Toen hij in 2007 bij AA Gent kwam, legt Zlatan Ljubijankic uit, leek een gelijkspel tegen een topper al heel wat. Nu ligt dat even anders. ‘Als we niet met een groot verschil aan play-off 1 beginnen, doen we mee voor de titel.’

Na Frank Dauwen, assistent-trainer bij Westerlo, dat de volgende tegenstander is van AA Gent, staat Zlatan Ljubijankic op de tweede plaats van een lijstje, het lijstje van de hoogste transfersommen die AA Gent betaalde. Met 1,1 miljoen euro is Dauwen, die onder Jean Van Milders werd aangetrokken, Gents duurst gekochte speler. Op het moment van zijn transfer in 2007 was de Sloveense international met 800.000 euro de tweede duurste. Onlangs verlengde hij zijn contract tot 2014. “Het gaat elk jaar beter en ik geloof in de club en in het team. So, why not?

Je landgenoot Marko Suler zag het WK met Slovenië als een kans op een transfer. Was dat voor jou niet het geval?

Zlatan Ljubijankic: “Ik heb de ervaring van in Slovenië voor ik naar Gent kwam: het haalt je aandacht weg van je voetbal als je daaraan denkt. Men spreekt er altijd over en zelfs al geef je niet toe dat het in je hoofd speelt, je bent niet honderd procent geconcentreerd. Dat geeft alleen maar druk, dus ik dacht daar niet aan. Je maakt met Slovenië als speler misschien maar één keer in je leven een WK mee, dus dat was voor mij een ervaring die ik mijn hele leven niet zal vergeten. Zulke dingen maken je een betere speler. Je gaat nog meer in jezelf geloven. Ik ben tevreden met mijn carrière tot nu toe. Sinds ik in Gent ben, is de club veel gegroeid en professioneler geworden. Elke wedstrijd die we nu spelen, hoor je zeggen: ‘We moeten winnen.’ Toen ik hier pas aankwam, was een gelijkspel ook al goed. Dan merk je: de club is gegroeid.”

Spreken we hier met een toekomstige landskampioen?

“Ik hoop het. We wonnen de beker, de volgende stap is strijden om de titel. We hebben een goede ploeg, dus als we ons best doen en slim zijn, kunnen we, denk ik, de titelstrijd aangaan. Dit seizoen is er een goede mogelijkheid, want er steekt – behalve Genk in het begin even – geen enkele ploeg boven uit. Er zijn vier, vijf ploegen die elkaar waard zijn. Dus als we de kans krijgen, waarom niet? Eerst moeten we play-off 1 halen, maar op het eind zijn we altijd goed. Dus als we niet met een groot verschil aan play-off 1 beginnen, doen we mee voor de titel. We komen stilaan op dreef en de geblesseerden staan er straks ook weer.”

Wat vind je bij jezelf de grootste evolutie?

“Ik denk dat ik sterker in de duels geworden ben door in een sterkere competitie te spelen en in internationale wedstrijden.”

Je werd, vlak voor je naar Gent kwam, in 2007 verkozen tot Sloveens Speler van het Jaar en je bent nu een betere speler geworden, maar in Slovenië wordt naar verluidt amper nog over je gesproken: alle aandacht gaat naar twee Slovenen bij Palermo en Novakovic bij Köln. Vreemd, niet?

“De mensen houden nu eenmaal van spelers bij grote clubs, maar ik heb toch nog altijd een naam: ik heb zeven keer gescoord voor de nationale ploeg. Het probleem in Slovenië is: ze respecteren de Belgische competitie niet zoals de Spaanse bijvoorbeeld. Toen ik Speler van het Jaar werd, waren we met Domzale met voorsprong kampioen geworden – we wonnen 30 van de 34 wedstrijden – had ik elf keer gescoord en veertien of vijftien assists gegeven. Ik was een van de belangrijkste spelers in de ploeg. Veel van de spelers uit die ploeg spelen nu in andere Europese competities.”

Niet afwachten

Beschouw je jezelf als een spits?

“Ik zie mijzelf als een speler die in de aanval speelt. Ik kan spits zijn of offensieve middenvelder. Ik ben al vaker van positie gewisseld. Dit seizoen heb ik misschien twee keer in de spits gestaan. Dat is ook het probleem voor de nationale ploeg, weet je, ze – en ik bedoel niet de bondscoach – kijken naar het aantal doelpunten. Maar het is ook logisch dat spelers in grotere clubs populairder zijn. Ik raak er meer aan gewoon dat ik niet diep speel en achter de spitsen voel ik me nu zelfs beter dan voorin: de verdedigers zijn niet zo alert als je uit de tweede lijn komt en je bent verrassender. Zeker in combinatie met Eli ( Elimane Coulibaly, nvdr). Hij is sterk en rond hem kan ik mijn kwaliteiten meer laten zien.”

Als je meer zou scoren, zouden mensen die kwaliteiten misschien beter zien: je bent snel, aanspeelbaar, stevig, werklustig, balvast, technisch niet onaardig …

“Ik hoop dat de goals komen, maar ik denk dat ik al zo ver geraakt ben door niet af te wachten voor doel. Als je naar een grotere club wil, moet je meer scoren, dat is zo. Maar ik zit er niet mee: als ik mijzelf belangrijk voel voor de ploeg en goede resultaten kan halen, ben ik gelukkig. Ik krijg, vind ik, dit seizoen meer vrijheid in de wedstrijden. Dat is wel gemakkelijker. Het is ook minder een probleem als je eens de bal verliest omdat je iets probeerde. Je krijgt meer de kans om iets te proberen omdat we meer ontspannen voetballen.

