‘Ik coach geen spelers, ik coach teams’

© GETTY

Er was al de docureeks op Amazon Prime over Tottenham en wie wil genieten van José Mourinho kan nu ook terecht op Netflix, waar ze de coach vroegen naar het geheim van zijn succes. Morgen/donderdag zit hij op de Bosuil, met zijn Spurs. Leun achterover en geniet.

Geniet – vooral – van de inleiding van zijn bijdrage, in de reeks The Playbook: A Coach’s Rules For Life. Zijn hoofdstuk begint clichébevestigend. Arrogant, afstandelijk, provocerend. Zoals we José Mourinho kennen dus. Maar nadien wordt het beter. Opener, eerlijker. Zoals de spelers hem kennen, zij die met hem werken.

In 2010 slaagde Sandro Modeo er ook al in, om die andere kant van José Mourinho naar voren te brengen. Naar aanleiding van zijn passage in Italië, bij Inter, ging hij op zoek naar de filosofie van Mourinho. Zijn bevindingen goot hij in een boek met dezelfde titel. Modeo is geen voetbalschrijver pur sang, eerder een cultuurjournalist die brede parallellen zocht (en vond) met verrassende namen als ontsnappingskoning Harry Houdini, de Hongaarse coach Béla Guttmann, de Portugese Artur Jorge en de Oekraïner Lobanovskyi. In het denkproces van Mourinho, in Lissabon opgeleid als bewegingswetenschapper, duidde hij ook het belang van neurobiologie op het gebied van besluitvorming en aandacht. Er zit zelfs Stanley Kubrick in zijn werk, en Freud (met diens theorie rond het vadercomplex). Een aanrader, dat boek, dat ook vertaald werd in het Nederlands.

Ik ben geen coach die het leven van grote spelers makkelijk maakt. Dat soort jongens zijn zelfs de laatste die ik loof. Wie meer talent heeft dan anderen, moet meer doen.’ José Mourinho

In de serie met trainers die is te zien op Netflix weigert Mourinho te spreken over wie en wat hem allemaal heeft beïnvloed. Lees Modeo, en u krijgt wél dat inzicht in de psychologie van de man. En waarom hij zoveel succes vergaarde. Porto: 2 titels, 1 beker, 1CL. Chelsea: 3 titels, vier bekers. Inter: 2 titels, 1 beker, 1CL. Real Madrid: 1 titel, 1 beker. Manchester United: 1 beker, 1 EL. En dan pikken we er slechts de belangrijkste uit.

De mens

Sandro Modeo omschrijft José Mourinho als ‘een kind dat met zijn gat in de boter viel.’ De Italiaan heeft het dan niet over het gezin uit Setúbal zelf – vader is doelman en later trainer, moeder onderwijzeres – maar over de ruime familie. Zijn oom handelt in sardines en boert bijzonder goed. De familie zit in het kamp van António Salazar, de sterke man van Portugal. José is vanuit het politiek spectrum bekeken rechts, in een gemeenschap die later, na de Anjerrevolutie, hoofdzakelijk links is. Dan al tegen de stroom in. ‘In Setúbal rechts zijn, zoals ik, is net als supporter zijn van FC Porto in Lissabon’, klonk het ooit uit de mond van de coach.

Zijn jeugd brengt Mourinho door in Aires, in een herenhuis met vijftien kamers, allemaal met parket. Eigendom van de oom, de broer van zijn moeder, Mario Ascensão Ledo. Na de socialistische Anjerrevolutie worden veel familiebedrijven genationaliseerd. Dat van Ledo blijft gespaard.

En waar zit Freud in dit verhaal? In de relatie met zijn vader: de gewezen doelman van Setúbal en later een matig trainer. Liefdevol, begripvol, maar vooral gespecialiseerd in degradatie en/of misgelopen promoties. Vaak vernederd met ontslag, of bedreigd, zoals die keer bij Rio Ave waarbij vader Félix zoon José wil opstellen, maar de voorzitter dreigt met hun C4 en pa inbindt. ‘Ik heb mijn vader vaak ontslagen zien worden. Té vaak’, zal Mourinho ooit zeggen. Dat wil hij niet. Of liever: zo weinig mogelijk. Vandaar dat hij vaak zelf de beslissing neemt om op te stappen, meestal na twee jaar. Dan is het op, weet hij van Guttmann.

