‘Ik erger mij aan ploegen die niet klaar zijn’

© koen bauters

‘Als clubs als Zulte Waregem en KV Oostende snel klaar kunnen zijn met hun huiswerk,’ zegt Franky Van der Elst, analist voor Extra Time en Proximus TV, ‘waarom zouden grote clubs dat dan niet kunnen?’ Een babbel in de buurt van het Jan Breydelstadion.

Ja hoor, Franky Van der Elst (56) woont nog altijd op een kilometer of twee van het stadion van de club waarvoor hij vijftien jaar voetbalde en waar hij ook even assistent-trainer was. ‘Ik moet toegeven: het is moeilijk om niet te gaan kijken’, zegt hij in de bar van het nabijgelegen hotel Weinebrugge. ‘Zeker in periodes dat ik zelf geen ploeg coach, komt dat Clubgevoel sterk naar boven. Dan denk je: ik zal toch naar de wedstrijd kijken, thuis in de zetel, dan kan ik beter mijn velo nemen en tot daar rijden.’ Hij is nu assistent-bondscoach van Gert Verheyen bij de U19 én analist voor Proximus TV en Extra Time op Canvas. ‘Als ik naar Extra Time moet, kijk ik liever op tv. Dan kun je eens terugspoelen, een beeld stilzetten en iets noteren. Sowieso zie ik heel veel voetbal op tv, misschien zelfs té veel. Ik zap wel veel, ik ben een beetje een ongeduldige kijker.’

Wat zoek je in een wedstrijd?

Franky Van der Elst: ‘Momenteel zijn dat vooral de vele nieuwe spelers, in binnen- en buitenland, zodat je snel mee bent. Als er bij Manchester City een jongen van zeventien debuteert, zoals onlangs Brahim Diaz, dan is het wel leuk als je die eens aan het werk ziet.’

Keek je uit naar de start van het nieuwe seizoen?

Van der Elst: ‘Toen de trainingen begonnen, dacht ik: het gaat te snel. Maar van zodra de oefenwedstrijden eraan komen, ben je weer vertrokken. Ik stel vast dat ik mij erger aan ploegen die niet klaar zijn voor de start, waar er dan nog van alles beweegt en verandert. Zie wat er bijvoorbeeld bij Club gebeurt met Engels en Izquierdo. Poulain valt uit, Mera is geblesseerd en dan wordt er opeens toch weer een beroep gedaan op Engels. Mijn gevoel is dat spelers daar ook helemaal anders tegenaan kijken dan vroeger, dat er zijn die redeneren: ik heb tijd, want ik ga toch weg. Maar je wilt toch in vorm zijn als je bij je nieuwe club aankomt? Voor supporters is dat heel vervelend. Ik ergerde mij vorig seizoen ook toen Anderlecht in de derde voorronde van de Champions League tegen Rostov moest spelen en er verklaard werd: ‘We zijn niet klaar voor die match.’ Maar het gaat om 15 miljoen!’

Zolang de transfermarkt open blijft, kan er nog ‘van alles’ gebeuren.

Van der Elst: ‘Inderdaad. Zeker bij Club kan er nog heel veel gebeuren.’

Club Brugge

Wat vind je van Club Brugge?

Van der Elst: ‘Het is alleszins fel veranderd. De voorbereiding was niet goed, er rezen twijfels en na de Europese wedstrijden tegen Basaksehir zijn die er zeker niet minder op geworden.’

Een maand ver in de voorbereiding gaf Ivan Leko zijn 4-3-3 op voor een systeem met een extra centrale verdediger. Begrijp je hem?

Van der Elst: ‘Ik zag de laatste wedstrijd in 4-3-3, in Deinze tegen AZ. De eerste helft was niet slecht, daar konden ze 2-0 voor gekomen zijn, maar uiteindelijk werd het nog 1-3. Ik was verrast dat hij na die match opeens overschakelde op een ander systeem. Ik vond wel dat er in de verdediging te weinig communicatie zat. Zo kregen ze een goal tegen waarbij er te veel ruimte ontstond tussen Palacios en Poulain. Blijkbaar oordeelde hij dat hij het met drie centrale verdedigers beter dicht kan houden.’

Wat opvalt in de 3-4-3 of 5-4-1 zoals die nu gespeeld wordt: met slechts twee centrale middenvelders krijg je tegen een sterke tegenstander problemen in de opbouw en komt de centrumspits geïsoleerd te staan.

