Met zijn spieren en zijn lengte vergeet men weleens dat Laurent Depoitre niet louter een machtsmens is. Tussen looplijnen, korte draaibewegingen en torinstinct onthult de beste spits van de Jupiler League zijn geheimen.

Hij zat ermee in zijn hoofd, maar hij was niettemin nog verrast. In het korte tijdsbestek tussen de gesloten training en een beurt bij de kine heeft Laurent Depoitre vernomen dat hij opnieuw werd geselecteerd voor de Rode Duivels. Christian Benteke keert terug na een blessure en Michy Batshuayi scoort tegenwoordig met de ogen dicht, maar Depoitre is er nog altijd bij. ‘Ik weet dat er veel concurrentie is en dat de plaatsjes duur zijn’, zegt de aanvaller van de Buffalo’s. De plaatsjes mogen dan al peperduur zijn, de recente prestaties van Depoitre zijn veel, héél veel waard.

Marc Wilmots stelde je voor als hetzelfde type speler als Benteke. Werd jou in Andorra gevraagd om te spelen ‘gelijk Benteke’?

LAURENT DEPOITRE: ‘Ze hebben me gewoon gevraagd om mijn spel te spelen, om te doen wat ik bij Gent doe. Ik moest niet zus of zo spelen. Maar het klopt wel dat mijn stijl lijkt op die van Benteke. We zijn allebei targetmannen, die steun verlenen aan de spelers van de rij achter ons. We zijn aanvallers die mee het spel opbouwen.’

Vergde het systeem van spelen van de Rode Duivels veel aanpassing tegenover hetgeen je bij Gent gewoon bent?

DEPOITRE: ‘Met Gent spelen we ook wel tegen goed georganiseerde tegenstanders, vooral op hun helft van het veld, maar toch is het nog anders. Bij de nationale ploeg zijn er misschien meer individuele acties. Mijn taak is dan om steun te verlenen aan een speler als Eden Hazard, die zijn actie maakt en de één-twee zoekt.’

Met andere woorden: de bondscoach vraagt aan zijn nummer 9 niet dat hij te allen prijze scoort?

DEPOITRE: ‘Hij wil gewoon dat de Rode Duivels scoren. Wie, dat is niet belangrijk. Als ik als aanvaller de anderen kan helpen scoren, dan is dat prima.’

Dat klinkt niet als de woorden van een echte goalgetter. Voel jij je meer een opbouwende spits?

DEPOITRE: ‘Ik zie het niet als de rol van een aanvaller om voortdurend in de zestien meter te blijven hangen. Ik wil graag de bal voelen, werken, aan het spel deelnemen… Ik hou er niet van te wachten tot de bal op de juiste plaats valt. Ik ben er om de anderen beter te laten voetballen, om voor hen ruimte te creëren. Ik heb niet de opleiding van een zuivere spits gekregen, misschien denk ik er daarom zo over.’

Dat je niet als echte spits ‘geboren’ bent, helpt je misschien om niet uitsluitend voor de goals te leven?

DEPOITRE: ‘Ik ben niet geobsedeerd door goals, dat klopt. Ik kan tevreden zijn over een goeie wedstrijd waarin ik niet gescoord heb. Maar ik vergeet natuurlijk niet dat het ook de rol is van een aanvaller om te scoren. Ik weet dat ik dat ook moet doen, dat houdt me wel bezig. Bovendien voel je je beter wanneer je scoort, het geeft je vertrouwen. Maar het is een feit dat het voor mij veel minder een obsessie is dan voor de spelers die men echte goalgetters noemt.’

Je bent vrij laat aanvaller geworden en dus leer je nog altijd bij?

DEPOITRE: ‘Als jeugdspeler heb ik inderdaad niet de basis geleerd die een spits moet kennen. Ik ben slechts twee jaar opgeleid op het centrum van Futurosport en in die tijd was ik verdediger. Dus ja, ik leer nog altijd veel bij. In Gent werken we veel op de bewegingen van aanvallers, de looplijnen, de positionering voor de goal, het creëren van automatismen met degenen die de voorzetten trappen… Daardoor kan ik op mijn 26e nog altijd bijleren.’

Leer je ook door topspitsen te bekijken?

DEPOITRE: ‘Onlangs keek ik nog naar Real-PSG. Zlatan Ibrahimovic maakt altijd een geweldige indruk op mij. Het is een goalgetter, maar hij neemt ook veel deel aan het spel.’