Naar verluidt stoort het Mourinho dat hij ondanks alle succes zo weinig lof krijgt voor zijn visie terwijl anderen wel worden geprezen.
Naar verluidt stoort het Mourinho dat hij ondanks alle succes zo weinig lof krijgt voor zijn visie terwijl anderen wel worden geprezen.© GETTY

Omdat hij maar een matig voetballer is en dat van zichzelf weet, gaat hij studeren. Eerst bedrijfskunde aan de universiteit, maar wanneer hij ziet wie zijn medestudenten zijn verandert hij al na een dag van richting. Met sport heeft hij meer aansluiting en hij stapt over naar het instituut voor lichamelijke opvoeding. Daar krijgt hij inzicht in neurologische processen. Met zijn diploma in de bewegingswetenschappen, gaat hij aan de slag als leraar lichamelijke opvoeding en op de school Ana Maria Osório houdt hij zich ook bezig met gehandicapte kinderen.

In 1997 treft een drama de familie: Teresa, zijn drie jaar oudere zus, overlijdt aan een bloedvergiftiging ten gevolge van een suikerziekte die haar bijna blind heeft gemaakt. Haar drugsverslaving was een donkere vlek in het leven van de familie.

De visie

Wie vormt de coach? Waar staat het voetbal van Mourinho voor? Een moeilijk thema, ook voor Modeo. Rui Faria, tot de verhuis naar Tottenham jarenlang zijn vaste assistent, omschreef het ooit zo: ‘Eerst spektakel en overwinning. Dan overwinning zonder spektakel, dan gelijkspel en spektakel, dan gelijkspel zonder spektakel. En dan nederlaag. Mourinho ziet geen spektakel in een nederlaag.’ Dat hij zijn grootste finales won op de counter, vertekent het beeld dat we van de coach hebben. Die is verre van altijd de chauffeur die de bus parkeert.

De eerste directe influencers zijn Bobby Robson en Louis van Gaal, uit zijn periode als assistent/vertaler, bij Porto en Barcelona. ‘Van Bobby leerde ik aanvallen, van Van Gaal verdedigen.’ Van Béla Guttmann nam hij de 4-2-4 over en diens afwisselend gebruik van lange ballen om meters te maken en korte passes dichter bij doel. Zo overvalt Inter in zijn Italiaanse periode vaak met die opstelling defensieve ingestelde tegenstanders. Eigenlijk sluit zijn vaak gehanteerde Europese variant van een 4-2-3-1 daar nauw bij aan. Aan het Milan van Arrigo Sacchi – die Mourinho beschreef als een ‘intelligente en beschaafde man, die beschikt over een groot ego en een even grote passie voor het voetbal’, ontleende hij het compacte spel en het hanteren van hoge druk. Op die manier – dat zie je in de Netflixdocumentaire door Mourinho nog eens goed uitgelegd – overweldigde zijn Porto de nationale en Europese tegenstand en imponeerden Chelsea en Inter later. Maar evengoed kan hij beslissen om af te wachten en op de counter te loeren.

Wat Mourinho niet is, is een coach die automatiseert, of staat voor één filosofie die hij overal ontwikkelt. Mourinho is geen fan van de Sovjetschool van Lobanovskyi of de Hollandse stijl, die Ajax en Barcelona kenmerken ( Cruijff is niet toevallig altijd een van zijn grootste critici geweest). Zoek bij hem niet naar patronen. Vaste combinaties, systematisch druk zetten, loopacties en seriële positiewisselingen in de aanval geven alleen zekerheid zolang alles soepel verloopt, is de redenering hierachter. Maar wat als de tegenstander beter georganiseerd is, of specifiek voorbereid op dat systeem? Dus speelt Mourinho afwisselend op balbezit en de counter, zo pakte hij met Real Madrid in het voorjaar van 2011 Barcelona vier keer anders aan binnen een tijdspanne van 17 dagen. Dat was het Barça van Guardiola, met Messi, Xavi en Iniesta op een hoogtepunt, met een eenheid van denken die Mourino te lijf moest gaan. Het Barça dat hem eerder dat seizoen met 5-0 had vernederd: zijn zwaarste nederlaag als coach. Wel: van die vier wedstrijden verloor Real er slechts eentje. Toen hij naar Spanje kwam, was het gat tussen de Koninklijke en de Catalaanse trots een kloof breed. Twee jaar later werd hij kampioen, met allerlei records, en vooral negen punten voorsprong op de grote rivaal.

Het stoort hem, naar verluidt, dat hij ondanks alle succes – geen coach pakte een decennium terug op zo’n korte tijd meer prijzen dan hij – zo weinig lof krijgt voor zijn visie terwijl anderen wel worden geprezen. Nochtans heeft hij in 2000 ook alles in een bijbel gegoten, weten vrienden. ‘Een document dat nooit zal worden gepubliceerd’, zegt Mourinho daarover. Hij noemt het werk zelf ‘de evolutie van mijn trainingsmethodes.’ Een geschreven versie van zijn ideeën, systematisch weergegeven, per dag en per uur.

