Halverwege de voorbereiding blikt Ivan Bosnjak vooruit op een nieuw Genks successeizoen en kijkt hij terug op zes maanden blessureleed. ‘Naar wedstrijden komen kijken van je eigen team, dat is het meest verschrikkelijke deel van een revalidatie.’

Niet alle voetballers zijn blijkbaar haantjes-de-voorste, Ivan Bosnjak is daarvan het levende bewijs. Zijn stemvolume staat immer afgesteld op fluistertoon en zijn glimlach is even spaarzaam als verlegen. Desondanks of net daarom is de Kroaat publieks- en personeelslieveling in Limburg. Van de mevrouw van het secretariaat tot technisch directeur Willy Reynders, iedereen wil wel even een praatje slaan met de spits met de blonde lokken. “De enige speler met wie ik nooit problemen heb”, grapt Reynders. “Are you happy, Ivan ?” wil hij graag ook nog weten. Een overbodige vraag, want Bosnjak zag net zijn grote droom in vervulling gaan. Acht maanden na zijn zware kruisbandblessure in Moeskroen kan hij weer een wedstrijd spelen zonder pijn aan dat vermaledijde gewricht. Pech voor de Belgische defensies, aan snelheid heeft Bosnjak nauwelijks ingeboet. Wanneer hij de trappen van de Cristal Arena oprent op zoek naar een geschikte locatie voor dit interview, is het aanklampen geblazen. Boven aangekomen hijgen we een eerste, voor de hand liggende vraag.

Hoe gaat het nu met je knie ?

Ivan Bosnjak : “Almaar beter. Elke dag gaat ‘ myknie’(Bosnjak gebruikt steeds het Nederlandse woord, nvdr.) erop vooruit. Zaterdag kon ik na de match voor het eerst echt zeggen dat ik helemaal niks meer voelde. (na de met 0-9 gewonnen wedstrijd op Zwarte Leeuw, nvdr. ) Voorheen had ik altijd een beetje stijfheid, maar de dokter en de trainer hebben me verzekerd dat zoiets normaal is. Alles is intact, ook mijn snelheid, ja. Het enige wat ik nu nodig heb, is veel training met de bal en veel wedstrijden. Precies wat er deze week op het programma staat. Volgende week moet ik er dus helemaal klaar voor zijn.

“Bang ben ik niet op het veld. Ik durf de duels vol aan te gaan. Dat denk ik toch. Misschien is dat makkelijker vast te stellen voor iemand die in de tribune zit, maar zelf heb ik niet het gevoel dat ik anders speel dan voorheen.”

Vlak na dit interview zou Bosnjak de training moeten staken met pijn in de knieholte. Een dag later wijst een echo uit dat er niks ernstigs aan de hand is, maar uit voorzorg wordt hij wel uit de selectie gelaten voor de wedstrijd tegen Porto.

Heb je eigenlijk veel pijn gehad ? Kon je na de operatie slapen, om maar iets te noemen ?

“De eerste vijf dagen niet. Dat was… disaster ! Maar de pijn is het grote probleem niet, vooral hier was het lastig (tikt op het hoofd). Naar wedstrijden komen kijken van je eigen team. Pff, dat is het meest verschrikkelijke deel van een revalidatie. Ik heb me wel steeds deel van het team gevoeld. Ik was elke dag in de Arena, dus ik had wel veel contact met de ploegmaats.

“De dag na je operatie zit je meteen in de kine en begint de revalidatie. Na tien dagen zat ik al op de fiets. Heel pijnlijk in het begin, maar daarna merk je dat je geleidelijk aan vooruitgang boekt. Van fietsen naar lopen, dan trainen met de bal, een eerste wedstrijd voor de invallers…

“Ze hebben een stukje hamstring gebruikt als nieuwe kruisband en ook dat voel je. Ook daar moet je tijdens de revalidatie aan werken. De kracht is ondertussen gelijk in de bovenbenen, maar je ziet nog altijd een verschil in omvang.”

Cadeautje van de coach

Hugo Broos had zelden zo’n gemotiveerde speler gezien tijdens een revalidatie.

You know, ik ben hier heel graag in Genk. De sfeer tussen de spelers hier… dat maakte ik nog nooit mee. En die blessure was zo’n verschrikkelijke periode voor me, die moest gewoon zo snel mogelijk voorbij zijn. Mijn focus was daarom de hele tijd : ik moet opnieuw op het terrein staan.