Hij is zo’n killer geworden in Italië, door na de training nog een sessie afwerken te doen met ballen die hem vanuit alle hoeken werden aangespeeld. Oefen jij zo ook?

DEPOITRE: ‘Vaak geeft de coach ons na de training nog wat tijd voor vrije oefeningen. Dan vraag ik aan de kee-perstrainer om me wat ballen te geven voor volleys en andere schoten.’

Is het doel van dat soort oefeningen om situaties te scheppen die je in de wedstrijd herkent? Of is het gewoon de bedoeling om je torinstinct aan te scherpen?

DEPOITRE: ‘Het is vooral een kwestie van wennen aan juist trappen. Als je dat gewoon bent, dan gaat dat op den duur automatisch. Het zijn niet speciaal spelfases die je herkent in een wedstrijd, behalve wanneer Thomas Foket even mee komt trainen om voorzetten te trappen.’

WAPENS

Is het frustrerend dat men voortdurend wijst op je lichaamsbouw en je kracht, terwijl je als aanvaller ook andere troeven hebt?

DEPOITRE: ‘Ik krijg het etiket opgekleefd van grote sterke targetman, terwijl ik inderdaad denk over andere eigenschappen te beschikken. Maar ik kan me voorstellen dat mijn lichaamsbouw het eerste is wat opvalt wanneer men mij ziet.’

Is die fysieke kracht volgens jou je voornaamste wapen?

DEPOITRE: (denkt na) ‘Ja, toch wel. Het belangrijkste maar niet het enige. Wanneer je als spits moet optornen tegen verdedigers die ook vrij struis zijn, dan moet je een zekere fysiek hebben om de bal te kunnen bijhouden met een tegenstander in je rug. Maar ik heb meerdere pijlen op mijn boog, denk ik…’

Je snelheid bijvoorbeeld?

DEPOITRE: ‘Op de eerste meters ben ik niet snel – dat kan niet met mijn postuur – maar zodra ik gelanceerd ben, ben ik inderdaad vrij snel. Ik heb vaak de indruk dat de verdedigers daardoor verrast zijn, dat ze zo’n versnelling niet verwacht hadden. Nu ja, bij de tweede sprint zijn ze dan wel gewaarschuwd…’ (lacht)

Een andere eigenschap van jouw spel is dat je aangetrokken lijkt te worden door de rechterkant van het veld – daar ben je het vaakst terug te vinden. Is dat automatisch zo gekomen, door de jaren dat je bij de jeugd rechts op het middenveld speelde?

DEPOITRE: ‘Ik ben een rechtermiddenvelder, dat klopt, maar daar heeft dat niks mee te maken. Zelfs in derde klasse week ik vaker naar rechts uit. Ik denk ook wel dat het afhangt van de stijl van je medespelers. Bij Eendracht Aalst was er bijvoorbeeld een rechtsachter die me graag opzocht om me de bal in de voeten te geven. Daardoor ging ik instinctief wat vaker naar die kant lopen. Hier bij Gent is dat een beetje gelijkaardig met Foket. We begrijpen elkaar goed op het veld, er zijn automatismen. Moses Simon, daarentegen, heeft meer de neiging om een actie te maken, te dribbelen. Hij heeft mij niet nodig als afspeelpunt, dus blijf ik aanwezig in de zestien. Mijn positiespel hangt altijd af van de spelers met wie ik op het veld sta.’

Alleen van je medespelers of ook van de verdedigers? Krijg je videoanalyses van de verdedigers tegen wie je gaat spelen?

DEPOITRE: ‘We krijgen gezamenlijk analyses van de stijl van onze tegenstanders en daarnaast ook individuele analyses van de sterke en zwakke punten van elke speler. Dat is belangrijke informatie om aan een wedstrijd te beginnen. Als je directe tegenstander heel sterk is in de luchtduels, dan ga je beter wat naar de andere kant als er een lange bal komt. Is hij niet zo snel, dan zoek je in zijn zone de diepte op.’

Lukt dat om daar tijdens de match aan te denken? Neemt het instinct niet de overhand?

DEPOITRE: ‘Op het veld denk je daar inderdaad niet altijd aan. Maar als je twee keer met zo’n verdediger in duel gaat, dan besef je snel dat hij te stevig is en dat je beter naar de andere kant uitwijkt. Al die informatie houdt geen verplichting in, het is gewoon een hulpmiddel. Uiteindelijk blijft het allemaal redelijk instinctief.’

