Even kwam Tomislav Butina bij Club Brugge weer in beeld, tot Dany Verlinden opnieuw fit was. Maar de Kroaat blijft positief. ‘Iedereen heeft gezien wat ik écht kan.’

T omislav Butina : “Toen ik meteen na de wedstrijd tegen GBA hoorde dat iemand op me wachtte voor een interview, was ik heel verbaasd. Ik speel toch niet. Ik wist ook voor die wedstrijd dat ik niet zou spelen, ook al werd in de krant gesuggereerd dat de keuze pas net voor de match zou gebeuren. Wat er naar buiten ook verschijnt, als speler wéét je aan de hand van enkele details in de week die aan een wedstrijd voorafgaan of je erbij bent. Die details leerden me dat ik opnieuw naar de bank zou verhuizen. Verbaasd of ontgoocheld was ik dit keer niet : op dit moment is Dany Verlinden gewoon untouchable. Hij is kapitein en de oudste speler en hij presteert erg sterk.

“Het klopt dat hij ook al kapitein was toen ik hier vorige zomer aankwam. Maar toen ik vooraf met Club onderhandelde, werd me een heel ander plaatje voorgehangen. Men zei me dat Dany niet meer zou spelen, dat hij keepertrainer zou worden. Bij Dinamo Zagreb maakte ik ook zoiets mee, in de schaduw van Drazen Mladic, de beste keeper die Kroatië ooit had. Als je dat één keer meemaakt, weet je hoe het altijd gaat. Het is niet gemakkelijk om het nummer één te worden ten koste van een voetballegende. Had ik van tevoren geweten dat Dany nog voluit zou gaan voor een plaats onder de lat, was ik nooit naar Club gekomen. Maar iedereen verzekerde me vooraf dat ik in doel zou staan. Daarom was ik in het begin helemaal niet voorbereid op een plaats op de bank. Maar bijna één jaar later ben ik erg tevreden als ik terugblik op dit seizoen. De balans die ik voor mezelf opmaak, is positief.

“Schrik je daarvan ? Ik leg het je uit. Toen we ons plaatsten voor de Champions League verdedigde ik het doel, idem dito toen we ons tegen Moeskroen kwalificeerden voor de bekerfinale. Daarom was dit qua sportieve successen een goed seizoen voor mij, ook al had ik vaker willen spelen dan elf of twaalf keer. Na zes maanden dacht ik er heel anders over dan nu. Toen vroeg ik me af wat ik hier deed, vond ik van mezelf dat ik een verkeerde keuze had gemaakt. ’s Avonds lag ik te woelen in mijn bed, mijn hoofd vol slechte gedachten. Ik vond dat ik geen schuld had aan de mindere prestaties en dat het niet rechtvaardig was dat de trainer alleen mij daar de rekening voor presenteerde. Nu denk ik daar anders over. Achteraf bekeken was mijn vormpeil bij mijn komst gemiddeld. Niet uitstekend, niet slecht. Maar wanneer ik een gewone wedstrijd speelde, vergeleek iedereen me met wat men gewend was van Dany Verlinden en vroegen velen zich af of Club Brugge volgend jaar toch maar een nieuwe keeper moest halen.

“Of ik na mijn verwijdering problemen gemaakt heb ? Nee. Dat ik het aanvankelijk moeilijk had in mijn hoofd, daar merkte niemand op training wat van. Ik bleef niet thuis, ik voerde de oefeningen zo goed mogelijk uit. Ja, ik ben met de trainer gaan praten. Wat daar gezegd is, blijft tussen ons. Ik ben niet het type dat na één wedstrijd roept dat hij weg wil, ik hou niet van spektakel in de krant. Soms helpt dat één enkele keer, maar voor mij was het geen optie. Als je nog onder contract ligt, moet je zeker opletten op wat je zegt. Veel moeite kost dat me niet. Want de vuile was buitenhangen is niets voor mij. Dat betekent niet dat ik binnenskamers niet voor mijn mening uitkom. Maar wat daar gezegd wordt, is niet voor publicatie bestemd.

