‘Ik ben meer dan de jongen die ooit een assist gaf tegen Arsenal’

© belgaimage

Voor Andy Kawaya is de tijd een beetje blijven stilstaan op 4 november 2014, de dag dat hij zich met een onvergetelijke invalbeurt op Arsenal aan heel Europa presenteerde. Een horrorblessure en een transfer naar KV Mechelen later, is hij eindelijk klaar om het vervolgverhaal neer te pennen.

Andy Kawaya voelt zich naar eigen zeggen fitter dan ooit. Na een bootcamp van ruim een maand bij een personal coach in Amsterdam is hij zelfs zes kilogram afgevallen. Tegen het begin van de competitie hoopt de 20-jarige Brusselaar onder de tachtig kilogram te duiken. Zijn zwaargebouwde dijen zijn echter intact gebleven. ‘Volgens de laatste metingen hebben mijn bovenbenen een omtrek van 67 centimeter’, lacht Kawaya. ‘Toen ik twee seizoenen geleden aan Willem II werd verhuurd, keken mijn ploegmaats nogal raar op. Blijkbaar heb ik sprintersbenen. Ik heb in het verleden met iemand uit de atletiekwereld gewerkt en volgens hem had ik het ver kunnen schoppen in een aantal sprintnummers. Dat klinkt leuk, maar ik vind nauwelijks broeken waar mijn dijen in passen. Ik kan voorlopig enkel bij Zara terecht. Hun modellen passen min of meer, maar ik moet ze achteraf toch laten retoucheren. Kostuums zijn voor mij ideaal: die worden toch vaak op maat gemaakt.’

Op 15 augustus 2016 liep je een zware beenbreuk op tijdens een beloftematch tegen Union. Wat weet je nog van die dag?

ANDY KAWAYA: (denkt na) ‘Ik zie de scène nog zo voor mij. Dodi Lukebakio die naar mij toestapt en al lachend zegt: ‘Sta op, je hebt niets.’ Ik schoot toen in de lach: ik lag daar met een gebroken kuitbeen en ik werd aangemaand om voort te spelen. De ernst van mijn blessure begon pas tot Dodi door te dringen toen hij mijn voet naar alle kanten zag zwabberen. Plots had hij een ander discours: ‘Het is al goed, blijf maar liggen.‘ In de kleedkamer heb ik tien minuten onophoudelijk zitten huilen. De kine heeft geprobeerd om mij gerust te stellen door te zeggen dat ik maar twee maanden out zou zijn, maar ik wist beter…’

Uiteindelijk bleek het om een propere breuk te gaan.

KAWAYA: ‘Maar het verdict was hard: een kuitbeenbreuk en de syndesmose, een ligamentje dat het scheen- en kuitbeen bij elkaar houdt, was volledig afgescheurd. (toont het litteken op zijn rechterbeen) Hier hebben ze een ijzeren plaat met tien bouten ingebracht. Zes weken later hebben ze de schroef die op mijn syndesmose was vastgezet verwijderd. Volgens de dokters mogen de negen andere nog 25 jaar in mijn lichaam blijven zitten. Mochten ze me storen bij bepaalde bewegingen, dan laat ik ze operatief verwijderen.’

Slechte verliezer

Je entourage was kwaad op Anderlecht omdat je niet op het veld had mogen staan.

KAWAYA: ‘Ik was niet verondersteld te spelen want ik had al toegezegd voor een uitleenbeurt aan Zulte Waregem. Door een misverstand tussen de twee clubs bleef de transfer aanslepen en om ritme op te doen heb ik toch gespeeld. Na vier minuten was mijn seizoen gedaan… Intussen hebben Anderlecht en Zulte Waregem hun geschil bijgelegd – in het andere geval hadden ze geen zaken gedaan wat betreft Heylen en Leya Iseka. Voor mij was het te laat.’

Neem jij het bepaalde mensen van Anderlecht ook kwalijk dat de transfer niet vroeger werd afgehandeld?

KAWAYA: ‘Ik wil geen namen noemen. (gaat rechtop zitten) Maar wie belde mij als eerste na mijn operatie: Francky Dury! Hij heeft mij veel sterkte gewenst en hij voegde eraan toe dat hij mij later op het seizoen nog naar Waregem zou proberen te halen. Van Anderlecht heb ik niets gehoord – zelfs niet van de medische staf – en dat is hard aangekomen. Maar ik heb dat intussen kunnen plaatsen.’

De enige schuldige was toch de verdediger van Union die jouw been doormidden heeft getrapt?