“Weet je, tijdens mijn vakantie in Kroatië heb ik me heel strikt aan het programma van de club gehouden. Normaal speel ik graag eens een partijtje tennis, maar dat durfde ik dit jaar echt niet. Stel je voor dat er iets met de knie zou gebeuren.”

‘Als iets veel voor me betekent, dan laat ik het op mijn lichaam tatoeëren’ liet je eerder optekenen. Is er tijdens je revalidatie eentje bijgekomen ?

“Neen, misschien volgende keer.” (lacht)

Uiteindelijk ben je zelfs de meest optimistische prognoses te snel af geweest. Je pikte eind vorig seizoen nog een paar speelminuten mee op Brussels.

“Ja, maar dat was een cadeautje van de coach. Heel sympathiek van hem. Weet je, ik kan dat nu eerlijk zeggen : eigenlijk was mijn knie daar nog niet klaar voor. In mijn hoofd was ik klaar, ik wou weer het veld op, wou wedstrijden spelen. Maar matchen met inzet, daar was het nog te vroeg voor. Ik denk dat de trainer dat ook wel wist.”

Je gaf eerder al te kennen dat je eerste goal heel veel voor je zal betekenen. Al enig idee hoe je die gaat vieren ?

“Neen, absoluut niet. Ik heb niets voorbereid of zo. Maar het zal wel een heel intens moment worden. Het maakt me zelfs niet uit of het Europees is of gewoon in de competitie. (lacht) In de voorbereiding scoorde ik in ieder geval al, dat is goed voor het vertrouwen.”

Thomas Chatelle heeft je met een identieke blessure afgelost in de ziekenboeg. Heb je hem tips gegeven voor zijn revalidatie ?

“Ik heb met hem gesproken, dat lijkt me normaal. Echte tips heb ik hem niet gegeven, nee. Hij is helaas al vaak genoeg gekwetst geweest, ik hoef hem over revalideren niet veel te leren. Ik weet wel hoe hij zich nu voelt. Het is heel zwaar. Gelukkig heeft hij veel wilskracht. Thomas zal zeker terugkomen. Ik hoop het maar, hij is héél belangrijk voor Genk.”

Kan jij op het veld zijn stand-in zijn ? In Kroatië speelde je toch eerder al vanop de rechterflank ?

“Ik heb daar heel af en toe gespeeld, zeker niet regelmatig. Ik kan het wel, maar dan enkel met iemand in mijn rug. Voor een enkele flank ben ik te veel in het doel geïnteresseerd.” (lacht)

Sofia – Benfica – Valencia

Zal Genk dit jaar sterker zijn dan vorig seizoen ?

“Dat hoopt iedereen toch. Je zou kunnen zeggen dat er maar twee spelers vertrokken zijn (Sebastien Pocognoli en Kevin Vandenbergh, nvdr.) maar we zullen ook Chatelle en Wim De Decker een tijdje missen. Bovendien is het na een goed seizoen altijd moeilijk om te bevestigen, maar we zullen het in ieder geval proberen, geloof me.

“De voorbereiding verloopt heel goed. De stage in Delden was uitstekend, goede sfeer en een prachtige accommodatie. Het belangrijkste in een voorbereiding is natuurlijk dat er geen spelers geblesseerd uitvallen en wat dat betreft, hebben we tot dusver niks te klagen.”

Opvallend tot dusver : Kevin Vandenbergh is vertrokken, maar er dient zich blijkbaar een nieuwe goaltjesdief aan. Heeft Jelle Vossen je verrast ?

“Ik vind hem echt heel erg goed en bovendien is het ook nog een toffe kerel. Vraag me niet of hij snel is of technisch begaafd, ik zou het niet weten. Maar van één ding ben ik zeker : he’s a scorer ! Een echte afwerker. Uit elke actie kan hij een doelpunt puren. Ik heb hem pas nog gesproken. ‘Jij moet dit jaar topscorer worden in België !’, heb ik hem gezegd. Ik geloof echt dat hij dat kan. Akkoord, hij is nog jong en moet nog heel veel leren. Maar daarvoor zit hij bij de ideale club. De omstandigheden zijn hier echt ideaal.”

Voor jou is hij wel een bijkomende concurrent vooraan en met Mohamed Dahmane, Goran Ljubojevic en ook Elyaniv Barda zijn de plaatsjes er sowieso erg duur. Dat schrikt je niet af ?

