Vaak geloofd om zijn voetbalkwaliteiten, even vaak verguisd om zijn mentaliteit. Wordt het in Beveren nog iets met de carrière van Frédéric Pierre ?

Liever zaalvoetbal

Frédéric Pierre : “Bij Standard bereikte ik een akkoord waardoor ik me kon vrijkopen. Op 1 juli tekenden we de papieren, in plaats van op 30 juni, waardoor ik niet zomaar tijdens het jaar naar een nieuwe club kon. Desondanks heeft de voetbalbond uiteindelijk toch besloten om mij de toestemming te geven om voor Beveren te spelen. Zij oordeelden dat correct omdat ik al sinds april over mijn vrijgave onderhandelde met Standard. Maar dat Standard mij pas op 1 juli liet gaan, getuigt toch wel een beetje van mauvaise volonté.

“Ik zat daar in wat men de C-kern noemt, omdat ik een slechte verstandhouding had met Ivic. Op een gegeven moment heb ik gezegd dat ik nooit meer voor Standard wou voetballen. Dat is een fout geweest, want Standard wilde mij net weer in de A-kern zetten en door die uitspraak zou dat bij de supporters bijzonder slecht gevallen zijn. Dus hebben we besloten uiteen te gaan.

“Daarna speelde ik zaalvoetbal, bij Eghezée in derde klasse, louter als ontspanning want ik had niet eens een contract. Nadien kreeg ik nog een aanbieding om naar een zaalvoetbalploeg in eerste nationale te gaan. Eigenlijk speel ik het liever, zaalvoetbal, maar financieel gezien ligt het rendement niet zo hoog, dus ging ik er niet op in.

“Het kan raar klinken dat ik in die periode ook niet stempelde, maar, ik wist eigenlijk niet dat ik recht had op stempelgeld. Ik heb dat pas achteraf vernomen en toen kwam Beveren. Drie, vier maanden heb ik zo inkomsten misgelopen, maar omdat ik in grote clubs heb gevoetbald, kon ik wel wat geld opzij leggen.”

De lijn van Herman

“Ik had niet meer zoveel vertrouwen om te voetballen. Op een gegeven moment dacht ik zelfs aan stoppen. Maar ik ben 28, ik denk nu dat ik nog drie, vier jaar voor de boeg heb. Drie, vier maanden had ik niets, maar ik stelde me niet te veel vragen, ik was zelfs bereid gewoon te wachten tot januari. Er waren contacten met een paar clubs in België en het buitenland. Bergen wou dat ik tot januari wachtte omdat er nog te veel spelers in hun kern zaten, de Verenigde Arabische Emiraten was een mogelijkheid, maar financieel niet zo interessant, en ik heb niet zo lang geleden Rapid Boekarest afgewimpeld. Rednic ( trainer van Boekarest, nvdr) heeft me vaak gebeld, maar om voor zes, zeven maanden, zoals hij wilde, nog eens te verhuizen, dat wou ik mijn gezin niet aandoen. In Frankrijk ( Nîmes, nvdr) hebben we dat al eens meegemaakt. Alleen voor een paar jaar wil ik nog naar het buitenland. Dus toen Beveren zich aanbood, dacht ik : waarom niet ?

“Beveren stuurde op een zondagavond om acht uur iemand naar mij thuis – ik stond toen net in contact met Rapid. Eerst was ik wat verrast, want dat ze iemand naar je thuis sturen, zo gaat het meestal niet. Maar ze wilden echt mijn vertrouwen, want ze hebben daarna ook voortdurend gebeld. Op een gegeven moment werd het zelfs zo lassantje gaat toch komen, hé ? – dat ik mij kwaad maakte aan de telefoon. Ik zei : ik heb beloofd dat ik woensdag zou komen, als je nu nog één keer belt, kom ik niet ! Als ik ja zeg, wil ik geen vijftig keer gebeld worden omdat nog eens te bevestigen.