Jij geeft nochtans de indruk een speler te zijn die erg overwogen te werk gaat. Dat was opvallend tegen Lyon, toen we de indruk hadden dat je bewegingen camoufleerde om de verdedigers op het verkeerde been te zetten.

DEPOITRE: ‘Dat is alleszins niet iets dat ik bewust doe. Maar wanneer ik de bal krijg, neem ik misschien wel de tijd om te denken wat de beste oplossing is. Ik neem op het laatste moment een besluit. Misschien is dat verwarrend voor de tegenstanders…’

CHAMPIONS LEAGUE

Ben je onder de indruk van de verdedigers tegen wie je het in de Champions League hebt moeten opnemen?

DEPOITRE: ‘Op het vlak van speldoorzicht, dekking en positiespel voel je echt dat ze ervaring hebben. En ze zijn stevig in de duels. Maar goed, ook in België heb je sterke verdedigers.’

Had je verwacht dat het niveau hoger zou zijn, dat je te maken zou krijgen met verdedigers tegen wie je niet opgewassen zou zijn?

DEPOITRE: ‘Garay van Zenit heeft me nochtans voor serieus wat problemen gesteld. Maar misschien verwachtte ik nog wat lastigers. Het zijn natuurlijk erg goeie verdedigers, maar het is wel zo dat ik onklopbare gasten had verwacht. Ik dacht dat het echt heel erg zwaar zou worden, maar uiteindelijk heb ik volgens mij toch wel kunnen tonen tot wat ik tegen hen in staat ben.’

Waren jullie na de loting bang om belachelijk gemaakt te worden in een niet echt aantrekkelijke groep?

DEPOITRE: ‘We hebben nooit gedacht dat we zouden weggespeeld worden, maar we zeiden wel tegen elkaar dat onze kansen vrij klein zouden zijn. We wilden België eer aandoen en dus waren we wel wat bang om vijf van de zes matchen te verliezen. We wilden tonen dat we toch het niveau hadden voor de Champions League. Ik weet nog dat veel mensen zeiden: ‘Wat gaat Gent daar uitrichten? Ze gaan opgepeuzeld worden.’ Toen lachten ze nog, maar nu hoor je al wat anders.’

De eerste helft tegen Valencia was ongelooflijk…

DEPOITRE: ‘Ik weet niet of dat de beste helft was die we al gespeeld hebben sinds ik bij Gent speel, want we hebben ook erg goede wedstrijden gespeeld in de competitie, maar dit was wel Valencia… In die eerste helft hebben ze zich vast afgevraagd wat hen overkwam. We speelden goed, vonden de ruimte, combineerden en creëerden kansen.’

Had je iets anders verwacht van een ploeg van het kaliber van Valencia?

DEPOITRE: ‘De eerste dertig minuten van de heenmatch hebben ze echt indruk op mij gemaakt. Ze lieten de bal goed rondgaan, en snel ook… Hun middenvelder André Gomes was echt heel sterk.’

Maakt dat Valencia meer indruk dan Zenit?

DEPOITRE: ‘Hulk was ook heel indrukwekkend, maar als ploeg vond ik Zenit niet zo bijzonder, want ze speelden nogal defensief. Ze lieten de bal aan ons en mikten op de counter. Ze konden de wet niet dicteren en wisten hun eigen spel niet op te dringen.’

PREMIER LEAGUE

Voel je dat je statuut in België veranderd is tegenover vorig jaar?

DEPOITRE: ‘Ik merk absoluut een verschil. Vooral wat de verdedigers betreft. Toen we tegen Standard speelden, plakte Jelle Van Damme op mij, die liet me geen moment met rust. Ik vroeg hem of hij dat heel de match ging volhouden en hij antwoordde dat hem dat opgedragen was. Tegen Club Brugge was het nog anders, toen liep Timmy Simons voortdurend in mijn zone. Die speciale dekking kreeg ik vorig jaar niet. Maar goed, als ze twee mannetjes op mij zetten, betekent dat dat we elders een vrije man hebben…’

Vind je het moeilijker voor jezelf? Want uiteindelijk zijn duels wel jouw ding…

DEPOITRE: ‘Ik hou van contacten, dus stoort dat me inderdaad niet zo. Het vergt gewoon wat aanpassing, maar ik denk dat ik me goed uit de slag trek.’

