Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Werken aan het imago, het personeelsbeleid én het uitbouwen van een commerciële cel : ziedaar de onmiddellijke prioriteiten van kersvers bondsvoorzitter François De Keersmaecker, die toegeeft dat niet alle recente bondsbeslissingen de meest gelukkige waren.

Het zijn drukke tijden voor François De Keersmaecker, de nieuwe voorzitter van de Belgische voetbalbond. In zijn advocatenkantoor werkt hij nog een reeks lopende zaken af, bij de bond wacht hem een pak werk en tussendoor meldde hij zich even in Duitsland, voor de halve finale op het WK. Niet ergens in dienst van FIFA of UEFA, maar gewoon zoals u en ik, onder vrienden. “Ik ben naar twee wedstrijden geweest, naar de openingswedstrijd en de halve finale Duitsland-Italië. Die laatste vond ik een ongelooflijk goeie match. Mijn indrukken ? Je zag er dat we qua infrastructuur een achterstand hebben. Zowel München als Dortmund vond ik prachtig. Ook de omgeving, qua parkings, ideaal. Hier liggen de meeste stadions in de stadskernen en is dat een groot probleem.”

Alain Courtois maakte van het forum gebruik om de ambities van België om dat toernooi in 2018 naar de lage landen te halen, nog eens te onderstrepen. Is zoiets nog haalbaar voor een klein land ? De voorzitter houdt zich wat op de vlakte : “Ik moet ja antwoorden vermits er plannen zijn. Maar het zal zeer moeilijk zijn, daarover is iedereen het eens. Misschien is het wishful thinking, maar het moet onderzocht worden. Alain heeft me trouwens direct na mijn verkiezing een berichtje gestuurd dat hij mij daar graag over zou spreken. In mijn ogen heb je hier een cel nodig, mensen die dat onderzoeken. Het kwam al ter sprake binnen het uitvoerend comité, maar concreet is op dit moment in dit huis niemand bezig met die plannen.”

Volgens De Keersmaecker valt de functie nu nog amper te vergelijken met wat ze was in de tijd van zijn schoonvader. “Toen Louis Wouters voorzitter was, deed ik stage op zijn bureau. Hij was advocaat, ging regelmatig naar de bond, maar… Bij wijze van voorbeeld : op commercieel vlak hadden zij indertijd één sponsor, het Gemeentekrediet. Daar ging hij samen met de secretaris-generaal één keer per jaar langs, waarna er een vriendelijk diner volgde, een gesprek en een bepaald bedrag. Dat is nu niet meer mogelijk. Daarbij komen we allebei uit de juridische wereld en vanuit die kennis zullen we daar beiden wel wat aandacht aan geven, omdat we dat het beste kennen. Maar je moet je laten omringen door een team. Wie de voorzitter ook is en wat ook zijn achtergrond, alleen red je het niet.”

In het voetbal heeft hij geen verleden als speler, maar wel als scheidsrechter. Dat kwam zo : “Wij deden thuis in groenten en fruit, mijn ouders waren kleine zelfstandigen die het niet zo breed hadden. Toen ik de kans kreeg om aan de universiteit te studeren, was dat een eenmalige kans. Van bissen kon geen sprake zijn. Daarom gaf ik alles op wat ik aan vrijetijdsbesteding had. Judo bijvoorbeeld. Uiteindelijk doe je vijf jaar, maar omdat ik ook geen vakidioot wilde worden, zocht ik naar een nieuwe hobby. Toevallig zag ik op een dag een advertentie in de krant onder de titel word scheidsrechter. En later, maar het ene had niks met het andere te maken, wilde het toeval dat ik naar een stageplaats zocht in Mechelen, een aantal patrons ben gaan bezoeken, uitkwam bij Louis Wouters en daar ook nog eens met zijn enige dochter trouwde… Al bij al arbitreerde ik vijf jaar waarvan het laatste jaar de eerste ploegen, vierde provinciale en twee wedstrijden in derde provinciale. Qua gezag was dat geen probleem, qua kennis van de spelregels evenmin, maar de fysiek was iets minder…”