“Dat er zoveel nieuwkomers zijn, is net een goede zaak. Niet alleen voor de verhoogde concurrentie, we spelen dit jaar ook Europees. Ik hoop maar dat we dat een tijdje kunnen volhouden en dan komen we in een ritme van weekendmatch-midweekmatch-weekendmatch. Daarvoor is een uitgebreide groep noodzakelijk.”

Er wordt druk gespeculeerd over het tactische systeem waarin Genk zal gaan spelen. De 4-4-2 van bij het begin van het seizoen of de even succesvolle 4-5-1 van na jouw blessure ? Wat is je voorkeur ?

“Dat is een vraag voor de coach. Enkel voor de coach. Stel je eens voor dat elke speler gaat verkondigen hoe er volgens hem moet gespeeld worden. Bovendien, dat zijn allemaal heel erg kleine verschillen. 4-4-2, 4-5-1 of zelfs 4-3-3, zoveel verschil maakt dat allemaal niet. Als speler moet je klaar zijn voor elk concept.”

Veel tijd voor experimenteren is er anders niet. Het nieuwe Genk zal er snel moeten staan. Jullie spelen meteen al heel belangrijke wedstrijden in de tweede voorronde van de Champions League.

“Voor ons is dat eigenlijk de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Als we op ons normaal niveau spelen, mag die wedstrijd (vanavond weet Genk of het tegen het Maltese Marsaxlokk of het Bosnische Sarajevo speelt, nvdr.) eigenlijk geen probleem zijn, maar we moeten elke tegenstander respecteren.

“Ik ken Sarajevo een klein beetje. Hun sterktes en zwaktes kan ik je niet opnoemen, wel ken ik twee of drie spelers waartegen ik in Kroatië nog heb gespeeld. Toen waren ze erg goed, maar ondertussen zijn ze al een stuk in de dertig en misschien een beetje op de terugweg. Voor hun team geldt misschien hetzelfde. In de Joegoslavische competitie was Sarajevo vroeger een heel stevige ploeg, maar nu spelen ze in de Bosnische competitie en die is niet zo sterk. Maar ik zeg het nog eens : voetbal is voetbal.”

In de voorwaardelijke wijs dan : mocht Genk zich kwalificeren voor de derde voorronde, welke teams zou je dan kiezen uit het lijstje van mogelijke tegenstanders ?

“Hmm, als je gaat voor haalbare kaarten, dan kom je uit bij Steaua Boekarest of Levski Sofia. Van die ploegen denk ik dat we wel kunnen winnen. Maar als we dan toch een sterk team moeten treffen, dan neem ik Benfica Lissabon. Tegen die ploeg zijn we misschien niet helemaal kansloos. Met Zagreb speelde ik al eens tegen hen in de Uefa Cup. We verloren in het Estádio da Luz met 2-0, maar hadden net zo goed gelijk kunnen spelen. Treffen we echt een team uit de toplanden, dan liefst Valencia.”

Tom Boonen ? Onbekend.

Ben jij bij Genk verantwoordelijke ‘integratie’ ? Daarnet zat je nog samen met Barda, op stage deelde je de kamer met nieuwkomer Joszef Toth en Willy Reynders informeert blijkbaar bij jou of alles goed met hen gaat.

“Neen, dat ben ik niet alleen die dat doe, hoor. Iedereen moet hen daarbij helpen. Maar met Toth heb ik inderdaad de kamer gedeeld en dat is heel goed meegevallen. Ik wist wie hij was, ik wist dat hij voor de nationale ploeg speelde, maar we hadden elkaar nog nooit ontmoet. Hier op Genk spraken we elkaar voor het eerst en het was alsof we al tien jaar de beste vrienden waren. Hij lijkt me ook een goede speler, een verdedigende middenvelder die ook kan scoren.”

Tot slot, even je eigen integratie nagaan na een jaartje België : Wie draagt op de eerste rustdag de groene trui in de Ronde van Frankrijk ?

“Oei, dat weet ik helemaal niet. In Kroatië stelt wielrennen echt niets voor. Daar ben ik hier erg van geschrokken : pagina één van de krant : wielrennen, pagina twee : idem. Maar dat is net heel interessant. Elk land heeft zijn eigen sportcultuur. Tom Boonen, zeg je ? Ik denk dat the guys het wel eens over hem hebben gehad, ja.” S

Door Jan-Pieter De Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content