Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Waar geweld is, is Pietro Allatta. En waar Allatta is, duiken de namen op van La Louvières huisadvocaat Laurent Denis en stroman David Magri. Een blik achter de schermen.

Ze beginnen op mekáár te schieten.” Het was niet zonder binnenpret dat in speurderskringen kennis werd genomen van de beschuldigingen, twee weken geleden in de Franse sportkrant L’Equipe, van Stéphane Pauwels aan het adres van Pietro Allatta en Laurent Denis. Volgens Pauwels, in maart 2005 ontslagen als manager van La Louvière, had Allatta hem in opdracht van clubadvocaat Denis en met medeweten van voorzitter Filippo Gaone geld aangeboden om Silvio Proto naar het buitenland te transfereren. Een poging tot omkoping, noemde hij het.

Hetzelfde, warrige verhaal deed hij eerder in een telefonisch gesprek met Sport/Voetbalmagazine. Dat was nadat L’Equipe in november 2005 had geschreven dat voor het competitieduel Metz-Lyon van 22 oktober “iemand met een Belgisch accent” spelers van Metz had proberen om te kopen. Sport/Voetbalmagazine merkte toen op dat Metz de ex-club is van Gunter Van Handenhoven en Danny Boffin, en dat Pauwels er scout is. In het artikel werd die laatste ook een vriend van Allatta genoemd. Vooral daarover was hij ziedend : één keer slechts, zwoer hij, had hij Allatta op restaurant ontmoet en toen had die hem dat voorstel gedaan. ” Une affaire honteuse“, aldus Pauwels, waarvoor hij zijn advocaat dan ook een boze brief naar Gaone had laten schrijven. Sindsdien, zei hij, was zijn relatie met de club verzuurd geraakt. Nu hij door ons opnieuw met die ” bande de voyous” in verband was gebracht, overwoog hij juridische stappen. Zover kwam het niet : Pauwels’ reactie beperkte zich uiteindelijk tot een recht van antwoord. “Ik werk met harde feiten”, zei zijn advocaat Johan Vanden Eynde glimlachend, “en niet met veel gebabbel.”

Maar Pauwels vertelde nog meer en niet alles was onsamenhangend. Zoals over de transfer van Trond Sollied van Club Brugge naar Olympiacos Piraeus. Ongevraagd deed Pauwels uit de doeken hoe Laurent Denis grote sier had gehouden in Griekenland toen hij er vorige zomer het contract van Sollied juridisch kwam toetsen. Dat hij de Noorse trainer nadien een rekening van 30.000 euro had gefaxt, waar die eens goed mee had gelachen. En dat Denis vervolgens Pietro Allatta op Sollieds manager had afgestuurd om zijn vordering kracht bij te zetten. Waarna die manager, de in België woonachtige Noor Harald Suain, klacht had neergelegd bij de politie.

Suain wordt stil als we hem met het verhaal confronteren. “Geen commentaar”, zegt hij. “Die zaak is in handen van mijn advocaat.”

Toeristische trip

Eind augustus 2005. Een late zomeravond. Harald Suain en zijn vrouw zitten op het terras van hun villa in het Waals-Brabantse Genval. De duisternis valt al in, als plots de verlichting in de tuin aanflitst. Iets heeft de sensoren geactiveerd. Een kat, denkt Suain, maar zijn vrouw is ongerust en dus loopt hij gauw toch even rond het huis. Vooraan gekomen ziet hij meteen dat de normaal stevig vergrendelde poort voor de oprit is geforceerd. Nog voor hij van zijn eerste verbazing is bekomen, staat hij oog in oog met drie gevaarlijk uitziende mannen. Eén herkent hij onmiddellijk : Pietro Allatta, een gezicht dat hij die zomer wel vaker in de kranten heeft gezien als dat van de makelaar van Silvio Proto. Een van de andere twee kleerkasten zal later de beruchte bodyguard van Zheyun Ye blijken te zijn. ” Maître Denis stuurt ons,” blaft Allatta, “we komen voor zijn commissie.” Wanneer het drietal aanstalten maakt om door de geopende terrasdeur naar binnen te gaan, verspert Suains vrouw hen heldhaftig de weg – het trauma zal zich pas later manifesteren. Pas als haar man ter plekke met Denis heeft mogen bellen, blazen Allatta en zijn kompanen de aftocht.