( lachje) “Ik wil er wel dertig maken, maar het is niet iets waar ik voor de wedstrijd mee bezig ben. Ik denk alleen aan winnen, want dat is wat ik gewend ben: ik ben twee keer kampioen geworden in Slovenië en hier wonnen we de beker.”

Als je kenners vraagt waarom je zo weinig scoort, krijg je te horen dat je fanatieker moet worden voor doel en je voet er nog eens tussen moet gooien. Nu scoor je bijna alleen maar mooie doelpunten omdat je het te verzorgd wil doen.

“Dat is misschien wel waar. Ik heb vorig seizoen en dit seizoen echt kansen gekregen om meer te scoren. Misschien moet ik meer egoïstisch zijn. Maar ik ben tevreden zoals ik ben.”

Jij bent veruit de snelste speler in de selectie, wist je dat?

“We hebben wel al eens tests gehad. El Ghanassy is heel snel met de bal, maar ik ben zonder bal redelijk snel, ja. Ik heb ook altijd geprobeerd dat uit te spelen. Ik deed daarom ook veel aan atletiek in mijn jeugd.”

In je eerste interview sinds je bij AA Gent speelt, zei je: ‘Ik werk mijn hele leven al om fysiek sterk te zijn.’ Was dat nodig?

“Ik was eigenlijk nooit zo’n talent van wie ze zeiden: dat wordt een goede voetballer. Mijn vader vond dat ik beter kon basketballen of tennissen. Dus ik heb altijd hard moeten werken om er te staan. Dat ik wat techniek heb, is ook alleen maar omdat ik er veel aan gewerkt heb.”

Geen ‘ladies’ man’

In Slovenië wordt verteld dat Matjaz Kek, de bondscoach, op het WK als beloning te veel de spelers liet spelen die voor de kwalificatie hadden gezorgd, maar niet noodzakelijk de beste waren op dat moment. Jij zou in veel betere conditie hebben verkeerd dan Dedic en Novakovic, de andere middenvelders/ aanvallers.

“Ik denk dat we met de beste spelers hebben gespeeld op het WK, maar zo praten mensen nu eenmaal achteraf. Met een beetje meer geluk zaten we een ronde verder. Ik heb drie wedstrijden gespeeld, waarvan twee van bij het begin. Ik voel me belangrijk voor de nationale ploeg. De tweede wedstrijd, tegen de VS, zal ik nooit vergeten: er lag druk op mij, want ik mocht aan de wedstrijd beginnen, maar ik scoorde wel.” ( lachje)

Wat heb je van Zuid-Afrika gezien naast het voetbal?

“We zijn op safari geweest voor foto’s met de leeuwen en naar Johannesburg en Soweto. We hebben daar onder begeleiding van security de getto’s gezien. Honderd kinderen die met één bal moesten spelen en al die armen die moeite hebben om te overleven en in tenten woonden … Het deed me terugdenken aan wat ik als kind in Bosnië zag. Mijn ouders zijn daar geboren en kwamen naar Slovenië om werk te vinden. Mijn grootouders woonden in Bosnië toen de oorlog begon. Toen ik ze eens ging bezoeken, was de hele boel kapot geschoten en woonden ze in een tent. Nu zijn ze naar de Verenigde Staten verhuisd als vluchtelingen.”

De Nederlandse krant De Telegraaf stelde tijdens het WK een dreamteam samen en jij stond in die ploeg, samen met onder anderen Cristiano Ronaldo.

( fronst de wenkbrauwen)

Het ging om de volgens Nederlandse vrouwen fysiek meest aantrekkelijke voetballers van het toernooi.

“Ah! ( lacht) Leuk om vast te stellen dat de meisjes mij mogen, maar ik zou toch liever hebben dat ze mij kennen om mijn voetbalkwaliteiten. Maar met voetbal komt dat soort zaken nu ook eenmaal. Ik sta eigenlijk niet graag in het middelpunt van de belangstelling. Ik probeer mijn job professioneel te doen, zo zie ik voetbal. Ik handel niet om belangstelling te wekken voor mijzelf. Mijn familie is het belangrijkste voor mij. Als je jong bent vind je belangstelling leuk. Ik herinner mij nog hoe het was toen ze mij voor het eerst een handtekening vroegen. ( lacht) Maar je leert met ouder worden.”

Was je een ‘ladies’ man’ in je jonge jaren?

( lachje) “Ik merkte wel dat de meisjes mij heel graag zagen. Maar ik ben al van mijn zeventiende samen met mijn vrouw. Dus ik had nooit tijd voor het vrouwelijke gedeelte van de supporters. Zonder de hulp van mijn vrouw stond ik hier niet. De helft van wat ik bereikt heb, komt door haar: ik kan me op mijn job concentreren.”

Houden zo.

door raoul de groote

“Ik krijg dit seizoen meer vrijheid in de wedstrijden.”

“Soweto deed me terugdenken aan wat ik als kind in Bosnië zag.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content