Nick Nuyens laat niet langer over zich heen lopen. ‘Meer dan ooit weet ik waarvoor ik werk. Ik wil de Ronde van Vlaanderen winnen.’

Over de kleine, natuurlijk. Waarover zou een jonge vader het anders hebben, voor en na het eigenlijke interview? ” Sterre is nu ( vorige week dinsdag, nvdr) drie weken oud”, zegt Nick Nuyens (28), “en alles bij elkaar heb ik hem een week gezien: zijn eerste twee levensdagen, daarna was ik acht dagen weg, dan heb ik hem een dagje gezien, vervolgens zat ik weer zes dagen in het buitenland, maar de voorbije dagen kon ik hem voor het eerst zijn badje geven, pampers verversen. ( met een gelukzalige glimlach om de lippen) Je kent dat, onnozele dingen maar zo mooi, hé. Het maakt het allemaal wat moeilijker om te vertrekken, maar thuiskomen is dan weer intenser.”

Zijn aanloop naar de eerste belangrijke afspraken van het nieuwe wielerseizoen liep mede door de geboorte van zijn zoon niet zoals gepland. In allerijl vertrok Nuyens uit Qatar alvorens de plaatselijke ronde er van start ging. “Maar die wedstrijd kon ik perfect vervangen door de Ronde van Mallorca. In Qatar vliegen ze er onmiddellijk stevig in en je traint er heel goed op snelheid. In Mallorca krijg je meer tijd om erin te komen, maar je rijdt er meer bergop, wat niet slecht is voor de power.”

Erger was de griepaanval waardoor je al na twee dagen de strijd moest staken in de Ruta del Sol. Hoe zwaar heb je daaraan getild?

Nick Nuyens: “Vroeger zou ik me daar meer druk om gemaakt hebben, nu kan ik het relativeren. Sterre speelt daar wellicht een rol in, maar zeker de mental coach die me sinds deze winter bijstaat. Mede dankzij die man ben ik ook meer gefocust. Terwijl ik in het verleden al eens zei: één taartje kan geen kwaad, heb ik nu harder doorgebeten en voor haast uitsluitend gezonde voeding gekozen. Op zich maakt het allicht weinig uit, maar mentaal maakt het wél een verschil. Bovendien heb ik geen enkele training overgeslagen. Ik voelde me uitstekend bij het trainingsschema dat ploegtrainer Louis Delahaye in overleg met mij opstelde. De laatste jaren werkte ik iets minder aan mijn explosiviteit, nu heb ik dat wel opnieuw gedaan, en met resultaat. Daarnaast besteedde ik veel aandacht aan souplesse. Kortom, je kunt zeggen dat ik iets meer professioneel gewerkt heb, meer in functie van wat moet komen. Meer dan ooit weet ik waarvoor ik werk. Je voelt bij Rabobank ook dat je niet alleen staat in die ambitie. Het is hier niet van: zorg dat je goed bent in de koers en trek voor de rest je plan. Neen, je merkt dat het hen boeit waarmee je bezig bent.”

Mentale evolutie

Je spreekt over die mental coach. Hoe ben je ertoe gekomen om de professionele hulp in te roepen van een psycholoog?

“Daar is blijkbaar heel wat om te doen, hé, ze zijn dat niet gewoon in de koers ( lachje). Mijn dokter, een kameraad van mij, heeft me die man aangeraden. ‘Doe mij een plezier en ga er een keer naartoe’, zei hij. Aanvankelijk stond ik er een beetje sceptisch tegenover, maar ik dacht: ik zal het voor mijn kameraad doen. De eerste keer viel meteen mee en tot hiertoe voel ik mij er prima bij.”

Dat betekent dat het helpt. Leg eens uit in welke zin.

“Ik ben zelfbewuster geworden. Mijn betrachting is een klassieker winnen, en met name de Ronde van Vlaanderen, de klassieker die het best bij me past. Dat komt niet zomaar, je moet alles doen in functie daarvan. Daar ben ik me nu meer van bewust. Ik gaf je al het voorbeeld van dat taartje en van het feit dat ik me minder opfok bij een tegenslag zoals een ziekte, wat er ook voor zorgt dat ik beter slaap. Zo zijn er nog zaken, ik trek me bijvoorbeeld geen fluit meer aan van wat ze over mij denken. Vroeger dacht ik iets te veel: ik moet opletten wat ik zeg in een interview, want als die of die dat leest, gaat hij dat niet zo tof vinden. Nu ben ik vrijer in mijn hoofd, ik sta niet langer stil bij de mening van die anderen. Nog een voorbeeld, op het WK kreeg ik een trap onder mijn kont die me deed beseffen: zeg manneke, word eens wakker, ze spelen met je voeten waar je bij staat. Ik wist echter niet goed hoe ik dat gevoel moest vasthouden, het ebde elke keer weg. Nu slaag ik er wel in om het vast te houden.”