“Ik wou naar Beveren komen om me, laat ons zeggen, te amuseren en ik koos ook een beetje voor de trainer. Ik ken Herman ( Helleputte, nvdr) van bij Germinal. Hij gaf mij vertrouwen, hij is rustig, laat de spelers wat vrijheid en dat is het belangrijkste. Hij is nog niet veranderd. Zelf hou ik wel van veranderen, terwijl hij liever vasthoudt aan principes. Hij heeft zijn lijn en daar wijkt hij niet van af. Maar tegenwoordig moet je je, vind ik, aanpassen aan de spelers die je hebt. Hier in Beveren zou hij die Ivorianen een beetje moeten proberen te veranderen. Dat doet hij nog niet en dat is een beetje het probleem wat ik heb. Ik heb er al met hem over gepraat en hij zei dat hij er iets aan zou doen. Dus ik ben benieuwd.

“Wat ik Herman wel wat verwijt – maar verwijten is een te sterk woord – is dat hij zijn programma tot op de letter volgt. Ik bedoel : als je twee keer traint en je haalt een goed resultaat, dan moet je spelers ook eens vrij kunnen geven. Ik merk dat veel spelers hier mentaal wat vermoeid zijn, al een tijdje in de stress zitten en behoefte hebben aan lucht. Het is niet omdat je een keer minder traint, dat je slechter gaat spelen. Ik wil de trainer niet bekritiseren, alleen moet je soms de groep aanvoelen en de routine doorbreken. In drievierden van de clubs hebben de spelers vrij op woensdag, hier is dat twee dagen na de wedstrijd. Dat maakt dat je daarna vijf dagen, pfff, dans le bain moet. Dat weegt. Begrijp me niet verkeerd : ik kom goed overeen met Herman; ik hoop alleen dat hij mij gerust laat, want ik heb mijn points-de-vue en daarom heb ik graag dat men mij in mijn hoekje laat werken.”

Wachten op een stommiteit

“Ik hou er niet van dat ze mij zeggen wat ik moet doen. Met Ivic bijvoorbeeld ging het in het begin heel goed, maar dan was ik eens rechtsachter, dan weer eens linksachter. Dan komt het punt dat ik problemen krijg om mij te concentreren en er mijn buik van vol heb. Op dat moment heb ik aangegeven dat het genoeg geweest was voor mij. Achteraf bekeken was dat niet zo slim, want D’Onofrio, die toch een groot manager is, had deuren kunnen openen voor mijn carrière. Dit is de enige keer in mijn leven dat ik spijt heb van iets, want die fout heeft een grote rol in mijn carrière gespeeld. Er zijn er die minder getalenteerd zijn dan ik, maar niet zo impulsief en die meer uit hun carrière halen. Dus mocht ik het kunnen herdoen, ik zou het niet meer doen.

Sonck zegt ook wat hij denkt, ja, maar hij heeft een goed imago en ik een slecht. Voilà la différence. Sinds ik bij Ekeren eens gevochten heb met LucVerheyen, is mij dat blijven achtervolgen. De eerste ronde met Ekeren liep heel goed en Anderlecht wou me toen al kopen, maar de manager vond dat ik geen hele match aankon, dat ik niet goed was. Twee weken mocht ik niet spelen, mocht ik alleen lopen. Op een gegeven moment had ik er genoeg van en raakte ik ook nog eens geblesseerd. Toen heb ik hem mijn mening gezegd en is er ruzie van gekomen. April, mei, juni zat ik thuis.

EmileMpenza, goeie voetballer, speelt soms ook maar vijf, zes wedstrijden per seizoen. Mais médiatiquement… Zelfs als hij slecht speelt, speelt hij goed. Begrijp je ? Bij mij wachten ze altijd tot ik een stommiteit uithaal. Als ik tien keer iets goed zeg en één keer iets slecht, merkt men alleen dat slechte op. Scoor ik drie keer, dan heb ik gewoon goed gespeeld; scoor ik niet of raak ik nauwelijks een bal, dan zeggen ze dat ik geen niveau meer haal, dit en dat… Pfff, soms enerveert mij dat, maar, er is zoveel oneerlijkheid in de wereld, dat ik mij van niks gebaar.”

Voor het plezier

“Ik weet wat het leven inhoudt, ik ben eigenlijk quelqu’un de très responsable en ik ben fort famille, maar ik ben nog meer zo geworden door wat ik allemaal om me heen zie. Ik weet soms niet meer wat ik moet denken. In mijn dorp weten de mensen dat ik veel kalmer ben dan men denkt en thuis weet ik ook van de mensen hoe ze denken, weet ik wie eerlijk is en wie niet. In het voetbal weet je dat niet altijd. Ik ben óók niet altijd eerlijk in het voetbal, je moet soms doen alsof en dat begin ik nu steeds meer te doen.