De volgende dag legt Suain een klacht neer bij de politie van Genval. Tussen Sollied en Denis heeft nooit een schriftelijke overeenkomst bestaan en de advocaat stuurt nadien ook nooit een gedetailleerde factuur op. De onderhandelingen in Athene verlopen bovendien allesbehalve professioneel. Vooral het hinderlijke gedrag van Denis’ meegereisde vriendin wekt ergernis : zij staat voortdurend foto’s te nemen en lijkt de hele reis als een toeristische trip te beschouwen. Wanneer Denis terug naar België is vertrokken, blijkt ook dat de hotelrekening niet is betaald. Sollied zal ze twee weken later zelf vereffenen.

“Absoluut onjuist !” gaat Denis tekeer als hij met het verhaal wordt geconfronteerd. “Dit gaat om een meningsverschil tussen Harald Suain en mezelf, waarvoor we op dit moment naar een oplossing zoeken. Ik heb in deze zaak absoluut niets met meneer Allatta te maken. Ik heb hem nooit op iemand afgestuurd : met zulke praktijken hou ik me niet bezig. Je ne suis qu’un avocat, ik ben maar een simpele advocaat.”

In La Louvière is Denis twee handen op één buik met voorzitter Gaone. Sinds de transfer van Proto naar Anderlecht vorige zomer laat die laatste geen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat zijn club niets meer te maken heeft met Pietro Allatta. Denis evenwel zit niet langer geleden dan donderdagmiddag 9 februari 2006 doodleuk met de beruchte makelaar in het Brusselse restaurant Al Piccolo Mondo, luttele uren voor het beroepscomité van de KBVB naar de pleidooien luistert in de omkoopzaak rond Geel-Waasland, duel uit de eindronde van de tweede klasse vorig seizoen. Denis treedt daarin op als de advocaat van Jean-Pierre La Placa, ex-ploegmaat van Olivier Suray bij het toen door Allatta gecontroleerde Bergen en nadien met hem naar het Finse AC Allianssi verhuisd.

Tiens, tiens

November 2005 legt de KBVB La Placa een schorsing op van drie jaar. Aan de basis ligt een getuigenis van Sébastien Dufoor (toen Waasland, nu Roeselare) dat La Placa hem 5000 euro had aangeboden om niet voluit te gaan tegen Geel. Volgens La Placa, die tot januari 2005 zelf bij Waasland speelde, belde hij zijn voormalige ploegmaat voor kaarten voor de bewuste wedstrijd. Volgens Dufoor is zoiets niet gebruikelijk onder spelers : bovendien had hij sinds La Placa’s vertrek bij Waasland geen contact meer met hem gehad. Op basis hiervan vindt de KBVB de uitleg van La Placa ongeloofwaardig en schorst hem.

Verbazing alom tijdens de zitting in beroep van 9 februari wanneer Dufoor, ondervraagd door Denis, bekent dat hij zelf ook wel eens naar La Placa heeft gebeld voor kaarten voor een wedstrijd van Bergen. Een voorzet voor open doel, die door Denis in dank wordt aanvaard : op slag wordt La Placa’s versie van de feiten even aannemelijk als die van Dufoor. Op 1 maart velt de KBVB zijn definitieve verdict, maar de vraag die sommigen zich sinds twee weken stellen, is : waarom stuurde Dufoor zijn oorspronkelijke verklaringen bij ?