Fijn dat je er zelf over begint, dat WK vorig seizoen in Varese. ‘Het heeft me iets te veel geraakt’, zei je onlangs nog. Wat precies heeft je dan zo geraakt?

“Wat erover geluld werd. Het spelletje begon met wat TomBoonen zei: ‘We hebben dom gereden.’ Er ontstonden twee kampen, waarbij het kamp dat hem gelijk gaf iets te groot was naar mijn goesting. Hadden die dan een andere koers gezien? Vier, vijf ronden voor het einde was het duidelijk dat de wedstrijd niet gunstig verliep voor ons. Ik zette me vooraan, want niemand anders reageerde. Brave Nick zou het wel doen, zeker? Op den duur verwachten ze dat immers van je. De anderen die zich koest moesten houden tot de laatste ronde deden dat wel en kregen daarvoor achteraf schouderklopjes, terwijl ik een hoop shit over mijn hoofd kreeg. Welnu, voortaan zal ik niet zo gemakkelijk meer over me heen laten lopen. Ik heb nadien ook in de groep gegooid dat ik niet meer kon lachen met de situatie. Dat was niet specifiek tegen Tom gericht. Wij hebben er overigens als volwassenen over gepraat en Tom en ik kunnen heus nog door dezelfde deur, hoor ( lachje).”

Maar het is wel blijven hangen?

“Die situatie is blijven hangen, ja, maar niet ten opzichte van een bepaalde persoon of een bepaalde groep. Wel in de zin dat ik zoiets niet meer wil meemaken. Het zál me ook niet meer gebeuren. Het is een heel goede les geweest. Zonder dat geval had ik misschien niet dezelfde mentale evolutie doorgemaakt, want dan had ik die stap naar een mental coach mogelijk niet gezet. Het gevoel van niet meer op mijn kop te laten zitten was immers na een week al aan het afslijten. Dan ben je niet goed bezig. Maar ter verduidelijking nog een keer: ik koester geen persoonlijke rancune of iets dergelijks. Ik rijd om te winnen, niet om iemand te doen verliezen, want dan ben je pas écht slecht bezig.”

Op één lijn

In Sportweekend hoorden we je zeggen: ‘Diegenen die nu mijn pad kruisen, zal ik eraf kwakken.’ Wat moeten we daaronder verstaan?

“Je moet dat niet letterlijk nemen. Ik bedoel gewoon dat ik mijn weg zal volgen om mijn doel te bereiken. Jammer voor wie het daar niet mee eens is, maar ik laat me niet meer beïnvloeden door externe factoren.”

Een andere uitspraak van jou in dezelfde uitzending: ‘Ik ben niet bang meer om op een counter te lopen.’ Dat impliceert een andere manier van koersen, meer aanvallend?

“Ja. Tijdens mijn eerste koersjaren reed ik rond met de instelling: durf iets te doen, ook al loop je met je gezicht tegen de muur, je hebt tenminste geprobeerd. De laatste twee seizoenen had ik dat veel minder, misschien omdat ik mezelf te veel druk oplegde. Voortaan zal ik opnieuw met die mentaliteit koersen. Een meer aanvallende stijl is trouwens eigen aan de ploeg waarvoor ik dit seizoen rijd.”

Uit het dubbelgesprek met jou en Dekker in onze Wielerspecial bleken we verstaan te hebben dat jij de eerste stap hebt gezet in de contacten met Rabobank. Waarom wou je zo graag bij deze ploeg aan de slag?

“Twee jaar geleden werd ik zelf gecontacteerd door Rabobank, maar toen sprong de transfer af. Het klopt dat ik ditmaal mijn manager Jef Van den Bosch de opdracht heb gegeven om eens te polsen, maar ik wist ook dat Erik Dekker en Jan Boven geïnteresseerd waren in mij. Wat me zo aansprak aan deze ploeg? De professionaliteit, de ervaring ook van de ploegleiders – bekijk die mannen hun erelijst maar eens. Het bevalt me bovendien dat ik hier constant mijn gedacht mag zeggen, de Nederlandse mentaliteit inderdaad. Zelf krijg ik soms ook de wind van voren, maar dat vind ik positief want je weet tenminste waar je staat.”

Zijn moeilijkste opdracht, zo vertelde Erik Dekker, is om ervoor te zorgen ‘dat de neuzen van die steengoede renners allemaal in dezelfde richting wijzen’. Het is met andere woorden belangrijk dat er geen afgunst is, maar dat jullie elkaar net iets gunnen. Kun je daar al iets over zeggen?

