Doet jouw vriendin je soms maandverband meebrengen uit de supermarkt?

(lacht) “Dat heeft ze nog nooit gevraagd. Maar als ze dat zou doen en me een foto zou meegeven van de juiste verpakking, dan zou me dat wel lukken. En anders zou ik gewoon aan de winkeljuffrouw vragen waar het maandverband staat en het eerste het beste meenemen.

“Ik ga af en toe naar de supermarkt, want tegenwoordig kook ik weleens. Soms neem ik dan het schrift dat mijn bomma me meegaf. Zij knipt receptjes uit allerlei boekskes, de Libelle bijvoorbeeld, en die plakt ze dan allemaal bij elkaar. Tot nu toe beperk ik me wel tot de pasta’s. Maar ze zijn hier thuis aangenaam verrast over mijn kwaliteiten in de keuken.”

Als jij achter het stuur zit, durf je dan in het zog kruipen van een ambulance die met loeiende sirenes voorbijkomt?

“Dat doe ik niet. Ik ben een kalme chauffeur; ik rijd nooit sneller dan toegelaten. Ik moet mij ook maar zelden haasten, omdat ik ruim op tijd vertrek. Met de auto rijden doe ik heel graag, zeker met een muziekje erbij en als ik bij mooi weer het dak kan openzetten. In de wagen ben ik dus een rustige genieter. Ik heb mijn rijbewijs intussen zes maanden. Ik haalde het bij mijn derde poging. De eerste twee keren was ik telkens een straat ingedraaid waar ik niet in mocht.”

Kun jij goed cadeautjes inpakken?

“Dat laat ik altijd aan mijn mama of mijn vriendin over, ik begin er nog niet eens aan. Cadeautjes kopen doe ik wel zelf. En er krijgen vind ik ook fijn. Mij kun je altijd een plezier doen met een cinematicket. Naar films kijken is echt een van mijn hobby’s. Ook thuis zet ik er geregeld een op. Actiefilms meestal, of komedies. Zolang het maar geen romantische films zijn. Inception is mijn absolute lievelingsfilm. Prisoners vind ik ook heel goed. En Interstellar.”

Onlangs was er aan de kust een actie waarbij vrijwilligers het vuilnis op het strand opruimden. Zou dat iets voor jou zijn?

“Neen, maar ik vind het wel een goed initiatief. Thuis ruim ik één keer per week op, de dag vóór de poetsvrouw komt. Maar het is niet zo dat mijn kamer de rest van de week een stort is.

“Ik woon nog thuis. Ik ben pas achttien, mijn vriendin en ik denken nog niet aan verhuizen. Isaura gaat trouwens nog naar school. Ze zit in haar eerste jaar kinesitherapie. Soms help ik haar bij haar studie, dan ben ik haar proefkonijn. Als ze spieren moet leren aanduiden, zoekt ze die op mijn lichaam. Dan lig ik wat tv te kijken, terwijl zij links en rechts tast of ze de juiste spier vindt. Ze zegt dat dat bij mij heel gemakkelijk is.”

Goot je ooit al eens een drankje dat je niet lustte stiekem in een bloempot?

“Neen. Als ze bijvoorbeeld een glas witte wijn in mijn handen stoppen, dan giet ik dat niet in een bloempot, dan laat ik dat gewoon staan. Maar ik lust veel dranken. Ik laat me op dat vlak ook graag verrassen. Tegen de aperitief van het huis zeg ik zelden neen. Op een feestje kies ik dan weer graag voor gin-tonic. En daarnaast ben ik nog altijd fan van Fristi.

“Op het vlak van eten ben ik wat moeilijker. Groenten eet ik niet zo graag. Ik zorg ervoor dat ik het nodige binnenkrijg, maar niet met plezier. En rodekool, bloemkool of witloof, daar moet je bij mij niet mee afkomen. Worteltjes en erwtjes, die gaan er dan weer wel vlot in.”

Kun je pijporgel spelen?

“Pijporgel? Ik weet niet eens hoe dat eruitziet. Op de lagere school kon ik wel goed blokfluit spelen, dus kocht ik een tijd geleden eens een gitaar, omdat het mij gezellig lijkt om bij een kampvuur gitaar te kunnen spelen. Ik probeerde het op mijn eentje te leren, maar zonder veel succes. ‘Vrolijke vrienden’ lukte uiteindelijk wel, maar verder geraakte ik nooit.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content