KAWAYA: ‘Nu ik alles op een rij heb kunnen zetten, besef ik dat ik kwaad ben geweest op de verkeerde personen. En die verdediger? Na de match is hij mij meteen komen bezoeken in het ziekenhuis en achteraf heeft hij mij nog een paar sms’jes gestuurd. Het zal je verbazen: ik ben niet boos geweest op hem. Zijn tackle was erover en dat weet hij. Maar hij is niet aan de wedstrijd begonnen met de intentie om een been te breken. Het had mij ook kunnen overkomen.’

Zelfbeschikking

Hoe opgelucht ben je met je transfer naar KV Mechelen?

KAWAYA: ‘Ik voel mij een pak lichter… Ik heb een paar zware maanden achter de rug. Dankzij mijn ouders, mijn zes broers en zussen, en de rest van de familie ben ik niet in een depressie gevallen. Maar er waren dagen dat ze mij uit bed moesten sleuren om te gaan trainen. Ik had nood aan een andere omgeving. Vandaar mijn beslissing om van half mei tot half juni in Amsterdam met een personal coach te werken. Het leken dagen van meer dan 24 uur. Ik trainde ’s morgens van half acht tot twaalf uur, ik ging dutten en daarna was ik minstens tot acht uur ’s avonds bezig. En dat gedurende vijf weken. Ik wilde klaar zijn voor het begin van de voorbereiding.’

Je had dus geen schrik toen KV Mechelen je vroeg om medische testen af te leggen voor er een akkoord was met Anderlecht?

KAWAYA: ‘Nee, want ik heb mij nog nooit zo fit gevoeld als nu. De test op de loopband, waarbij de snelheid om de drie minuten wordt opgevoerd met 1,8 kilometer per uur, was een eerste indicatie dat het goed zat met mijn basisconditie. In mijn beste periode bij Anderlecht geraakte ik niet verder dan 16,2 kilometer per uur, nu heb ik gedurende een minuut aan 18 km per uur kunnen lopen. De dokters hebben mij binnenstebuiten gekeerd, maar het was een van de weinige clubs die mij meteen in de A-kern wilde opnemen.’

Yannick Ferrera heeft een belangrijke rol gespeeld in jouw aanwerving. Hij kende je nog van bij Anderlecht.

KAWAYA: ‘In mijn situatie heb je een trainer nodig die in je gelooft en dat is het geval met coach Yannick, zoals ik hem vroeger noemde. Ik heb Ferrera slechts enkele maanden gehad bij Anderlecht – zo goed kennen we elkaar dus niet. Van een ding ben ik wel zeker: hij is een slechte verliezer. Met Brussels speelde ik ooit de kampioensmatch tegen Anderlecht. We klopten hen met 3-0 en na de match heeft hij de spelers, onder wie Charly Musonda Jr, verboden om ons een hand te geven…’

Heeft Anderlecht een geste gedaan door je gratis te laten vertrekken en een doorverkooppercentage van vijftig procent te regelen?

KAWAYA: ‘Je kan het ook anders zien: geen enkele club zou zich gemeld hebben mochten ze een transfersom gevraagd hebben voor een speler die meer dan een jaar niet heeft gespeeld. Ik vind het dus een faire regeling. Alle partijen zullen er veel beter van worden als ik doorverkocht word. Overloop de transfers van de voorbije jaren maar eens: voor een speler uit de Belgische competitie betalen buitenlandse clubs nu makkelijk vier miljoen euro.’

Het is nu de mode bij grote clubs om een terugkoopclausule op te nemen wanneer ze een speler afstaan.

KAWAYA: ‘Ik had zo’n clausule geweigerd. Ik geloof sterk in zelfbeschikking: een voetballer zou altijd het laatste woord moeten hebben wat betreft zijn toekomst. Niet de club, niet de makelaar.’

Was het na bijna negen jaar moeilijk om afscheid te nemen van Anderlecht?

KAWAYA: ‘Ik ben er met hartzeer vertrokken. Ik heb het nieuwe oefencentrum op Neerpede in de steigers zien staan. Dat toont aan dat ik héél lang op Anderlecht heb rondgelopen. En ondanks alles was ik er graag. Ik had de supporters meer willen geven, want ze hebben mij altijd gesteund. Ze zullen geduldig moeten wachten op onze onderlinge confrontatie. Allez, ik hoop vooral dat ik tegen Anderlecht op het veld zal staan.’

Iedereen herinnert zich je invalbeurt in en tegen Arsenal waar je met een assist mee een remontada hebt ingezet. Had dat een keerpunt moeten zijn voor jou?