De coach

Hoe is dat, werken onder Mourinho, vroeg The Athletic zich een jaar geleden af, toen de Portugees voor Tottenham tekende. Modeo zocht het tien jaar geleden ook al uit. Dat hij soms in de gietende regen langs het veld staat, is bewust: hij wil één zijn met zijn team. Vandaar soms ook de lange spurts bij beslissende goals. One of the boys.

Trainingen zijn grosso modo vooral nabootsingen van wedstrijden, in duur (ongeveer negentig minuten) en in opbouw, met specifieke situaties die ook in wedstrijden voorvallen. Trainingen zijn contextgebonden, springen, stilstand, kopballen, duels, omschakelingen. Linies moeten apart van mekaar kunnen trainen (verdediging, hier, aanval daar), maar weerstand, kracht en snelheid komt altijd samen aan bod, niet apart. Trainingen op woensdag en donderdag vragen hoge concentratie en aandacht, trainingen later op de week minder, zodat spelers fris in het hoofd zijn voor de wedstrijd. Om monotonie tegen te gaan – vaak een klacht; zo omschreef een speler uit 1A vorig seizoen zijn trainer als volgt: ‘Volg onze trainingen één week en je hebt alle oefeningen gehad’ – verhoogt Mourinho gaandeweg de complexiteit van een oefening: de ruimte op het trainingsvlak verkleinen stelt spelers binnen dezelfde oefening voor andere uitdagingen.

José Mourinho is graag one of the boys; hij leeft volop mee met zijn team.
José Mourinho is graag one of the boys; hij leeft volop mee met zijn team.© GETTY

Emotioneel manipulatief, zo is hij ook. Zijn key players zal hij altijd proberen verleiden, om empathie te creëren. Hoe kil en afstandelijk hij naar de buitenwereld is, zo warm is de man intern. John Terry was door Rafael Benítez in 2013 compleet afgeschreven, maar toen Mourinho terugkeerde, belde hij Terry op tijdens zijn vakantie in Dubai. De verdediger daarover in The Athletic: ”Jij bent mijn aanvoerder, I love you, I need you‘, zei hij. We waren aan het eten, dessert en een glas wijn stonden voor mijn neus. Ik heb het direct laten staan.’ En zo houdt Mourinho lange individuele babbels met iedereen. Samuel Eto’o, een spits met faam, kreeg hij zo bij Inter aan het verdedigen.

Maar: wie niet mee wil in het ploegdenken (‘Ik coach geen spelers, ik coach een ploeg’, zegt hij op Netflix) krijgt er van langs. Hij is one of the boys, maar staat er ook boven, bevestigt Thibaut Courtois. Mario Balotelli, Eden Hazard, Cristiano Ronaldo, Paul Pogba en nu Dele Alli bij Spurs… Mourinho hierover in 2013, toen hij Hazard even aanpakte: ‘Ik ben geen coach die het leven van grote spelers makkelijk maakt. Dat soort jongens zijn zelfs de laatste die ik loof. Wie meer talent heeft dan anderen, moet meer doen.’ Vaak komt het daarna wel goed, zoals met Hazard. Want toen voetballers bij de tegenstander lof oogsten, repliceerde Mourinho steevast: ‘ Yeah, je hebt gelijk. Hij is goed. But he is no Hazard. ‘

Spursy

José Mourinho kiest zijn teams goed uit, viel Sandro Modeo op. Zijn voorkeur gaat daarbij naar clubs met een sterke leider; sterk zoals in financieel machtig maar die lange tijd niks (of niet veel) wonnen en hem de sleutels van het huis geven, zonder veel tegenwind. Het Chelsea van Roman Abramovitsj, het Inter van Massimo Moratti, het Tottenham van Daniel Levy dus. Chelsea: 55 jaar geen titel, tot Mourinho kwam. Inter: 17 jaar geen titel, tot Mourinho kwam. Tottenham: eind dit seizoen 60 jaar geen titel…

Buigt Mourinho daar de huiscultuur om? Veel schoon geflirt, maar weinig prijzen; over het Kanaal bestaat daar zelfs een woord voor: spursy. Vorige week nog eens te horen op TalkSport, toen Adrian Durham naar aanleiding van de 3-3 tegen West Ham nog eens de definitie daarvan gaf. ‘Succesvol lijken, maar het eigenlijk niet zijn.’ Falen op een spectaculaire manier. Wat wordt het op de Bosuil? Antwoord morgen vanaf 18u55.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content