Over imago- en andere problemen en de lessen van een moeilijke transferzomer. Vincent Mannaert verduidelijkt het beleid van Club Brugge. ‘Ik ken geen enkele clubleider die niet zou willen dat de transferdeadline met een maand vervroegd wordt.’

Met ruim 19.000 waren ze zondag, nieuwsgierigen die onder een mooi herfstzonnetje naar de Cristal Arena afzakten om er het RC Genk van de nieuwe trainer Alex McLeish bezig te zien tegen een alweer fel vernieuwd Club Brugge. Iedereen moest weer bang worden van Genk, liet de Schot vooraf noteren. Rond halfvijf zondagmiddag bleek dat nog een brug te ver. Ze staan stevig, de Limburgers, maar voetballend schort er nog een en ander aan, zeker aanvallend. Mboyo, Buffel zelfs, ze hebben op dit moment iets te veel ruzie met de bal. Okriasjvili niet, maar die moet individuele acties leren omzetten in rendement. Bij Club Brugge is er ook nog veel progressiemarge. Nieuwkomers die moeten worden ingepast en fysiek naar een hoger niveau getild, spitsen die nog afwezig zijn, aan de vooravond van de eerste Europese groepsopdracht (morgen om 19 uur tegen Torino) is de werf verre van af.

Opvallend is de openheid waarmee algemeen manager Vincent Mannaert en voorzitter Bart Verhaeghe de voorbije dagen communiceerden over het beleid van Club. Na de tegenwind van de voorbije seizoenen hadden beiden zich in de luwte genesteld. Het nieuwe Club volgt een andere strategie. Niet dat er in de luwte geen werk meer is. Nu de transferperiode erop zit, volgt het financiële rapport. Dezer dagen wordt de jaarrekening opgemaakt. De eerste vraag ligt dan ook voor de hand…

Gaan jullie opnieuw in het rood?

Vincent Mannaert: “Sowieso. Geen Europees voetbal en snel eruit in de beker, dan moet je al veel dichtrijden met transfers. Voor 2014/15 gaan we in principe terug naar minimaal een break-even. Mijn politiek is al jaren dezelfde. Afschrijvingen en investeringen moet je compenseren met transfers. Break-even moet je draaien met de 3 miljoen winst uit de Europa League, inkomsten uit de beker en de competitie. Winst maak je door een prijs te pakken, of door een zeer goed transferjaar. In Zulte Waregem rekende ik ook zo: break-even draaien door deelname aan play-off 1, winst via transfers. Een club als Zulte Waregem kan op de nationale transfermarkt wel veel afnemers vinden. Club Brugge moet daarvoor de internationale markt op. Dus moeten je spelers al een zeker niveau halen, willen ze in een grote buitenlandse competitie meekunnen.”

De topclubs uit die landen blijven zware inspanningen doen. Ondanks alle regels van de financiële fair play lijkt de kloof slechts te vergroten.

“Het is interessant om daarover eens een debat te houden. Aan financial fair play hangen voor mij twee voorwaarden vast. Ten eerste moet het geld legitiem zijn, je moet weten van waar het komt. Ten tweede: als er boven op de werkingsmiddelen geld moet worden geïnjecteerd van buitenaf, moet diegene die finaal verantwoordelijk is, blijk kunnen geven van liquiditeit. Op voorhand. Wat voor mij financial fair play niet is, is het beperken van geld dat mensen in een voetbalclub willen investeren. Dan haal je er de vrije markt uit. Ik vind dat dom. Waarom zouden wij er een probleem mee hebben dat PSG de beste spelers van de wereld wil kopen? Vertaal dat naar België: hoe zijn Standard, Anderlecht en Club groot geworden? Omdat Roger Petit op een bepaald moment voor 6,5 miljoen Belgische frank (162.000 euro) Wilfried Van Moer weghaalde bij Antwerp. Omdat Michel Van MaeleErnst Happel naar Club Brugge lokte en hem de vrijheid gaf om wat spelers te halen. Omdat Constant Vanden Stock systematisch concurrenten afroomde.”

Er was, met andere woorden, nooit fair play…

“Neen. Je kan nu hetzelfde doortrekken naar Oostende. Wat Marc Coucke daar doet, is eigenlijk hetzelfde als de sjeik van PSG: de verhoudingen scheeftrekken. Alleen is dat bij Oostende sympathiek, in het andere geval niet. Waar ik Europees ook al op heb aangedrongen, is dit: breng een uniform licentiesysteem. Niet alleen voor Europees spelende ploegen, voor allemaal. Als wij in Spanje met een club onderhandelen, moet je in bijna 1 op 2 gevallen met een curator rond tafel. Daar zouden ze beter eens de lijn trekken. Dan ga je volgens mij veel meer fair play hebben.”

Transfers

Waar vindt Club Brugge nog een plaats op wereldniveau?

