Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Stijn Haeldermans schrok toen hij kennis maakte met de realiteit van het profleven. Hij zwierf door Europa op zoek naar een club en vond er uiteindelijk één dichtbij huis. Maar het kriebelt.

Nadat nieuwkomer RC Genk in het seizoen 1996/97 met een achtste plaats indruk had gemaakt, plukten twee topclubs er het jonge talent weg. Anderlecht strikte Bart Goor, Standard Stijn Haeldermans. Goor ontwikkelde zich tot een international, versierde een toptransfer naar Berlijn en werd aanvoerder van de Rode Duivels. Standard had minder geluk met Haeldermans – of is het omgekeerd? Haeldermans kreeg er bonje met de directie, werd gedropt in de C-kern, degradeerde later met Lommel en in Nederland met Fortuna Sittard. Terwijl Bart Goor op het WK in Japan voetbalde, zocht Haeldermans naar een club. Tot zijn grote verrassing viel dat niet bepaald mee.

Het feit dat je een vrije speler was, hielp ook al niet.

Stijn Haeldermans: Ik had in Sittard nog een contract van drie jaar, maar wilde niet in de eerste divisie voetballen. Daarop hebben we naar een oplossing gezocht. Er was een betalingsachterstand van een aantal maanden en ik had nog een deel van mijn tekengeld te goed. Uiteindelijk bereikten we een compromis: zij zouden hun verplichtingen tot dat moment nakomen en als tegenprestatie wilde ik de drie volgende jaren laten vallen. Een nieuwe club, zo dacht ik toen, zou rap gevonden zijn. Maar dat viel dik tegen. Het heeft maar weinig gescheeld, of ik was op een lager niveau moeten gaan spelen.

Vertel eens het verhaal van je omzwervingen.

Ik ben 27. Ongelooflijk, hé, op die leeftijd een hele zomer naar een club moeten zoeken. Begin juli trok ik voor drie dagen naar Aris Saloniki voor een test, geregeld door een kennis van Ranko Stojic. Dat was niet serieus: elke dag kwamen er wel vijf, zes nieuwe spelers, onder wie ook Zsolt Baranyos ( ex-Lommel, nvdr). Die ploeg zat in volle seizoensvoorbereiding. Ik liep er een bosloop mee, deed aan krachttraining, maar op de momenten dat de trainer iets had kunnen zien, moesten we vijf tegen twee positiespel spelen, terwijl hij elders met zijn ploeg taktisch trainde. Het sloeg werkelijk nergens op. Het was de eerste keer dat ik ergens op proef ging en het viel dik tegen. Ik had me nochtans goed voorbereid. Ik had YannisAnastasiou, die ik nog kende van bij Roda, om inlichtingen gevraagd. Hij had enkele spelers uit zijn periode bij OFI Kreta die nu bij Saloniki zaten, van mijn komst op de hoogte gebracht. Zij bekommerden zich om mij, maar verder was het onthaal er koud.

Vervolgens ben ik weer een tijd voor mezelf gaan trainen. Soms trommelde ik wat vrienden op om bij mij in de buurt in Diepenbeek te komen voetballen. Toen kwam PaulStefani, mijn makelaar, met een Italiaanse mogelijkheid af. Het ging om de eigenaar van Perugia, die heeft in feite drie clubs: Perugia in de serie A, Catania in de serie B en San Benedetto in de serie C1. Dat zei me wel iets.

De serie C?

Toen ik er naar toe ging, had ik geen idee van het niveau. Maar door die structuur met ook een club in de serie A, wilde ik het wel overwegen. Al na twee dagen zei onze trainer tegen de manager van Perugia, dat ik veel te goed was voor hun niveau. Mij maakte het niet uit: het was een club aan het strand, er waren perspectieven, het was een uitdaging. Maar ook daar zag de markt er niet goed uit – zo had San Benedetto 32 contractspelers, allemaal profs met een loon waarvoor je hier bij de gemiddelde eersteklasser al héél goed moet zijn.

Over welk bedrag heb je het dan?