Zijn makelaar ten tijde van de vermeende omkooppoging is David Magri. Voor Bruno Belmans geen onbekende : enkele uren voor Zheyun Ye op 14 mei 2005 een sponsorcontract tekent met Verbroedering Geel, ontmoet Belmans, op dat moment nog de clubmanager van Geel, Magri in een Antwerps hotel. Om te praten over een eventuele transfer van Dufoor naar de Kempense club, zegt Belmans, maar de KBVB gelooft hem niet en hij wordt voor drie jaar geschorst. Ook hij vecht die straf aan. Hij was erbij die 9de februari op de zitting van het beroepscomité.

Had u het gevoel dat er druk was uitgeoefend op Dufoor ?

Bruno Belmans : ( lacht) “Dat zegt ú, maar toen ik hem dat hoorde zeggen, dacht ik ook : tiens, tiens. De tegenspraak die ik die middag allemaal heb gehoord : daar heb ik wel van staan kijken.”

Laurent Denis : “Dit was helemaal geen doorgestoken kaart. Ik had me niet aan dat antwoord van meneer Dufoor verwacht. C’est du caviar. Dit is als kaviaar : iets wat ik me helemaal niet had kunnen voorstellen.”

U heeft Allatta ontmoet die dag, die een goede vriend is van Magri, Dufoors makelaar toen…

Denis : ( verontwaardigd) “Maar dit is… U zégt maar wat ! Ik was die dag níét samen met meneer Allatta. Meneer Allatta heeft me de zaken toevertrouwd van enkele spelers van wie hij de makelaar is. Als een advocaat spelers verdedigt die ervan verdacht worden dat ze iets te maken hebben met een systeem van gemanipuleerde weddenschappen, dan betekent dat toch nog niet dat hij zelf ook in dat systeem zit ? Ik weet hier niks van.”

Gehuurde Mercedes

In Lommel doet de naam David Magri inmiddels ook een belletje rinkelen. Wanneer Allatta er zich begin oktober 2005 aanbiedt met een virtuele investeerder, is de voorwaarde dat Magri de nieuwe sportief directeur van KVSK United wordt. ” Euh, zó is het niet gezegd,” zegt Paul Creemers, de voorzitter van de ambitieuze tweedeklasser, “maar verder ga ik daar niet ja en niet neen op antwoorden. Ik wil hier écht niks mee te maken hebben. Die mensen rijden rond met revolvers, naar het schijnt. Neemt u me dus niet kwalijk.”

Creemers stapt in november met zijn verhaal naar de gerechtelijke politie. Gilbert Bodart is net trainer van La Louvière geworden en in de media duiken de eerste berichten op over bijzonder hoge gokinzetten op Sint-Truiden-La Louvière en andere wedstrijden. Plots wordt veel duidelijk voor de voorzitter.

Was Allatta alleen toen u hem ontving ?

Paul Creemers : “Ja. Ik heb er nog mee gelachen. Het viel mij op dat hij hier aankwam met een gehuurde auto : zo’n kleine Mercedes A-klasse. Van Keddy ( lacht). Weet u, wij zijn een amateurclub : de grootste makelaar die ik hier tegenkom, is Jos Eerdekens. En plots komt daar de manager van Proto bij ons achteromgereden met een Mercedeske A, gehuurd van Keddy. Dat vond ik al zo raar. En dan dat gesprek… Ik had direct door : hier klopt iets niet. Wie komt nu met 500.000 euro aanwandelen ? Zelfs bij Anderlecht valt zoveel geld niet zomaar uit de lucht. Dat is ook wat ik zei tegen Luc Beyens, onze manager. Allatta had hem opgebeld, waarna Luc mij belde en zei : ‘Voorzitter, nu zijn we eruit : ik heb een dikke sponsor. We kunnen transfers doen !’ Ik ben beginnen lachen en heb hem gezegd : ‘Luc, dit kán niet.’ Allatta had het over een Frans textielbedrijf – welk bedrijf heeft hij nooit gezegd, ook niet nadat ik het hem een paar keer had gevraagd. Maar wij lagen geweldig goed tussen het Ruhrgebied, Nederland en België, zei hij. ( lacht) Dat was zijn commerciële verhaal. Ik heb hem nadien nooit meer gehoord.”

Hoe kwam hij bij KVSK United terecht ?