“We beschikken over renners die elkaar omhoog trekken. Je wilt niet onderdoen voor een ander en tonen dat je het ook waard bent om in dat truitje van Rabobank te fietsen, zonder echter dat er sprake is van concurrentie. In de eerste wedstrijd die ik met de mannen koerste, de Ruta del Sol, constateerde ik dat er een team staat. Het was knap om zien hoe we met zijn allen in dienst reden van iemand, Posthuma, die in de voorjaarklassiekers misschien voor ons moet rijden. In principe staan we voor die wedstrijden met drie mannen in de frontlinie. Dan is het spelen, de situatie bekijken, en daar hou ik wel van. Draait het zo uit dat ik mijn benen moet stilhouden voor Flecha of Langeveld, dan zal ik dat doen. Dat deed ik vorig seizoen ook zonder problemen voor Chavanel. Als ik een mindere dag ken, zal ik evenzeer de kaart van de anderen trekken. Ik merk trouwens dat ze dat hier appreciëren. Het betekent immers dat de ploeg op één lijn zit.”

Voor Milaan-Sanremo was Oscar Freire jullie absolute en enige kopman. Door zijn val in de Ronde van Californië is hij erg onzeker voor die wedstrijd. Wat nu, Nick Nuyens?

“Het is niet de meest geschikte koers voor mij, maar ten eerste is Milaan-Sanremo door de afstand de beste voorbereiding op de klassiekers die erna volgen. Ten tweede is het een monument, waarvan je misschien niet direct denkt dat het de aantrekkelijkste wedstrijd is, maar ik vind het op een of andere manier wel iets hebben: zodra je die finishlijn overschrijdt en naar je teller kijkt – 300 kilometer, oké! Ik keek er enorm naar uit om met Freire iemand in de ploeg te hebben voor wie ik honderd procent kon gaan. Het stond dus gelijk met een supertraining gekoppeld aan een nuttige dienst die iets heel moois had kunnen opleveren. We zullen het allicht noodgedwongen over een andere boeg moeten gooien, maar daar ben ik op dit moment nog niet mee bezig. Eerst komt nog Parijs-Nice en dat is een koers met allure, een koers die je ook niet alleen als training rijdt.”

Mooie vooruitzichten

Iets anders: je wordt vaak vergeleken met Philippe Gilbert. Wat vind je daarvan?

“We zijn samen gegroeid, alleen heeft hij vorig jaar wel successen geboekt met de Omloop Het Volk en een grote klassieker als Parijs-Tours. Dat kwam voor hem na een moeilijker jaar, waarin hij enkel een ritje had gewonnen in de Ronde van de Limousin. Als dat er voor mij nu ook zit aan te komen, dan heb ik mooie vooruitzichten ( lacht). Maar om op je vraag te antwoorden: vergelijkingen maken tussen renners zullen ze altijd wel blijven doen, maar mij houdt niet bezig wat anderen presteren. Ik gun Gilbert, Van Avermaet, iedereen zijn succes, maar ik wil zelf ook groeien. Dat telt voor mij.”

Over Greg Van Avermaet zei Thomas Dekker dan weer: ‘Die is nog van een ander niveau dan Nick Nuyens, hoor.’

“Ik heb hem in de Ruta del Sol al gefeliciteerd met zijn grote uitspraken ( lacht). Ach, ik ben een gemakkelijk doelwit voor Thomas Dekker om zo’n uitspraak te doen. Ik zit bij de ploeg waar hij op een minder plezante wijze vertrokken is en ik ben een rechtstreekse concurrent van zijn huidige ploegmaat. Dubbel prijs, zal hij denken, maar ik weet wel beter. Greg is een fantastische coureur, die ook weet dat voeten op de grond de juiste plaats is. Dat kan niet van iedereen gezegd worden ( grijnst).”

Tot slot, Nick: op de cover van onze wielerspecial staan vier Belgen: Greg Van Avermaet, Stijn Devolder, Philippe Gilbert en Tom Boonen. Moest Nick Nuyens daar niet bij staan?

“Ik rijd niet voor een Belgische ploeg, dat is één. En twee: kijk naar wat die mannen vorig jaar gewonnen hebben. Ik pas niet in dat rijtje. Ik vind niet dat ik een slecht seizoen gereden heb, maar die mannen hebben interessante koersen gewonnen, ik niet. Het is normaal dat zij meer in the picture staan.”

Volgend jaar moet je erbij staan?

“Dan sta ik er alleen op, hé ( lacht luid).” S

door roel van den broeck – beelden: tim de waele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content