Amateurs

Toen De Keersmaecker verkozen werd, was de algemene teneur : ‘We zijn opnieuw bij het amateurisme aanbeland.’ “Ik kom ook uit de groep van de amateurs !” reageert De Keersmaecker laconiek. “Bij Jan Peeters werd die opmerking weliswaar niet gemaakt, maar ik denk dat ze nu viel omdat de profliga zich de laatste jaren meer profileerde, al denk ik dat de man in de straat het onderscheid niet maakt tussen de profliga en de gewone bond. Ik ontken niet dat de voetbalbond een groot imagoprobleem heeft. Dat is een van de zaken die we dringend moeten behandelen. Ik heb me bij het aantreden twee voornemens gemaakt : dat ik snel mijn Frans moet verbeteren en een cursus mediatraining volgen. U komt dus in feite te vroeg. Frans versta ik perfect, maar zoals elke Vlaming wil ik het ook perfect praten en dan speelt er misschien wat faalangst mee, angst om fouten te maken. Dus ga ik informatie inwinnen over Spa, als het koningshuis er goed mee af is… Wat dat imagoprobleem betreft. Ik herinner me een periode dit voorjaar waarbij ik me elke dag afvroeg wat er die dag op onze kop zou vallen als ik de krant open sloeg. Ik denk dat we een procedure moeten opstellen voor crisissen. Wat nu nog amateuristisch is, moet beter worden voorzien. Beter coördineren en op mekaar afstemmen. De profliga is de top van de piramide, wij zijn de basis en ieder heeft zijn eigen prioriteiten en behoeftes, maar uiteindelijk zijn we genoodzaakt om samen te werken. Die boodschap wil ik brengen.”

Net met het oog op dat imagoprobleem is het te verwonderen dat de bond niet net koos voor iemand met een sterk positief imago, in casu Michel Preud’homme, als nieuwe voorzitter. “Als ik daarop wil antwoorden, moet ik u de hele historiek schetsen”, legt De Keersmaecker uit. “De profs wensten en kregen vaak de voorbije jaren meer bevoegdheden. Zelf dingen beslissen over hun kampioenschap, meer mandaten in het uitvoerend comité, een eigen disciplinaire organisatie. Ook financieel. Soms spraken ze heel dreigende taal. En dan kom je bij de voorzittersverkiezing én bij de op stapel staande hervormingen waarbij de CEO de nieuwe sterke man gaat worden. Binnen die context kwam het voorstel van de profliga om Preud’homme voorzitter te laten worden en meneer Philips CEO. Kortom : de twee belangrijkste mandaten zouden voor het profvoetbal zijn, voor achttien clubs. Vragen staat vrij, maar op een bepaald moment zegden de amateurs : nu is het genoeg, een beetje respect voor ons ook. Dus hebben wij de twee functies willen verdelen. We vonden dat we het voorzitterschap voor ons konden behouden, en de CEO, de man die hier straks voor de volle honderd procent zijn tijd moet doorbrengen, lijkt ons een functie voor iemand uit het betaalde voetbal. Ik doe mijn beroep als advocaat heel graag en wil dat in de toekomst blijven doen, halftijds.”

Inertie

In het beleid wil de nieuwe voorzitter snel wat prioriteiten leggen. “In het directiecomité dat net is afgelopen, hebben we besproken dat we zo snel mogelijk een commerciële cel moeten oprichten. Ik heb het net tegen Jean-Paul Houben gezegd : hij moet een superman in het kwadraat zijn, als je zijn bevoegdheden optelt. Resultaat : de man is vorig jaar dan ook gecrasht. Er moet daar iemand komen die wat ouder is, ervaring heeft en een voet binnen bij de grote maatschappijen. We hebben dat misschien iets te lang op amateuristische basis gedaan. Een tweede punt waar ik snel werk van wil maken, is het personeelsdepartement. We hebben bekwame mensen in huis, maar zij hebben volgens mij een iets intensievere leiding nodig. Een van de zaken waar ik ook het akkoord al voor heb, is een uitbreiding van het directiecomité. Daarin zetelen nu de bondsvoorzitter, de penningmeester, de secretaris-generaal en de technisch directeur. Dat gaan we uitbreiden met de vier ondervoorzitters. Op die manier heb je meer ideeën en meer voeling met de groeperingen zoals die binnen het uitvoerend comité zijn vertegenwoordigd.” En zo loodst hij ook Roger Vanden Stock, zijn mentor, binnen… De Keersmaecker lacht. “Michel Preud’homme ook, op dat vlak dus geen probleem.”