Creemers : “Ik ben er heilig van overtuigd dat hij met véél meer dan de helft van alle clubs in de Belgische eerste en tweede klasse contact heeft gezocht. Elke club waar die mensen zijn geweest of waar ze een speler hebben rondlopen, is in mijn ogen zeer verdacht. Allemaal ! Niet Anderlecht of Genk natuurlijk : hij heeft altijd gezocht naar clubs die financiële problemen hadden, of die ambitieus zijn en daardoor geld kunnen gebruiken. Bij ons hing hij het verhaal op van een ambitieuze en sympathieke club die hij naar de eerste klasse wilde brengen.”

Een compliment !

Creemers : “Weet u, als ik nu mijn krant lees, zit ik te bibberen. Het gaat ook niet over Betfair en zo, maar over China : dáár zitten de grootste gokkers. Misschien valt het netwerk nu in duigen, maar anderen zal het ongetwijfeld op gedachten hebben gebracht, want het gaat hier over veel te veel geld. Ik denk dat we zeer alert zullen moeten zijn in de toekomst.”

Is de naam van Gaston Peeters ooit gevallen ?

Creemers : “Neen. Ik weet dat de speurders heel erg achter hem aanzitten, maar sinds het faillissement van Lommel zitten er maar weinig mensen meer in ons bestuur die nog met hem te maken hebben gehad.”

Stap in de wereld

Nu Allatta vooral nog in de loges van Sporting Charleroi wordt waargenomen, lopen zijn stromannen steeds vaker in beeld. Antar, een Zuid-Franse kennis (met Turkse roots) van Charleroimanager Mogi Bayat, die zelf in zijn jeugd voor AS Cannes voetbalde, bracht zijn landgenoten Martin Ekani en Wilfried Grandisson naar La Louvière. En Magri, net als Allatta een Siciliaan, transfereerde vorige maand de Brusselse Griek Stavros Glouftsis van Verbroedering Geel naar de ploeg van Gilbert Bodart.

“Glouftsis wilde absoluut weg”, zegt Geelvoorzitter Vic Keersmaekers. “Ik weet zeker dat Magri een contact is van Allatta, maar ik heb ze nooit samen gezien. Zijn transfer was in de eerste plaats een sportieve beslissing : tussen onze trainer Peter Maes en Glouftsis, en dan vooral zijn vader, was er ruzie.”

Bent u ooit lastiggevallen ?

Keersmaekers : “Dat is één keer gebeurd. In januari moest ik drie weken naar Japan. Ik zou pas op 2 februari terugkeren – ná de transferperiode dus. De avond voor mijn vertrek zijn Magri en Glouftsis me komen opzoeken : ze wilden dat ik eerst absoluut nog die transfer regelde. Ik heb dat niet gedaan. Omdat onze manager, Dirk Gijbels, weigerde met Magri te praten, heeft het allemaal nog lang aangesleept. Weet u : door alles wat er nu gebeurt, wilde ik liever stoppen met die mensen. Ik voelde me ongemakkelijk. Ik ben heel benieuwd of er ooit op onze matchen is gegokt. De enige keer dat het volgens mij kon gebeuren, was in de eindronde tegen Antwerp, maar daar hebben we toen een stokje voor gestoken ( Ye wilde dat Geel verloor, maar het won met 1-5, nvdr).”

Enkele dagen na die wedstrijd krijgt Kevin Jansen (toen Geel, nu Antwerp) telefoon. Van David Magri. “Ik kende hem alleen van zien”, doet de jonge aanvaller zijn verhaal. “Ik zag hem vaak op onze wedstrijden, samen met Allatta en die Chinees. Hij is een goede vriend van Stavros en die had hem mijn nummer gegeven. Dus die David belt me en zegt dat hij de manager van Charleroi bij zich heeft en dat die in Brussel op mij zit te wachten om te praten over een transfer. Dus rij ik ’s avonds nog naar Brussel. Blijkt David daar met Allatta te zitten, die me meteen vraagt of ik een transfer zie zitten. ‘Ik heb connecties in Charleroi’, zegt hij. Maar ik dacht : hier klopt iets niet, dat is de manager van Charleroi niet. We hebben een kwartiertje gebabbeld en toen moest hij weg, want hij ging nog op stap met zijn vrienden.”