Toch 100.000 euro ( vier miljoen frank, nvdr) netto per jaar. Ook met hen ben ik op trainingskamp geweest, tien dagen ergens in de buurt van Perugia. Maar om een lang verhaal kort te maken: uiteindelijk ging het niet door.

Toen begon ik me wel zenuwachtig te maken. In principe had ik nog maar twee weken de tijd om onderdak te raken. Op dat moment was immers nog niet duidelijk of de transferdeadline van 31 augustus ook gold voor werkloze voetballers. Vier dagen voor de deadline kreeg ik een telefoontje uit Turkije. Van Malatyaspor. Ben ik halsoverkop in het vliegtuig gesprongen. Vierentwintig uur heb ik er over gedaan, want Malatya ligt in het oosten van Turkije, tegen Irak en Pakistan. De kwaliteit van het Turkse voetbal in acht genomen was dit een uitdaging, maar anderzijds hoor je ook zoveel indianenverhalen over de betalingen, dat de tijd te kort was om zo’n transfer af te ronden. Als ze betalen, betalen ze goed, maar de vraag is óf ze zullen betalen. Toen belde Stefani. Dat Filipovic in Lommel was vertrokken en of ik daar wilde tekenen. Voor mij was dat een geschenk uit de hemel.

Griekenland, Italië, Turkije, en dan… Lommel. Avontuur!

Mijn koffer stond altijd klaar, letterlijk, maar veel is er uiteindelijk niet in gemoeten. Ik heb voor één jaar getekend. Een win-win-situatie voor iedereen, denk ik. Lommel heeft er een gemotiveerde speler bij, en als ik presteer kan het mij in de winterstop een lange aanbieding doen. Of anders hou ik de handen vrij. Privé verandert er niks, ik kan thuis blijven wonen. De spelersgroep is goed, de uitdaging voor mij mooi om na twee jaar opnieuw iets te laten zien in België. Nog steeds voel ik dat het elke dag beter gaat, ik voel me superfris. ( Grijnst) Wat wil je, na vier maanden vakantie.

De eerste twee wedstrijden die je speelde gingen verloren: in Genk en thuis tegen La Louvière. Stevent Lommel af op een moeilijk seizoen?

Het zou niet mogen. We zijn veel te onrustig in het spel, we etaleren te weinig durf om de vrije man op het middenveld te zoeken. Toch vind ik dit Lommel sterker dan de ploeg die ik in 2000 verliet. Met veel meer ervaring, alleszins. Daarom vind ik dat ze ambitie mag hebben, maar je moet wel durven voetballen natuurlijk. Op dit moment zijn we niet slim of niet scherp genoeg, denk ik, om naar oplossingen te zoeken. Je moet je talent op een slimme manier gebruiken, je momenten kiezen. Net daarmee hebben sommigen het moeilijk, omdat ze wat minder goed in hun vel zitten. Vreemd, want bij Lommel heb je op zich geen druk en jongens met ervaring moeten zich daar boven kunnen zetten.

Er is paniek voelbaar in de club. Er wordt al gefilosofeerd over een trainerswissel.

Terwijl er totaal geen reden is voor paniek, we zijn tenslotte nog maar zes wedstrijden ver. Ik heb nu toch al wat ervaring met onderin te strijden: als je te snel panikeert, gaat het van kwaad naar erger.

Ronny Van Geneugden wordt al gesignaleerd in de Lommelse wachtkamer. Helpen trainerswissels?

Neen. Misschien wel in een groep met 25 gelijkwaardige spelers, waar sommige jongens ongeacht wat ze doen altijd uit de boot vallen. Maar hier? Buiten een enkeling zijn er weinig mogelijkheden om anderen op het veld te brengen. Wat is dan de zinvan een trainerswissel ? Je ziet dan vaak dat iedereen de eerste twee weken gek gaat doen en op de tippen van zijn tenen lopen, maar eens alles weer in de plooi valt herval je in hetzelfde patroon. Neen, veel belangrijker vind ik het dat je in dit soort clubs een trainer hebt met wie je in een aangename sfeer kan werken. Dat je met plezier komt trainen. Maar ik ken de verwachtingen van de club niet, misschien dat andere mensen op een hoger clubniveau dus wel aan alternatieven denken.

