Ilija Stolica is naar Sint-Truiden gehaald om doelpunten te maken. Dat legt geen druk op de schouders van de sympathieke Serviër. Immers : ‘In bijna elke club waar ik speelde, werd ik topschutter van de ploeg.’

“Ik scoor in bijna elke wedstrijd”, zegt Ilija Stolica (26), de nieuwe spits van Sint-Truiden. Die reputatie wil hij ook in België waarmaken. Hoeveel doelpunten hij dit seizoen beoogt, dat zegt hij liever niet : “Als ik daar een cijfer op plak, brengt dat ongeuk. Tenminste : als ik dat openbaar vertel. In mijn hoofd heb ik wel een aantal vooropgesteld. Ik leef van goals en het is waar : als je een vergelijking zou maken van het aantal minuten dat ik speelde en het aantal goals dat ik aantekende in mijn carrière, dan ben ik wel heel erg efficiënt. In bijna elke club waar ik speelde was ik topschutter van de ploeg. Ik ben niet bang van druk.”

Stoere taal en de indruk kan ontstaan dat de nieuwe aanvaller van Sint-Truiden naar arrogantie neigt. Zelfverzekerdheid kenmerkt trouwens wel meer Slavische aanvallers, zoals je dat bijvoorbeeld ook bij Nenad Jestrovic ziet. Maar Stolica zit anders in mekaar : “Die uitspraak dat ik overal scoor, is wat uit zijn context gerukt”, nuanceert hij. “Ik besef echter dat de mensen hier in Sint-Truiden doelpunten van mij verwachten. Als ik op een veld sta, denk ik aan scoren, maar ik ben ook iemand die graag goed voetbal brengt. Je staat met een groep op het veld. Als het nodig is om te scoren, zal ik dat proberen. Als het nodig is om te verdedigen, zal ik dat ook doen.”

Hij voelt dan ook geen druk : “Bij OFK Belgrado en Metalurg Donetsk was de druk een pak groter. Bij OFK was ik één van de speerpunten in de ploeg en droeg ik veel verantwoordelijkheid. In Donetsk was die verantwoordelijkheid beter verdeeld, ik was er omringd met een hoop goede spelers. Waaronder Andrés Mendoza, Yaya Touré en Arsène Né, allemaal jongens die in België gespeeld hebben. Maar in Oekraïne draaide het om veel geld, er werd veel geïnvesteerd in de club, daar moést gepresteerd worden. Bovendien had ik het er, als mens dan, bijzonder moeilijk met de grote klassenverschillen. Op straat zag je veel armoede, terwijl jij daar als voetballer hopen geld verdiende… Daar voelde ik mij niet zo comfortabel bij.”

Ilija Stolica keerde afgelopen winter terug naar zijn thuisland om er nog zes maanden voor OFK Belgrado uit te komen. Hij trof nog zesmaal raak. “In het tussenseizoen kreeg ik nog enkele aanbiedingen. Ik kon in Rusland veel geld gaan verdienen, maar ik ben er 26, mijn beste jaren komen eraan, ik vond het tijd om het sportieve te laten primeren. Via Bratislav Ristic (ex-Club Brugge), een goede vriend van me en ploegmaat bij Metalurg Donetsk, kwam ik veel te weten over de Belgische competitie. Ik hoorde van iedereen die er al gespeeld had, dat het een goede competitie is en dat België een aangenaam land is om te leven. Ik kende ook Dusan Belic, die hier ondertussen al bijna tien jaar leeft, dan weet ik genoeg. Ze hebben me wel gewaarschuwd dat het niet simpel is om hier als spits vaak tot scoren te komen, er wordt hier nogal fysiek gespeeld. Nu, dat schrikt me niet af, ik durf zelf ook in duel te gaan. Mijn kwaliteiten zijn mijn balvastheid, mijn kopbalsterkte – al gebruik ik mijn hoofd liever om te denken dan om te koppen – en mijn efficiëntie voor doel. Ik heb niet veel kansen nodig. Soms kan het zijn dat ik de eerste twintig minuten niet in het stuk voorkom, dan plots scoor en volledig in de match zit.”

Balvastheid en doelgerichtheid : dat waren ook de troeven die Guy Mangelschots, technisch directeur van STVV en de man die Stolica in Belgrado ging scouten, op zijn papiertjes had aangestipt. “We zochten een bepaald type spits”, verklaart Mangelschots zijn uiteindelijke keuze voor de Servische targetman. “Een voorspeler die diep blijft hangen en die gevaarlijk is in de zestien. Via video en dvd kwamen we Stolica op het spoor. Voor ik naar Belgrado trok om hem te scouten, waren we eigenlijk al voor 80 procent overtuigd. Bovendien leerde ik ginder een sympathieke en joviale jongen kennen. Helemaal niet zo stoer en explosief als de meeste ex-Joegoslaven.”

Dat kan te maken hebben met de achtergrond van Stolica, geboren en getogen in Belgrado. “Als de mensen vragen waar ik opgegroeid ben, zeg ik nooit Belgrado. Het is Zemun, een bepaalde wijk in de stad en een aparte leefwereld. De mensen daar bezitten een special soul, een ruimere geest dan de rest van de Serviërs. Mateja Kezman komt ook uit Zemun. Wij groeiden samen op, maakten samen onze jeugdopleiding door bij FC Zemun en nu nog houden we geregeld contact. Toen al was Kezman één van de grootste talenten uit de streek, maar daarmee alleen red je het niet, Kezman werkte erg hard en wist heel goed waar hij naartoe wilde.” Kezman maakte furore bij Partizan en vertrok dan richting PSV Eindhoven. Ook Ilija Stolica werd snel ongeduldig, op amper negentienjarige leeftijd ging hij op zijn eentje naar Spanje. Stolica : “Ik tekende bij Lleida, uit Catalonië. Door allerlei blessures kwam ik er weinig aan spelen toe, maar ik beschouw het hoe dan ook als een nuttige ervaring. Ik leerde zowel op het sportieve als op het menselijke vlak veel bij. In Spanje wordt er technischer en tactischer gespeeld dan in ex-Joegoslavië. Vooral tactisch leerde ik veel bij, hoe je in ploegverband moet lopen en dergelijke. In Servië volstaat het dat je als aanvaller een keer scoort en voor de rest weinig beweegt. Buiten het voetbal had ik het bijzonder hard met het leven als profvoetballer. Het was net in die periode dat de burgeroorlog in Joegoslavië uitbrak. Het gevoel van machteloosheid dat mijn familie in Belgrado zat en ik in Spanje, zonder dat we elkaar konden helpen, wil ik nooit meer meemaken. Achteraf gezien ben ik te vroeg naar het buitenland getrokken. Maar met achteraf ben je niets. Door mijn passages in Spanje en Oekraïne heb ik geleerd dat ik mij moet concentreren op vandaag en niet op gisteren of morgen. Niet achterom kijken en niet te ver vooruitblikken, want als je iets plant, komt dat wellicht toch niet uit.”

We proberen het toch nog eens. Hoeveel doelpunten denkt hij dit seizoen te maken ? “Weet je, als ik het aantal scoor dat ik in gedachten heb, bel ik je na de competitie om te zeggen hoeveel het er waren.” Weer die schalkse glimlach en weg was hij,

Matthias Stockmans

‘Ik gebruik mijn hoofd liever om te denken dan om te koppen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content