We hebben de indruk dat elke bijkomende moeilijkheid je juist nog sterker maakt.

DEPOITRE: ‘Ik heb dat soort druk altijd al nodig gehad. Ik heb er misschien zelfs nood aan dat ik een beetje onderschat word. Dan wil ik me tonen en nog een beter niveau halen.’

Toen je vorig jaar bij Gent kwam, waren daar al Habibou en Pedersen, nadien kwam Pollet. Nochtans was je na twee wedstrijden al titularis.

DEPOITRE: ‘Toen ik voor een club van dit kaliber tekende, wist ik dat er concurrentie zou zijn. Ik was daarop voorbereid. Ik had wel helemaal niet verwacht dat het allemaal zo snel zou gaan. Ik dacht dat ik hard zou moeten werken, wachten op een kans en van alle speeltijd die ik kreeg gebruikmaken om me te tonen. Uiteindelijk zette de coach me vrij snel in de basiself en heb ik mijn kans weten te grijpen.’

Denk je dat je zo snel een basisplaats hebt weten af te dwingen door je temperament, je tomeloze inzet op het veld?

DEPOITRE: ‘Dat is zeker een eigenschap die me geholpen heeft, want dat is iets dat de coach graag ziet. Hij wil een speler die werkt en ik geef me graag helemaal op het veld, zonder mijn inspanningen af te wegen. Een aanvaller die druk zet is belangrijk, want dat brengt de verdediger in moeilijkheden, waardoor hij de bal slechter ontzet en we de bal kunnen recupereren. Dat moet je gewoon zo doen, denk ik.’

Is het perfectionisme van Hein Vanhaezebrouck ook iets dat jullie naar een hoger niveau tilt?

DEPOITRE: ‘Het is een veeleisende coach, die altijd het beste wil. Hij laat ons dus onophoudelijk werken op details, op kleine dingen die onbeduidend lijken, maar die ons moeten helpen om de perfectie te benaderen. Alleen bestaat perfectie niet, er zijn altijd wel dingen waar je aan kunt werken… (lacht) Maar zo worden we beter.’

En zodoende krijgt Gent ook meer en meer complimenten.

DEPOITRE: ‘Iedereen zegt inderdaad dat AA Gent het mooiste voetbal brengt. Wij hebben in elk geval zelf de indruk dat wij de enige ploeg zijn die op de helft van de tegenstander speelt, die voortdurend zo hoog druk zet. Ik denk dat de neutrale toeschouwer ons graag ziet voetballen. Dat is de verdienste van de trainer, want alles is duidelijk en goed ingeoefend. De tegenstanders weten wat hen te wachten staat en toch kunnen ze er weinig aan doen.’

Iedereen past zich nochtans aan jullie aan, zelfs Brugge.

DEPOITRE: ‘Omdat ze weten dat wij hen in een goede dag echt pijn kunnen doen. En als we merken dat ze zich aan ons hebben aangepast, dan geeft ons dat nog meer vertrouwen.’

Zelfs wanneer je voor het eerst op de training van de Rode Duivels verschijnt, behoud je dat zelfvertrouwen?

DEPOITRE: ‘Ik was in het begin wel een beetje bang. Je ziet op tv welk niveau ze hebben, maar je kunt niet echt vergelijken met jezelf totdat je samen op het veld hebt gestaan. Uiteindelijk zijn die trainingen goed verlopen. Ik denk niet dat je kon zien dat ik in de Jupiler League speelde en de anderen in de Premier League.’

Droom je zelf van die Premier League?

DEPOITRE: ‘Ik heb nooit weggestoken dat de Premier League het kampioenschap is dat me het meest aanspreekt. In zo’n grote competitie kunnen spelen, dat zou ongelooflijk zijn. Maar dromen doe ik nog niet, ook niet wanneer ik in de kranten lees dat Tottenham me volgt. Zolang er niets concreet is, doe ik mijn best voor Gent en dan zien we wel verder wat er gebeurt.’

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE / CHRISTOPHE KETELS

‘Ik ben slechts twee jaar opgeleid op het centrum van Futurosport en in die tijd was ik verdediger.’ – LAURENT DEPOITRE

‘Hulk was heel indrukwekkend, maar als ploeg vond ik Zenit niet zo bijzonder.’ – LAURENT DEPOITRE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content