“Als het bestuur en de trainer openlijk twijfels hadden geuit naar de buitenwereld toe, dan had ik me wél zorgen gemaakt. Wat telt, is wat je dag na dag in de kleedkamer ziet, hoort en voelt. Dat is belangrijker dan wat in de krant geschreven wordt door iemand die me één keer per week beoordeelt, tijdens de wedstrijd. Op dat vlak voel ik al een hele tijd het vertrouwen van iedereen met wie ik dagelijks werk. Meteen na mijn verwijdering lag dat anders. Toen had ik het een maand moeilijk, maar nadien keerden de reacties. Op training voelde ik dat mijn medespelers en de trainers me anders behandelden en bekeken, kreeg ik schouderklopjes en complimenten waarvan ik wist dat ze gemeend waren. Ook toen ik vervolgens speelde tegen Moeskroen, Lokeren en Charleroi kreeg ik de bevestiging van dat vertrouwen. Want waar gaat het tenslotte over? Dat je het vertrouwen krijgt van je medespelers, de trainers, de mensen die rond jou in de kleedkamer zitten. gebeurt dat niet, dan ga je je onbewust vragen stellen. Bijvoorbeeld of je wel goed genoeg bent voor deze club. Maar als je schouderklopjes krijgt, doe je dat niet meer. Dan weet je je gesterkt.

Hans Galjé speelt daar een heel belangrijke rol in. Voor mij is Hans deze maanden de belangrijkste man in de club. Soms is praten belangrijker dan trainen. Hans leert me heel veel : over het Belgisch voetbal, over kwaliteiten en gebreken van alle spelers. Wat ik de voorbije weken tussen de palen toonde, was het gevolg van de steun die ik van mijn ploegmaats en Galjé kreeg. Eindelijk haalde ik weer het niveau dat ik de jaren voordien in Kroatië toonde. Daarom ben ik nu erg tevreden. Iedereen heeft gezien wat ik écht kan. Als je positief denkt, ziet alles er goed uit. Mijn boodschap naar alle mensen is : denk positief !

“Waar ik dat geleerd heb ? Als kind thuis. En in mijn geloof. Ik ben katholiek, zoals de meeste Kroaten. Ik bid elke dag, niet alleen voor mezelf maar ook voor de anderen. Waarom zou ik bijvoorbeeld niet voor Dany Verlinden bidden, ook al speelt hij in mijn plaats ? Als ik tijd heb, ga ik op zondag naar de kerk. Waarom zou ik gaan jammeren als ik een fout maak ? Iedereen maakt fouten. Heel even neem ik dat mee op weg naar huis. Maar als ik de deur openzwaai, is het eerste wat ik zie de glimlach van ons dochtertje dat blij is mij te zien Waarom zou ik dan slechtgezind blijven omdat ik op het veld een fout maakte ?

“Pas op : altijd positief denken is niet gemakkelijk. Vooral niet voor een keeper. Een veldspeler kan tevreden zijn met tien minuten speeltijd waarin hij één mooie actie lukt, een goal maakt of een assist geeft. Een keeper moet soms twee jaar wachten op een kans om te tonen wat hij in zijn mars heeft. Ik probeer klaar te zijn voor als ze me nog nodig hebben, maar ik bereid me vooral voor op volgend seizoen. Ik wéét dat ik volgend seizoen heel goed zal zijn. Beter dan dit jaar. Ik kén de Belgische competitie nu door en door, ik ken alle spelers. Niet alleen die van Anderlecht en Standard, maar ook van Charleroi en Antwerp. Ik wéét wie met links en wie met rechts trapt. Dat zit allemaal in mijn hoofd. Eens je dat weet, groei je als keeper heel erg.

“Ook daarom is Dany Verlinden zo sterk. Voor een doelman is, naast talent, ervaring de belangrijkste kwaliteit. Dany kent alles en iedereen in dit land, hij weet wie hoe trapt, bij wie hij moet blijven staan, in wiens voeten hij moet duiken, bij wie hij niet moet reageren… Trouwens : als je op je veertigste nog altijd titularis bent, niet bij een staartploeg, maar bij een team dat Champions League speelt, dan ben je top. Anders houden ze je daar niet. Voor mij wordt Dany door zijn ervaring de beste keepertrainer die ik me kan wensen.