“Gelukkig werkt de globalisering langs twee kanten. Je krijgt ook kapitaal in niet-klassieke landen. Dat heeft voor gevolg dat een ploeg als Red Bull Salzburg je uit de markt bonjourt als het om een speler gaat, maar anderzijds beginnen ze ook te voetballen in landen waar je vroeger niet aan dacht. Met een goed netwerk kun je ook daar zaken doen. Het beste voorbeeld is Zuid-Amerika. Dezelfde kwaliteit is in Brazilië vijf keer duurder dan in Ecuador of Costa Rica. Als Belgische topclub moet je dus goed inschatten op welke landen je de focus legt. Wij zijn altijd breed gegaan, misschien in het begin té breed. We hadden ons beter op een paar markten geconcentreerd en ons daarin verdiept.”

Heeft u ook het gevoel dat vorig weekend de Belgische competitie voor de tweede keer is ‘begonnen’?

“Dat is een mondiaal verhaal. Torino raakte op het einde ook twee van zijn betere spelers kwijt. Ik ken geen enkele collega die niet akkoord zou gaan met het verschuiven van de deadline naar 31 juli. Want het is met transfers zoals met de studies. Wanneer beginnen de meeste studenten harder te studeren? Als de deadline nabij komt.

“Stilaan wordt dat verschuiven een thema. Een paar grote clubs zijn nog een beetje weigerachtig, zij willen nog kunnen schakelen afhankelijk van deelname aan de Champions League. Maar dan denk ik: zie dan dat je kampioen wordt.”

Begrijpt u dat iemand als Lestienne als prille twintiger nu al zegt: het is op voor mij bij Club Brugge?

“Ik heb hem nog gezegd: neem je financiële zekerheid bij Qatar, maar blijf nog een jaar. Qatar stond daarvoor open. Maar bij Max leefde na vorige zomer iets van: ik was bijna weg bij Club, ik was in januari bijna zeker weg naar Wolfsburg. Die twee zijn niet doorgegaan. Ik denk dat dat een rol speelde in zijn mindere play-offs. Er worden nu veel vraagtekens gezet bij zijn slaagkansen naar Italië. Ik geef hem toch minstens het voordeel van de twijfel. Mentaal is hij sterker dan velen denken, hij is in staat om zich volledig te concentreren op de groene rechthoek, de bal en de goal. Dat is ook een kwaliteit.”

Is hij ‘coachbaar’ genoeg?

“Qua motivatie is hij makkelijker te trainen dan tactisch. Het zal wat afhangen van welke coach met hem werkt. Maar hetzelfde geldt voor Mario Balotelli of Antonio Cassano, ook mensen die iets minder collectief denken… Ik ben benieuwd.”

Van welke nieuwkomers verwacht u vrij snel iets?

“Qua integratie zal Ruud Vormer het snelst klaar zijn. Die komt wel uit een ritme van weinig spelen, op dat vlak zal hij wat tijd nodig hebben. Ik verwacht ook snel wat van Francisco Silva, die kent Europa, is 28 en heeft weinig tijd te verliezen. Van de twee aanvallende spelers is Felipe Gedoz de meest collectieve. Voetbaltechnisch en tactisch zou die zich snel moeten aanpassen. José Izquierdo is meer een voetballer op instinct, vergelijkbaar met Max. Het kan dat zoiets iets meer tijd vraagt. Looplijnen, defensieve taken, die dingen… ”

Lestienne was nog niet ‘af’ maar al weg. Idem voor Michy Batshuayi. België als opleidingscompetitie, moeten we daarmee leren leven?

“De gemiddelde leeftijd van de vertrekkers zakt, de trend wordt bevestigd. Zij die doorstromen, worden ook steeds jonger. De laatste vijf jaar is de gemiddelde leeftijd van de ploegen gezakt van 26 naar 23. Veel wordt door de speler of zijn entourage bepaald. Als Lestienne een jaar geleden echt had gewild, was hij toen al weg. Idem voor Youri Tielemans deze zomer. Dat heeft ook te maken met de budgettaire evolutie. Met de Golf is er een nieuwe markt bij. Wij hadden de spelmaker van River Plate in het vizier, Manuel Lanzini (21). Toen werden ze kampioen en zag je zijn prijs zo omhoog schieten. Dan denk je: die jongen trekt naar Duitsland, Spanje of Engeland, maar hij tekende voor Al-Jazira….”

Terwijl dat vroeger een uitbolcompetitie voor oudjes was…

“Dat gaat veranderen, zij gaan ook jongeren aantrekken. Russische clubs doen al een paar jaar geen transfers meer van jongens ouder dan dertig.”

Moeten we ons ook nog druk maken over third party ownership, of is de strijd daartegen een achterhoedegevecht?

“Ik vind nog steeds dat een transfer van club tot club moet gaan. Maar als die club afspraken heeft met andere eigenaars, zie ik moeilijk in hoe je dat kan verbieden. Uiteindelijk is dat een economische transactie. Maar ook daar moet je de fit-en-propertest toepassen. Vanwaar komt het geld? De sportieve rechten moeten finaal wel worden getransfereerd van club naar club. Het kan niet dat je hier zeventig procent moet kopen en daar dertig.”

Gebeurt dat?

