Hannu Tihinen verliet Anderlecht

met een landstitel en stak in Zürich meteen een nieuwe op zak.

Vanavond geeft hij met wat het meest ambitieuze Finland ooit is,

de Rode Duivels partij. ‘Altijd prettig om ze te kloppen’, grijnst hij.

Rustig. Anders valt de sfeer rond het oefenveld van FC Zürich niet te omschrijven. Dik achtenveertig uur maar is de ploeg verwijderd van een nieuwe landstitel, maar tot veel animo geeft de laatste open trainingssessie voor het beslissende thuisduel tegen stadsrivaal Grasshopper geen aanleiding. Meer dan een handvol supporters dagen er niet op en met minder dan de vingers van één hand zijn ook de journalisten geteld. Alleen een groepje kinderen laat zich horen. Wanneer de korte training is afgelopen, omsingelen ze de in fraai hemelsblauw tenue gestoken voetballers voor een handtekening. Hannu Tihinen is dan al een halfuur naar binnen.

Het smalle pad naar de kleedkamer loopt langs hoog opgeschoten grasland waarin het hopeloos zoeken is naar beschutting tegen de zon. Het uitzicht reikt zover als de bergen in de rondte het toelaten. Joggers en wandelaars kruisen het pad van de spelers, zonder op te kijken. FCZ – Eff-Cee-Zett ! – staat op één overwinning van het Zwitserse kampioenschap, maar het lijkt iedereen te ontgaan.

“Ben je de stad al in geweest ?” vraagt Tihinen in een poging de stilte als bedrieglijk voor te stellen. “Daar zie je toch dat het leeft, hoor. Zürich is voetbalgek. Iedereen klampt me aan met de vraag of ik donderdag kan spelen. Het wordt zeker een mooie avond.”

Twee dagen voor de apotheose in de Axpo Super League, die vreemd genoeg op een doordeweekse donderdagavond plaatsvindt, verschijnt de gewezen verdediger van Anderlecht met stevig omzwachteld hoofd op de afspraak. Zonder schroom trekt hij het verband opzij en een twaalf centimeter lange hechting aan het achterhoofd wordt zichtbaar, opgelopen drie dagen eerder in Bern tegen BSC Young Boys. Wanneer Almen Abdi in de voorlaatste minuut de bevrijdende 2-3 op het bord trapt en daarmee de minimale voorsprong van één punt op FC Basel én de wenkende titel redt, staat Tihinen al niet meer op het veld.

De blessure is zijn derde van het seizoen : genaaid was hij al eens eerder, op ongeveer dezelfde plek trouwens, en hij brak zijn neus. Fin en verdediger, het is een combinatie die om ongelukken vraagt. “Misschien ben ik gewoon te snel en komen de anderen altijd te laat”, antwoordt hij met geveinsde ernst. Hannu Tihinen is niks veranderd.

Technisch, zoals Anderlecht

Saalsporthalle next to Sihlcity, 5min mit S4-Zug from Hauptbahnhof, Gleis 1/2. Welcome !

Het sms-bericht van Tihinen verraadt de duurzame levensstijl die hij zich in navolging van de Zwitsers verder eigen heeft gemaakt. Het spoornetwerk heeft geen geheimen meer voor de man die in Anderlecht al opviel doordat hij het stadion steevast in de kleinste wagen van alle spelers verliet. Het centrum van Zürich is helemaal een nachtmerrie voor autogebruikers. Tihinen woont in Küsnacht, langs de Zürichsee, op enkele kilometer van de stad en uitstekend bereikbaar met het openbaar vervoer. Het meer en de groene bergflanken die het omringen, lijken vandaag wel van een prentkaart te zijn geplukt. Het water breekt het felle zonlicht in talloze fragmenten, jachten deinen uitnodigend op de golven, terrasjes zitten vol.

“Ik ben gelukkig met de club, deze stad, dit land”, opent Tihinen. “Ook met een nieuwe cultuur en een nieuwe taal. De levenskwaliteit is hoog in Zwitserland en het is een goede plek om te leven. Alles wat ik wilde, is uitgekomen. Natuurlijk is het anders dan België, vooral door de bergen, maar Brussel en Zürich zijn allebei fijne steden om te leven. Erg internationaal ook. Ik hield van mijn leven in Brussel en dat doe ik ook in Zürich.”