“Sommigen zullen daarom wel zeggen dat ik hier mijn geld kom oprapen, maar als de mensen alles zouden weten over mijn contract bij Beveren, ze zouden zeggen : oké, we gaan niet klagen over hem. Ik ben hier voor mijn plezier. Ik heb nauwelijks over een contract gepraat. Ik weet dat Beveren niet veel geld heeft en dat ik in mijn carrière al goed kon verdienen. Dus mijn contract is klein, zoals dat van de meesten hier; er staan alleen een paar clausules in : als ik wil, kunnen we meteen een akkoord vinden dat ik iets anders kan doen.

“Ik merk intussen dat ik stilletjes de zaken begin te relativeren. Vroeger wou ik altijd vanalles, nu jaag ik me minder op. Ik laat zaken sneller zoals ze zijn. Ik zeg één keer iets, maar geen twee keer meer. Maar in Beveren zit ik, voel ik, in een groep waar onderling respect heerst. Allez, ik zei bijvoorbeeld onlangs nog tegen Wostijn dat hij moest proberen om zich altijd aan de tweede paal te bevinden. Hij doet dat en hij scoort zo zijn misschien makkelijkste doelpunt van het jaar. Achteraf kwam hij mij daarvoor bedanken. Vroeger, zei hij, zou hij daar nooit op gelet hebben. Ja, met hem zal ik het goed kunnen vinden voorin, denk ik.”

Rustig opbouwen

“De ploeg heeft veel verloren door details. De laatste vier penalty’s bijvoorbeeld hebben ze gemist. Twee vorig jaar, twee dit seizoen. Ik heb er in mijn hele carrière nog maar één gemist. Wat goed is, is dat alle spelers achter mij staan hier in Beveren. Ik ben iemand die hen voorin kan brengen wat ze missen, namelijk iemand die duels wint. De verdedigers klaagden anders nogal vaak dat de bal te snel terugkwam.

“Beveren heeft mogelijkheden om tiende, elfde te worden. Alleen creëren we nog niet genoeg kansen. De Ivorianen zijn heel goeie voetballers, maar ze spelen veel lateraal. In België moet je sneller naar voren leren spelen. Ze kunnen veel sterker worden als ze meer in de diepte spelen. De Ivorianen trekken het laken naar zich toe, maar door dat te doen, laten ze veel spelers die kunnen helpen niet toe in het spel te komen. Kijk hoe we voorin spelen : we haken af, we lopen ons vrij, maar zij houden van een-tweetjes, eens terugkeren en dat soort dingen. Mooi, maar niet efficiënt en zo gaat het niet. Op Mechelen bijvoorbeeld hebben we veel gelopen en uit drie kansen twee keer gescoord, maar als je op een mindere dag die kansen een keer mist, win je geen enkele wedstrijd meer. Ik hoop dat de mensen die het voetbal goed volgen dat ook zien : dat er veel gelopen wordt, maar ook veel lateraal gevoetbald.

“Hoe meer ik het voetbal van Beveren zie, hoe meer ik ervan doordrongen raak dat het plezierig moet zijn voor de verdedigers en de middenvelders, maar dat het heel moeilijk is voor de aanvallers. Men gebruikt de ruimtes nog te weinig. EricDecroix heeft het makkelijker om het ritme te vinden : als je met vijf achteraan speelt en je mag dekking geven, is dat iets anders dan voorin links en rechts moeten lopen. Voor tachtig, negentig procent heb ik wel mijn snelheid gevonden, maar ik voel wel dat ik altijd heel vermoeid ben. Dus ik besef dat ik geduld moet oefenen en wisselvallig zal spelen. Ik kan niet voluit gaan omdat ik te lang stil lag, dus ik wil rustig opbouwen. Ik was al vier maanden geblesseerd bij mijn Franse club, Nîmes, en dan nog eens vier maanden stil gelegen, dat is lang. Maar zoals de trainer zegt en zoals ik zelf ook vind : pas in de tweede ronde zal ik veel punten winnen voor Beveren.”

door Raoul De Groote

‘Sonck zegt ook wat hij denkt, maar hij heeft een goed imago en ik een slecht.’

‘Pas in de tweede ronde zal ik veel punten winnen voor Beveren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content