Van der Elst: ‘Oké, maar daar gaat het net over: de verdere invulling van dat systeem met drie centrale verdedigers. Je kunt het ook spelen met twee offensieve spelers achter de diepe spits in plaats van meer op de zijkant, bijvoorbeeld met de snelle Dennis in de punt en Refaelov en Vanaken in zijn rug. Of je laat je flankspelers er sneller uitkomen. Dan ga je ook hoger kunnen spelen. Of je doet het zoals Conte bij Chelsea soms: je laat aan de linkerkant Alonso er sneller uitkomen om Hazard verdedigend te ontlasten en je doet aan de andere kant met Moses het tegenovergestelde. Het zijn allemaal accenten die je kunt leggen, want het is een soepel systeem dat je zowel aanvallend als verdedigend kunt gebruiken. Gert Verheyen doet het bij de U19 ook met twee man in steun van de centrumspits en laat één flankspeler er snel uitkomen. Aan de overzijde laat hij de andere flankspeler inzakken als vierde verdediger. Maar Club was tegen Bilbao, door de sterkte van de tegenstander, consequent met vijf achterin aan het spelen en dat kan toch ook niet de bedoeling zijn van dat systeem. Met slechts twee centrale middenvelders is de afstand naar Perbet dan inderdaad groot. Vormer en Nakamba werden ook meteen onder druk gezet en slaagden er niet in om door te draaien en het spel te verleggen.’

Is er daar, vóór de verdediging, een ander type nodig?

Van der Elst: ‘Vanaken zou ook daar kunnen renderen. Al vind ik zijn beste plaats nog altijd hoger. Ik ben het niet eens met de grote kritiek die er geregeld op hem is. Maar goed, ik zeg je nu: Vanaken gaat dit seizoen nog veel spelen bij Club.’

Je maakte Ivan Leko bij Club Brugge als speler mee, toen je er zelf assistent-coach was: wat onthoud je van zijn persoonlijkheid?

Van der Elst: ‘Hij was vrij gewoon. Je merkte wel aan hem dat hij al de ervaring van enkele jaren bij Málaga in de Spaanse competitie met zich meedroeg. Zo iemand komt niet binnen zoals Nzelo Lembi destijds: verstopt onder zijn klak… (lacht) Leko kwam af en toe babbelen met Emilio Ferrera, de hoofdcoach toen, met wie hij Spaans kon spreken. Hij was een van de mannen die zich lieten gelden en verhief weleens zijn stem, maar hij was zeker niet dominant of ambetant. Uiteraard was zijn aanstelling nu een verrassing. Ik zat op de avond van Casa Hogar in Jabbeke toen het bekend werd gemaakt en daar vielen alle aanwezige Clubmannen uit de lucht. Dat kwam ook omdat er tot dan grote namen als kandidaat-coaches voor Club waren gevallen. Maar het is niet omdat het een verrassende keuze is dat het geen goeie keuze kan blijken te zijn. Als club stel je je dan misschien wel kwetsbaarder op, riskeer je sneller kritiek te krijgen, maar ik vind: het is wel mooi om een ex-speler zo’n kans als jonge trainer te geven. Om te oordelen is het nog te vroeg. Het is zoals hij zelf zegt: hij heeft tijd nodig. De vraag is: hoeveel tijd krijg je?’

Verloor hij geen tijd door van systeem te veranderen?

Van der Elst: ‘Feit is: als je aankomt met de visie om 4-3-3 te spelen en na vier weken voorbereiding verandert, resten er je maar tien dagen meer om daarop te werken. Dat kan natuurlijk niet perfect lopen.’

Je zei na de aanstelling van Ivan Leko dat het vooral van de kwaliteit van de spelers zou afhangen of hij zou slagen. Wat vind je van de transfers?

Van der Elst: ‘Ze haalden heel veel jonge gasten, wellicht om op termijn een meerwaarde te creëren. Ik verwachtte wat meer ervaring. Al is er intussen in de as met Perbet, Nakamba en Mera ook wel wat ervaring bijgekomen. Maar die Mera zagen we nog niet. Nakamba moet wel nog leren sneller het spel te verleggen, maar hij is mobiel en ik denk wel dat je zo’n speler nodig hebt voor de verdediging. En Perbet zal zijn goals wel maken. De vraag is: ook in de grote matchen, ook in play-off 1? Zijn komst verraste mij, ik dacht: waarom moeten ze hem halen? Net als Vossen is hij een spits die kan afwerken in de zestien meter. Als je dominant speelt, kun je hem in zijn kwaliteiten laten spelen. Maar tegen Bilbao en Basaksehir speelden ze niét in zijn kwaliteiten. Dan kies je beter voor iemand als Dennis, die snel, vinnig én ook doelgericht is, of voor een targetspits, die een bal kan bijhouden en aansluiting mogelijk maakt.’

Wesley?