Hoe kijk je terug op de twee jaar die je in Nederlandvoetbalde ?

Ik ben er fysiek sterker geworden. Op het veld stuur ik de ploeg nu ook taktisch bij. Nederlanders kunnen dat wel, vaak met hun mond. Hier wordt de analyse na een wedstrijd door de trainer gemaakt en luistert de rest, terwijl daar de spelers meepraten. Wat het beste is? De middenweg. Je kan ook veel praten en niks zeggen. Uit die twee jaar heb ik dus toch wel wat geleerd, al bleef het jammer dat we zo slecht speelden. Toen ik er tekende was Fortuna een stabiele eredivisieclub. Mijn idee was om er goed mee te draaien en van daar de stap naar hoger te zetten. Dat is niet gebeurd. Het is gebleken dat het moeilijk is om in zo’n ploeg uit te blinken.

Heb je het gevoel dat je tot dusver alles uit je mogelijkheden haalde?

Alles? Er is me al vaak gevraagd of ik geen spijt had dat ik Genk verliet. Je mag niet vergeten dat ik in Genk een contract voor één jaar tekende en dat ik er op mijn 22ste wegging voor Standard. Dat stond op dat moment tweede, JosDaerden was er trainer. Het was de ploeg die Bodart uit Italië terughaalde, de broertjes Mpenza kocht, Medved in Brugge weghaalde, jongeren als Zefilho en Huysmans contracteerde… Als ik in die ploeg kan meespelen en we draaien een normaal seizoen, dan kan ik nóg een stap hoger zetten, dacht ik. Maar twee weken nadat ik tekende, vertrok Goossens naar Genua, Krupnikovic naar Japan, andere spelers raakten geblesseerd, het contract van Daerden werd niet verlengd, en De Mos kwam. Die wilde direct een Braziliaan van 500 miljoen binnenhalen, terwijl hij al een goeie kern had. Hij kwam ook niet opdagen voor de eerste training en de poppen gingen aan het dansen. Terwijl ik in Genk in een aanvallende vrije rol op het middenveld had gespeeld, ben ik in Standard als linksachter begonnen omdat De Mos een nummer tien wilde halen en BennyDebusschere uitviel. Op zich geen schande in zo’n ploeg, maar het zag er toch lichtjes anders uit dan ik me had voorgesteld.

Want na De Mos kwam Tomislav Ivic.

Met de groep van Ivic kwam er een heel nieuw bestuur. In het begin speelde ik nog, maar nadien niet meer. Hoe gaat dat? Je bent jong, snel op je tenen getrapt en je reageert op een manier waarvan je nu denkt: hoe is het mogelijk? Ik was niet rijp genoeg om bepaalde situaties in te schatten, had veel rustiger moeten blijven. Ik ben toen naar de C-kern verwezen, maar achteraf beschouwd moet ik zeggen dat ik van Ivic veel heb opgestoken. Toen vervloekte ik hem, maar als ik nu nadenk… Misschien waren bepaalde zaken wat overdreven, maar hij heeft me toch doen inzien dat rust belangrijk is.

Waarin ben je foutgeweest ?

Ik had de pretentie dat Standard niet zonder mij kon, dacht dat ik untouchable was. Ik had goeie wedstrijden gespeeld, maar kwam van de ene week op de andere naast de ploeg te staan. Dat kon ik heel moeilijk aanvaarden. Maar als ik nu zie welke kern we hadden, had ik rustig moeten blijven en niet in de aanval gaan. Op momenten dat een trainer je nodig heeft, moet je er staan en verder moet je je weinig met andere dingen bemoeien.

Ivic was geen oude man met voorbijgestreefde ideeën.