Zeg dus wat hem betreft niet dat de bond inert de realiteit ondergaat… “Dat denk ik niet, er is veel veranderd. Dat het gelukt is, zeg ik niet, maar we hebben altijd gepoogd in te spelen op de actualiteit. U mag de bond niet vergelijken met een commerciële firma. Die heeft een raad van bestuur die de lijnen uitstippelt en een CEO die instaat voor het dagelijks bestuur. Dat gaan we hier invoeren, maar de bond zal altijd zijn eigenheid bewaren.”

Maar hebben – als we het beeld even doortrekken – de aandeelhouders, in casu de clubs, nu niet iets te veel te zeggen ? “Het is zo dat je om een reglement te wijzigen, nood hebt aan 80 procent van de stemmen en als je weet dat er de laatste honderd jaar niks mocht gebeuren of het werd opgenomen in het reglement om het op te lossen, dan heb je dus een probleem”, antwoordt De Keersmaecker.

Hij haalt het voorbeeld van de reserven van eersteklassers aan die ooit in derde wilden voetballen, maar dat niet mochten. De Keersmaecker : “Datzelfde hebben we nu toegepast op de reserven van provincialers in Henegouwen. Die mogen nu aantreden in vierde. Toen zij het voorstel lanceerden, vond iedereen dat onnozel, maar nu zijn er al een paar provincies die het ook willen overwegen omdat het een succes is. Er beweegt wel degelijk één en ander.”

Een splitsing – hoogstens vanaf provinciaal niveau – zit er niet direct aan te komen, tenzij er door de politiek aan een reeks voorwaarden wordt voldaan, en qua hervormingen van de competitie zullen we wat hem betreft ook niet direct veel zien veranderen. De Keersmaecker : “Ik denk dat daarin veel werd gezegd op basis van de positie van de eigen club. Het zou nuttig zijn om een studiedag te organiseren waarop mensen van universitair niveau die daar al artikels over pleegden, komen uitleggen wat ze daar als wetenschappelijke onderbouw aan kunnen geven, zodat niet alleen het gevoelsmatige regeert. Ook de buitenlandse voorbeelden. Zijn de hervormingen in Nederland nu een succes of niet ? Laat het ons zo stellen : het dossier is op dit moment niet rijp om te worden gestemd en onrijpe dossiers ga ik niet doordrukken, dat is mijn stijl niet.”

In augustus begint de nationale ploeg aan de EK-kwalificaties, voorlopig in Anderlecht omdat het contract met de stad Brussel over het gebruik van het Koning Boudewijnstadion is verbroken. “Over dat dossier ga ik voorzichtig zijn, ik wil niet dat uitspraken tegen ons worden gebruikt. Het klinkt misschien raar voor een advocaat, maar ik procedeer niet graag. Ik denk dat we opnieuw rond de tafel moeten zitten, in de hoop dat er een oplossing komt.”

Op de slotvraag, of hij internationale mandaten ambieert, reageert hij met een hartelijke lach. “De functie van bondsvoorzitter brengt een aantal verplichtingen mee, ik geloof dat ik twee congressen van de UEFA moet bijwonen. Dat zal ik doen. Maar momenteel heb ik geen enkel UEFA-mandaat. Die zijn misschien belangrijk, maar voorlopig hoeft het voor mij niet. Geen tijd.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content