Ook Jansen zet nog een stapje in de wereld, met Stavros Glouftsis. “Ik vroeg hem of die David te vertrouwen was. Hij antwoordde van wel, want dat zij goeie kameraden waren. Toen heb ik met Jacky Mathijssen gebeld. Zo wist ik dat ze me wel kenden, maar dat er geen concrete interesse was. ‘Pas op met die mensen,’ zei Mathijssen me nog, ‘Allatta probeert hier al een tijdje binnen te raken.’ Ik heb David gebeld en gezegd : ik doe het niet.”

En nu zit Glouftsis dus in La Louvière. “Die mens trapt geen deuk in een pakje boter”, kan een clubleider uit de tweede klasse het niet meer volgen, “en nu speelt hij in de eerste klasse. Tegen ons stond hij zelfs niet in de ploeg, maar die Magri zat toen wel in de tribune, is me verteld.”

“La Louvière heeft zich verzwákt in de winterstop”, klinkt het op Tivoli zelf.

Hallo, Stravros Glouftsis ? Uw transfer is gedaan door David Magri…

Stavros Glouftsis : ( onderbreekt) “Zo is het niet gegaan, monsieur. De transfer is gedaan door Chris Benoît, de manager van La Louvière. Die had me vorig jaar een paar keer gescout. Meneer Magri heeft gewoon het contact gelegd. Hij is een jeugdvriend.”

En dikke maatjes met Allatta.

Glouftsis : “Dikke maatjes ? Dat denk ik niet. Ik weet daar alleszins niets van.”

Kent u Allatta ?

Glouftsis : “Ik lees de krant, zoals iedereen, monsieur.”

Vorige zomer hebt u een afspraak geregeld voor Kevin Jansen, op dat moment een ploegmaat van u in Geel. Bleek Allatta hem te zitten opwachten. U kent Allatta tóch ?

Glouftsis : “Ik ken Kevin Jansen, ja. Ik heb hem een telefoonnummer gegeven, monsieur. Is dat zo vreemd ? Ik ben als tussenpersoon opgetreden, meer niet. Wie er op die afspraak was, kan ik u niet zeggen : ik was er niet bij. Ik heb Allatta ooit twee of drie keer gezien, dat is alles. En zijn telefoonnummer heb ik niet.”

La Louvière staat in het middelpunt van een omkoopschandaal. Dat heeft u niet afgeschrikt ?

Glouftsis : “Sportief was dit interessant voor mij : ik wilde in de eerste klasse spelen. En aangezien zij problemen hadden in de aanval, kwam van het ene het andere. Kijk, monsieur, er wordt een beetje veel verteld tegenwoordig. Misschien is er wel íéts van aan, maar dan heb ik er toch zeker niets mee te maken.”

U bent nooit benaderd om matchen te verkopen ?

Glouftsis : “Nooit.”

Paus en pastoor

David Magri heeft niet veel zin in een interview over de telefoon. Zijn reputatie is al genoeg geschaad, zegt hij.

Niemand die er nog aan twijfelt dat Allatta een spilfiguur is in het huidige voetbalschandaal. U bent zijn vriend.

David Magri : “Neen, ik ben helemaal geen vriend. Ik zie hem op wedstrijden van Anderlecht, et voilà, quoi. Met de rest heb ik niks te maken. Ik heb enkele vrienden aan een club geholpen en dat is het.”

In Lommel kwam Allatta met een ‘project’ aanzetten waarin een belangrijke rol voor u was gelegd.