Iemand met zoveel ervaring moet toch iets kunnen. Als speler zie je dat niet, denk je alleen: hoe is het nu verdorie mogelijk dat ik niet speel? Je wil te veel op te korte tijd. Het probleem is dat je alleen staat. Ik ben wel iemand die zichzelf in vraag durft te stellen, maar in je omgeving heb je eigenlijk niemand – en daar is de hele sportwereld schuldig aan: ze zouden je moeten afremmen en aan carrièreplanning laten doen. Je zou met mensen moeten kunnen praten die zelf die ervaring hadden. Misschien was het achteraf bekeken niet de gelukkigste keuze uit mijn carrière dat ik Genk heb verlaten, maar ik kon toen niet voorspellen dat ze het seizoen daarop tweede zouden worden en de beker winnen. En dat het nadien helemaal zou ontploffen, dat bijna iedereen international zou worden, iets wat ik dacht te bereiken via die transfer naar Standard. Maar ook daar kon ik de structurele veranderingen niet voorspellen. Als je ziet hoe weinig krediet je krijgt in Standard, zelfs een man als Robert Waseige… Iedereen begint dat toch in te zien, denk ik. Vaak zijn een naam en geld nog te bepalend in een keuze, terwijl je naar de structuur moet zien. Als je nog drie jaar te voetballen hebt en je kan een goed contract tekenen, dan zeg ik ja. Maar als je je als jonge speler via Standard een weg probeert te maken, moet je toch zien dat je tot de groep van die mensen behoort. Anders word je te veel een speelbal. Hoe dan ook, ik heb het meegemaakt, ik sta waar ik drie jaar geleden ook stond, maar met iets meer ervaring en wijsheid. Daar ben ik toch wel blij om.

Heb je nog je discotheek?

Neen.

Zou je het opnieuw doen ?

Neen. Ik ben privé nochtans altijd heel voorzichtig geweest, ook op Standard hebben ze nooit aan mijn trainingen kunnen zien dat ik een beetje van het leven genoot. Maar toch draag je iets mee. PierreDelahaye heeft ooit een aantal dingen over mijn privéleven verteld en zwaar overtrokken, maar de wereld is zo klein dat er veel tijd nodig is om dat weer weg te vlakken. Ik heb ervaren dat het makkelijk is een roddel over iemand te verspreiden, maar moeilijk om hem van je af te spelen. Ik was die zaak begonnen toen ik in Lommel kwam, samen met twee vrienden. Ze was alleen open op vrijdag en op zaterdag. Op vrijdag was ik zo slim om er nooit mijn hoofd te laten zien, omdat ik weet hoe snel verhalen tot stand komen. Op zaterdag was ik na een wedstrijd min of meer verplicht om even langs te gaan, maar na verloop van tijd had ik toch zin om eens iets anders te doen. Of ik zat bij mijn vriendin, die ik alleen in het weekend zag. Zij kent hier niet zoveel mensen, op zo’n avond heb je dan ook niet altijd zin om in de discotheek te zitten. Toen ik naar Sittard verhuisde, heb ik de zaak dan ook cadeau gedaan.

Je vriendin is Duitse.

Ik heb haar leren kennen op vakantie in Ibiza, vier jaar geleden. Ze komt uit Frankfurt, studeert in Keulen en heeft in februari eindexamens. Daarna is het één groot vraagteken. Ik zie haar nooit in België komen wonen, en ik heb zelf ook niet het gevoel dat het voor mij absoluut in dit land verder moet. Drie jaar geleden kocht ik een huis in Diepenbeek, dat ik behoorlijk heb laten opknappen. Ik wilde nu aan de tuin beginnen, maar die plannen heb ik weer opgeborgen, omdat ik niet weet hoe het verder moet. Zij is vrij vanaf februari, ik heb in Lommel voorlopig een contract tot het einde van het seizoen, alles ligt open. Misschien stap ik straks wel weer over naar een andere competitie en gaat ze mee.

Richting zon?

Als dat zou kunnen. Dan zou ik haar wel kunnen overtuigen, denk ik.

door Peter T’Kint

‘Ik heb Ivic vervloekt, maar nu moet ik toegeven dat ik veel van hem heb opgestoken.’

‘Ik weet niet hoe het verder moet, maar ik heb absoluut niet het idee dat het in België moet gebeuren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content