Het was in al zijn Belgische interviews een weerkerend thema en is dat ook nu : zijn voetbalcarrière is niet meer dan een aspect, hoewel een belángrijk aspect, van het grotere geheel waarin het past : zijn léven. “Misschien ben ik anders dan de meeste voetballers, maar begrijp me niet verkeerd : ik concentreer me op het voetbal. Als dat goed gaat, gaat de rest ook goed. Zwitserland was de keuze voor een aangenaam leven, maar wel in een goede club.”

Op het sportieve vlak beschouwt hij FC Zürich na vier jaar Anderlecht niet als een stap achteruit. Allebei zijn het grote clubs in een kleine competitie. Zoals de Jupiler League wordt ook de Axpo Super League gedomineerd door een handvol sterke clubs en daarachter vooral aan elkaar gewaagde mindere goden. De kwaliteit van het voetbal in beide landen vindt Tihinen vergelijkbaar. “We hebben een erg technisch team. Zürich speelt de bal vaak over de grond, precies zoals we ook bij Anderlecht deden.”

FCZ voerde het hele seizoen de rangschikking aan. Tweeëndertig tegendoelpunten in zesendertig wedstrijden stemt de verdediger tevreden, net als de vier doelpunten die hij zelf voor zijn ploeg maakte, waarvan drie in een met 2-1 gewonnen duel. Belangrijke goals dus. Grijnzend : “Ik heb altijd gezegd dat ik alleen maar belangrijke goals maak.” Het kon een quote uit vier jaar Belgische interviews zijn, en hij weet het.

Aan de schaduwzijde vermeldt hij de twee rode kaarten die hij opliep. “Dat viel tegen, maar al bij al ben ik behoorlijk tevreden.”

Vooral ook omdat het zo’n jong elftal was waarin hij terechtkwam. De gemiddelde leeftijd in het kampioensduel tegen Grasshopper was 23 jaar. Met bijna 31 jaar is hij de oudste van de bende. In januari nam hij op vraag van de club de aanvoerdersband over van Blerim Dzemaili, de Macedoniër die naar Bolton verhuist. Hoe belangrijk hij voor het team is geweest, laat hij het liefst onbeantwoord, maar de keuze voor een jonge ploeg was bewust, zegt hij. “Ik wilde een leider kunnen zijn. Ik denk ook dat ik dat ben geweest.”

Leider. Hij is niet vies van het woord. Ook niet van de verwachtingen die het oproept. “Ik denk dat ik een leider kan zijn in vrijwel elke club. Misschien niet bij Real Madrid, maar verder wel.” Of dat laatste een grap is, weet je nooit met Hannu Tihinen.

Van jongen tot man

Hannu Tihinen is er de man niet naar om lang bij het verleden stil te staan. Indringende beschouwingen over zijn vorige club laat hij zich niet gauw ontfutselen. Uiteraard ligt Anderlecht hem nog steeds na aan het hart en is hij blij dat het de titel pakte, maar betreuren dat hij er wegging, doet hij niet. “Ik ben tevreden met alle beslissingen die ik tot hiertoe heb genomen. Daardoor ook ben ik zo easy going. Ik verspil mijn energie niet aan ambities. Ik probeer gewoon elke dag zo hard mogelijk mijn best te doen. Dan pas voel je je goed vanbinnen. Gelukkig zelfs.”

Over wat Zwitserland met hem doet, kan hij na één jaar weinig zeggen. Het aanvoerderschap is nieuw, zowel op als naast het veld, dus een stuk verantwoordelijkheid is er zeker bij gekomen. De ontwikkeling die hij doormaakte in vier jaar België, vat hij als volgt samen : “Ik was nog jong toen ik naar Anderlecht kwam. In Brussel werd ik een man, op en naast het veld (zijn twee zonen werden in Brussel geboren, nvdr). Als voetballer won ik aan snelheid, werd ik beter aan de bal, tactisch sterker ook. Ik ben iemand die traag vorderingen maakt, maar bekijk een wedstrijd van mij zes jaar geleden en een nu, en je ziet grote vooruitgang. Ik ben daar tevreden mee.”