“Wij doen voor honderd procent zaken met de club. Maar hoe zij dat dan regelen… Je kan ook een akkoord maken met een speler, dat hij een bepaald procent van de rechten heeft. Dat was het geval bij Lestienne. Die kwam transfervrij van Moeskroen en had de clubs voor het uitkiezen. Hij koos voor Club, omdat hij bij zijn transfer een bepaald percentage kreeg. Dat hoeft allemaal niet duister te zijn. Want dat is wat ik wat hoor: ‘Dat mag niet, dat is niet goed voor het voetbal.'”

Omdat het geld verdwijnt…

“Het kan toch ook dat het opnieuw in anderen wordt geïnvesteerd? Alles moet zoals in Duitsland, is nu het credo. Ook ik vind dat Duitse clubs beter worden gerund dan Spaanse, maar je kan toch niet zeggen dat iedereen vanaf nu hun regels moet volgen…

“Portugese topclubs gingen in zee met banken. Zij waren een beleggingsfonds, met een mooi rendement op een investering. In Portugal is daar nooit geheimzinnig over gedaan. Het product sloeg aan, waarna een makelaar dacht: in plaats van mijn vijf of zeven procent jaarlijks te factureren, richt ik met mijn kennis van de markt beter ook een beleggingsfonds op. Je moet ermee oppassen om dat ‘uitwassen van de moderne tijd’ te noemen.”

Analisten

Hoe kijkt u aan tegen een ploeg als Moeskroen?

“Een aantal Belgische clubs is in handen van buitenlandse investeerders of buitenlandse clubs. Die klok kan je niet zomaar terugdraaien. Dan moet je in de spiegel kijken, het jammer vinden dat je dat politiek niet hebt voorzien en ook dit bedenken: een buitenlandse club, nog niet eens uit een topland, komt hier onze competitie devalueren door met hun reserven in eerste klasse te spelen, terwijl wij het nog niet geregeld krijgen dat onze reserven in derde klasse voetballen. Een gemis van het Belgisch voetbal vind ik dat we er niet in slagen los te komen van de waan van de dag, de ene tv-deal of de andere discussie over een vierde of vijfde scheidsrechter, en niet praten over bijvoorbeeld: Belgisch voetbal, quo vadis? Dat is wat het management van de KBVB en de Pro League zou moeten doen: nadenken over de rol van het Belgische voetbal binnen een internationale context. Ons toekomstperspectief…”

Wat als Qatari morgen aan de deur kloppen? Is Club te koop?

“Neen. Er is een lock-up tot 2022. Zonder dividenden, er kunnen géén gelden uit Club gaan, zelfs al wordt er winst gemaakt.”

Arnar Gretarsson is weg, het sportieve beleid is in handen van u en de trainer. Waarom is het verhaal van een technisch directeur zo moeilijk in een land als België?

“Het verschil wordt gemaakt door mensen, is mijn les. Niet werken binnen je hokje, maar samen sterker worden. Dat kon perfect met iemand als Arnar, maar hij voelde zich gesqueezed. Hij vond dat hij te weinig impact had op het sportieve beslissingsproces. Ik geloof in een samenwerking van een sportief directeur met een trainer, maar als het gaat om hetzelfde domein, pakt één iemand de lead en werkt de ander meer ondersteunend.

“Ik vind daarbij ook dat er door Belgische ex-profs te weinig wordt geïnvesteerd in een parcours als sportief manager. In Duitsland of Nederland kom ik veel meer ex-profs tegen die zeggen: mijn carrière zit erop, welke richting ga ik uit? Sportmanager zijn is meer dan een training volgen, wat dvd’tjes bekijken of eens bellen naar de voorzitter. Dat is ook iets afweten van budget, peoplemanagement, organisatorisch sterk staan… Onlangs zat ik op een vergadering naast Luis Figo, die voor Inter internationale betrekkingen doet. Hij ging binnenkort aan een managementcursus van twee jaar beginnen.

“Er zijn nu zo veel analisten… Ik spel niemand de les, maar ik daag ex-profs uit: investeer eens een jaar in talen of skills. Want er is een markt voor, echt wel.”

Verwachtingen

Nog even over jullie imagoprobleem.

“Hebben wij dat dan? Ik voel dat niet zo aan. Ik voel wel aan dat de perceptie anders is dan de realiteit.”

Flamboyante voorzitter, flamboyante trainer, flamboyante supporters. Het is soms veel vuur bij elkaar.

“Wat ze gemeen hebben, is passie. De verwachtingen zijn bij aanvang zeer hoog gelegd. We gaan dit, dat en dat doen, en het succes zal komen. Als je dat ook doet, maar de prijs volgt niet, is de logische menselijke reactie dat velen hun gram menen te moeten halen. We kregen veel wind tegen, omdat we al drie jaar geen titel halen… We proberen onze focus nu meer te richten op waarmee we bezig zijn, niet langer op externe dingen. Die strijd win je toch nooit. De werking is er, de budgetgroei ook, we gaan naar een break-even, er is jeugd die doorbreekt. We missen alleen een prijs.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN BELGAIMAGE

“Wij hadden de 21-jarige spelmaker van River Plate in het vizier, maar hij tekende voor… Al-Jazira.”

“De KBVB en de Pro League zouden zich moeten afvragen: Belgisch voetbal, quo vadis?”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content