

LUKAKU: ‘Honderd procent zeker. Over voetbaltechnische zaken beslis ik zonder haar, maar verder aanbid ik haar voor al wat ze voor ons gedaan heeft. Ze poetste in huizen en cafés, ook al heeft ze diabetes. Ik weet nog dat we in Antwerpen de bus naar Boom namen om er te gaan voetballen. Ik speelde mijn matchke, Jordan het zijne, daarna vertrokken we meteen naar haar werk in Antwerpen waar ze de cafés schoonmaakte en wij hielpen om de tafels goed te zetten. ’s Avonds gingen we moe naar huis. Als ik zeg dat ik niets cadeau heb gekregen, dan weet ik waarom ik dat zeg. Daarom verlies ik geen tijd door naar anderen te luisteren, omdat ik weet wat ik zelf doorgemaakt heb. Als ik later kinderen heb, wil ik niet dat ze doormaken wat ik meegemaakt heb. Op mijn zesde zei ik al tegen mama dat ik op een dag bij Anderlecht zou spelen om haar met dat geld te helpen. Toen ik bij Anderlecht tekende, droomde ik maar van één ding: een PlayStation 3 en FIFA 2008. De volgende stap was een eigen kamer, niet meer samen met Jordan op één kamer. Ik kreeg toen een klein kamertje met een tv en mijn PlayStation. Daarom heb ik vandaag geen nood aan grootse gala’s of evenementen. Simpele zaken maken me gelukkig. Met mijn moeder en Jordan samen een film bekijken, bijvoorbeeld, dat volstaat.’

DOOR THOMAS BRICMONT IN MANCHESTER- FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik heb zo veel onzin over mij gelezen dat ik die mensen nooit meer te woord sta, het hen nooit vergeef.’ ROMELU LUKAKU

‘Thierry Henry en ik zitten vaak samen om het erover te hebben wat ik nog beter kan doen.’ ROMELU LUKAKU

‘Toen mijn vader stopte met voetballen, liet iedereen ons vallen. Ik ben dat nooit vergeten.’ ROMELU LUKAKU

‘Simpele zaken maken me gelukkig. Met mijn moeder en mijn broer een filmpje bekijken, bijvoorbeeld.’ ROMELU LUKAKU

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content