Aan uitspraken over Frank Vercauteren of Hugo Broos, zijn trainers in het Vanden Stockstadion, waagt hij zich niet. Maar één wedstrijd zag hij van Anderlecht het afgelopen seizoen : een Champions Leagueduel, op televisie. Met maar weinig spelers speelde hij zelf nog samen, maar dat dit het beste Anderlecht was van de laatste jaren, gelooft hij graag. Maar nogmaals, spijt dat hij vertrok, heeft hij niet. “Ik heb vier mooie jaren beleefd in Brussel en bij Anderlecht. Het was gewoon tijd voor iets nieuws.”

Als hij iets heeft gemist, komt voetballen in de Champions League misschien nog het dichtst in de buurt. Met Zürich ging hij eruit in de laatste voorronde tegen Salzburg. Kansen zat thuis, maar slechts 2-1 gewonnen, en in Oostenrijk met 2-0 onderuit. Na wat nadenken bekent hij zijn ontgoocheling, die hij direct weer afzwakt ook. “Ik was teleurgesteld, maar toch niet zó erg. Wat komt, komt.”

Verdedigen met Hodgson

Deze zomer begint hij aan zijn tweede van drie contractjaren bij FC Zürich. Dat over twaalf maanden in Zwitserland (en Oostenrijk) het Euro 2008 plaatsheeft, speelde niet mee in zijn keuze voor de club. Evenmin won hij inlichtingen in bij Roy Hodgson, de Engelse bondscoach van Finland die midden de jaren 1990 de Zwitserse selectie onder zijn hoede had.

Onder Hodgson kende de Finse nationale ploeg een fantastische start vorige zomer in dezelfde EK-kwalificatiegroep als België. Ze openden met een uitzege bij Polen (1-3) en een gelijkspel tegen Portugal (1-1), twee deelnemers aan het WK in Duitsland. Tihinen was niet verrast. “Voor een ploeg die net van een groot toernooi komt, is het nooit gemakkelijk direct daarna aan een nieuwe kwalificatie te moeten beginnen. In mijn ogen was het een groot voordeel om direct tegen Polen en Portugal te spelen.”

Achteraf beschouwd was het gelijkspel tegen de Portugezen zelfs een gemiste kans, vindt hij. Nog voor het uur moest de halvefinalist van het WK met tien verder. “Toen hadden we ze moeten afmaken. Grote landen kunnen dat, maar Finland zal natuurlijk nooit een groot voetballand zijn. Als Italië, Frankrijk of Portugal móéten winnen, dan winnen ze.”

De bijdrage van Hodgson, gepokt en gemazeld ook in het Italiaanse calcio, is niet gering. In urenlange individuele en groepgesprekken overtuigde hij zijn Finse voetballers ervan hoe er in de eerste plaats verdedigd moet worden. “Het belangrijkste in het internationale voetbal, vindt hij, is de nul vasthouden”, zegt Tihinen. “Zelf één of twee goals maken is dan genoeg. Dat werkt erg goed. Grappig, want in Zürich spelen we helemaal anders, wat alleen maar bewijst dat het resultaat het belangrijkste is en er verschillende manieren zijn om dat te bereiken.”

De cijfers illustreren Hodgsons aanpak : Finland incasseerde tot voor het duel met Servië van afgelopen weekend maar drie doelpunten. Afgaand op de statistieken wacht Tihinen & co thuis tegen een moeilijk scorend België een rustige avond. Hij lacht : “Prettig dat te horen, dankjewel.”

Anderzijds scoorde het Finse team zelf ook maar zeven keer. “Niet genoeg”, weet de verdediger. Of het aan de spelwijze dan wel aan de aanvallers ligt, laat hij in het midden. Feit is dat Jari Litmanen, die voor het Zweedse Malmö uitkomt, drie van de zeven goals voor zijn rekening nam – en hij is al 36. Tihinen noemt hem niet onmisbaar, in tegenstelling tot Mikael Forsell, de aanvaller van Birmingham City, maar die is geblesseerd geweest en “hopelijk ondertussen opnieuw in vorm”.

Ongelukje in Azerbeidzjan

Hannu Tihinen herinnert zich nog de zege met 3-4 van Finland tegen België in 1999 in Brugge. Onder hevige regenval bezegelden zijn landgenoten het lot van de Belgische bondscoach Georges Leekens. Eigenlijk, zegt hij, was dat het keerpunt voor het goede voetbal dat de Finse nationale ploeg nu toch al zeven, acht jaar brengt. “De ploeg is niet veel veranderd sindsdien. Dat geeft ons het voordeel van de ervaring.”