Magri : “Maar hij kan om het even wie voorstellen ! Natuurlijk ken ik Pierrot, maar wat zegt dat : het is toch niet omdat ik naast de paus zit, dat ik een pastoor ben ? Als de politie me belt, sta ik te hunner beschikking : ik heb mezelf niets te verwijten. Ik heb een schoonmaakbedrijf, ik ben een zakenman : dat mijn naam nu valt, is schadelijk voor mijn business.”

U zou tien dagen geleden samen met Allatta naar China zijn gereisd. Klopt dat ?

Magri : ( lachje) “Nee, helemaal niet. Mijn vader is zwaar ziek. Onmogelijk dus.”

Nooit Zheyun Ye ontmoet ?

Magri : “Eén keer. Maar verder ken ik hem hoegenaamd niet.”

De advocaat

Het laatste woord is voor Laurent Denis. Een hardnekkig gerucht, dat ook door clubvoorzitters en -managers in stand wordt gehouden, is dat Zheyun Ye al geld in La Louvière heeft gepompt. En dat het geld via Denis is gepasseerd.

U kent dat gerucht vast ook. U hebt nooit geld ontvangen van Ye ?

Laurent Denis : “Eén keer slechts : ik ontving een honorarium omdat ik hem in Finland heb verdedigd. Verder niets. Ik zeg u dus : neen, ik ben geen bureau dat als tussenpersoon dienstdoet om geld te verdelen. Als er op een bepaald moment een begin van een akkoord was met Ye, dan betrof dat alleen de club La Louvière en zeker niet anderen onder wie het geld verdeeld had moeten worden.

“Kijk, wat is er gebeurd ? Ik ben een advocaat en toevallig een beetje bekend in de sportwereld. Olivier Suray, die een vroegere cliënt van me is, spreekt me aan omdat hij moet verschijnen voor de voorzitters van de Finse voetbalbond en de profliga wegens een probleem bij Allianssi. Ik ben naar ginder gereisd om meneer Zheyun Ye te verdedigen, die ik verder niet kende. Wist ik veel wat er aan de hand was. Terug in België benadert Ye verscheidene clubs en hij vraagt me om bij die contacten als een van zijn raadgevers op te treden. Máár : hij alleen legt de contacten. Hij presenteert zich als een zakenman die wenst te investeren in een club, hetzij als sponsor, hetzij door de club te kopen. Maar hij legt wel sterk de nadruk op het sportieve aspect en op het feit dat hij zelf de ploeg moet kunnen versterken door spelers aan te werven die hij zelf zou betalen. Dat verontrust me wel wat, maar zelfs dan zijn we nog ver verwijderd van Het Systeem dat men nu in mekaar steekt. Niet vergeten dat we dan september, oktober 2005 zijn.

“Op een bepaald moment interesseert Ye zich ook voor La Louvière. Ik heb hem dan direct gezegd dat ik de advocaat ben van de directie van La Louvière, waarna er één of twee keer is vergaderd met Gaone. Dat leidde tot de intentie om een overeenkomst te sluiten met Ye. Het grote probleem echter was dat er zich eind oktober kennelijk een zedenzaak voordeed en dat Ye van de aardbodem verdween.”

Weet u of Gilbert Bodart bij La Louvière de man was die – zoals Paul Put bij Lierse – de spelers betaalt/betaalde voor ‘bewezen diensten’ ?

Denis : “Neen. Hoe wilt u dat wij daarvan op de hoogte zouden zijn ? Gaone noch ikzelf weet zelfs maar in de verste verte hoe je moet gokken. Misschien zit er waarheid in wat u allemaal zegt, maar ik vraag slechts één ding : dat alles wordt opgehelderd en dat mijn reputatie en eer intact blijven. Eén ding kan ik u zeggen : ik heb Gilbert Bodart gevraagd een andere advocaat te nemen. Voortaan ben ik alleen nog maar de advocaat van La Louvière. Omdat ik trouw ben aan voorzitter Gaone. Wij zijn dus nergens bij betrokken en wij hebben geen geld ontvangen van de Chinees, op mijn honorarium voor die specifieke opdracht na. Was het anders, ik nam geen enkel risico. Dan zat ik al lang niet meer in België.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content