KAWAYA: ‘Die avond werd ik mij bewust van mijn kwaliteiten. De dagen en weken nadien was er plots interesse van Newcastle, Birmingham, Crystal Palace en RB Salzburg. Maar ik was achttien jaar en ik wilde enkel voor Anderlecht spelen. Sindsdien hebben blessures – vijf stuks in totaal – mijn carrière afgeremd en daardoor zit ik in een situatie waarin mensen het enkel hebben over ‘Kawaya die drie jaar geleden een assist gaf tegen Arsenal’. Komend seizoen wil ik aangesproken worden over de match die ik het weekend ervoor heb gespeeld.’

Fysiek voetbal

Houd je een dubbel gevoel over aan je samenwerking met Besnik Hasi? Hij heeft je gelanceerd tegen Arsenal, maar het seizoen daarop heeft hij je ook geblokkeerd.

KAWAYA: ‘De keuzes van Hasi hebben deels mijn loopbaan beïnvloed. In zijn tweede seizoen als hoofdtrainer moest ik blijven van hem. Ik zou samen met Acheampong strijden voor een plek op de linkerflank. Eigenlijk wilde ik vertrekken, maar ik heb mij toen laten ompraten. Aan de winterstop had ik nog geen negentig minuten op het veld gestaan… Ik was vooral geschokt dat Hasi plots Dennis Praet en Matías Suárez op links posteerde – twee spelers die niet voor die positie zijn opgeleid. In januari werd ik toch uitgeleend aan Willem II. Geen geslaagde zet, maar in Nederland ben ik een man geworden.’

Je hebt vorig seizoen ook René Weiler niet kunnen overtuigen.

KAWAYA: ‘Er was geen probleem tussen ons, zoals op een voetbalsite gesuggereerd werd. Anders had hij mij voor mijn blessure niet even opgenomen in de A-kern. Over een heel seizoen heb ik vijf minuten met hem gesproken. Meer niet. Natuurlijk vond ik het niet leuk om in de C-kern te zitten, maar hij is altijd heel eerlijk geweest met mij. Op dat vlak kan ik hem niets verwijten. Hij heeft mij zelfs persoonlijk op de hoogte gebracht dat een Duitse club naar mij geïnformeerd had.’

Weiler vond de jongeren niet klaar. Hij doelde dan op Bastien, Leya Iseka, Lukebakio, Kabasele, Faes en jij.

KAWAYA: ‘Als je 45 minuten kan invallen in de Champions League op Arsenal, dan ben je klaar voor de Belgische competitie. Niet om elke match te spelen – op je twintigste ben je als voetballer nog niet volgroeid – maar je zou toch regelmatig een kans moeten krijgen. Wat is trouwens klaar zijn? Voor mij is dat: de druk kunnen verdragen en bij elke invalbeurt een meerwaarde bieden aan de ploeg. Misschien bedoelde Weiler dat we het soort fysieke voetbal, dat hij op Anderlecht geïntroduceerd heeft, nog niet aankonden. Maar ik denk dat hij niet lang genoeg met ons heeft gewerkt om zich een objectief beeld van ons te kunnen vormen.’

Van de generatie die in de lente van 2016 de halve finales heeft gehaald in de Youth League door onderweg Porto en Barcelona te kloppen, zit geen enkele titularis in eerste klasse. Hebben we die ploeg met jongens als Leya Iseka, Lukebakio, Bourard, Omeonga, Leemans, Matthys, De Media, Svilar, Denayer, Faes, Ademoglu, Mangala niet schromelijk overschat?

KAWAYA: ‘Ik zie slechts twee mogelijke verklaringen: de Youth League stelt niet veel voor of Anderlecht heeft ons te snel afgeschreven… Een ding mag je niet vergeten: Anderlecht is geen verplichte halte om een mooie carrière te kunnen maken. Christian Benteke, Jordan Lukaku en Thorgan Hazard zijn eerst langs kleinere clubs gepasseerd voor ze naar het buitenland vertrokken zijn. Voor mij zal het via KV Mechelen moeten gebeuren. Ik heb teruggevochten en zie waar ik nu sta. Twee weken geleden heb ik mijn eerste match gespeeld in meer dan een jaar – de laatste dateerde al van eind april 2016 met de beloften van Willem II – en ik scoorde meteen op strafschop. Ik kan tegen een stootje. De dag dat ik beide benen breek, zal ik misschien aan stoppen denken.’

door Alain Eliasy – foto’s Belgaimage

‘Na mijn invalbeurt tegen Arsenal werd ik mij bewust van mijn kwaliteiten. De dagen en weken nadien was er plots interesse van Newcastle, Birmingham, Crystal Palace en RB Salzburg.’ Andy Kawaya

‘René Weiler is altijd heel eerlijk geweest. Op dat vlak kan ik hem niets verwijten.’ Andy Kawaya

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content