De grote generatiewissel komt eraan na het Euro 2008. De verwachting in heel Finland is dan ook dat deze spelers het land eindelijk zijn eerste deelname ooit aan een EK of WK bezorgen. “In Finland zeggen ze dat we met deze generatie eindelijk maar eens naar een groot toernooi moeten. Daarom zijn de verwachtingen ook zo hoog. It’s now or never“, lacht Tihinen.

De onverwachte nederlaag eind maart in Azerbeidzjan (1-0) betekende dan ook een behoorlijke domper op het enthousiasme. Eén slechte wedstrijd en plots staat Finland vierde : zo snel kan het gaan. “Met veertien in plaats van elf punten hadden we onze thuiswedstrijden tegen Servië en België met een geruster hart tegemoet kunnen zien. De omstandigheden in Azerbeidzjan waren vreselijk. Ik hoop echt dat ze tegen jullie en Portugal op hetzelfde erbarmelijke veld zullen spelen. Ze tackelden erop los, wonnen tijd dat het niet mooi was en wij, wij waren echt slecht die dag. In de 81ste minuut pakten we een doelpunt uit een corner. Echt typisch.”

Tihinen schat dat Finland en België elkaar ongeveer waard zijn. Veel Anderlechtspelers zal hij niet tegen het lijf lopen vanavond, maar na vier jaar België noemt hij het een wedstrijd om naar uit te kijken. “Altijd prettig om ze te kloppen,” grijnst hij, “al wordt het zeker een moeilijke wedstrijd. Maar we geloven erin. We weten dat we veel kwaliteit hebben : redelijk wat van onze spelers zitten bij een buitenlandse club en spélen daar ook. Vooraf vond ik het een verrassing dat Finland zou doorgaan, nu niet meer. Na zo’n goede start – Azerbeidzjan beschouw ik als een ongelukje – zou het een grote ontgoocheling zijn als we niet naar het EK gaan.”

Of een eventuele EK-deelname op voor hem vertrouwde bodem past in een vooropgezet plan om een laatste grote transfer te maken, kan er bij Tihinen niet in. “Moet ik er dan nu al aan denken dat áls we volgend jaar naar het EK gaan, dat een mooie kans zou kúnnen zijn om naar Barcelona te gaan ? Het antwoord is : neen. Als we zover raken, is alles mogelijk natuurlijk, maar ik ben iemand die zich concentreert op volgende week, op de volgende wedstrijd, hooguit op volgend seizoen. Niet op wat er over één of twee jaar kan gebeuren.”

Zijn enige ambitie, legt hij nog één keer uit, is om later te kunnen zeggen dat hij tijdens zijn carrière beter is geworden als voetballer en als mens. En dan is het niet belangrijk of hij bij FC Zürich of Real Madrid heeft gespeeld. “Om eerlijk te zijn : als je van Lapland komt, zoals ik, in het noorden van Finland waar het vier maanden per jaar 35 graden onder nul is, en je hebt zo’n mooie carrière als ik tot nu toe heb gehad, dan moet je wel tevreden zijn.”

Nooit meegemaakt

Nog een kwartier. Hannu Tihinen telt de resterende interviewtijd af. Acht minuten. Drie. Een voetballer – hemelsblauw shirt, korte broek, het hoofd ingetapet – gooit een rugzak over zijn schouder en maakt zich uit de voeten. Zwitserse treinen wachten niet.

Twee dagen later verslaat FC Zürich Grasshopper met 2-0 en is het landskampioen. “Ik ben trots op deze titel”, zegt de Finse aanvoerder. “Van Anderlecht wordt verwacht dat het kampioen speelt. In Zwitserland geldt dat voor FC Basel : dát is hier de grote ploeg, wij zijn de underdog. Daarom is het een verrassing dat wij de titel pakken. Dat maakt het zo mooi.”

Maar er is nog een andere reden. “Ik was al eens landskampioen in België en Noorwegen, maar dít maakte ik nog nooit mee”, zegt Tihinen ’s anderendaags in een Zwitserse krant. Met dít bedoelt hij de open praalwagen waarop de hele selectie door de binnenstad van Zürich wordt gereden, waarna ze onder luide toejuichingen van duizenden fans op het stadhuis wordt gehuldigd. Voor een koele Fin is dat meer dan gek genoeg. S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content