Van der Elst: ‘Ja, als hij fit is, maar net als Dennis is ook hij een onafgewerkt product. Hij heeft een goed lichaam en werkt hard. Maar soms is hij rommelig en hij komt niet snel tot kansen omdat hij voor doel beter positie moet leren kiezen om meer in scoringspositie te komen. Wat dat betreft, kan hij veel leren van Vossen en Perbet. Het is wel spijtig dat je zo iemand wegens ziekte mist in de voorbereiding.’

Anderlecht

Wie zette je op één in je pronostiek voor de Jupiler Pro League 2017/18? Anderlecht?

Van der Elst: ‘Ja, zoals zowat iedereen zeker? Met Kara en Spahic is het stevig achterin en het haalde er Kums en Onyekuru bij. Ik vond het wel merkwaardig dat Onyekuru op Antwerp niet gebruikt werd. Van Anderlecht verwacht ik ook goed voetbal. Vorig seizoen was ik al heel kritisch voor hun spel. Ik begrijp wel dat het in het begin aanpassen is en dat de kleedkamer uitgekuist moest worden, maar na een paar maanden mag je toch ook voetbal verwachten? Vorig seizoen heb ik zelden of nooit genoten van Anderlecht. Nochtans: Anderlecht is Anderlecht en daar hoort goed voetbal bij. Dat is de standaard, zoals die er in Duitsland voor Bayern is, in Nederland voor Ajax en in Spanje voor Barcelona en Real Madrid.’

Het lijkt niet in René Weiler te zitten.

Van der Elst: ‘Neen, precies niet. En als je zijn interviews leest, ligt hij daar blijkbaar niet wakker van.’

Hij zal gewoon weer op zijn manier kampioen spelen.

Van der Elst: ‘Dat zou ik jammer vinden. Van mij mag Anderlecht elk jaar kampioen worden, maar ik wil wel iets zien: technisch voetbal, goed voetbal, mooie aanvallen, goals. Misschien kan het niet elke wedstrijd, maar toch geregeld.’

Wat kan er dit seizoen misgaan voor Anderlecht?

Van der Elst: ‘Voetbal blijft voetbal, het kan altijd fout gaan. Wat als Teodorczyk droog blijft staan? Wie is dan het alternatief? Thelin? Ganvoula? Dat zou een probleem kunnen zijn. Misschien kan Onyekuru dat oplossen met zijn flitsen, maar diep in de spits is er toch ook iemand nodig die goals maakt. Er is ook Hanni, maar vergeet niet: met Tielemans is er een centrale middenvelder vertrokken die een goal of vijftien maakte en bijna evenveel assists leverde. Wie zal dat gat opvullen? Trebel? Kums? Maar in principe beschikt Anderlecht over de beste kern van België en moet het puur op basis van kwaliteit kampioen kunnen spelen.’

AA Gent

Wat verwacht je dit seizoen van AA Gent?

Van der Elst: ‘Wel, ik tipte hen vooraf als de Belgische ploeg die Europees het verst zou geraken. (lacht) Weet je waarom?’

Gunstige loting, de voorbije seizoenen goed gepresteerd in Europa, veel geïnvesteerd en ambitieuzer dan ooit?

Van der Elst: ‘Ik liet mij een beetje leiden door de typische hoeraverhalen van de voorbereiding: Andrijasevic die een hele goeie genoemd werd, Hein die zei dat zijn groep de beste ooit was… Maar wat ik op de eerste speeldag in Sint-Truiden van hen zag, was niet goed. Er zat te weinig creativiteit in het elftal. De opbouw was niet goed. Andrijasevic scoorde wel, maar was onzichtbaar. En dan maak je je allerlei bedenkingen. Is de positie van Milicevic naast Esiti voor de verdediging zijn beste plaats? Wat als op de flanken Simon en Kalu niet in de match zitten? Birger Verstraete lijkt mij niet de oplossing om de afwezigheid van Foket op te vangen. En met Neto ontbreekt er iemand die in dat systeem belangrijk is om met een goeie lange pass snel de flankspeler aan te spelen. Ik kan mij ook wel voorstellen dat Hein zich zorgen maakt over het aantal tegendoelpunten.’

Is er achterin onvoldoende kwaliteit?

Van der Elst: ‘Wat die Dylan Bronn waard is, moeten we afwachten. Er zijn in elk geval nog een goeie drie weken om eventueel nog iets te doen op de transfermarkt. Defensieve stabiliteit is belangrijk. Als je nauwelijks een goal binnenkrijgt, moet je er maar één maken om te winnen – dat kan het pluspunt van Anderlecht zijn. Moet je er elke week twee of soms drie maken, dan zul je veel punten verliezen.’

door Christian Vandenabeele – foto’s Koen Bauters

‘Het is wel mooi van Club om een ex-speler zo’n kans als jonge trainer te geven.’ Franky Van der Elst

‘Anderlecht moet puur op basis van kwaliteit kampioen kunnen spelen.’ Franky Van der Elst

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content