“Je hoort het goed. Ik blijf bij Club Brugge. Een paar weken geleden liet ik me nog ontvallen dat ik hier vertrek als Dany nog een jaar doorgaat als speler, maar ik weet nu dat dat niet zo zal zijn. Afgezien daarvan voelde ik me al heel snel thuis bij Club Brugge. Ik kom hier niet zomaar mijn beroep uitoefenen, ik lééf hier en geniet van de stad en alle aspecten van het leven. Wat ik dit jaar geleerd heb, is me helemaal te identificeren met deze ploeg. Aan mijn sleutels zie je een hangertje van Dinamo Zagreb. Dat blijft mijn ploeg, wat er ook gebeurt. Niet alleen omdat ik er speelde, maar omdat mijn hart daar ligt. Beetje bij beetje ben ik erin geslaagd mijn hart ook voor Brugge te laten slaan. Ik wil niet alleen zo goed mogelijk mijn job doen, er hoort ook een stuk emotie bij. Dinamo Zagreb is mijn eerste liefde, Club mijn nieuwe liefde. Dat is toch mooi ? Twee liefdes, dat gaat mooi samen.

“Ook naast het veld geniet ik volop van alles. Een beetje verwonderd was ik wel dat iedereen me op den duur alleen nog kwam interviewen over zaken die niets met sport te maken hebben. Natuurlijk interesseren die me, maar mijn sport komt altijd op de eerste plaats. Niet dat ik daar gekke dingen bij doe, wat je in zuiderse landen wel eens ziet. In Kroatië werd het voetbal té veel opgeklopt. Trainers maakten je helemaal gek als ze weer eens riepen dat het alles of niets was, de wedstrijd van de laatste kans. Stom klinkt dat. Want ongeacht het resultaat wordt er ’s anderendaags wéér gewoon getraind en is er de week nadien wéér een wedstrijd. Dan liever de aanpak hier. Niemand, trainer noch Marc Degryse, legde hier ook maar enige druk. Rustige mensen zijn het. Die druk is er, die leggen we onszelf op en die komt vanzelf over je als je een half uur voor de wedstrijd het veld opgaat en die twintigduizend supporters tekeer hoort gaan. Club Brugge is een heerlijke club om voor te spelen, wist ik al gauw. Dat méén ik.

“Nooit heb ik me afgevraagd of ik misschien niet goed genoeg was voor dit niveau. Ik ben dertig, ik wéét wat ik kan. Bij Milan kreeg Rivaldo nauwelijks een kans, maar je kan toch niet zeggen dat hij een slechte speler is omdat hij het daar niet maakte ? Een keeper bepaalt volgens mij voor meer dan vijftig procent het succes van een team. Zijn de veldspelers zeker van de waarde van hun doelman, dan moeten ze niet achteromkijken, kunnen ze naar voren spelen en postvatten op de helft van de tegenstander. Zo hoort het bij een team als Club Brugge of Anderlecht. Als je niet zeker bent van je keeper, kan je nooit voluit aanvallen.”

“Wie iets van keepers kent en de titularis bij de nationale ploeg, Pletikosa, aan het werk ziet, merkt het verschil met mij. Ik kom uit de Kroatische school van het noorden, hij uit die van het zuiden. Maar allebei verschillen we van wat je in België ziet. Ik kan dat moeilijk uitleggen aan een niet-keeper, het zit in de details. Kom bijvoorbeeld naar de opwarming kijken en je ziet na vijf minuten het verschil tussen mij en een Belgische keeper. Belgische keepers gaan bijvoorbeeld mooi neer op hun lijn. Als ik neerga, doe ik eerst een stap vooruit. Bijna altijd speel ik voor mijn lijn, ik heb er geen moeite mee om tien, vijftien meter op te schuiven zonder terug te zakken. Als je met vier verdedigers op één lijn speelt, moet je zo keepen, altijd klaar staan om naar voren te stormen en in te grijpen.

“Maar uiteindelijk moet je je niet vastpinnen op stijl. Want waar gaat het om voor een keeper ? Die bal uit het doel houden. Al de rest is bijkomstig. Dat kan ik. Ik zal het volgend jaar bewijzen. Het enige wat een doelman bij een club als deze moet doen, is klaar zijn voor het moment waarop ze hem nodig hebben. Ik zal klaar zijn.”

door Geert Foutré

‘Soms is praten belangrijker dan trainen.’

‘Volgend seizoen zal ik heel goed zijn, bij Club Brugge.’

‘Een keeper bepaalt voor meer dan vijftig procent het succes van een team.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content